User manual

Gebruiksaanwijzing 3057
2
Timer
De timer kan worden ingesteld binnen een bereik van 1
minuut tot en met 24 uur. Een alarm klinkt als de timer 0
bereikt.
De aftelling loopt door, zelfs als u de timerfunctie
verlaat.
Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in
de timerfunctie, die u selecteert door op knop
te
drukken.
De timer gebruiken
Druk in de timerfunctie op
om de timer te starten.
Als het einde van de aftelling bereikt is, klinkt een
alarm gedurende 10 seconden of totdat u deze stopt
door op een willekeurige knop te drukken. De
aftelling wordt automatisch op de startwaarde
ingesteld nadat het alarm stopt.
Druk terwijl een aftelling loopt op
om deze te pauzeren. Druk nogmaals op
om de aftelling te hervatten.
Om een aftelling volledig te stoppen, pauzeer deze dan eerst (door op
te
drukken) en druk vervolgens op
. Hierdoor keert de timertijd terug naar de
startwaarde.
De timer-starttijd instellen
1. Houd in de timerfunctie
ingedrukt totdat de
uurcijfers van de timer-starttijd beginnen te
knipperen, wat aangeeft dat het instelscherm
geselecteerd is.
2. Druk op
om het knipperen tussen de uren en
minuten te verplaatsen.
3. Gebruik terwijl een instelling knippert
(+) en
(-)
om deze te wijzigen.
Stel 0:00 in om een timertijd-starttijd van 24 uur in
te stellen.
4. Druk op
om het instelscherm te verlaten.
Alarmen
U kunt vijf onafhankelijke, dagelijkse alarmen instellen.
Als een alarm is ingeschakeld, klinkt het alarm als de
alarmtijd bereikt is. Een van de alarmen is een wekalarm
terwijl de andere vier eenmalige alarmen zijn. U kunt ook
een uursignaal inschakelen waarna het horloge elk heel
uur twee keer een signaal geeft.
Er zijn zes alarmschermen in de alarmfunctie. Vier zijn
voor de eenmalige alarmen (aangegeven door de
nummers
AL-1
t/m
AL-4
), een is voor het
wekalarm (aangegeven door
SNZ
) en een voor het
uursignaal (aangegeven door
SIG
).
Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in
de alarmfunctie, die u selecteert door op knop
te
drukken.
Een alarmtijd instellen
1. Gebruik in de alarmfunctie
om door de alarm-
schermen te bladeren totdat het alarm waarvoor u de
tijd wilt instellen getoond wordt.
Selecteer om een eenmalig alarm in te stellen een van de schermen aangegeven
door
AL1
t/m
AL4
. Selecteer om het wekalarm in te stellen het scherm
aangegeven door
SNZ
.
Het wekalarm klinkt elke vijf minuten.
2. Houd nadat u een alarm geselecteerd heeft A ingedrukt totdat de uurcijfers van de
alarmtijd beginnen te knipperen, wat aangeeft dat het instelscherm geselecteerd is.
Door deze bediening wordt het alarm automatisch ingeschakeld.
3. Druk op
om het knipperen tussen de uur- en minuteninstelling te verplaatsen.
4. Gebruik als een instelling knippert
(+) en
(-) om deze te wijzigen.
Denk eraan dat u u de tijd correct als ochtendtijd (geen indicator) of middag/
avondtijd (P indicator) instelt als u de alarmtijd instelt met gebruikmaking van 12-
uur weergave.
5. Druk op
om het instelscherm te verlaten.
Alarmbediening
Het alarm klinkt op de ingestelde tijd gedurende ongeveer 10 seconden, ongeacht de
functie waarin het horloge zich bevindt. In het geval van een wekalarm wordt de
alarmbediening elke vijf minuten, in totaal zeven keer, uitgevoerd, of totdat u het alarm
uitschakelt.
Door op een willekeurige knop te drukken stopt het alarm.
Door een van de volgende bedieningen gedurende een 5-minuten interval tussen
wekalarmen uit te voeren, stopt de huidige wekalarmbediening.
Het tijdfunctie-instelscherm tonen.
Het
SNZ
- instelscherm tonen.
Het alarm testen
Houd in de alarmfunctie
ingedrukt om het alarm te laten klinken.
Een alarm in- en uitschakelen
1. Gebruik in de alarmfunctie
om een alarm te
selecteren.
2. Druk op
om deze in (ON getoond) of uit (OF
getoond) te schakelen.
Als u een eenmalig alarm (
AL-1
t/m
AL-4
)
inschakelt, wordt de alarm-aan-indicator op het
alarmfunctiescherm getoond.
Als u het wekalarm (
SNZ
) inschakelt, worden de
alarm-aan-indicator en de wekalarm-aan-indicator in
de alarmfunctie op het wekalarmscherm getoond.
De alarm-aan-indicator wordt in alle functies getoond
als een willekeurig alarm is ingeschakeld.
De alarm-aan-indicator knippert als het alarm klinkt.
De wekalarm-aan-indicator knippert gedurende de 5
minuten intervallen tussen de alarmsignalen.
Het uursignaal in- en uitschakelen
1. Gebruik in de alarmfunctie
om het uursignaal
(
SIG
) te selecteren.
2. Druk op
om deze in (ON getoond) of uit (OF
getoond) te schakelen.
De uursignaal-aan-indicator wordt in alle functies
getoond als het uursignaal is ingeschakeld.
Verlichting
Het display wordt verlicht door een elektronisch
verlichtingspaneel voor een gemakkelijke aflezing in het
donker.
Verlichting voorzorgsmaatregelen
Het elektronische verlichtingspaneel neemt in intensiteit af na langdurig gebruik.
De verlichting kan moeilijk zichtbaar zijn bij direct zonlicht.
Het horloge kan een hoorbaar signaal geven als het display verlicht wordt. Dit komt
door de vibratie van het elektronische verlichtingspaneel en duidt niet op een
gebrekkig functioneren van het horloge.
De verlichting schakelt automatisch uit als een alarm klinkt.
Veelvuldig gebruik van de achtergrondverlichting verkort de levensduur van de batterij.
Het display verlichten
Druk in een willekeurige functie (behalve als een instelscherm op het display getoond
wordt) op
om de verlichting in te schakelen.
U kunt de bediening hieronder gebruiken om een verlichtingsduur van 1,5 of 3
seconden te selecteren. Als u op knop
drukt, blijft de verlichting gedurende 1,5
of 3 seconden ingeschakelt, afhankelijk van de actuele verlichtingsduurinstelling.
De verlichtingsduur specificeren
1. Houd in de tijdfunctie
ingedrukt totdat de
secondecijfers beginnen te knipperen, wat aangeeft
dat het instelscherm geselecteerd is.
2. Druk terwijl de secondecijfers knipperen op
om
tussen een verlichtingsduur van 1,5 seconden ( ) en
3 seconden ( ) te wisselen.
3. Druk op
om het instelscherm te verlaten.
Referentie
Deze sectie bevat meer gedetailleerde en technische informatie over de bediening van
het horloge. Het bevat ook belangrijke voorzorgsmaatregelen en noten over de
verschillende kenmerken en functies van dit horloge.
Knopbedieningssignaal
Het knopbedieningssignaal klinkt elke keer wanneer u
op een knop drukt. U kunt het knopbedieningssignaal
in- of uitschakelen.
Zelfs als u het knopbedieningssignaal uitschakelt,
functioneren het alarm, uursignaal- en timeralarm
normaal.
Het knopbedieningssignaal in- en uitschakelen
Houd in een willekeurige functie (behalve als een instelscherm op het display getoond
wordt)
ingedrukt om het knopbedieningssignaal in ( niet getoond) of uit
( getoond) te schakelen.
Automatische terugkeerfuncties
Als u in de alarmfunctie gedurende twee tot drie minuten geen knopbediening
uitvoert, gaat het horloge automatisch naar de tijdfunctie.
Als u gedurende twee tot drie minuten cijfers of een cursor op het scherm laat
knipperen zonder een bediening uit te voeren, worden automatisch alle door u tot
op dat moment gemaakte instellingen opgeslagen en verlaat het horloge
automatisch het instelscherm.
Bladeren
De knoppen
en
worden in verschillende functies en instelschermen gebruikt om
door gegevens op het display te bladeren. In de meeste gevallen bladert u versneld
door de gegevens als u deze knoppen gedurende een bladerbediening ingedrukt houdt.
Initiële schermen
Als u wereldtijd- of alarmfunctie selecteert, verschijnen eerst de gegevens die u de
laatste keer dat u de functie verliet bekeek.
Seconden
MinutenUren
Tijdfunctie-tijd
(Uren : Minuten)
*
De "P" indicator wordt
niet getoond bij de in
de timerfunctie
getoonde tijd.
Aan/uit-status
Alarmnummer
Alarmtijd
(Uren : Minuten)
Tijdfunctie-tijd
(Uren : Minuten)
*
De "P" indicator wordt
niet getoond bij de in
de alarmfunctie
getoonde tijd.
Aan/uit-status
Wekalarm-
indicator
Alarm-aan-indicator
Alarmtijd
(Uren: Minuten)
Aan/uit-status
Uursignaal-aan-indicator