User Manual

Table Of Contents
Afstellen van de toonhoogte van het geluid
NL-61
De toonhoogte van het geluid kan in eenheden van een octaaf worden verhoogd of verlaagd.
Bij gebruik van [Lagen] kan de instelling voor elk gedeelte (Upper1 en Upper2) onafhankelijk van elkaar
worden gemaakt.
Zie “Twee tonen gelaagd laten klinken (Lagen)” voor meer informatie over de lagenfunctie en de
bijbehorende gedeelten.
Houd de “GRAND PIANO” toets ingedrukt en druk dan op de B0 of C1 klaviertoets.
Gebruik van de +/– klaviertoetsen om de instelwaarde met 1 te verhogen of verlagen
(bedieningstype B)
Instelwaarde: –2 t/m +2 octaven
Standaardwaarde: 0
Houd de “GRAND PIANO” toets ingedrukt en druk dan op de E}7 of E7 klaviertoets.
Gebruik van de +/– klaviertoetsen om de instelwaarde met 1 te verhogen of verlagen
(bedieningstype B)
Instelwaarde: –2 t/m +2 octaven
Standaardwaarde: 0
Verschuiven in octaven (Octaafverschuiving)
Verschuiven van het Upper1 gedeelte met één octaaf
Klaviertoets Instelling
B0 Upper1 Verlaagt de toonhoogte van het gedeelte met één octaaf (–).
C1 Upper1 Verhoogt de toonhoogte van het gedeelte met één octaaf (+).
B0 + C1 Upper1 De toonhoogte van het gedeelte wordt teruggezet op de standaardinstelling.
Verschuiven van het Upper2 gedeelte met één octaaf
Klaviertoets Instelling
E}7 Upper2 Verlaagt de toonhoogte van het gedeelte met één octaaf (–).
E7 Upper2 Verhoogt de toonhoogte van het gedeelte met één octaaf (+).
E}7 + E7 Upper2 De toonhoogte van het gedeelte wordt teruggezet op de standaardinstelling.
B0 C1
E}7E7