D Digitale camera Gebruikersgids K1100PCM1DMX Dank u wel voor het aankopen van dit CASIO product. • Voordat u deze gebruikersgids gebruikt, dient u eerst de voorzorgsmaatregelen te lezen. • Houd de gebruikersgids op een veilige plaats voor latere naslag. • Bezoek de officiele EXILIM Website op http://www.exilim.com/ voor de meest recente informatie met betrekking tot dit product.
Uitpakken Terwijl u de camera uitpakt dient u te controleren dat alle hieronder getoonde items aanwezig zijn. Mocht er iets missen, neem dan contact op met de winkel waar het apparaat gekocht was. Digitale camera Oplaadbare lithium-ion accu (NP-60) Acculader (BC-60L) Bevestigen van de polsriem aan de camera. Bevestig de polsriem hier.
Lees dit eerst! • De inhoud van deze handleiding is onder voorbehoud en kan zonder voorafgaande mededeling worden veranderd. • De inhoud van deze handleiding is bij elke stap van het productieproces gecontroleerd. Neem a.u.b. contact op met ons mocht u iets opmerken dat twijfelachtig of fout, enz. is. • Het kopiëren van een gedeelte of de volledige inhoud van deze gebruikersgids is verboden.
Inhoudsopgave Uitpakken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Lees dit eerst! . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 ❚❙ Snelstartgids 9 Wat is een digitale camera?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Wat kunt u doen met uw CASIO camera . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Laad voor het gebruik eerst de accu op. .
Veranderen van de Datum/Tijd stijl van het controlepaneel. . . . . . . . . . . . . . 42 Opnemen met zoom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42 ❚ Overschakelpunt tussen optische zoom en digitale zoom . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 ❚❙ Opnemen van filmbeelden en geluid 45 Opnemen van een film. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Gebruiken van vooropname Film. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
❚ ❚ ❚ ❚ ❚ ❚ ❚ ❚ Verminderen van Overbelichting en Onderbelichting . . (Dynamisch bereik) . . . Verbeteren van de Huidkleuren in een Portret . . . . . . . . .(Portret verfijning) . . . Gebruiken van ingebouwde Kleurenfilters . . . . . . . . . . . . . . . (Kleurenfilter) . . . Instellen van de beeldscherpte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (Scherpte) . . . Instellen van de Kleurverzadiging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (Verzadiging) . . . Instellen van het beeldcontrast . . . . .
❚❙ Gebruiken van de camera met een computer 98 Wat u kunt doen m.b.v. een computer... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98 Gebruiken van de camera met een Windows computer . . . . . . . . . . . . . . . . 99 Bekijken en opslaan van beelden op een computer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Automatisch opslaan van beelden op een computer/Beheren van beelden. . . Weergeven van films . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bevestigen van de sluimerinstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (Sluimer) Configureren van de instellingen van de automatische stroomonderbreker . . . . . . . . . (Automatisch Spanning Uit) Configureren van de [r] en [p] instellingen (OPNAME/WEERGAVE) Configureren van de USB protocol instellingen . . . . . . . . . . . . . . . (USB) Selecteren van de horizontale:verticale verhouding van het scherm en het video uitgangssysteem . . . . . . . . . . . .
Snelstartgids Wat is een digitale camera? Een digital camera slaat beelden op een geheugenkaart op zodat u beelden een ontelbaar aantal malen kunt opnemen en wissen. Opnemen Wissen Weergave U kunt de beelden die u opneemt op verschillende manieren opnemen. Opslaan van beelden op uw computer. Beelden afdrukken. 9 Beelden als bijlage aan e-mail bijsluiten.
Wat kunt u doen met uw CASIO camera Uw CASIO camera zit vol met een krachtige selectie aan attributen en functies om het opnemen van digitale beelden gemakkelijker te maken en de volgende drie functies maken daar deel van uit. Automatisch sluiter De camera doet de sluiter automatisch ontspannen wanneer deze signaleert dat de camera still is, het onderwerp aan het glimlachten is, enz. Zie pagina 28 voor meer informatie.
Laad voor het gebruik eerst de accu op. Merk op dat de accu van een nieuw aangeschafte camera niet opgeladen is. Voer de stappen onder “Opladen van de acu” uit om de accu volledig op te laden. • Uw camera heeft voor de voeding een speciale CASIO oplaadbare lithium-ion accu (NP-60) nodig. Probeer nooit een accu van een ander type te gebruiken. Opladen van de accu 1. Plaats de positieve + en negatieve aansluitingen van de accu tegen die van de oplaadeenheid en leg de accu op die manier in de oplaadeenheid.
Plaatsen van de accu 1. Open het accudeksel. 1 Schuif de schuifgrendel van het accudeksel in de richting van OPEN en open het dan zoals aangegeven door de pijlen in de afbeelding. 2. 2 Opladen van de accu. Stopnok Houd met het EXILIM logo op de accu naar boven (in de richting van het beeldscherm) de stopnok in de richting van de pijl terwijl u de accu in de camera schuift. Druk de accu erin totdat de stopnok stevig op zijn plaats verankerd is. 3. Accu Sluit het accudeksel.
Configureren van de taalkeuze van de schermtekst bij de eerste maal dat u de camera inschakelt. De eerste maal dat u een accu in de camera legt, verschijnt er een scherm voor het configureren van de instellingen voor de taalkeuze van de schermtekst, de datum en de tijd. Als het instellen van de datum en de tijd achterwege wordt gelaten, worden de verkeerde datum- en tijddata opgenomen bij de beelden. [ON/OFF] (aan/uit) =8? =4? =2? [BS] (BEST SHOT) (^) =6? [SET] 1.
Klaar maken van een geheugenkaart Hoewel de camera voorzien is van ingebouwd geheugen dat gebruikt kan worden voor het opslaan van beelden en films, wilt u waarschijnlijk een los verkrijgbare geheugenkaart aanschaffen om de capaciteit te vergroten. Deze camera wordt niet met een geheugenkaart geleverd. Beelden die opgenomen worden terwijl een geheugenkaart ingelegd is, worden opgeslagen op de geheugenkaart. Wanneer geen geheugenkaart ingelegd is, worden de beelden opgeslagen in het ingebouwde geheugen.
Formatteren (resetten) van een nieuwe geheugenkaart Voordat u een nieuwe geheugenkaart voor de eerste maal in gebruik neemt dient u deze te formatteren. 1. Schakel de camera in en druk op [MENU]. 2. Selecteer bij de “Instellen” indextab “Formatteren” en druk vervolgens op [6]. 3. Selecteer “Formatteren” d.m.v. [8] en [2] en druk daarna op [SET] (instellen). BELANGRIJK! • Door een geheugenkaart te formatteren die reeds foto’s of andere bestanden bevat, wordt de inhoud gewist.
Opnemen van een foto 1. Druk op [r] (OPNAME) om de camera in te schakelen. Let erop dat R zich op de display bevindt. Zie pagina 50 als dit niet het geval is. Fotofunctie icoon Beeldscherm Sluitertoets [r] (OPNAME) 2. Richt de camera op het onderwerp. U kunt op het beeld inzoomen als u dat wilt. 3. Zoomregelaar Druk de sluitertoets halverwege in om op het beeld scherp te stellen. Licht indrukken totdat de toets stopt. Piep, piep (scherpgesteld op het beeld.
4. Houd de camera nog steeds stil en druk vervolgens de sluitertoets geheel in. Hierdoor wordt een foto opgenomen. Volledig indrukken Opnemen van een film Foto (Beeld wordt opgenomen.) Druk op [0] om het opnemen van een film te starten. Druk nogmaals op [0] om te stoppen met de filmopname. Zie pagina 45 voor nadere details. [0 ] . Gebruiken van de snelsluiter Bij volledig indrukken van de sluitertoets zonder te wachten tot autofocus gaat werken, wordt opgenomen d.m.v. de snelsluiter (pagina 64).
De camera op de juiste wijze vasthouden Uw beelden zullen niet duidelijk te zien zijn als u de camera beweegt terwijl u op de sluitertoets drukt. Houd de camera tijdens het indrukken van de sluitertoets zoals aangegeven in de onderstaande afbeelding en houd de camera stil door uw armen stevig tegen beide zijden te houden terwijl u de opname maakt.
Bekijken van foto’s Volg de volgende procedure om foto’s te bekijken op het beeldscherm van de camera. • Zie pagina 72 voor informatie over het weergeven van films. 1. Druk op [p] (WEERGAVE) om de WEERGAVE modus in te schakelen. • Hierdoor wordt één van de foto’s getoond die op dat moment opgeslagen is in het geheugen. [p] • Er wordt ook informatie gegeven (WEERGAVE) bij de getoonde foto (pagina 151). • U kunt de informatie wissen als u enkel de foto wilt bekijken.
Wissen van beelden Mocht het geheugen vol raken dan kunt u beelden wissen die u niet lnager nodig heeft om zo ruimte vrij te maken om nieuwe beelden op te nemen. • Denk eraan dat de bewerking voor het wissen van een bestand (foto) niet ongedaan kan worden gemaakt. • Door een foto met geluid (pagina 90) te wissen worden zowel de foto als het geluidsbestand gewist. Wissen van een enkel bestand 1. Druk op [p] (WEERGAVE) om de WEERGAVE modus in te schakelen en druk vervolgens op [2] ( ). 2. Blader d.m.v.
Voorzorgsmaatregelen voor het opnemen van foto’s Werking • Open het accudeksel nooit terwijl de achterindicator groen aan het knipperen is. Dit kan er toe leiden dat het beeld dat u zojuist opnam niet juist wordt opgeslagen, dat andere beelden die in het geheugen zijn opgeslagen beschadigd worden, dat er defecten ontstaan bij de camera, enz. • Mocht ongewenst licht direct in de lens schijnen, scherm de lens dan af met uw hand terwijl u een beeld aan het opnemen bent.
In- en uitschakelen van de camera Inschakelen van de spanning Druk op [ON/OFF] (spanning aan/uit) of op [r] [ON/OFF] (OPNAME) om de OPNAME modus in te schakelen. Druk (spanning aan/uit) tijdens de WEERGAVE modus op [p] (WEERGAVE). De achterindicator licht tijdelijk (groen) op waarna de camera ingeschakeld wordt. Als u de OPNAME modus inschakelt zal het objectief (de lens) op dat moment uit de camera naar buiten schuiven .
Foto leerprogramma Gebruiken van het controlepaneel Het controlepaneel kan gebruikt worden om de instellingen van de camera te configureren. 1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen). Hierdoor wordt één van de iconen van het controlpaneel geselecteerd en worden de instellingen getoond. Controlepaneel 1 2 3 4 5 6 7 8 9 [SET] (instellen) 2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de instelling die u wilt veranderen.
Veranderen van de beeldgrootte (Formaat) . Beeldpunten Een beeld van een digitale camera is een verzameling van kleine punten die aangeduid worden als “beeldpunten”. Hoe meer beeldpunten er in een beeld te zien zijn, des te meer detail er te zien zal zijn. In het algemeen kunt u echter toe met minder beeldpunten voor het afdrukken van een beeld (L formaat) via een afdrukdienst, als bijlage voor e-mail, voor het bekijken van het beeld op een computer, enz. Beeldpunt .
. Om het beeldformaat te selecteren 1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen). 2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de bovenste optie van het controlepaneel (beeldformaat). 3. Selecteer d.m.v. [4] en [6] een beeldformaat en druk daarna op [SET] (instellen). Beeldformaat (beeldpunten) Aanbevolen afdrukformaat en applicatie 10M (3648x2736) Posterafdruk 3:2 (3648x2432) Posterafdruk 16:9 (3648x2048) HDTV 7M (3072x2304) A3 Afdruk 4M (2304x1728) A4 Afdruk 2M (1600x1200) 3.
Gebruiken van de flitser (Flits) 1. Druk tijdens de OPNAME modus één maal op [2] ( ). 2. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de gewenste flitserinstelling en druk daarna op [SET] (instellen). Flitser [2] ( Wanneer het “R Paneel” item van het menu (pagina 123) “Uit” is (zodat het controlepaneel niet weergegeven wordt), wordt bij indrukken van [2] ( instellingen van de flitser gegaan. 3. ) ) door de beschikbare > Autom.
• Bij het attribuut voor vermindering van het rode ogeneffect flitst de flitser automatisch afhankelijk van de belichting. De flitser flitst niet op plaatsen die reeds helder verlicht zijn. • De aanwezigheid van daglicht van buiten, TL verlichting of andere lichtbronnen kan abnormale kleuren in beeld veroorzaken. • Selecteer “Flits Uit” voor de flitserinstelling wanneer u opneemt op plaatsen waar fotograferen met flits verboden is.
Gebruiken van de automatische sluiter (Automatische sluiter) Met de automatische sluiter aan, doet de camera de sluiter automatisch ontspannen wanneer de camera bepaalde omstandigheden signaleert. De camera doet de sluiter automatisch ontspannen ¸ Waas signaleren wanneer hij beeldwaas signaleert en de bewegingen van het onderwerp minimaal zijn. ¯ Panning signal.
Gebruiken van panning Signaleren om beeldwaas de minimaliseren (Panning signal.) 1. Richt de camera op een plaats die het onderwerp zal passeren en druk de sluitertoets halverwege in om de belichting en scherpstelling bij te stellen. 2. Druk de sluitertoets nu geheel in. Hierdoor wordt Automatisch Sluiter standby ingeschakeld bij de camera. Beweeg de camera om de beweging van het onderwerp te volgen.
Veranderen van de Automatische Sluiter activatiegevoeligheid (Gevoeligheid) 1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen). 2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de vierde optie van boven in het controlepaneel (Gevoeligheid). 3. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de gewenste gevoeligheids instelling en druk daarna op [SET] (instellen). • U kunt kiezen tussen drie gevoeligheidniveau’s van ø (Laagste) tot en met œ (Hoogste).
Tips voor betere foto’s met de Automatische Sluiter • Het gebruiken van de Automatische Sluiter samen met Anti Shake (pagina 62) reduceert de kans op beeldwaas nog meer. • Bij het opnemen met Waas signaleren of Lach signaleren dient u de camera zo stil mogelijk te houden totdat de opname voltooid is. BELANGRIJK! • Als Automatische Sluiterstandby ingeschakeld blijft zonder dat de sluiter ontspant, kunt u een beeld toch opnemen door de sluitertoets geheel in te drukken.
Gezichtsherkenning (Herkenning) Het gezichtsherkenningsfunctie stelt de scherpstelling en de helderheid bij aan de hand van de gezichten in het beeld. De gezichtsherkenning heeft twee functies zoals hieronder beschreven. G Normaal Detecteert menselijke gezichten in het beeld. H Fam. voorrang Geeft prioriteit aan bepaalde gezichten die van te voren opgenomen zijn als familieleden. Voert een gezichtsherkenning opname uit (Normaal) 1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen). 2. Selecteer d.m.
Gebruiken van de Familie voorrang modus (Fam. voorrang) . Van te voren opnemen van de gezichten van familieleden, enz. 1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen). 2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de vijfde optie van boven in het controlepaneel (Herkenning). 3. Selecteer d.m.v. [4] en [6] “K Fam. registr.” en druk daarna op [SET] (instellen). 4.
. Toewijzen van een prioriteitsniveau aan de van te voren opgenomen gezichtsdata. U kunt de onderstaande procedure gebruiken om namen en prioriteitsniveau’s toe te wijzen aan van te voren opgenomen gezichten. 1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen). 2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de vijfde optie van boven in het controlepaneel (Herkenning). 3. Selecteer d.m.v. [4] en [6] “J Fam. Bewerken” en druk daarna op [SET] (instellen).
. Toevoegen van een gezichtsdatafoto aan een bestaand vooropgenomen familielid De efficiëntie van de gezichtsherkenning kan verbeterd worden door drie of vier gezichtsdatafoto’s van een enkel persoon op te nemen onder verschillende omstandigheden. 1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen). 2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de vijfde optie van boven in het controlepaneel (Herkenning). 3. Selecteer d.m.v. [4] en [6] “J Familie bewerken” en druk daarna op [SET] (instellen). 4. Selecteer d.m.v.
. Opnemen van een foto d.m.v. van te voren opgenomen gezichtsdata 1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen). 2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de vijfde optie van boven in het controlepaneel (Herkenning). 3. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de instelling “H Herkenning: Fam. Voorrang” en druk daarna op [SET] (instellen). 4. Richt de camera op het onderwerp (de onderwerpen). De camera zal menselijke gezichten detecteren en ze weergeven met een grenslijn er om heen.
4. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de gewenste instelling en druk daarna op [SET] (instellen). Snelheid Minimaliseer de tijd voor gezichtsherkenning en beperk het aantal gezichten dat per keer kan worden getedecteerd tot vijf. Aantal Sta detectie toe voor een maximum van vijf tot tien gezichten. Bij deze instelling herkent de camera gezichten in het beeld die kleiner en verder weg zijn van de camera (bij opname met de Normaal modus).
Gebruiken van Doorlopende sluiter (Doorlopend) Uw camera heeft drie doorlopende sluiterfuncties. Z Norm. snelh. doorl. Neemt doorlopend beelden op totdat het geheugen vol is. V Hoge snelh. doorl. Blijft doorlopend beelden opnemen met een snelheid die sneller is dan de doorlopende sluiter met normale snelheid, totdat het geheugen vol is. De beeldgrootte is 2M (1600x1200 beeldpunten). C Flits doorl.
LET OP • Bij de doorlopende sluiter worden de belichting en de scherpstelling voor het eerste beeld ook toegepast op de navolgende beelden. • De doorlopende sluiter kan niet in combinatie met één van de volgende attributen worden gebruikt. Bepaalde BEST SHOT scènes (Visitekaartje en Documenten, Witbord, enz., Vooropname (Film), For YouTube, Spraak Opname) • De doorlopende sluitertijd hangt af van de huidige instellingen voor het beeldformaat en de beeldkwaliteit.
Specificeren van de ISO gevoeligheid (ISO) De ISO gevoeligheid is een waarde die de gevoeligheid voor licht uitdrukt. 1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen). 2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de zevende optie van boven in het controlepaneel (ISO gevoeligheid). 3. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de gewenste instelling en druk daarna op [SET] (instellen).
Corrigeren van de beeldhelderheid (EV verschuiving) U kunt de belichtingswaarde (EV waarde) van een beeld met de hand bijstellen voordat u het opneemt. • Bereik van de belichtingscompensatie: –2.0EV tot +2.0EV • Eenheid: 1/3EV 1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen). 2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de tweede optie van onderen in het controlepaneel (EV verschuiving). 3. Stel d.m.v. [4] en [6] de belichtingscompensatiewaarde bij. [6]: Verhoogt de EV waarde.
Veranderen van de Datum/Tijd stijl van het controlepaneel 1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen). 2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de onderste optie van het controlepaneel (Datum/Tijd). Stel de datum en de tijd in d.m.v. [4] en [6]. LET OP • U kunt kiezen tussen twee displaystijlen (pagina 128) voor de datum: Maand/Dag of Dag/Maand. • De tijd wordt getoond d.m.v. het 24-uren formaat.
LET OP • Hoe groter de digitale zoomfactor, des te groffer het opgenomen beeld. Merk op dat de camera ook een functie heeft waarmee u op kunt nemen met digitale zoom zonder beeldverslechtering (pagina 44). • Het wordt aanbevolen een statief te gebruiken om beeldwaas te vermijden wat kan optreden wanneer de camera tijdens het opnemen met telefoto wordt bewogen. • Door een zoombewerking uit te voeren wordt de lensopening veranderd. • Digitale zoom is enkel beschikbaar tijdens filmopname.
• Het punt waarop kwaliteitsverlies van het beeld optreedt hangt af van het beeldformaat (pagina 24). Hoe kleiner de beeldgrootte, des te hoger de zoomfactor die u kunt gebruiken voordat het punt wordt bereikt waarop kwaliteitsverlies van het beeld optreedt. Beeldformaat Maximale zoomfactor 10M • Hoewel bij digitaal zoomen in het algemeen kwaliteitsverlies optreedt in het beeld is digitaal zoomen zonder dat kwaliteitsverlies optreedt in het beeld soms mogelijk bij beeldformaten van “7M” en kleiner.
Opnemen van filmbeelden en geluid Opnemen van een film 1. Configureer de kwaliteitsinstelling voor de film (pagina 67). De lengte van de film die u kunt opnemen hangt af van de kwaliteitsinstelling die u selecteert. 2. Druk tijdens de OPNAME modus op [0] (Film). Resterende opnametijd Hierdoor begint de opname en wordt Y op het beeldscherm weergegeven. De filmopname heeft geluid in mono. 3. Druk nogmaals op [0] om te stoppen met de filmopname. • Elke film kan maximaal 10 minuten lang zijn.
LET OP • Als lange filmopnamen worden gemaakt zal de camera warm aanvoelen. Dit is normaal en duid niet op een defect. • De camera neemt het geluid ook op. Merk de volgende punten op wanneer u films aan het opnemen bent. – Zorg ervoor dat de microfoon niet door uw vingers, enz. wordt geblokkeerd. – Goede opnameresultaten kunnen niet worden verkregen wanneer de camera te ver weg is van wat u probeert op te nemen.
Gebruiken van vooropname Film Met dit attribuut maakt de camera gedurende maximaal vijf seconden een vooropname van hetgene wat er gebeurt voor de lens en stuurt die data naar een buffer waarvan de data doorlopende vernieuwd wordt. Door op [0] te drukken wordt de vooropgenomen actie (bufferinhoud) opgeslagen, gevolgd door opname in realtime. De realtime opname wordt voortgezet totdat u deze stopt.
Opnemen van een foto terwijl u een film aan het opnemen bent 1. Druk op de sluitertoets terwijl een film opgenomen wordt. Het opnemen van de film wordt voortgezet nadat de foto is opgenomen. LET OP • Terwijl u een film aan het opnemen bent, kunt u de instelling van de flitsermodus veranderen d.m.v. [2] ( ). • De filmopname wordt voor enkele seconden onderbroken op het moment waar een foto opgenomen was.
Aangaande geluidsdata • Geluidsbestanden kunnen op een computer worden weergegeven met Windows Media Player of QuickTime. – Geluidsdata (audio): WAVE/IMA-ADPCM (WAV extensie) – Grootte van het geluidsbestand bij benadering: Ongeveer 165KB (een opname van ca. 30 seconden bij 5,5KB per seconde) Weergeven van een geluidsopname 1. Schakel de WEERGAVE modus in en toon dan d.m.v. [4] en [6] het spraakopnamebestand dat u wilt weergeven. ` wordt getoond in plaats van een beeld voor een spraakopnamebestand. 2.
Gebruiken van BEST SHOT Wat behelst BEST SHOT? BEST SHOT voorziet u in een verzameling “scènes” die verschillende types omstandigheden voor de opname toont. Als het nodig is om de instelingen van de camera te veranderen kunt u gewoonweg de scène opzoeken die overeenkomt met wat u probeert te bereiken en de camera maakt de instellingen dan automatisch. Dit verkleint de kans dat de beelden onbruikbaar zijn door een slechte instellingen voor de belichting en de sluitertijd.
4. Druk op de sluitertoets (als u een foto aan het opnemen bent) of op [0] (als u een film aan het opnemen bent). LET OP • De BEST SHOT “YouTube” scène stelt de camera in voor het opnemen van films die geoptimaliseerd zijn voor het uploaden naar YouTube. Films die opgenomen zijn met de “YouTube” scène worden opgeslagen in een speciale map zodat ze gemakkelijk te vinden zijn om te uploaden (pagina 105). Maximale opnametijd is 10 minuten wanneer de YouTube scène geselecteerd is. .
• Hoge gevoeligheid – De instelling voor een gevoeligheid wordt uitgeschakeld wanneer de flitser van de camera flitst. – Een hoge gevoeligheid kan mogelijk de gewenste resultaten niet opleveren wanneer het heel donker is. – Gebruik tijdens het opnemen met een langzame sluitertijd een statief ter voorkoming beeldwaas door het bewegen van de camera. – Onder bepaalde belichtingsomstandigheden zal de camera een automatische ruisfilterbewerking uitvoeren om de digitale ruis in het beeld te verminderen.
LET OP • BEST SHOT fotoscènes kunnen enkel worden gebruikt voor foto’s en filmscènes kunnen enkel voor films worden gebruikt. • U kunt de instellingen van de op dat moment geselecteerde BEST SHOT scène controleren door de instelmenu’s van de camera te tonen en te kijken naar de instellingen. • Aan gebruiker’s fotoscènes worden nummers toegewezen in de volgorde: SU1, SU2, enzovoort, terwijl aan films nummers worden toegewezen in de volgorde: MU1, MU2, enzovoort.
1. Druk op [BS] (^) en selecteer vervolgens de “Visitekaartjes en documenten” of “Witbord enz.” scène. 2. Druk op de sluitertoets om het beeld op te nemen. Dit beeld verschijnt op het beeldscherm met een rode grenslijn om het gebied dat geselecteerd is voor keystone correctie. Als er een zwarte grenslijn is betekent dit dat de camera meer dan één gebied ontdekt heeft waarop keystone correctie kan worden uitgeoefend. Verplaats de grenslijn d.m.v.
Opnemen van een Zelfportret Met dit attribuut kunt u uw zelfportret opnemen door de camera gewoonweg op u zelf te richten. BEST SHOT heeft twee zelfportret scènes waaruit u kunt kiezen. • Zelfportret (1 persoon) : Neemt op wanneer het gezicht van minstens één persoon, inclusief uzelf, gesignaleerd wordt. • Zelfportret (2 personen): Neemt op wanneer de gezichten van minstens tw personen, inclusief uzelf, gesignaleerd worden. 1. Druk op [BS] (^) en selecteer daarna “Zelfportret (1 pers.
Geavanceerde instellingen Hieronder volgen menu bewerkingen die u kunt gebruiken om de instellingen van de camera te configureren. • U kunt het controlepaneel (pagina 23) ook gebruiken om bepaalde instellingen te configureren die op het menuscherm verschijnen. Zie de paginaverwijzingen die in dit hoofdstuk gegeven zijn voor informatie betreffende het configureren van instellingen m.b.v. het Controlepaneel. Gebruiken van menu’s op het scherm .
3. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de gewenste instelling van het menu en druk daarna op [6]. 4. Verander d.m.v. [8] en [2] de gewenste instelling. 5. Druk op [SET] (instellen) wanneer de instelling naar wens is. • Door op [4] te drukken wordt de geselecteerde Voorbeeld: Wanneer “Scherpstelling” geselecteerd is op de “OPNAME” indextab. Indextabs instelling geregistreerd en wordt teruggekeerd naar het menu.
OPNAME modus instellingen (OPNAME) Selecteren van een scherpstelmodus (Scherpstellen) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * OPNAME indextab * Scherpstelling Instellingen Type foto Scherpstelmodus Foto Films Scherpstelbereik bij benadering*1 Foto Algemene Q Autom.
*4 (m) Normaal Macro Zoomstappen Close-up Telefoto Afstand in het midden Z1 (Groothoek) Ongeveer 0,70 9 0,20 2 Ongeveer 0,80 9 0,30 3 Ongeveer 1,00 9 0,40 4 Ongeveer 1,20 9 0,40 5 Ongeveer 1,60 9 0,40 6 Ongeveer 2,00 9 0,45 7 (Tele) Ongeveer 2,50 9 0,45 LET OP • De bovenstaande waarden dienen enkel als referentie. Bij de filmmacro ligt het scherpstelbereik enkele centimeters binnen de afstand in het midden. Scherpstellen met de hand 1.
• Telkens wanneer u een optische zoombewerking uitvoert tijdens het opnemen met Autofocus, Macrofocus of Handmatige scherpstelling verschijnt een waarde op het beeldscherm zoals hieronder aangegeven om het scherpstelbereik aan te geven. Voorbeeld: oo cm tot 9 * oo is de werkelijke waarde van het scherpstelbereik. • De bewerkingen die aan de [4] en [6] toetsen toegewezen zijn met de “L/R toets” instelling (pagina 64) functioneren niet terwijl Handmatige scherpstelling geselecteerd is als de scherpstelmodus.
Gebruiken van Doorlopende sluiter (Doorlopend) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * OPNAME indextab * Doorlopend Zie de controlepaneel procedure op pagina 38 voor details. Gebruiken van de zelfontspanner (Zelfontspanner) Procedure [r] (OPNAME) *[MENU] * OPNAME indextab * Zelfontspanner Wanneer de Zelfontspanner ingeschakeld is, wordt een timer gestart door op de sluitertoets te drukken. De sluiter ontspant en het beeld wordt opgenomen na verloop van een ingestelde tijd.
Gebruiken van de automatische sluiter (Automatische sluiter) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * OPNAME indextab * Autom. Sluiter Zie de controlepaneel procedure op pagina 28 voor details. Opnemen met gezichtsherkenning (Herkenning) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * OPNAME indextab * Herkenning Zie de controlepaneel procedure op pagina 32 voor details.
Specificeren van het Autofocus gebied (AF gebied) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * OPNAME indextab * AF gebied U Puntmeten Deze modus verzamelt metingen van een klein gebied in het midden van het beeld. Deze instelling werkt goed met scherpstelvergrendeling (pagina 60). Wanneer u de sluitertoets halverwege indrukt terwijl deze instelling I geselecteerd is, selecteert de camera het optimale Autofocus gebied Meervoudig van de negen mogelijke gebieden.
In- en uitschakelen van de digitale zoom (Digitale Zoom) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * OPNAME indextab * Digitale Zoom U kunt het deze instelling gebruiken om de digitale zoom in of uit te schakelen. Wanneer de digitale zoom uitgeschakeld is, zoomt de zoomregelaar bij bediening alleen met optische zoom in.
LET OP • De Snelsluiter werkt niet wanneer de zoomfactor groter is. Het opnemen wordt op dat moment uitgevoerd d.m.v. Autofocus. Weergeven van een schermraster (Raster) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * OPNAME indextab * Raster Het schermraster kan op het OPNAME modus beeldscherm worden weergegeven om het verticaal en horizontaal passen gemakkelijker te maken bij het samenstellen van beelden.
Configureren van de default instellingen bij inschakelen van de spanning (Geheugen) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * OPNAME indextab * Geheugen Als u de camera uitschakelt, onthoudt deze de huidige instellingen van alle ingeschakelde geheugenitems en herstelt ze wanneer u de spanning opnieuw inschakelt. Elk geheugenitem dat uitgeschakeld is, wordt teruggesteld op de oorspronkelijke default instelling telkens wanneer u de camera uitschakelt.
Beeldkwaliteit instellingen (Kwaliteit) Specificeren van het Fotoformaat (Formaat) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * Kwaliteit indextab * Formaat Zie de controlepaneel procedure op pagina 25 voor details.
Corrigeren van de beeldhelderheid (EV verschuiving) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * Kwaliteit indextab * EV verschuiving Zie de controlepaneel procedure op pagina 41 voor details.
Specificeren van de ISO gevoeligheid (ISO) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * Kwaliteit indextab * ISO Zie de controlepaneel procedure op pagina 40 voor details. Specificeren van de Meetfunctie (Meten) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * Kwaliteit indextab * Meten De meetfunctie bepaalt welk gedeelte van het onderwerp gemeten wordt voor de belichting. B Meervoudig Multi-patroon meten verdeelt het beeld in secties en meet het licht bij elke sectie voor een gebalanceerde belichtingsmeting.
Verminderen van Overbelichting en Onderbelichting (Dynamisch bereik) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * Kwaliteit indextab * Dynamisch bereik U kunt de instelling van het Dynamisch bereik instellen om het heldere gedeelte van een beeld op te nemen terwijl u tegelijkertijd de kans op over- en onderbelichting verkleint.
Instellen van het beeldcontrast (Contrast) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * Kwaliteit indextab * Contrast U kunt één van de vijf instellingen van +2 (grootste contrast tussen licht en donker) tot en met –2 (kleinste contrast tussen licht en donker) specificeren voor het contrast.
Bekijken van Foto’s en Films Bekijken van foto’s Zie pagina 19 voor de procedure voor het bekijken van foto’s. Bekijken van een film 1. Druk op [p] (WEERGAVE) en toon vervolgens m.b.v. [4] en [6] de film die u wilt bekijken. 2. Druk op [SET] (instellen) om de weergave te starten.
Inzoomen op een beeld op het scherm 1. Blader tijdens de WEERGAVE modus d.m.v. [4] en [6] door de beelden totdat het gewenste wordt getoond. 2. Schuif de zoomregelaar nogmaals in de richting van z ([) om in te zoomen. U kunt d.m.v. [8], [2], [4] en [6] bladeren door het ingezoomde beeld op het beeldscherm. Schuif de zoomregelaar in de richting van w om uit te zoomen.
Weergeven van beelden op het kalenderscherm 1. Schuif de zoomregelaar tijdens de WEERGAVE modus tweemaal naar w (]). Hierdoor wordt het kalenderscherm weergegeven dat het eerste beeld toont dat op elke dag opgenomen werd. Verplaats om het eerste beeld op een bepaalde dag te bekijken de selectie grenslijn d.m.v.[8], [2], [4] en [6] naar de gewenste dag en druk vervolgens op [SET] (instellen). Druk op [MENU] of [BS] (^) om het kalenderscherm te verlaten. • Als u een beeld opslaat d.m.v.
Bekijken van Foto’s en Films op een televisiescherm 1. U dient de AV kabel te gebruiken die met de camera meegeleverd is om deze aan te sluiten op het televisietoestel. Geel Televisietoestel Wit Video AV kabel (meegeleverd) USB/AV poort Audio (geluid) AUDIO IN ingangsaansluitingen (wit) VIDEO IN ingangsaansluiting (geel) Let erop dat het 2 merkteken op de camera past op het 8 merkteken op de stekker van de AV kabel en sluit de kabel vervolgens aan op de camera.
LET OP • Het geluid is in mono. • Bij bepaalde televisietoestellen kan een gedeelte van de beelden worden afgeknipt. • U dient de [r] (OPNAME) en [p] (WEERGAVE) toetsen van de camera te configureren voor “Spanning aan” of “Stroom aan/uit” voordat u de camera aansluit op een televisietoestel voor het weergeven van beelden (pagina 130). • Het geluid wordt aanvankelijk door de camera weergegeven bij een maximaal geluidsvolume.
Andere weergavefuncties (WEERGAVE) Dit hoofdstuk geeft een verklaring van de menu items die u kunt gebruiken om instellingen te configureren en andere weergavebewerkingen uit te voeren. Zie pagina 56 voor informatie betreffende de menubewerkingen.
• Druk op [SET] (instellen) om het opnemen van de diashow te stoppen. Door op [MENU] in plaats van op [SET] (instellen) te drukken wordt de diashow gestopt en teruggegaan naar het menuscherm. • Stel het geluidsvolume bij door tijdens het weergeven eerst op [2] en daarna op [8] of [2] te drukken. • Alle toetsen zijn onbedienbaar terwijl de diashow overschakelt van het ene beeld naar het andere.
4. Dubelklik op de “SSBGM” map die u creëerde en kopieer de achtergrondmuziek er naar. • Zie de documentatie die meegeleverd wordt met uw computer voor informatie aangaande het verplaatsen, het kopiëren en het wissen van bestanden. • Mochten er zich achtergrondmuziekbestanden in zowel het ingebouwde geheugen als de geheugenkaart in de camera bevinden, dan krijgt de geheugenkaart voorrang. • Zie pagina 115 voor informatie aangaande cameramappen. 5.
LET OP • Het nieuwe beeld kan niet worden opgeslagen tenzij er zich een foto bevindt in alle layout kaders. • 3:2 en 16:9 beelden kunnen niet worden opgenomen in een Layout afdrukbeeld. • De opnamedatum van het resulterende Layout afdrukbeeld wordt de opnamedatum van het beeld dat u als het laatste filmbeeld plaatst, dus niet de datum dat u het Layout afdrukbeeld creëert. • Het Layout afdrukbeeld wordt opgeslagen in een formaat van 7M (3072x2304 beeldpunten).
Monteren van een film op de camera (Filmbewerking) Procedure [p] (WEERGAVE) * Filmscherm van een te bewerken film * [MENU] * WEERGAVE indextab * Filmbewerking Met het Filmbewerking attribuut kunt u d.m.v. één van de volgende procedures een bepaald gedeelte van een film wegknippen. Knipt alles van het begin van de film tot de huidige plaats weg. } Knippen (tot-punt knippen) ~ Knippen (punt-tot-punt knippen) Knipt alles weg tussen twee punten. Knipt alles van de huidige plaats tot het einde van de film weg.
LET OP • Wanneer u een film monteert wordt alleen het resultaat opgeslagen. De oorspronkelijke film blijft niet behouden. Een montagebewerking kan niet ongedaan worden gemaakt. • Er kan geen montage worden uitgevoerd bij een film die korter is dan vijf seconden is. • Het bewerken van films die met een ander type camera zijn opgenomen, wordt niet ondersteund.
Bijstellen van de witbalans (Witbalans) Procedure [p] (WEERGAVE) * Foto beeldscherm * [MENU] * WEERGAVE indextab * Witbalans U kunt m.b.v. de witbalansinstelling een lichtbrontype selecteren voor een opgenomen beeld, wat de kleuren van het beeld zal beïnvloeden. ¤ Daglicht Buiten bij goed weer ' Bewolkt Buiten, bewolkt tot regenachtig, in de schaduw van bomen, enz. “ Schaduw Bij bijzonder hoge temperaturen, zoals in de schaduw van een gebouw, enz.
Veranderen van de helderheid van een bestaande foto (Helderheid) Procedure [p] (WEERGAVE) * Foto beeldscherm * [MENU] * WEERGAVE indextab * Helderheid U kunt één van de vijf instellingen van +2 (meest helder) tot en met –2 (minst helder) selecteren voor de helderheid. • Tijdens het weergeven van een veranderd beeld op het beeldscherm van de camera geven de datum en de tijd aan wanneer het beeld oorspronkelijk opgenomen was, dus niet wanneer het beeld veranderd was.
Gebruiken van kleurencorrectie om de kleuren van een oude foto te corrigeren (Kleurencorrectie) Procedure [p] (WEERGAVE) * Foto beeldscherm * [MENU] * WEERGAVE indextab * Kleurcorr. Met Kleurencorrectie kunt u de kleuren van een oude foto corrigeren. Het gecorrigeerde beeld wordt opgeslagen in een formaat van 2M (1600x1200 beeldpunten). 1. Voer de bovenstaande bewerking uit. • Een beeld van de foto die u wilt herstellen verschijnt op het beeldscherm met een rode grenslijn er om heen.
Selecteren van beelden om af te drukken (DPOF afdr.) Procedure [p] (WEERGAVE) * [MENU] * WEERGAVE indextab * DPOF afdr. Zie pagina 95 voor nadere details. Beschermen van een bestand tegen wissen (Beveiligen) Procedure [p] (WEERGAVE) * [MENU] * WEERGAVE indextab * Beveiligen Beveiligt specifieke bestanden. 1Blader d.m.v. [4] en [6] door de Aan bestanden totdat het te beschermen bestand wordt getoond. 2Selecteer d.m.v. [8] en [2] “Aan” en druk daarna op [SET] (instellen).
Bewerken van de datum en de tijd van een beeld (Datum/Tijd) Procedure [p] (WEERGAVE) * Foto beeldscherm * [MENU] * WEERGAVE indextab * Datum/Tijd [8][2] Verander de instelling bij de plaats waar de cursor zich bevindt [4][6] Verplaatst de cursor tussen instellingen [BS] (BEST SHOT) (^) Schakelen over tussen het 12-uur en 24-uur formaat Druk op [SET] (instellen) om ze toe te passen wanneer de instellingen voor de datum en de tijd naar wens zijn.
Heraanpassen van de afmetingen van een foto (Form. Aanpassen) Procedure [p] (WEERGAVE) * Foto beeldscherm * [MENU] * WEERGAVE indextab * Form. Aanpassen U kunt het formaat van een foto verkleinen en het resultaat als een afzonderlijke foto opslaan. De oorspronkelijke foto blijft ook behouden. U kunt het formaat van een beeld aanpassen op één van drie beeldformaten: 7M, 4M, VGA.
Toevoegen van geluid aan een foto (Dubben) Procedure [p] (WEERGAVE) * Foto beeldscherm * [MENU] * WEERGAVE indextab * Dubben U kunt geluid toevoegen aan een foto nadat u deze oppgenomen heeft. U kunt het geluid van een foto opnieuw opnemen wanneer u dat maar wilt. U kunt maximaal 30 seconden geluid opnemen voor een enkele foto. 1. Druk op de sluitertoets om de geluidsopname te starten. Resterende opnametijd 2. Druk nogmaals op de sluitertoets om de geluidsopname te stoppen.
Weergeven van een foto met geluid 1. Blader tijdens de WEERGAVE modus d.m.v. [4] en [6] door de beelden totdat de gewenste Foto met geluid wordt getoond. Een Foto met geluid is een foto die een ˆ icoon heeft. 2. Druk op [SET] (instellen) om de weergave te starten.
Kopiëren van bestanden (Kopiëren) Procedure [p] (WEERGAVE) * Foto beeldscherm * [MENU] * WEERGAVE indextab * Kopiëren Bestanden kunnen worden gekopieerd van het ingebouwde geheugen naar een geheugenkaart of van een geheugenkaart naar het ingebouwde geheugen. Ingeb. * Kaart Kopieert alle bestanden van het ingebouwde geheugen van de camera naar een geheugenkaart. Dit kopieert alle bestanden in het ingebouwde geheugen van de camera. Dit kan niet worden gebruikt om een enkel bestand te kopiëren.
Afdrukken Afdrukken van foto’s Professionele afdrukdienst U kunt een geheugenkaart met de foto’s die u wilt afdrukken meenemen naar een professionele afdrukdienst en ze laten afdrukken. Afdrukken op een printer thuis Het maken van afdrukken op een printer met een geheugenkaartgleuf U kunt een printer met een geheugenkaartgleuf gebruiken om beelden direct van een geheugenkaart af te drukken. Zie de gebruiksaanwijzing die met de printer wordt mee geleverd voor nadere details.
Direct aansluiten op een printer die compatibel is met PictBridge U kunt de camera direct op een printer aansluiten die PictBridge ondersteunt en dan beelden afdrukken zonder dit via een computer te doen. . Instellingen maken bij de camera voordat u hem aansluit op een printer 1. Schakel de camera in en druk op [MENU]. 2. Selecteer bij de “Instellen” indextab “USB” en druk vervolgens op [6]. 3. Selecteer “PTP (PictBridge)” d.m.v. [8] en [2] en druk daarna op [SET] (instellen). .
2. Schakel de camera in. Hierdoor wordt het afdruk menuscherm weergegeven. 3. Selecteer d.m.v. [8] en [2] “Papierformaat” en druk daarna op [6]. 4. Selecteer d.m.v. [8] en [2] een papierformaat en druk daarna op [SET] (instellen). • Hieronder volgen de beschikbare papierformaten. 3.5"x5", 5"x7", 4"x6", A4, 8.5"x11", Met printer • Door selecteren van “Met printer” wordt afgedrukt op het papierformaat dat op de printer wordt geselecteerd.
Gebruiken van DPOF om beelden te specificeren die afgedrukt dienen te worden en het aantal afdrukken . Digitaal Afdruk Order Format (DPOF = Digital Print Order Format) DPOF is een standaard die het mogelijk maakt om informatie voor het beeldtype, het aantal kopieën en het tijdstempel aan/uit aan te brengen op de geheugenkaart met de beelden.
DPOF instellingen worden niet automatisch gewist nadat het afdrukken voltooid is. De volgende DPOF afdrukbewerking die u uitvoert, zal worden uitgevoerd volgens de DPOF instelingen die u geconfigureert heeft voor de beelden. Specificeer om de DPOF instellingen te wissen “00” voor aantal afdrukken per beeld.
. Standaarden die ondersteund worden door de camera • PictBridge Dit is de standaard van de Camera and Imaging Products Association (CIPA). • PRINT Image Matching III Door beeldmontage software te gebruiken en af te drukken op een printer die PRINT Image Matching III ondersteunt, is het mogelijk om informatie te gebruiken over de filmomstandigheden die samen met het beeld opgenomen is en precies het type beeld te produceren dat u wilt.
Gebruiken van de camera met een computer Wat u kunt doen m.b.v. een computer... U kunt de hieronder beschreven bewerkingen uitvoeren wanneer de camera aangesloten is op een computer. Beelden opslaan op een computer en ze daar bekijken • Beelden opslaan en ze met de hand bekijken (USB aansluiting) (pagina’s 101,110). • Beelden opslaan en ze automatisch bekijken (Photo Loader with HOT ALBUM*) (pagina 104). Beelden worden gegroepeerd a.h.v. de opnamedatum en aangegeven volgens een kalenderformaat.
Gebruiken van de camera met een Windows computer Installeer de vereiste software in overeenstemming met de versie van Windows die u draait en wat u wilt doen. Wanneer u dit wilt doen: Opslaan van beelden op een computer en ze daar met de hand bekijken Besturingssysteem Installeer deze software: versie Vista / XP / 2000 / Het is niet nodig te installeren. Me 101 USB driver Type B (USB stuurprogramma type B) • U kunt de USB driver downloaden van de officiële CASIO Digitale Camera Website op http://www.
Wanneer u dit wilt doen: Besturingssysteem Installeer deze software: versie Vista / XP (SP2) / 2000 (SP4) Adobe Reader 8 (Niet nodig als deze reeds geïnstalleerd is.) Me / 98SE / 98 – • Als Adobe Reader of Adobe Acrobat Reader niet reeds op uw computer geïnstalleerd is, ga dan naar de website van Adobe Systems Incorporated om die versie van Adobe Reader of Adobe Acrobat Reader te downloaden die compatibel is met het besturingssysteem van uw computer. Bekijk de gebruiksaanwijzing Zie pagina: 108 – .
Bekijken en opslaan van beelden op een computer U kunt de camera aansluiten op uw computer om beelden (foto’s en filmbestanden) te bekijken en op te slaan. U dient het USB stuurprogramma (USB driver) (pagina 99) te installeren als uw computer onder Windows 98SE of 98 draait. U kunt de USB driver downloaden van de officiële CASIO Digitale Camera Website op http://www.exilim.
5. Schakel de camera in. 6. Kopieer beelden naar uw computer. Windows XP 1Selecteer “Map openen en bestanden weergeven” en klik daarna op “OK”. 2Sleep de “DCIM” map naar uw Windows bureaublad om het te kopiëren. Windows Vista 1Selecteer “Map openen en bestanden weergeven”. 2Sleep de “DCIM” map naar uw Windows bureaublad om het te kopiëren. Windows 2000, Me, 98SE of 98: 1Dubbelklik op “Deze Computer”. 2Dubbelklik op “Verwisselbare schijf”.
. Bekijken van beelden die u naar uw computer heeft gekopieerd. 1. Dubbelklik op de gekopieerde “DCIM” map om deze te openen. 2. Dubbelklik op de map die de beelden bevat dat u wilt bekijken. 3. Dubbelklik op het beeld dat u wilt bekijken. • Voor informatie aangaande bestandsnamen zie “Geheugenmapstructuur” op pagina 115 voor meer informatie. • Een beeld dat geroteerd was op de camera wordt op het beeldscherm van de computer weergegeven met de oorspronkelijke (niet-geroteerde) oriëntatie.
Automatisch opslaan van beelden op een computer/Beheren van beelden Door Photo Loader with HOT ALBUM op uw computer te installeren kunt u automatisch beelden van de camera naar uw computer sturen. . Installeren van Photo Loader with HOT ALBUM 1. Start uw computer en plaats de meegeleverde CD-ROM in het CD-ROMstation. Gewoonlijk zou hierna het menuscherm automatisch moeten verschijnen.
Weergeven van films U kunt films weergegeven op een computer waarbij QuickTime 7 of hoger geïnstalleerd is. Kopieer om deze weer te geven de film eerst naar uw computer en dubbelklik dan op het filmbestand. . Installeren van QuickTime 7 1. Selecteer “QuickTime 7” op het CD-ROM menuscherm (pagina 104) . 2. Installeer QuickTime 7 na de informatie te hebben gelezen over de installatie condities en de systeemvereisten in het “Lees mij” bestand. .
. Uploaden van een filmbestand naar YouTube • Voordat u YouTube Uploader for CASIO kunt gebruiken dient u naar de YouTube website te gaan (http://www.youtube.com/) en u zich daar als gebruiker te registreren. • U mag geen videos uploaden waarop auteursrechten rusten (inclusief eventuele naburige auteursrechten) tenzij u zelf in het bezit bent van de auteursrechten of als u toestemming heeft van de houder(s) van de auteursrechten in kwestie.
Oversturen van beelden van uw computer naar het geheugen van de camera Teneinde beelden over te sturen van het geheugen van uw computer naar de camera dient u Photo Transport op uw computer te installeren van de CD-ROM die met de camera wordt meegeleverd. . Installeren van Photo Transport 1. Selecteer “Photo Transport” op het CD-ROM menuscherm (pagina 104). 2. Installeer Photo Transport na de informatie te hebben gelezen over de installatie condities en de systeemvereisten in het “Lees mij” bestand. .
. Oversturen van computerscherm vastlegdata naar de camera 1. Sluit de camera aan op uw computer (pagina 101). 2. Klik bij uw computer op het volgende: Start * Alle Programma’s * Casio * Photo Transport. Hierdoor wordt Photo Transport gestart. 3. Hierdoor wordt het scherm getoond waarvan u de schermvastlegdata wilt oversturen. 4. Klik op de [Opnemen] toets. 5. Trek een grenslijn rondom het gebied dat u wilt opnemen.
BELANGRIJK! • U moet Adobe Reader of Adobe Acrobat Reader reeds op uw computer geïnstalleerd hebben om de inhoud van een PDF bestand te kunnen bekijken. Als Adobe Reader of Adobe Acrobat Reader niet op uw computer geïnstalleerd is, installeer Adobe Reader dan van de meegeleverde CD-ROM. Gebruikersregistratie U kunt gebruikersregistratie via het internet uitvoeren. Om dit te doen, moet u natuurlijk wel met uw computer op het internet kunnen aansluiten. 1.
Gebruiken van de camera met een Macintosh computer Installeer de vereiste software in overeenstemming met onder welke Macintosh OS versie u draait en wat u wilt doen. Wanneer u dit wilt doen: BesturingsInstalleer deze software: systeem versie Opslaan van beelden Mac OS 9 op uw Macintosh en ze daar met de hand Mac OS X bekijken. Automatisch opslaan van beelden op uw Macintosh/Beheren van beelden Films weergeven Oversturen van documentdata naar de camera Zie pagina: Het is niet nodig te installeren.
4. Schakel de camera uit en sluit deze daarna d.m.v. de met de camera meegeleverde USB kabel aan op uw Macintosh. USB poort USB kabel Grote aansluitstekker USB/AV poort • De camera verkrijgt geen spanning via de USB kabel. Zorg ervoor dat de accu van de camera Kleine aanvolledig opgeladen is Let erop dat het 2 merkteken sluitstekker voordat u de aansluiting op de camera past op het 8 maakt.
. Bekijken van gekopieerde beelden 1. Dubbelklik op de stationicoon van de camera. 2. Dubbelklik op de “DCIM” map om deze te openen. 3. Dubbelklik op de map die de beelden bevat dat u wilt bekijken. 4. Dubbelklik op het beeld dat u wilt bekijken. • Voor informatie aangaande bestandsnamen zie “Geheugenmapstructuur” op pagina 115 voor meer informatie. • Een beeld dat geroteerd was op de camera wordt op het beeldscherm van uw Macintosh weergegeven met de oorspronkelijke (niet-geroteerde) oriëntatie.
Weergeven van een film U kunt films weergeven op een Macintosh d.m.v. de QuickTime applicatie die meegeleverd wordt met uw besturingssysteem. Kopieer om deze weer te geven de film eerst naar uw Macintosh en dubbelklik dan op het filmbestand. . Minimale systeemvereisten voor filmweergave De computer moet voldoen aan de hieronder beschreven minimale systeemvereisten om films die met deze camera zijn opgenomen te kunnen weergeven op een Macintosh computer. Besturingssysteem: Mac OS X 10.3.
Bestanden en mappen De camera creëert een bestand en slaat het elke maal op wanneer u een foto of film opneemt of een andere bewerking uitvoert waarbij data worden opgeslagen. Bestanden worden gegroepeerd door ze in mappen op te slaan. Elk bestand en map heeft haar eigen unieke naam. • Zie “Geheugenmapstructuur” (pagina 115) voor nadere details over hoe mappen in het geheugen zijn georganiseerd.
Geheugenkaartdata Deze camera slaat beelden die u opneemt op in overeenkomst met het DCF (Design rule for Camera File System) protocol. . Betreffende het DCF protocol DCF is een standaard die het mogelijk maakt om beelden die opgenomen zijn op de camera van het ene merk te bekijken en af te drukken met toestellen van andere merken als ze in overkomst zijn met het DCF protocol.
. Ondersteunde beeldbestanden • Beeldbestanden die opgenomen zijn met deze camera • Beeldbestanden die in overeenkomst zijn met het DCF protocol Deze camera kan mogelijk een beeld niet weergeven zelfs als het in overeenkomst is met het DCF protocol. Het tonen van een beeld dat opgenomen was met een andere camera kan mogelijk lang op zich laten wachten voordat het op het beeldscherm van deze camera verschijnt. .
Oversturen van documentdata van uw computer naar de camera U kunt CASIO DATA TRANSPORT gebruiken om beelden van documenten, digitale boeken, de beelden van webpagina’s en andere documenten die u op het scherm van uw computer kunt zien oversturen naar de camera. Vervolgens kunt u de documenten zien op het beeldscherm van de camera. • Vrijwel alle documenten die u vanaf uw computer kunt afdrukken kunnen naar de camera worden overgestuurd.
4. Klik op de [OK] toets. • Hierdoor verschijnt een dialoogvenster voor het configureren van instellingen van de data. 5. Controleer de huidige instellingen van de data (datum, bestandnaam, icoon) en klik vervolgens op [OK]. Hierdoor worden de documentdata naar een JPEG beeld omgezet en overgestuurd naar het beeld op de camera. • U kunt de instellingen voor de datum, de bestandnaam en de icoon naar wens veranderen.
. Oversturen van documentdata naar de camera 1. Sluit de camera aan op uw computer (pagina 110). • Zorg ervoor dat er zich een geheugenkaart in de camera bevindt voordat u de camera op uw Macintosh aansluit (pagina 146). 2. Open op uw Macintosh de documentdata die u wilt overbrengen naar de camera. 3. Selecteer om het dialoogvenster voor afdrukken te tonen “Bestand” * “Afdrukken” op de menu staafindicator van de Macintosh. 4.
. Inzoomen op een documentpagina 1. Toon de pagina van het document waarop u wilt inzoomen. 2. Schuif de zoomregelaar nogmaals in de richting van z om te vergroten. U kunt d.m.v. [8], [2], [4] en [6] bladeren door het ingezoomde beeld op het beeldscherm. Schuif de zoomregelaar in de richting van w om uit te zoomen.
. Specificeren van het oorspronkelijke datafunctiescherm 1. Toon de pagina van het document en druk vervolgens op [MENU]. 2. Selecteer bij de “Instellen” indextab “DATA contr.” en druk vervolgens op [6]. 3. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de gewenste instelling en druk daarna op [SET] (instellen). Paginacontr. Toont de laatste bekeken documentpagina Lijstcontr.
. Wissen van een document U kunt een enkel document wissen of u kunt alle documenten in een keer wissen. • Het formatteren van het camerageheugen (pagina 132) zal ook de gehele inhoud van de geheugenkaart of het ingebouwde geheugen wissen. Om een enkel document te wissen 1. Verplaats op het documentmenu de selectie grenslijn d.m.v. [8], [2], [4] en [6] naar het document dat u wilt wissen. 2. Druk op [MENU]. 3. Selecteer d.m.v. [8] en [2] “1 docum.” en druk daarna op [SET] (instellen). 4.
Andere instellingen (Instellen) Dit hoofdstuk geeft uitleg over de menu items die u kunt gebruiken om instellingen te configureren en andere bewerkingen uit te voeren tijdens zowel de OPNAME en WEERGAVE modus. Zie pagina 56 voor informatie betreffende de menubewerkingen. Selecteren van een een schermlayout van de OPNAME modus (R Paneel) Procedure [MENU] * Instellen indextab * R Paneel Met de schermlayout instellingen van de OPNAME modus kunt u de layout van de iconen selecteren.
Selecteren van een een schermlayout van de WEERGAVE modus (P Display) Procedure [MENU] * Instellen indextab * P Display Met de schermlayout instellingen van de WEERGAVE modus kunt u kiezen hoe de beelden op het beeldscherm worden getoond. Bij deze instelling heeft het displaybeeld de maximale grootte waarbij het gehele beeld horizontaal weergegeven kan Breedbeeld worden. Bij bepaalde breedte-hoogte verhoudingen worden de boven- en onderkant van het beeld afgesneden.
Configureren van geluidsinstellingen bij de camera (Geluiden) Procedure [MENU] * Instellen indextab * Geluiden Start Halfsluiter Sluiter Specificeert het startgeluid Geluid 1 - 5: Ingebouwde geluiden (1 - 5) Uit: Geluid uit Werking Werking (=) Specificeert het geluidsvolume. Deze instelling wordt ook gebruikt als het geluidsniveau tijdens het video uitgangssignaal (pagina 75) Weergave (=) Specificeert het volume van de film en het geluidsuitgangssignaal van foto’s met geluid.
Specificeren van de methode voor het aanmaken van een serienummer voor een bestandnaam (Bestand nr.) Procedure [MENU] * Instellen indextab * Bestand nr. Volg de volgende procedure om de methode te specificeren die bepaalt hoe serienummers aangemaakt worden die in de bestandsnamen worden gebruikt (pagina 114). Voortzetten Vertelt de camera dat deze het laatst gebruikte bestandnummer moet onthouden.
Configureren van de wereldtijd instellingen (Wereldtijd) Procedure [MENU] * Instellen indextab * Wereldtijd U kunt het wereldtijdscherm gebruiken om de huidige tijd te bekijken in een zone die afwijkt van die van uw thuisstad wanneer u op reis gaat, enz. De wereldtijd toont de huidige tijd in 162 steden in 32 tijdzones rond de gehele wereld. 1. Selecteer d.m.v. [8] en [2] “Wereld” en druk daarna op [6].
Instellen van de klok van de camera (Bijstellen) Procedure [MENU] * Instellen indextab * Bijstellen [8] [2] Verander de instelling bij de plaats waar de cursor zich bevindt [4] [6] Verplaats de cursor tussen instellingen [BS] (BEST SHOT) (^) Schakelen over tussen het 12-uur en 24-uur formaat Druk op [SET] (instellen) om ze toe te passen wanneer de instellingen voor de datum en de tijd naar wens zijn. • U kunt elke datum specificeren tussen 1980 en 2049.
Specificeren van de displaytaal (Language) Procedure [MENU] * Instellen indextab * Language Selecteer de gewenste displaytaal. 1 1 Selecteer de indextab aan de rechterkant. 2 Selecteer “Language”. 3 Selecteer de gewenste taal. 23 Specificeren van het oorspronkelijke data modusscherm (DATA contr.) Procedure [MENU] * Instellen indextab * DATA contr. Zie pagina 121 voor details.
Configureren van de instellingen van de automatische stroomonderbreker (Automatisch Spanning Uit) Procedure [MENU] * Instellen indextab * Automatisch Spanning Uit De automatische stromonderbreker schakelt de camera uit telkens wanneer geen camerabewerking wordt uitgevoerd voor een vooringestelde hoeveelheid tijd. Activeringstijd instellingen: 1 min, 2 min, 5 min (de activeringstijd is altijd 5 minuten tijdens de WEERGAVE modus.
Configureren van de USB protocol instellingen (USB) Procedure [MENU] * Instellen indextab * USB U kunt de onderstaande procedure gebruiken om het USB communicatieprotocol te selecteren wat gebruikt wordt bij het uitwisselen van data met een computer, printer of andere externe apparatuur. Mass Storage (massageheugen) Selecteer deze instelling bij het aansluiten van een computer of ander apparaat dat USB DIRECT-PRINT ondersteunt (pagina 93).
Formatteren van het ingebouwde geheugen of van een geheugenkaart (Formatteren) Procedure [MENU] * Instellen indextab * Formatteren Als een geheugenkaart zich in de camera bevindt zal deze bewerking de geheugenkaart formatteren. Het zal het ingebouwde geheugen formatteren als geen geheugenkaart ingelegd is. • De formatteerbewerking zal de gehele inhoud van de geheugenkaart of het ingebouwde geheugen wissen. Het tijdstempel kan niet worden gewist.
Configureren van instellingen op het beeldscherm U kunt de display informatie in- en uitschakelen door te drukken op [8] (DISP). U kunt afzonderlijke instellingen configureren voor de OPNAME en WEERGAVE modi. Tonen +Histogram Verbergen Toont informatie betreffende de beeldinstellingen, enz. Schakelt het tonen van de camera instelling en andere indicators in, samen met een histogram (pagina 134).
Gebruiken van het histogram Een histogram is een grafiek die de helderheid van een beeld voorstelt uitgedrukt in het aantal beeldpunten. De verticale as stelt het aantal beeldpunten voor terwijl de horizontale as de helderheid aangeeft. Mocht het histogram er om de één of andere reden te eenzijdig uit zien, dan kunt u m.b.v. de EV verschuiving de balans naar links of rechts bewegen om zo een betere balans te verkrijgen.
Appendix Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik . Vermijd het gebruik terwijl u in beweging bent • Probeer de camera nooit te gebruiken om beelden op te nemen of weer te geven terwijl u een auto of een ander voertuig aan het besturen bent of terwijl u aan het lopen bent. Als u naar het beeldscherm kijkt terwijl u in beweging bent, kan dit het gevaar op een ernstig ongeluk met zich meebrengen. .
. Rook, een vreemde geur, oververhitting en andere abnormale omstandigheden • Als het gebruik van de camera wordt voortgezet terwijl er rook of een vreemde geur uitkomt of terwijl de camera oververhit is, brengt dit het gevaar op brand en elektrische schok met zich mee. Voer de volgende stappen onmiddellijk uit mocht één van de bovengenoemde symptomen zich voordoen. 1. Schakel de camera uit. 2. Verwijder de accu dan uit de camera en let er daarbij op dat u zichzelf beschermt tegen brandwonden. 3.
. Te vermijden plaatsen • Laat de camera nooit achter op één van de volgende soort plaatsen. Dit kan het risico op brand en elektrische schok met zich meebrengen.
• Mocht u ooit tijdens het gebruik, het laden of het opslaan van een accu opmerken dat hij lekt, een vreemde geur afgeeft, verkleuringen of vervormingen toont of mochten er zich andere abnormale omstandigheden voordoen, koppel de accu dan onmiddellijk van de camera of van de oplaadeenheid en houd hem uit de buurt van open vuur. • Gebruik de accu niet en laat hem niet achter in het directe zonlicht, binnenin een afgesloten voertuig of op andere plaatsen die blootstaan aan hoge temperaturen.
. Stroomvoorziening • Gebruik enkel de speciale oplaadbare lithium-ion accu (NP-60) om deze camera van stroom te voorzien. Het gebruik van een ander type accu wordt niet ondersteund. • Deze camera heeft geen gescheiden batterij voor de klok. De instellingen voor de datum en de tijd worden gewist ongeveer twee dagen nadat de spanning totaal afgesneden is van de accu. Zorg er voor deze instellingen opnieuw te configureren mocht dit gebeuren (pagina 128). .
. Bedieningsomgeving • Bedrijfstemperatuur: 0 tot en met 40°C • Bedrijfsvochtigheid: 10 - 85% (zonder condensatie) • Plaats de camera niet op de volgende plaatsen. – Op plaatsen die blootstaan aan het directe zonlicht of aan grote hoeveelheden vocht of stof – In de omgeving van een airconditioning of op andere plaatsen die blootstaan aan extreme temperaturen of vochtigheid – Binnenin een gesloten voertuig op een warme dag of op plaatsen die blootstaan aan sterke trillingen .
. Voorzorgsmaatregelen voor het hanteren van de oplaadeenheid - 0 Steek de stekker van het netsnoer nooit in een stopcontact met een andere spanning dan die aangegeven is op de stekker van het netsnoer. Dit kan het gevaar op brand, defecten en elektrische schok met zich meebrengen. 0 Denk eraan het netsnoer te beschermen tegen beschadigingen en breuken. Plaats nooit zware voorwerpen op het netsnoer en stel het niet bloot aan hoge temperaturen.
. Auteursrechten Met uitzondering van het gebruik voor uw eigen genoegen is het ongeauthoriseerde gebruik van foto’s of films van beelden waarvan de rechten aan andere toebehoren zonder de toestemming van de betreffende auteursrechten in overtreding met de wetgeving op auteursrechten. In bepaalde gevallen kan het filmen van openbare optredens, shows, tentoonstellingen, enz. in het geheel verboden zijn, zelfs als dit voor uw eigen genoegen is.
Ongeautoriseerd commercieel kopiëren, distribueren en kopiëren van de meegeleverde software via een netwerk is verboden. Dit product bevat PrKERNELv4 Real-time OS van eSOL Co., Ltd. Auteursrechten © 2007 eSOL Co., Ltd. PrKERNELv4 is een geregistreerd handelsmerk van eSOL Co., Ltd. in Japan. Uploadfunctionaliteit voor YouTube is onder licentie van YouTube, LLC. inbegrepen bij dt product.
Stroomvoorziening Opladen Als de oplaadindicator [CHARGE] niet rood gaat branden.. Het opladen kan niet worden uitgevoerd omdat de omgevingstemperatuur of de temperatuur van de acculader te hoog of te laag is. Wacht tot de camera teruggekeerd is tot een normale temperatuur. Wanneer de camera teruggekeerd is tot een temperatuur waarbij het opladen kan worden uitgevoerd, dan zal de oplaadindicator [CHARGE] rood oplichten. Als de oplaadindicator [CHARGE] rood gaat knipperen...
. Voorzorgsmaatregelen voor het opbergen • Als de accu voor een lange tijd wordt opgeslagen terwijl hij opgeladen is, kan de capaciteit van de accu teruglopen. Gebruik de lading van de accu volledig (zodat hij geheel leeg is) als u van plan bent de accu voor langere tijd niet te gebruiken. • Verwijder de accu altijd uit de camera wanneer u hem niet gebruikt. Als een accu in de camera wordt gelaten zal hij uit zichzelf leeg lopen waarna het opladen langer duurt wanneer u de camera weer wit gebruiken.
Gebruiken van een geheugenkaart Zie pagina 14 voor informatie betreffende de ondersteunde geheugenkaarten en hoe u een geheugenkaart plaatst. Vervangen van de geheugenkaart Druk op de geheugenkaart en laat hem dan los. Hierdoor springt de geheugenkaart ietwat uit de geheugenkaartgleuf. Trek de kaart daarna met de hand geheel naar buiten en steek een nieuwe in. • Verwijder een kaart nooit uit de camera terwijl de achterindicator groen aan het knipperen is.
. Weggooien of de eigendomsrechten overdragen van een geheugenkaart of de camera De formatteer- en wisfuncties van de camera zullen in feite niet de bestanden van de geheugenkaart wissen. De oorspronkelijke data blijft bewaard op de kaart. Merk op dat de verantwoordelijkheid voor de data op een geheugenkaart aan u is. De volgende procedures worden aanbevolen wanneer u een geheugenkaart of de camera weggooid of de eigendomsrechten overdraagt aan derden.
Adobe Reader 8 CPU : Geheugen : Harde schijfruimte: Overige : Pentium III klasse Minstens 128MB Minstens 180MB Internet Explorer 6.0 of hoger geïnstalleerd QuickTime 7 Geheugen : Minstens 128MB Besturingssysteem: Windows Vista/2000 Servicepakket 4/XP Zie de “Lees mij” bestanden op de CASIO Digital Camera Software CD-ROM die meegeleverd wordt met de camera voor details betreffende de minimale systeemvereisten voor elke software applicatie. 0 Macintosh CASIO DATA TRANSPORT 1.
Algemene gids De nummers binnen de haakjes geven de pagina’s aan waar een verklaring te vinden is voor elk item. .
Inhoud van het beeldscherm Het beeldscherm maakt gebruik van verschillende indicators, iconen en waarden om u op de hoogte te houden van de status van de camera. • De voorbeeldschermen in dit hoofdstuk zijn bedoeld om de plaats van alle indicators en cijfers te tonen die op het beeldscherm kunnen verschijnen tijdens de verschillende functies. Ze stellen niet de schermen voor die in feite bij de camera verschijnen. .
. Film opname 1Scherpstelfunctie (pagina 58) 2Witbalansinstelling (pagina 68) 3Opnamemodus (pagina 45) 4Resterende capaciteit van het Paneel: Aan 12 3 45 9 8 fotogeheugen (pagina 45) 6 5Filmopnametijd (pagina 45) 6Belichtingscompensatie (pagina 41) 7Lege accu indicator (pagina 12) 8Histogram (pagina 133) 9Anti Shake (pagina 62) 7 Paneel: Uit 12 3 4 5 9 8 7 6 .
. Film weergavemodus 12 3 4 5 1Type bestand 2Beveiligingsindicator (pagina 86) 3Mapnaam/bestandnaam (pagina 114) 4Filmopnametijd (pagina 72) 5Filmbeeldkwaliteit (pagina 67) 6Datum/tijd (pagina 42) 7Lege accu indicator (pagina 12) 6 7 Terugstellen van de oorspronkelijke default instellingen De tabellen in dit hoofdstuk tonen de oorspronkelijke default instellingen die geconfigureerd zijn voor elk item op het menu (door op [MENU] te drukken worden ze getoond) nadat u de camera terugsteld (reset) (pagina
“Kwaliteit” indextab Formaat 10M (3648x2736) T Kwaliteit (Foto’s) Normaal » Kwaliteit (Films) HQ (hoge resolutie) EV verschuiving 0.0 Witbalans Automatisch ISO Automatisch Meten B Meervoudig Dynamisch bereik Uit Portret verfijning Uit Kleurenfilter Uit Scherpte 0 Verzadiging 0 Contrast 0 Flitsintensiteit 0 Flitsassistent Automatisch “Instellen” indextab C R Paneel Aan Language – P Display Breedbeeld DATA contr. Lijstcontr.
. WEERGAVE modus “WEERGAVE” indextab Diashow – DPOF afdr. – Layout afdruk – Beveiligen – MOTION PRINT 9 beelden Datum/Tijd – Filmbewerking – Rotatie – Dynamisch bereik – Form. Aanpassen 7M (3072x2304) Witbalans – Trimmen – Helderheid 0 Dubben – Keystone – Kopiëren – Kleurcorr. – “Instellen” indextab • De inhoud van de “Instellen” indextab is hetzelfde bij de OPNAME modus en de WEERGAVE modus.
Wanneer niet alles van een leien dakje gaat... Oplossen van moeilijkheden Probleem Mogelijke oorzaak en aanbevolen maatregel Stroomvoorziening Spanning gaat niet aan. 1)De accu kan verkeerd om geplaatst zijn (pagina 12). 2)De accu kan leeg zijn. Laad de accu op (pagina 11). Als de accu na het opladen weer snel leeg raakt, betekent dit dat de accu het einde van zijn levensduur heeft bereikt en dient te worden vervangen. Schaf een los verkrijgbare oplaadbare CASIO NP-60 lithium-ion accu aan.
Probleem Mogelijke oorzaak en aanbevolen maatregel De flitser flitst niet. 1)Als ? (flitser uit) is geselecteerd als de flitserfunctie, schakel dan over op een andere functie (pagina 26). 2)Laad de accu op (pagina 11) als deze leeg is. 3)Als een BEST SHOT scène geselecteerd is dat ? (flitser uit) gebruikt, schakel dan over op een andere flitserfunctie (pagina 26) of selecteer een andere BEST SHOT scène (pagina 50). De camera schakelt De accu kan leeg zijn. Laad de accu op (pagina 11).
Probleem Mogelijke oorzaak en aanbevolen maatregel De onderwerpen zijn te donker bij het opnemen van beelden op het strand of bij een ski oord. Als het zonlicht door het water, het zand of de sneeuw wordt gereflecteerd kan dit er toe leiden dat de onderwerpen worden onderbelicht. Schakel de instelling van de flitserfunctie over naar < (flitser aan) voor daglicht synchroon flitsen (pagina 26) of verschuif de EV verschuiving in de + richting (pagina 41). Het focuskader verschijnt niet op het beeldscherm.
Probleem Mogelijke oorzaak en aanbevolen maatregel Beelden kunnen niet worden bewerkt (met layout afdruk, afmetingen heraanpassen, trimmen, keystone correctie, kleurenherstel, datum/tijd, rotatie). Merk op dat u de volgende types beelden niet kunt bewerken. • Foto’s die gecreëerd zijn m.b.v. MOTION PRINT • Films • Foto’s die opgenomen zijn met een andere camera Overige C De verkeerde datum en tijd worden weergegeven. De instelling voor de datum en tijd is verkeerd.
Boodschappen in het display ALERT De veiligheidsfunctie van de camera kan geactiveerd zijn omdat de temperatuur van de camera te hoog was. Schakel de camera uit en wacht totdat deze voldoende afgekoeld is voordat u de camera weer kunt gebruiken. Accu is bijna leeg. De accu is vrijwel leeg. Beeld kan niet gecorrigeerd worden ! Keystone correctie kan om de een of andere reden niet plaatsvinden. Het beeld wordt opgenomen zoals het is zonder correctie (pagina 53). Kan het bestand niet vinden.
C Papier laden ! Tijdens het afdrukken is het papier bij de printer opgeraakt. Geheugen vol Het geheugen is vol met beelden die u opgenomen heeft en/ of bestanden die opgeslagen zijn met de montagebewerkingen. Wis bestanden uit die u niet langer nodig heeft (pagina 20). Fout bij afdrukken Er trad een fout op tijdens het afdrukken. • De printer is uitgeschakeld. • De printer bracht een foutmelding te weeg.
Aantal foto’s en filmopnametijd Foto Beeldformaat Beeldkwaliteit (beeldpunten) 10M (3648x2736) 3:2 (3648x2432) 7M (3072x2304) 4M (2304x1728) 2M (1600x1200) VGA (640x480) Capaciteit van een SD geheugenkaart (1GB) bij benadering Fijn 6,4 MB 1 foto Normaal 3,38 MB 3 foto’s 286 foto’s Economie 2,27 MB 5 foto’s 426 foto’s Fijn 5,6 MB 2 foto’s 172 foto’s Normaal 2,97 MB 4 foto’s 325 foto’s 2 MB 5 foto’s 483 foto’s Economie 16:9 (3648x2048) Capaciteit van Formaat van het ingebouwde he
Films Beeldkwaliteit (Beeldpunten) Datasnelheid bij benadering (beeldsnelheid) Capaciteit van het ingebouwde geheugen (11,8MB) bij benadering Capaciteit van Bestandgroeen SD otte van een geheugenkaart film van (1GB) bij 1 minuut benadering UHQ (ultra-hoge resolutie) 640x480 5,8 megabits/ seconde (30 beelden/ seconde) 13 seconden 22 minuten 47 seconden 43,3 MB UHQ breedbeeld (ultra-hoge resolutie breedbeeld) 848x480 7,0 megabits/ seconde (30 beelden/ seconde) 11 seconden 18 minuten 52 seconden 5
Technische gegevens Producttype Digitale camera Model EX-S10 Bestandformaat Foto’s: JPEG (Exif versie 2.2); DCF 1.0 standaard; overeenkomstig DPOF Films: MOV, H.
Lensopeningwaarde F2,8 (W) - F7,9 (W) (groothoek) (bij gebruik met een ND filter) * Het gebruik van de optische zoom verandert de lensopeningswaarde. Witbalans Automatisch, daglicht, bewolkt, schaduw, daglicht witte TL, daglicht TL, gloeilamp, handmatige witbalans Gevoeligheid Foto’s: Gelijkwaardig aan Automatisch, ISO 50, ISO 100, (standaard ISO 200, ISO 400, ISO 800, ISO 1600 uitgangsgevoeligheid, Films: Autom.
Levensduur accu naar schatting Alle hieronder gegeven waarden stellen de hoeveelheid naar schatting voor bij normale temperaturen (23°C) voordat de camera uitgeschakeld wordt. Deze waarden worden niet gegarandeerd. Een lage temperatuur zal de gebruiksduur van de accu verkorten.
. Oplaadbare lithium-ion accu (NP-60) Nominale spanning 3,7 V Nominale capaciteit 720 mAh Bedrijfstemperatuur 0 tot en met 40°C Afmetingen 37,9 (W) x 42,3 (H) x 5,0 (D) mm Gewicht Ongeveer 18 g .
CASIO COMPUTER CO.,LTD.