User manual
                             2490-2 
De stopwatch schermweergave  selecteren 
Het volgende overzicht toont hoe u de positie van de rondetijd en de 
tussentijd op het stopwatchscherm kunt controleren. 
•  De ronde/tussentijd indicator maakt gebruik van pijlen om de locatie van 
de rondetijd en de tussen(verstreken)tijd aan te geven. 
•  Als u rood of blauw voor de huidige tijd in de tijdfunctie heeft 
geselecteerd, is het middelste gedeelte van het display blauw terwijl een 
tussentijd op het display bevroren is, en rood als een rondetijd bevroren 
is. 
•  Als u de stopwatchoperatie start door op A te drukken, worden op het 
middelste en onderste gedeelte van het display minuten, seconden en 
1/100
e
 seconden getoond. Als de op het onderste gedeelte van het display 
getoonde tijd groter is dan 60 minuten, verandert de displayweergave 
naar uren, minuten en seconden. Als de tijd op het middelste gedeelte 
van het display groter is dan 10 uur verandert de displayweergave naar 
uren, minuten en seconden. 
Over het temposignaal 
Het temposignaal van dit horloge geeft in overeenstemming met een door u 
ingestelde tempowaarde (snelheid) een signaal. U kunt het temposignaal 
gebruiken om tijdens joggen of rennen een constant tempo te handhaven. U 
kunt het temposignaal ook uitschakelen als u deze niet wenst te gebruiken. 
•  De ingestelde tempowaarde geeft het aantal signalen per minuut weer. 
•  Als u het temposignaal inschakelt geeft het horloge een signaal met de 
ingestelde snelheidswaarde. 
•  U kunt de tempofunctie uitschakelen door een tempowaarde van --- in te 
stellen. Als de tempowaarde op --- is ingesteld, berekent het horloge niet 
de afgelegde afstand. 
De tempowaarde instellen 
•  Elke keer dat u op C drukt schakelt u het temposignaal in (signaal 
klinkt) of uit (geen signaal). 
3.  Gebruik D (+) en A (-) om de tempowaarde te veranderen. 
•  Elke keer dat u op een knop drukt verandert de tempowaarde in 
stappen van 5. U kunt een tempowaarde instellen in het bereik van 
100 tot en met 200. 
•  Als u op D drukt terwijl de tempowaarde 200 is of op A als deze 100 
is, verandert de waarde naar ---. 
4.  Druk op B om het instelscherm te verlaten. 
Het temposignaal in- of uitschalen 
Terwijl het stopwatchfunctiescherm niet allemaal nullen toont, hou B 
gedurende ongeveer een seconde ingedrukt om het temposignaal in (  
getoond) of uit (  niet getoond) te schakelen. 
•  Elke keer dat u op B drukt wisselt het middelste gedeelte van het display 
tussen de rondetijd en de tussentijd. 
OPROEPFUNCTIE 
•  Gegevenssetnummers worden automatisch toegekend in volgorde, 
beginnend bij 01. 
•  Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in de oproepfunctie 
die u selecteert door op C te drukken. 
Stopwatchgegevens oproepen 
In de oproepfunctie, gebruik B om door de gegevensset titelschermen te 
bladeren, beginnend vanaf de laatst opgeslagen gegevensset, zoals 
hieronder getoond. Als het titelscherm van de gewenste gegevensset 
getoond wordt, gebruik D en A om door de gegevens van de gegevensset te 
bladeren. 
•  Het cumulatieve totaalscherm toont de totale afstand vanaf het moment 
dat de cumulatieve totaalafstand voor het laatst opnieuw op 0 is 
ingesteld. 
•  De BEST indicatie geeft de gegevens aan met de beste rondetijd van de 
opgeslagen gegevenssets. 
•  Als het horloge is ingesteld voor weergave van de tussentijd op het 
middelste gedeelte van het display, wordt de tussentijd op het beste 
rondetijd scherm in blauw getoond. Als de rondetijd op het middelste 
gedeelte van het display getoond wordt, wordt deze in rood getoond. 
•  Als de gegevensset met de beste rondetijd automatisch wordt verwijderd 
als het geheugen vol is, wordt de BEST indicatie niet veranderd naar de 
gegevens met de op een na beste rondetijd. Zie “Geheugen management” 
voor meer informatie over automatische verwijdering van gegevens. 
•  De voor de berekening van de afstand gebruikte meeteenheid hangt af 
van de eenheid die u selecteert voor uw stapafstand zoals in de tabel 
hieronder getoond. Zie “Basisgegevens invoeren” voor meer informatie. 
Een gegevensset verwijderen 
1.  In de oproepfunctie, toon het titelscherm van de gegevensset die u wilt 
verwijderen. 
•  Zie “Het cumulatieve totaalscherm opnieuw op 0 instellen” hieronder 
voor informatie over wat er gebeurt als u het cumulatieve 
totaalscherm selecteert. 
2.  Hou A en D ingedrukt totdat het horloge een lang signaal geeft en CLR 
stopt te knipperen op het display. 
•  Hierdoor wordt de volledige gegevensset verwijderd. Als u een 
gegevensset verwijderd, wordt de cumulatieve totaalafstandwaarde 
niet gewijzigd. 
Het cumulatieve totaalscherm opnieuw op 0 instellen 
1.  In de oproepfunctie, toont het cumulatieve totaalscherm. 
2.  Hou A en D ingedrukt totdat het horloge een lang signaal geeft en CLR 
stopt te knipperen op het display. 
•  Hierdoor wordt de cumulatieve totaalafstand op 0 ingesteld, zonder 
dat gegevenssets worden verwijderd. Een nieuwe cumulatief totaal zal 
beginnen te knipperen bij de volgende stopwatchbediening die u 
uitvoert. 
BASISGEGEVENS INVOEREN 
1.
Terwijl het stopwatchfunctiescherm allemaal 
nullen (0:00’00”00) toont, hou B ingedrukt 
totdat de tempowaarde begint te knipperen, wat 
aangeeft dat het tempowaarde instelscherm 
geselecteerd is. 
2.  Druk op C om het temposignaal in te schakelen. 
Gebruik de oproepfunctie om gegevens die in de 
stopwatchfunctie zijn opgeslagen op te roepen en 
te verwijderen. 
•  Stopwatchgegevens worden opgeslagen in 
gegevenssets die automatisch worden 
aangemaakt door het horloge. Zie “Geheugen 
management” voor meer informatie. 
•  Het titelscherm van de nieuwste gegevensset 
verschijnt eerst als u de oproepfunctie selecteert.
Basisgegevens invoerfunctie maakt het mogelijk 
dat u uw stapafstand en de afstandeenheid. De 
stopwatchfunctie gebruikt deze basisgegevens 
om tijdens joggen of rennen afgelegde afstanden 
te berekenen. 





