User manual

Gebruiksaanwijzing 2886
9
5. Druk op

om de afstand en richting tussen twee punten
te tonen.
Richtingindicaties
=
De richtingmeting geeft de richting vanaf uw huidige locatie
naar de bestemming aan.
=
“- -“ wordt voor de richting aangegeven (COMPASS) en 0,00 voor de afstand
(DISTANCE) als de afstand tussen de huidige locate en uw bestemming minder dan
50 meter is.
=
Druk op

om terug te keren naar het basispunt-gegevenssetscherm.
=
Gebruik

om naar de tijdfunctie of een andere functie te gaan.
Een bestemming hernoemen
1. Druk terwijl het basispunt-gegevenssetscherm
getoond wordt op

om de bestemming (GOAL
POINT) te tonen.
2. Gebruik

(recenter) en

(ouder) om door de
bestemmingen te bladeren totdat de gewenste
bestemming op het display getoond wordt.
=
Bestemmingen worden getoond op basis van de
meetdatum.
3. Houd

gedurende ongeveer een seconde ingedrukt
totdat het instelmenu verschijnt.
=
Houd

ingedrukt nadat het afstand- en
richtingscherm verschijnt.
4. Druk nadat u gecontroleerd heeft of de pijl ( ) naast
EDIT is op

om het bestemmingsnaam-wijzigings-
scherm te laten verschijnen.
=
De huidige bestemmingsnaam knippert op het
display.
=
Verplaats om dit scherm te verlaten zonder een
bestemming te hernoemen de pijl ( ) naar CANCEL
en druk vervolgens op

.
5. Voer een locatienaam in door met gebruikmaking van

(+) of

(-) door de karakters op de huidige
positie van de wijzer ( ) te bladeren en

om de
wijzer naar rechts te verplaatsen.
=
U kunt tot en met acht karakters (zie hieronder) voor
een locatienaam invoeren.
=
Gebruik als u meer karakters wilt invoeren

en B
terwijl de wijzer zich bij het eerste (linker)karakter
bevindt.
=
Druk als u de standaardnaam wilt wijzigen op

om de wijzer naar rechts te
verplaatsen en maak vervolgens de gewenste wijzigingen.
Mogelijke karakters
Letters: A tot en met Z
Cijfers: 0, 1 tot en met 9
Symbolen:’, +, -, :, ., /, ?, spatie
6. Druk als de naam naar wens is op

om de invoer te
verlaten.
Een bestemming verwijderen
1. Druk terwijl het basispunt-gegevenssetscherm getoond
wordt op

om de bestemming (GOAL POINT) te tonen.
2. Gebruik

(recenter) en

(ouder) om door de
beschikbare bestemmingen te bladeren totdat de
gewenste bestemming op het display getoond wordt.
=
Bestemmingen worden op basis van de meetdatum
getoond.
3. Houd

gedurende ongeveer een seconde ingedrukt om
het instelmenu te tonen.
4. Gebruik

en

om de pijl ( ) naar CLEAR te
verplaatsen.
5. Druk op

.
6. Gebruik

om de pijl ( ) naar YES (de bestemming
verwijderen) of NO (de verwijderbediening beëindigen) te
verplaatsen.
7. Druk op

om de bestemming te verwijderen en de
bestemming daarvoor te tonen.
De timer gebruiken
In de timerfunctie kunt u een starttijd tot en met 60 minuten in stappen van 10
seconden instellen en vervolgens in stappen van 1 seconde aftellen. Het horloge geeft
gedurende vijf seconden een signaal als het einde van de aftelling bereikt wordt. Als u
automatische herhaling inschakelt, zal de aftelling vanaf de starttijd herstarten als het
einde van de aftelling bereikt is. Druk om de timerfunctie te selecteren in de tijdfunctie
vier keer op

.
RichtingAfstand
(Ouder
)
(Recenter)
(–)
(Rechts)
(+)
(Ouder)
(Recenter)
Hudige tijd
Starttijd
(Minuten, seconden)
(4 keer)