User manual
moving time forward
© CASIO Benelux B.V. Amstelveen - WWW.CASIO.NL
Automatische ontvangst in- en uitschakelen
1. Druk in de Tijdfunctiemodus op [D] om het scherm weer te
geven met de tijd en datum van het laatst goed ontvangen
signaal.
2. Houd [A] ingedrukt totdat de actuele instelling voor automa-
tische ontvangst (ON of OFF) begint te knipperen. Dit is het
instelscherm.
• Het instelscherm wordt overigens niet weergegeven als de op
dat moment ingestelde woonplaats geen ontvangst van tijdka-
libratie ondersteunt.
3. Druk op [D] om heen en weer te schakelen tussen automati-
sche ontvangst aan (ON) en uit (OFF).
4. Druk op [A] om het instelscherm te verlaten.
• Voor meer informatie over de stadscodes die de ontvangst van het kalibratiesignaal
ondersteunen, zie “Uw woonplaats instellen”.
De laatste resultaten van de signaalontvangst controleren
Druk op [D] om de laatste geslaagde ontvangsttijd en -datum te
bekijken. Druk nog een keer op [D] om terug te keren naar het
vorige scherm.
Problemen met ontvangstbereik oplossen
Controleer de volgende punten wanneer u problemen hebt met de signaalontvangst.
Probleem Waarschijnlijke oorzaak Wat u moet doen
Kan geen
handmatige
ontvangst
uitvoeren.
•Het horloge staat niet in de Tijd-
functiemodus.
•Uw huidige woonplaats is niet één
van de volgende: LIS, LON, MAD,
PAR, ROM, BER, STO, ATH, MOW,
HKG, BJS, TPE, SEL, TYO, HNL,
ANC, YVR, LAX, YEA, DEN, MEX,
CHI, NYC, YHZ of YYT
•Ga naar de Tijdfunctiemodus en
probeer het opnieuw.
•Selecteer LIS, LON, MAD, PAR,
ROM, BER, STO, ATH, MOW, HKG,
BJS, TPE, SEL, TYO, HNL, ANC,
YVR, LAX, YEA, DEN, MEX, CHI,
NYC, YHZ of YYT als uw woon-
plaatscode.
Automatische
ontvangst is
ingeschakeld
maar de
instellingen-
update-indicator
verschijnt niet op
de display.
•U hebt de tijdsinstelling handma-
tig gewijzigd.
•De zomertijdinstelling is hand-
matig gewijzigd in de Wereldtijd-
modus.
•U hebt op een knop gedrukt terwijl
er een signaalontvangst plaats-
vond.
•Zelfs als de ontvangst is geslaagd,
verdwijnt de Instellingenupdate-
indicator van de display iedere
dag wanneer de eerste automati-
sche ontvangst van de dag wordt
uitgevoerd.
•Er zijn bij de laatste ontvangst
alleen tijdgegevens (uur, minuten,
seconden) ontvangen. De Instel-
lingenupdate-indicator verschijnt
alleen wanneer zowel tijdgegevens
als datumgegevens (jaar, maand,
dag) worden ontvangen.
•Voer handmatig een signaalont-
vangst uit of wacht totdat de vol-
gende automatische ontvangst
plaatsvindt.
•Zorg dat het horloge zich op een
plaats bevindt waar het het sig-
naal kan ontvangen.
De tijd is na
ontvangst van het
signaal onjuist.
•Als de tijd één uur afwijkt, is de
zomertijdinstelling misschien
niet juist.
•De instelling van de Woonplaats-
code is niet juist voor het gebied
waar u het horloge gebruikt.
•Wijzig de zomertijdinstelling in
Auto DST (automatische zomer-
tijd).
•Selecteer de juiste Woonplaats-
code.
• Zie voor meer informatie “Belangrijk!” onder “Ontvangst tijdkalibratiesignaal” en “Voor-
zorgsmaatregelen bij radiogestuurde atoomtijdfunctie”.
Getijden-/Maangegevens
In de Getijden-/Maangegevensmodus kunt u de actuele getijden en maanfase voor de actu-
ele datum in uw woonplaats zien. U kunt een datum opgeven en de getijden en maanfase voor
die datum bekijken.
• Zie “Maanfase-indicator” voor informatie over de maanfase-indicator en “Getijdengrafiek”
voor informatie over de getijdengrafiek.
• Alle handelingen in dit gedeelte worden uitgevoerd in de Getijden-/Maanfasegegevens-
modus.
NB
• Het duurt ongeveer twee seconden om getijdengrafiekgegevens te berekenen. Zolang de
berekening aan de gang is, kunt u geen instelscherm afbeelden.
• De maanleeftijd wordt berekend met een nauwkeurigheid van ±1 dag.
Getijdengegevens
De getijdengrafiek die het eerst verschijnt wanneer u naar de Getijden-/Maangegevensmodus
gaat, laat de gegevens zien om 6.00 uur voor de op dat moment door geselecteerde woon-
plaats op de actuele datum, overeenkomstig de Tijdfunctiemodus. Vanaf dit punt kunt u een
andere datum of tijd opgegeven.
• Als de getijdengegevens niet kloppen, controleer dan de instellingen in de Tijdfunctiemo-
dus en pas die zo nodig aan.
• Als u het gevoel hebt dat de informatie die de getijdengrafiek toont verschilt van de wer-
kelijke getijden, dan moet u de vloedtijd aanpassen. Raadpleeg “De vloedtijd aanpassen”
voor meer informatie.
Maangegevens
De maanfase- en maanleeftijdgegevens die het eerst verschijnen wanneer u naar de Getij-
den-/Maangegevensmodus gaat, laten de gegevens zien om 12.00 uur voor de op dat
moment door u geselecteerde woonplaats op de actuele datum, overeenkomstig de Tijdfunc-
tiemodus. Vanaf hier kunt u een andere datum opgeven om de gegevens van te zien.
• Als de maangegevens niet kloppen, controleer dan de instellingen in de Tijdfunctiemodus
en pas die zo nodig aan.
• Als de maanfase-indicator een fase aangeeft die het spiegelbeeld is van de actuele maan-
fase in uw gebied, kunt u die wijzigen door de procedure te volgen onder “De afgebeelde
maanfase omkeren”.
Getijden-/Maangegevensschermen
Druk in de Getijden-/Maangegevensmodus op [A] om heen en weer te schakelen tussen het
getijdengegevensscherm en het maangegevensscherm.
• Wanneer u het getijdengegevensscherm afbeeldt, worden de getijdengegevens voor 6.00
uur getoond.
• Gebruik het getijdengegevensscherm om de getijdengegevenstijd op te geven. U kunt de
afgebeelde tijden in stappen van 1 uur wijzigen met behulp van [D] (+) en [B] (-).
• Gebruik het maangegevensscherm om de getijden-/maangegevensdatum op te geven. U
kunt de afgebeelde datum in stappen van 1 dag wijzigen met behulp van [D] (+) en [B] (-).
Door [D] en [B] in te drukken wordt het jaar van de afgebeelde datum getoond.
De Vloedtijd aanpassen
Volg de onderstaande procedure om de vloedtijd voor een bepaalde datum aan te passen.
U kunt de vloedgegevens voor uw gebied vinden op een getijdentabel, op internet of in de
plaatselijke krant.
De vloedtijd aanpassen
1. Houd in de Getijden-/Maangegevensmodus [A] ingedrukt tot
de urencijfers beginnen te knipperen.
2. Druk op [D] (+) of [B] (-) om de ureninstelling te wijzigen.
3. Wanneer het gewenste uur is bereikt, drukt u op [C].
• Nu gaan de minuten knipperen.
4. Gebruik [D] (+) en [B] (-) om de minuteninstelling te wijzigen.
5. Als alle minuteninstelling correct is, drukt u op [A] om het
instelscherm te verlaten en terug te keren naar de Getijden-/
Maangegevensmodus.
• Door [D] en [B] tegelijk in te drukken terwijl het tijdaanpas-
singsscherm wordt afgebeeld (stappen 2 t/m 5 hierboven)
keert de vloedtijd terug naar de oorspronkelijke fabrieks-
instelling.
• De instelling van de vloedtijd wordt niet beïnvloed door de
zomertijdinstelling van de Tijdfunctiemodus.
• Op sommige dagen is het twee keer hoog water (vloed). Met dit horloge kunt u alleen de
eerste vloedtijd aanpassen. De tweede vloedtijd van die dag wordt automatisch aange-
past op basis van de eerste vloedtijd.
De afgebeelde maanfase omkeren
Het links-rechtsaanzicht (oost-west) van de maan hangt af van of u de maan ten noorden van
u ziet (noordelijke aanblik) of ten zuiden (zuidelijke aanblik). U kunt de onderstaande proce-
dure gebruiken om de afgebeelde maanfase om te keren zodat deze overeenkomt met de fei-
telijke aanblik van de maan waar u zich bevindt.
• Om de kijkrichting van de maan te bepalen, neemt u een kompas om een windrichtingme-
ting te nemen van de maan wanneer deze de meridiaan passeert.
• Voor meer informatie over de maanfase-indicator raadpleegt u “Maanfase-indicator”.
De afgebeelde maanfase omkeren
1. Houd in de Getijden-/Maangegevensmodus [A] ingedrukt tot
de urencijfers beginnen te knipperen.
2. Druk twee keer op [C].
• De maanfase-indicator begint nu te knipperen. Dit is het
omkeerscherm voor de indicator.
3. Druk op [D] om de maanfase-indicator te schakelen tussen
zuidelijke aanblik (aangegeven door ) en noordelijke
aanblik (aangegeven door ).
• Noordelijke aanblik: De maan bevindt zich ten noorden van u.
• Zuidelijke aanblik: De maan bevindt zich ten zuiden van u.
4. Als de instelling van de maanfase-indicator correct is, drukt u op [A] om het omkeer-
scherm te verlaten en terug te keren naar de Getijden-/Maangegevensmodus.
Wereldtijd
De Wereldtijd geeft de actuele tijd in 48 steden (31 tijdzones)
over de hele wereld weer.
• De tijden in de Wereldtijdmodus lopen synchroon met de
tijd in de Tijdfunctiemodus. Als u de denkt dat de tijdweer-
gave in de Wereldtijdmodus niet juist is, controleer dan of u
de juiste stad hebt geselecteerd als uw woonplaats. Contro-
leer ook of de huidige tijd die wordt weergegeven in de Tijd-
functiemodus correct is.
• Selecteer een stadscode in de Wereldtijdmodus om te zien
hoe laat het op dit moment is in elke gewenste tijdzone ter
wereld.
• Zie de “Stadscodetabel” voor meer informatie over de ondersteunde UTC-compensaties.
• Alle handelingen in dit gedeelte worden uitgevoerd in de Wereldtijdmodus, die u inscha-
kelt door op [C] te drukken.
De tijd in een andere stad weergeven
In de Wereldtijdmodus drukt u op [D] (oostwaarts) en [B] (westwaarts) om door de stadscodes
(tijdzones) te bladeren.
• Door op gelijktijdig op [D] en [B] te drukken springt het horloge naar de UTC-tijdzone.
Een stadscode afwisselend op standaardtijd en zomertijd zetten
1. Gebruik [B] en [D] in de Wereldtijdmodus om de stadscode
(tijdzone) weer te geven waarvan u de instelling voor stan-
daardtijd/zomertijd wilt wijzigen.
2. Houd [A] ingedrukt om heen en weer te schakelen tussen
zomertijd (DST-indicator wordt weergegeven) en standaard-
tijd (DST-indicator wordt niet weergegeven).
• De zomertijdindicator wordt in de Wereldtijdmodus afge-
beeld terwijl zomertijd is ingeschakeld.
• De instelling van zomertijd/standaardtijd is overigens alleen van invloed op de op dat
moment weergegeven stadscode. Andere stadscodes worden hierdoor niet gewijzigd.
• U kunt niet heen en weer schakelen tussen standaardtijd en zomertijd als UTC is geselec-
teerd als de stadscode.
Alarmsignalen
De Alarmsignaalmodus geeft u de keuze uit vier eenmalige
alarmsignaalinstellingen en een sluimersignaal (snooze).
Voor het in- en uitschakelen van het uursignaal (SIG) kunt u ook
de Alarmsignaalmodus gebruiken.
• Er zijn vijf alarmsignaalschermen: AL1, AL2, AL3 en AL4
voor het eenmalige alarmsignaal en een scherm voor het
sluimersignaal dat wordt aangegeven met SNZ. Het uursig-
naalscherm wordt aangegeven met SIG.
• Alle handelingen in dit gedeelte worden uitgevoerd in de
Alarmsignaalmodus, die u inschakelt door op [C] te drukken.
Een alarmtijd instellen
1. Gebruik [D] in de Alarmsignaalmodus om door de alarmsig-
naalschermen te bladeren, totdat het scherm wordt weerge-
geven waarvan u de tijd wilt instellen.
• Om een eenmalig alarmsignaal in te stellen selecteert u alarmsignaalscherm AL1, AL2,
AL3 of AL4. Om het sluimersignaal in te stellen, geeft u het SNZ-scherm weer.
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
Aan-/uitstatus
Getijdengegevensscherm Maangegevensscherm
Actueel getijdenbereik
Actueel
getijdenniveau
Maand – Dag
Maanfase
Tijd Maanleeftijd
Druk op [A].
▲
▲
Maand – Dag
Uren
Minuten
Actuele tijd in
geselecteerde stad
Stadscode
DST-indicator
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
Nummer
alarmsignaal
Alarmtijd
(Uur: minuten)







