User manual - AP420

D-16
Configureren van instellingen met het toetsenbord
Naast het selecteren van tonen en melodieën uit de
muziekbibliotheek kunt u de FUNCTION toets
gebruiken in combinatie met de klaviertoetsen om het
effect, de aanslaggevoeligheid en andere instellingen te
configuren.
1.
Zoek m.b.v. de “Parameterlijst” op pagina’s
D-18 - D-20 de instelling op die u wilt
configureren en maak een notitie van de
details.
2.
Zie “Klaviertoetsen die gebruikt worden voor
het configureren van instellingen” op pagina
D-17 om de plaats op het toetsenbord te
vinden voor het configureren van de
gewenste instelling.
3.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk
op de klaviertoets die correspondeert aan de
instelling die u wilt configureren.
De Digitale Piano geeft een bedieningspieptoon weer
nadat de instelling geconfigureerd is.
Voorbeeld: Verlagen van de transpositie instelling met
één halve toon
4.
Laat de FUNCTION toets los om de
instelprocedure te voltooien.
OPMERKING
U kunt de Digitale Piano zodanig configureren dat
geen bedieningspieptoon weergegeven wordt in
stap 3. Voor details, zie “ck Bedieningspieptoon”
onder “Parameterlijst” op pagina’s D-18 - D-20.
Toetsenbordinstelling bedieningstypes
Er zijn drie types bediening die u kunt uitvoeren
tijdens het configureren van de instellingen d.m.v. de
klaviertoetsen: Type A, Type B en Type C.
Voorbeeld: Aanslaan van de STRINGS klaviertoets om de
STRINGS 1 toon te selecteren
Door op een toets te drukken wordt de instelling
versneld verhoogd of verlaagd.
Druk tegelijkertijd op beide toetsen om terug te gaan
naar de oorspronkelijke instelling.
Voorbeeld: Druk op de toetsen 1, 2 en 0 om “120” in te
voeren.
OPMERKING
U kunt er achter komen welk bedieningstype past bij
elke instelling door het “Bedieningstype” in de
“Parameterlijst” op pagina’s D-18 - D-20 te
controleren.
FUNCTION
Instellingen configureren met
het toetsenbord
T transponeertoets
Type A: Direct invoeren
Type B: Verhogen of verlagen van een instelling
d.m.v. de + en – of T en S klaviertoetsen
Type C: Invoeren van waarden d.m.v. de cijfertoetsen
(0 tot en met 9)