User Manual

- 30 -
10.2. Bluetooth apparaten beheren
Nadat de connectie met Bluetooth is geslaagd, verschijnt uw telefoon in de apparatenlijst
(Afbeelding 20). De apparatenlijst kunt u bereiken via het vergrootglas . Hier verschijnen alle
gekoppelde toestellen. Op dit scherm kunt u tevens de eerder gekoppelde apparaten beheren.
Hier vindt u een korte uitleg van de functies aan de rechterzijde van Afbeelding 20.
Functie : Met deze functie kunt u de autoradio laten zoeken naar Bluetooth apparaten. U kunt
dan vanaf de autoradio een Bluetoothconnectie creëren. Wij adviseren deze functie niet te
gebruiken. Het koppelen vanaf een telefoon is eenvoudiger, veiliger en sneller.
Functie : Heeft u ervoor gekozen om geen gebruik te maken van automatisch verbinden? Of
wilt u overschakelen naar een andere telefoon van bijvoorbeeld een passagier? Dan kunt u met
deze functie handmatig een verbinding tot stand brengen met een bekend toestel zonder uw
telefoon te gebruiken. Selecteer het gewenste toestel dat vermeld staat onder beschikbare
apparaten, Afbeelding 20, en zorg dat de Bluetooth van de smartphone ingeschakeld is. Klik
vervolgens op functie in Afbeelding 20 om een verbinding tot stand te brengen zonder
hiervoor uw telefoon vast te hoeven pakken. Aangezien u geen telefoon mag gebruiken achter het
stuur, is deze manier van verbinden vooral handig tijdens het rijden. Voor het tot stand brengen
van een verbinding vanaf uw telefoon verwijzen wij u naar paragraaf 10.1.
Functie : Wilt u tijdelijk geen gebruikmaken van de Bluetoothfunctie en de telefoon
ontkoppelen? Selecteert u dan het gekoppelde apparaat uit Afbeelding 20 en druk vervolgens op
functie in Afbeelding 20. De verbinding met het apparaat is nu tijdelijk verbroken. U kunt op
ieder moment de verbinding met behulp van functie in Afbeelding 20 tot stand brengen.
Wanneer u na het verlaten van de auto de autoradio opstart, zal Bluetooth automatisch verbinden
als dat zo is ingesteld.
Afbeelding 20