User Manual

Table Of Contents
Lees dit eerst (basisbediening en instellingen)
NL-21
Door de tiptoetsen (behalve de “0(opname)” toets) en de klaviertoetsen in combinatie te gebruiken,
kunt u diverse instellingen veranderen.
De items die kunnen worden ingesteld verschillen afhankelijk van de tiptoets die wordt aangetikt.
De bediening op het toetsenbord is afhankelijk van het item dat u instelt.
De visuele informatiebalk knippert overeenkomstig de ingestelde waarde.
Er zijn vijf typen bediening zoals hieronder beschreven:
Rechtstreeks selecteren van een instelwaarde (bedieningstype A)
Selecteer de instelwaarde die aan de klaviertoets is toegewezen.
Voorbeeld: Selecteren van een toon
Houd de “GRAND PIANO” toets ingedrukt en druk dan op een van de E3 t/m F5
klaviertoetsen (Toonselectie).
•ZieToonlijst” voor de tonen die voor elke klaviertoets beschikbaar zijn.
De visuele informatiebalk knippert op de plaats (bij benadering) van de geselecteerde waarde.
Bediening van de tiptoetsen in combinatie met de klaviertoetsen
E3 - F5