User Manual

- 26 -
9.4. Overige radiofuncties
Zoals te zien op Afbeelding 14 Afbeelding 14heeft het radioscherm meer functies dan hierboven
beschreven. Deze leggen wij u hier uit.
9.4.1. Functie AF (Alternatieve Frequenties)
De autoradio beschikt over RDS en ontvangt zo informatie van het radiostation. Een radiostation
beschikt vaak over diverse frequenties om de ontvangst per regio te kunnen garanderen. Wanneer de
AF functie aanstaat, schakelt de autoradio indien noodzakelijk automatisch over naar een andere
frequentie van het radiostation. Omdat radio ontvangst in Europa dusdanig sterk is, wordt
aanbevolen deze functie uitgeschakeld te houden. Wanneer de letters AF wit gekleurd zijn, staat deze
functie uit. Als de letters groen gekleurd zijn, staat AF aan.
9.4.2. Functie TA (Traffic Announcement)
Voordat u verkeersaankondigingen kunt ontvangen, moet u op de TA toets drukken.
Bij verkeersinformatie zendt een radiostation een RDS TA/TP-signaal uit. De ontvanger kan dan
bijvoorbeeld de CD-speler even onderbreken en overschakelen op de radio met de verkeersinformatie.
Als de verkeersinformatie voorbij is, schakelt de ontvanger weer terug naar de cd-speler.
9.4.3. Functie PTY (Program Type)
De Program Type functie wordt door steeds meer radiozenders aangeboden, waarbij de autoradio
gericht kan zoeken naar radiozenders met een vooraf te kiezen programma inhoud (b.v. nieuws, rock,
pop, sport, enz.).
9.4.4. Functie Opgeslagen zenders
Functie 7, geeft alle opgeslagen zenders weer. Het opslaan van zenders staat omschreven in
paragraaf 9.2
9.4.5. Functie Snel zoeken
Met functie 8 kun je de autoradio verzoeken alle beschikbare zenders op te zoeken en deze allemaal
op te slaan. Uiteraard is dit gelimiteerd aangezien er een beperkt aantal opslaglocaties zijn.
9.4.6. Functie en signaal versterking buitengebieden
FM-radiosignaal is sterker in het centrum van de stad, in het afgelegen gebieden is het radiosignaal in
enkele gevallen mogelijk niet stabiel. Met functie 9 (ST) is het mogelijk een boost te geven aan het
radiosignaal. Gebruik deze functie enkel indien nodig, het kan bij een goede ontvangst zorgen voor
schrale geluiden.
Rijd je vaak in buitengebieden, zet dan functie 10 (localiseer) aan. Dit systeem kan automatisch
schakelen tussen de versterkte en on-versterkte radiomodus volgens de sterkte van het radiosignaal.