Omslag CDP-S360 NL GEBRUIKSAANWIJZING Klaarmaken van de voeding In- en uitschakelen van de stroom Gebruik van een pedaal Gebruik van een hoofdtelefoon Spelen op het toetsenbord Splitsen van het toetsenbord voor duet-spel Veranderen van de toonhoogte in stappen van een halve toon (Transponeren) Fijnstemmen van een toonhoogte (Stemming) Veranderen van de toonhoogte in eenheden van een octaaf (Octaafverschuiving) Gebruik van automatische begeleiding Selecteren van een ingebouwde melodie om deze w
Meegeleverde en los verkrijgbare accessoires Gebruik enkel accessoires die gespecificeerd zijn voor gebruik met deze Digitale Piano. Het gebruik van niet erkende accessoires kan resulteren in brand, een elektrische schok of persoonlijk letsel. • U kunt informatie betreffende de accessoires die los verkrijgbaar zijn krijgen uit de CASIO catalogus die beschikbaar is bij uw winkelier en op de CASIO-website op het onderstaande webadres. https://support.casio.
Weergeven van een ingebouwde melodie of een melodie op een USB flash-drive Inhoudsopgave Overzicht en instellingen NL-4 Algemene gids . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-4 Klaarmaken van de voeding . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-7 In- en uitschakelen van de stroom . . . . . . . . . . . . . .NL-9 Terugzetten van de Digitale Piano naar de standaardinstellingen die in de fabriek ingesteld waren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoudsopgave Maken van functie-instellingen NL-45 Aanwijzingen voor het maken van functie-instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-45 Lijst met functie-instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-46 Gebruik van bedieningsvergrendeling. . . . . . . . . . .NL-48 Wissen van alle gegevens in het geheugen van de Digitale Piano . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Overzicht en instellingen Algemene gids ■ Voorpaneel 1 2 3 7 8 4 9 5 bk bl 6 bm bn cp cq bo bp bq br bt bs ck cl cm cn co • Sommige van de getoonde toetsnamen zijn voorzien van het $ symbool. Dit geeft aan dat u de toets lang ingedrukt moet houden om de bijbehorende bediening uit te voeren.
Overzicht en instellingen 1 P (aan/uit) toets bp Functie, Instellen/Afsluiten-toets (FUNCTION, ENTER/$ EXIT) 2 Volumeregelaar (VOLUME) bq Toon, Duettoets (TONE, $ DUET) 3 Metronoom, Maatslagtoets (METRONOME, $BEAT) br Ritmetoets (RHYTHM) 4 Tempo/tiktoets (TEMPO/TAP) bs Melodiebanktoets (SONG BANK) 5 Opname/stoptoets (RECORD/STOP) bt Bank, Blokkeertoets (BANK, $ FREEZE) 6 Categorietoets (CATEGORY) ck Gebied 1 - Gebied 4 toets 7 Intro, Herhaaltoets (INTRO, REPEAT) cl Opslagtoets (STORE) 8 Normaa
Overzicht en instellingen Display * Toonindicator Ritme-indicator Melodiebankindicator Muziekvoorkeuze-indicator Indicators voor toetsenbordgedeelte Nummer/instellingswaarde-display (links), naamdisplay (rechts) * * Tempo, maat Maatslag Akkoordnaam Indicators voor automatische begeleiding Indicators voor weergavegedeelte Registratie-indicators, opname-indicators * Overige indicators Klaarmaken van de muziekstandaard Muziekstandaard NL-6
Overzicht en instellingen Klaarmaken van de voeding Uw Digitale Piano maakt gebruik van een netadapter voor de voeding. Hoewel de Digitale Piano ook op batterijen kan worden gebruikt, verdient het toch aanbeveling om het instrument met de netadapter te gebruiken. Gebruik van de netadapter Let erop dat u alleen de netadapter gebruikt die voor deze Digitale Piano wordt voorgeschreven. Het gebruik van een ander type netadapter kan rook of andere problemen veroorzaken.
Overzicht en instellingen Gebruik op batterijen • Zorg ervoor de stroom uit te schakelen voordat u de batterijen inlegt. • Het wordt aan u overgelaten om zes los verkrijgbare alkalibatterijen aan te schaffen. • Neem de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht wanneer de Digitale Piano ondersteboven wordt gedraaid om de batterijen te plaatsen. − Wees voorzichtig dat uw vingers niet onder de Digitale Piano klem komen te zitten waardoor u letsel oploopt.
Overzicht en instellingen In- en uitschakelen van de stroom 1. Druk op de 1P (aan/uit) toets om de Digitale Piano in te schakelen. Automatische stroomonderbreker De automatische stroomonderbreker zal de stroom van de Digitale Piano automatisch uitschakelen als u geen bediening uitvoert voor ongeveer vier uur bij gebruik met de netadapter of gedurende ongeveer zes minuten bij gebruik op batterijen. ■ Uitschakelen van de automatische stroomonderbreker • Gebruik 2 VOLUME om het volume in te stellen. 2.
Overzicht en instellingen Gebruik van een hoofdtelefoon Door een hoofdtelefoon te gebruiken wordt het geluid van de ingebouwde luidsprekers uitgeschakeld wat betekent dat u zelfs ’s avonds laat kunt oefenen zonder anderen te storen. • Zorg ervoor altijd het volumeniveau laag in te stellen voordat u de hoofdtelefoon aansluit.
Overzicht en instellingen Instellen van het displaycontrast 1. Druk op bp FUNCTION en gebruik dan de bo regelaar om “Other” weer te geven. Luisteren naar de demonstratieweergave 1. Druk br RHYTHM en bs SONG BANK tegelijk in. Ot he r 2. Druk op bp ENTER. 3. Gebruik de bo regelaar om “Contrast” weer te geven. Co n t r a s t 4. Druk op bp ENTER. De NUM indicator verschijnt. 5. Gebruik de bo regelaar om het displaycontrast in te stellen. • Het instelbereik van het contrast is 01 t/m 17. 6.
Gemeenschappelijke bediening voor alle functies • Tenzij anders aangegeven, wordt bij alle procedures in deze handleiding verondersteld dat de Digitale Piano in de begintoestand staat (d.w.z. de toestand meteen na het inschakelen van de stroom). Als u problemen ondervindt bij het uitvoeren van een procedure, schakelt u de stroom van de Digitale Piano uit en dan weer in, en daarna probeert u de procedure opnieuw uit te voeren.
Gemeenschappelijke bediening voor alle functies ■ Selecteren van een menu-item (NUM indicator brandt niet) Als een menu verschijnt bij het maken van een instelling en de NUM indicator brandt niet, kunt u de bo regelaar gebruiken om het gewenste menu-item te selecteren. ■ Een teken veranderen 1. Gebruik de bo regelaar om de cursor naar de plaats te brengen van het teken dat u wilt veranderen en druk dan op bp ENTER. Voorbeeld: Functie-instelscherm Tou c h De NUM indicator verschijnt. 2.
FUNCTION indicator De FUNCTION indicator knippert wel of niet wanneer u een instelling voor een functie van de Digitale Piano maakt (pagina NL-45) of een andere bediening voor een speciale instelling uitvoert. De betekenis van de tekst die bij de wel of niet knipperende FUNCTION indicator verschijnt wordt hieronder beschreven.
Spelen op het toetsenbord ■ Veelzijdige tonen ■ Aanbrengen van een laag met twee tonen De ingebouwde tonen van de Digitale Piano omvatten “veelzijdige tonen” (drie gitaartonen, twee bastonen en twee kopertonen) die kunnen worden gebruikt voor het creëren van computermuziek. Veelzijdige tonen wijzen uitvoeringsgeluiden die kenmerkend zijn voor een bepaald muziekinstrument (zoals een gitaarglissando, fretgeluid enz.) toe aan elke klaviertoets (noot) en aanslagsnelheid.
Spelen op het toetsenbord ■ Splitsen van het toetsenbord tussen twee verschillende tonen 1. Selecteer de toon voor het Upper1 gedeelte (pagina NL-14). • Druk op bq TONE en gebruik dan de bo regelaar om de gewenste toon te selecteren. Voorbeeld: 312 FLUTE 1 Flute 1 2. Druk op cn SPLIT. De L (Lower) indicator verschijnt met rechts ernaast het pijltje (). ■ Veranderen van het splitspunt 1. Houd cn SPLIT ingedrukt totdat u klaar bent met stap 2 van deze procedure.
Spelen op het toetsenbord Veranderen van het aanslagvolume naar de aanslagdruk (Aanslagvolume) Gebruik van nagalm 1. Druk op bp FUNCTION en gebruik dan de bo regelaar om “Reverb” weer te geven. Het aanslagvolume verandert het toonvolume overeenkomstig de aanslagdruk (snelheid). Dit geeft u hetzelfde uitdrukkingsvermogen als bij een akoestische piano. ■ Veranderen van de aanslagvolumegevoeligheid 1. Druk op bp FUNCTION. De naam van het instelitem “Touch” verschijnt samen met de FUNCTION indicator.
Spelen op het toetsenbord Gebruik van zweving Gebruik van de metronoom Zweving is een functie die diepte en breedte toevoegt aan de noten. De metronoom laat u spelen en oefenen met een vaste maatslag om u te helpen met uw tempo. 1. Druk op bp FUNCTION en gebruik dan de bo ■ Starten of stoppen van de metronoom regelaar om “Chorus” weer te geven. 1. Druk op 3 METRONOME. Ch o r u s De metronoom start. 2. Druk op bp ENTER. De NUM indicator verschijnt. 3.
Spelen op het toetsenbord Veranderen van de tempoinstelling Er zijn twee manieren om de instelling voor het tempo (maatslagen per minuut) te veranderen: gebruik van de toetsen om de tempowaarde te veranderen of tikken van de maat op een toets. ■ Instellen van de tempowaarde (maatslagen per minuut) 1. Druk op 4 TEMPO/TAP zodat “TEMPO” op het display verschijnt. 2. Gebruik de bo regelaar om de tempowaarde te veranderen. • U kunt een tempowaarde instellen in het bereik van 20 t/m 255.
Spelen op het toetsenbord ■ Selecteren van een arpeggiatortype 1. Voer de procedure uit onder “Inschakelen van de arpeggiator” (pagina NL-19) en controleer of de ARPEG. indicator brandt. 2. Houd cm A.HAR./ARPEG. lang ingedrukt totdat de FUNCTION indicator op het display knippert. Het nummer en de naam van het geselecteerde arpeggiatortype worden getoond. De NUM indicator brandt ook.
Spelen op het toetsenbord Een duet spelen 1. Houd bq TONE lang ingedrukt totdat er een markering (K) verschijnt naast “DUET” op de rechterkant van het display. • Dit geeft aan dat de duetmodus is ingeschakeld. Veranderen van de octaven van de duet toetsenborden U kunt de bereiken van het linker en rechter toetsenbord veranderen van hun oorspronkelijke instellingen in eenheden van een octaaf.
Instellen van het volume van het toetsenbord Het volume van het toetsenbordspel ten opzichte van het totale geluidsvolume kan worden ingesteld binnen het bereik van 0 (gedempt) t/m 127 (maximum). 1. Druk op bp FUNCTION en gebruik dan de bo regelaar om “KeybdVol” weer te geven. Regelen van de klank Gebruik van een pedaal Sluit het meegeleverde pedaal (SP-3) aan op de ct DAMPER/ASSIGNABLE aansluiting. Achterkant ct DAMPER/ASSIGNABLE aansluiting (standaardaansluiting (6,3 mm)) Ke y bdVo l 2.
Regelen van de klank 4. Gebruik de bo regelaar om een pedaaleffect te selecteren. • De beschikbare pedaaleffecten staan in de onderstaande tabel. Instellings- Parameter nummer (Display) 1 2 Beschrijving Aanhouden Noten die worden gespeeld terwijl het (Sustain) pedaal is ingetrapt worden aangehouden, ook als de klaviertoetsen daarna worden losgelaten. Orgeltonen en andere tonen die worden aangehouden zolang de klaviertoetsen worden aangeslagen, blijven klinken zolang het pedaal wordt ingetrapt.
Regelen van de klank Fijnstemmen van een toonhoogte (Stemming) Gebruik de stemmingsfunctie wanneer u de toonhoogte ietwat wilt veranderen voor samenspel met een ander muziekinstrument. Sommige artiesten spelen hun muziek ook met een ietwat aangepaste toonschaal. • De stemmingsfunctie specificeert de frequentie van de A4 noot. U kunt de frequentie instellen in het bereik van 415,5 Hz t/m 465,9 Hz. De oorspronkelijke standaardinstelling is 440,0 Hz. • U kunt de frequentie veranderen in stappen van 0,1 Hz.
Regelen van de klank ■ Veranderen van de toonschaal Veranderen van de toonschaalstemming (Temperament) van het toetsenbord 1. Druk op bp FUNCTION en gebruik dan de bo regelaar om “Scale” weer te geven. Gebruik de onderstaande procedure om te kiezen uit 17 voorkeuzetoonschalen, inclusief het standaard gelijkzwevende temperament (Equal Temperament). ■ Toonschalenlijst Nr. Naam van toonschaal Sca l e 2. Druk op bp ENTER.
■ Gebruik van de noten van de huidige toonschaal voor de automatische begeleidingen 1. Druk op bp FUNCTION en gebruik dan de bo regelaar om “Scale” weer te geven. Sca l e 2. Druk op bp ENTER. 3. Gebruik de bo regelaar om “AcompScl” weer te geven. A c ompS c l 4. Druk op bp ENTER om de begeleidingstoonschaal in te schakelen. • Bij meermalen indrukken van bp ENTER verandert de instelling beurtelings in ingeschakeld en uitgeschakeld. 5. Druk op bq TONE om het instelscherm te verlaten.
Weergeven van een ingebouwde melodie of een melodie op een USB flash-drive • Deze bewerking verandert automatisch de maatslaginstelling van de metronoom (pagina NL-18) in de maatslag van de geselecteerde melodie. Zelfs als de maatslag van een melodie buiten het toegestane instelbereik van de metronoom valt, wordt deze toch als de metronoominstelling toegepast. • Bij het selecteren van sommige melodieën wordt “Lod” weergegeven bij TEMPO (zie de afbeelding onder stap 3).
Weergeven van een ingebouwde melodie of een melodie op een USB flash-drive Herhaalde weergave van specifieke melodiematen (A-B herhalen) Voor herhaalde weergave van meerdere maten in een melodie moet u de beginmaat en de eindmaat opgeven van het gedeelte dat u herhaaldelijk wilt weergeven. Begin Einde Deze maten worden herhaald. ■ Herhaalde weergave van een specifieke frase 1. Als er geen markering naast REPEAT staat, drukt u op 7 REPEAT om deze te laten verschijnen. 2.
Weergeven van een ingebouwde melodie of een melodie op een USB flash-drive ■ Informatie voor de gedeeltekanalen Bij de ingebouwde melodieën en de CMF formaat melodieën zijn de gedeelten waar het linkerhandspel is opgenomen gescheiden van de gedeelten waar het rechterhandspel is opgenomen. Deze melodieën hebben “informatie voor de gedeeltekanalen”. Deze informatie regelt aan welke Digitale Piano gedeelten het linkerhandspel en het rechterhandspel moeten worden toegewezen.
Gebruik van automatische begeleiding Bij automatische begeleiding kunt u gewoon een begeleidingspatroon selecteren. Telkens wanneer u een akkoord speelt met uw linkerhand wordt automatisch een passende begeleiding gespeeld. Het is net alsof u een persoonlijke band heeft die u begeleidt waar u maar gaat. • Automatisch begeleidingen bestaan uit de onderstaande drie gedeelten.
Gebruik van automatische begeleiding Spelen van automatische begeleiding met akkoorden Door een akkoord met uw linkerhand te spelen worden automatisch begeleidingsgedeelten bestaande uit bas en harmonie toegevoegd aan het op dat moment geselecteerde ritme. Het is net alsof u uw eigen band op het podium heeft. ■ Selecteren van een akkoordinvoerfunctie 1. Druk op bp FUNCTION en gebruik dan de bo regelaar om het instelitem “ChordMod” weer te geven. Ch o r dMo d 1. Druk op bn [ACCOMP].
Gebruik van automatische begeleiding CASIO CHORD FINGERED Bij CASIO CHORD gebruikt u vereenvoudigde vingerzettingen om de vier typen akkoorden te spelen die hieronder worden beschreven. Begeleidingstoetsenbord Met deze invoerfuncties speelt u akkoorden op het begeleidingstoetsenbord d.m.v. de normale akkoordvingerzettingen. Sommige akkoordvormen zijn afgekort en voor de vingerzetting zijn slechts één of twee klaviertoetsen nodig.
Gebruik van automatische begeleiding ● FINGERED ASSIST Produceert een effect dat verschilt van FINGERED 1 wanneer twee of drie klaviertoetsen worden ingedrukt. Bij indrukken van een grondtoontoets en een andere toets links van de grondtoontoets wordt een septiem akkoord gespeeld; bij een zwarte toets wordt een mineur akkoord gespeeld. Bij gelijktijdig indrukken van een witte en een zwarte toets wordt een mineur septiem akkoord gespeeld.
Gebruik van automatische begeleiding Patroonvariaties van de automatische begeleiding Volg de onderstaande procedure om intropatronen, eindpatronen en invulpatronen te spelen en om variaties te spelen op basispatronen van de automatische begeleiding. ■ Variaties van de automatische begeleiding Elke variatie van de automatische begeleiding heeft een basispatroon, dit is het “normale patroon”, en een “variatiepatroon”. 1. Druk op 9 VARIATION FILL-IN. Hierdoor wordt het variatiepatroon gestart.
Gebruik van automatische begeleiding ■ Eindpatroon van de automatische begeleiding ■ Gesynchroniseerde stopfunctie Volg de onderstaande procedure om een eindpatroon van enkele maten te spelen. Bij gebruik van de gesynchroniseerde stopfunctie stopt de automatische begeleiding zodra u alle klaviertoetsen op het begeleidingstoetsenbord loslaat. Het Digitale Keyboard komt daarna automatisch in de paraatstand voor gesynchroniseerd starten te staan. 1.
Gebruik van automatische begeleiding Gebruik van automatisch harmoniseren Met automatisch harmoniseren wordt harmonie toegevoegd aan de melodienoten die u speelt met de rechterhand om meer melodische diepte te verkrijgen. U kunt kiezen uit één van de 12 typen automatische harmonisatie. • De arpeggiator en automatisch harmoniseren worden door dezelfde toets geregeld (pagina NL-19). Dit betekent dat de arpeggiator niet kan worden gebruikt wanneer automatisch harmoniseren in gebruik is.
Gebruik van de één-toets voorkeuzefunctie Met de één-toets voorkeuzefunctie configureert de Digitale Piano automatisch de optimale toon, het tempo en andere instellingen in overeenstemming met het ritmepatroon dat u selecteert. 1. Houd br RHYTHM ingedrukt totdat het huidige toonscherm op het display verschijnt. Hierdoor worden de één-toets voorkeuze-instellingen automatisch toegepast in overeenstemming met het ritmepatroon dat op dat moment is geselecteerd.
Registreren en oproepen van een basisinstelling (Registratie) U kunt de registratiefunctie gebruiken om een basisinstelling van de Digitale Piano (toon, ritme en andere instellingen) te registreren. Een geregistreerde basisinstelling kan naar vereist worden opgeroepen voor de uitvoering van een bepaalde melodie enz. • De registratiefunctie kan in de ritmemodus (pagina NL-30) worden gebruikt.
Registreren en oproepen van een basisinstelling (Registratie) Een basisinstelling oproepen uit het registratiegeheugen 1. Indien vereist, gebruikt u bt BANK om de blokkeerfunctie beurtelings in en uit te schakelen. • Bij meermalen lang indrukken van bt BANK wordt de blokkeerfunctie beurtelings in- en uitgeschakeld. De FREEZE indicator brandt wanneer de blokkeerfunctie is ingeschakeld. Brandt • Zie “Blokkeerfunctie” (pagina NL-39) voor details over de blokkeerfunctie. 2.
Opnemen van uw toetsenbordspel Door middel van een eenvoudige bediening kunt u een opname maken van uw toetsenbordspel, de automatische begeleiding en andere bewerkingen van de Digitale Piano die u uitvoert tijdens het spelen. • U kunt in totaal zes opgenomen melodieën in het geheugen hebben (vijf multispoor-melodieën en een deeloefeningopname). • De capaciteit van het opnamegeheugen is ongeveer 12.000 noten per melodie.
Opnemen van uw toetsenbordspel ■ Weergeven van een opgenomen uitvoering Gebruik de procedure onder “Selecteren van een ingebouwde melodie om deze weer te geven” (pagina NL-26) om een van de melodieën in het bereik van 163 t/m 168 te selecteren. ■ Veranderen van het nummer van de melodie voor de opnamebestemming in de opnameparaatstand 1. Houd in de opname-paraatstand 5 RECORD/ STOP lang ingedrukt. Hierdoor verschijnt “Rec Trk” op het display. 2.
Opnemen van uw toetsenbordspel 5. Gebruik de bo regelaar om het spoornummer te selecteren van het volgende spoor dat u wilt opnemen. Hierdoor wordt de opname-paraatstand ingeschakeld voor het spoor dat u heeft geselecteerd. Voorbeeld: Spoor 2 Knippert • Om de toon te veranderen die wordt gebruikt bij het begin van de opname, drukt u op bq TONE en gebruikt dan de bo regelaar om de toon te selecteren. 6. Druk op bp ENTER. 7. Druk op bma.
Opnemen van uw toetsenbordspel 4. Gebruik bn PART SELECT om het gedeelte te selecteren waarvan u de weergave wilt dempen tijdens het maken van de opname. • Bij meermalen indrukken van bn PART SELECT worden de onderstaande dempingsinstellingen doorlopen. De schermindicators tonen het (de) gedempte gedeelte(en). Gedeelte voor rechterhand gedempt Gedeelte voor linkerhand gedempt Gedeelte voor beide handen gedempt • Maak nu ook de toon- en tempo-instellingen. 5.
Opnemen van uw toetsenbordspel Een spoor dempen U kunt de onderstaande procedure gebruiken om een opgenomen spoor te dempen en dan op een ander spoor op te nemen of dit weer te geven. 1. Druk op bs SONG BANK. 2. Gebruik de bo regelaar om een melodie te selecteren die u heeft opgenomen. 3. Druk op bn PART SELECT. Hierdoor verschijnt “Tr 1Mute” op het display. 4. Gebruik de bo regelaar om het spoor te selecteren dat u wilt dempen. 5. Druk op bp ENTER.
Maken van functieinstellingen Aanwijzingen voor het maken van functie-instellingen 1. Druk op bp FUNCTION. De FUNCTION indicator en een hoofdmenu-item verschijnen. Nummer van huidige instelling Hoofdmenu-item Tou c h • Zie “Lijst met functie-instellingen” (pagina NL-46) voor informatie over de hoofdmenu- en submenu-tems van elke functie. 2. Gebruik de bo regelaar om het menu-item te selecteren waarvan u de instelling wilt veranderen.
Maken van functie-instellingen Lijst met functie-instellingen • Zie “Aanwijzingen voor het maken van functie-instellingen” (pagina NL-45) voor informatie over het veranderen van de instellingen in de onderstaande lijst. • Als “(ENTER)” wordt aangegeven achter een functienaam, betekent dit dat bij indrukken van bp ENTER een submenu verschijnt. Nr. Functie Display Instelbereik 1 Aanslagvolume Touch 1-4 2 Transponeren Trans. –12 - 12 3 Duet (ENTER) Duet 4 Octaafverschuiving boven U Oct.
Maken van functie-instellingen Nr.
Maken van functie-instellingen Gebruik van bedieningsvergrendeling Wissen van alle gegevens in het geheugen van de Digitale Piano Met de bedieningsvergrendelingsfunctie wordt de bediening van de toetsen geblokkeerd, met uitzondering van de 1P (aan/uit) toets en de toetsen die vereist zijn voor het opheffen van de vergrendeling. Gebruik de onderstaande procedure om alle gegevens te wissen en alle instellingen en de andere systeeminhoud terug te zetten op de oorspronkelijke standaardfabrieksinstellingen.
USB flash-drive Uw Digitale Piano ondersteunt het gebruik van een los verkrijgbare USB flash-drive. U heeft de beschikking over de volgende functies. • Formatteren van de USB flash-drive • U kunt een USB flash-drive gebruiken voor het opslaan van melodieën die met de Digitale Piano zijn opgenomen en voor het opslaan van geregistreerde basisinstellingen. • De gegevens die met deze Digitale Piano op een USB flashdrive zijn opgeslagen, evenals compatibele gegevens (gebruikersritmes, gebruikersmelodieën enz.
USB flash-drive ■ Aansluiten van de USB flash-drive op de Digitale Piano 1. Steek de USB flash-drive in de cr USB type-A poort van de Digitale Piano zoals aangegeven in de onderstaande afbeelding. • Druk de USB flash-drive voorzichtig zo ver mogelijk naar binnen. Gebruik niet te veel kracht bij het insteken van de USB flash-drive. cr USB type-A poort ■ Formatteren van een USB flash-drive 1. Steek de USB flash-drive die geformatteerd moet worden in de cr USB type-A poort van de Digitale Piano. 2.
USB flash-drive Gebruik van de USB flash-drive In dit hoofdstuk wordt informatie verschaft over de volgende functies.
USB flash-drive ■ Laden van gegevens van een USB flash-drive naar het geheugen van de Digitale Piano 1. Voer de stappen 1, 2 en 3 uit onder “Opslaan van gegevens van de Digitale Piano op een USB flash-drive” (pagina NL-51). 2. Gebruik de bo regelaar om “Load” weer te geven en druk dan op bp ENTER. 3. Gebruik de bo regelaar om een submenu-item weer te geven met opties die corresponderen met het type gegevens dat wordt geïmporteerd. • Zie “Lijst met submenu-items/bestandsnaamextensies” (pagina NL-51). 4.
USB flash-drive ■ Hernoemen van gegevens op een USB flashdrive 1. Voer de stappen 1, 2 en 3 uit onder “Opslaan van gegevens van de Digitale Piano op een USB flash-drive” (pagina NL-51). 2. Gebruik de bo regelaar om “Rename” weer te geven en druk dan op bp ENTER. 3. Gebruik de bo regelaar om een submenu-item weer te geven met opties die corresponderen met het type gegevens dat wordt hernoemd. • Zie “Lijst met submenu-items/ bestandsnaamextensies” (pagina NL-51). 4. Druk op bp ENTER. 5.
Aansluiten van externe toestellen Aansluiten op een computer U kunt de Digitale Piano aansluiten op een computer en MIDIgegevens verzenden tussen deze apparaten. U kunt gegevens vanaf de Digitale Piano zenden naar de muzieksoftware die op uw computer draait of u kunt MIDIgegevens vanaf uw computer zenden naar de Digitale Piano voor weergave. ■ Minimale computersysteemvereisten Hieronder zijn de minimale computersysteemvereisten aangegeven voor het zenden en ontvangen van MIDIgegevens.
Aansluiten van externe toestellen Aansluiten op audio-apparatuur • Nadat de aansluiting eenmaal goed werkt, is het geen probleem als de USB-kabel aangesloten gehouden wordt en uw computer en/of uw Digitale Piano uitgeschakeld of ingeschakeld wordt. • Voor gedetailleerde technische gegevens en aansluitingen die van toepassing zijn op het zenden en ontvangen van MIDI-gegevens door deze Digitale Piano, wordt u verwezen naar de nieuwste informatie die wordt verzorgd door de onderstaande website.
Aansluiten van externe toestellen ■ Weergeven van externe apparatuur via de Digitale Piano Voor de aansluiting zijn los verkrijgbare snoeren nodig, die u zelf dient aan te schaffen. • De aansluitsnoeren dienen aan een kant een 3-polige stereo ministekker te hebben en aan de andere kant een stekker die past bij de configuratie van de externe apparatuur.
Aansluiten van externe toestellen Aansluiten van een smartapparaat Er zijn twee manieren om een smartapparaat aan te sluiten: verbinding via de Bluetooth-functie en/of gebruik van een commercieel verkrijgbare USB-kabel. • Als u een CASIO smartapparaat-app gebruikt, mag de Digitale Piano niet gelijktijdig via de Bluetooth-functie en een USB-kabel met het smartapparaat zijn verbonden.
Aansluiten van externe toestellen Weergeven van het geluid van een apparaat geschikt voor Bluetooth-audio (Bluetooth-audio koppelen) U kunt de draadloze MIDI & audio adapter (optie: WU-BT10) gebruiken om de Digitale Piano met een Bluetoothaudioapparaat te koppelen en dan het geluid van het externe apparaat weer te geven via de luidsprekers van de Digitale Piano. • Alvorens te beginnen met koppelen, moet u de volumeniveaus van de Digitale Piano en het externe apparaat verlagen.
Aansluiten van externe toestellen ■ Wissen van de koppelingsregistratie van een apparaat geschikt voor Bluetooth-audio • Wanneer de onderstaande procedure wordt uitgevoerd, wordt de koppelingsregistratie gewist van de Digitale Piano en het apparaat geschikt voor Bluetooth-audio waarmee de piano momenteel is gekoppeld.
Aansluiten van externe toestellen In- en uitschakelen van de draadloosfunctie van de Digitale Piano 1. Sluit de draadloze MIDI & audio adapter aan op de cr USB type-A poort. 2. Druk op bp FUNCTION. 3. Gebruik de bo regelaar om “Wireless” weer te geven en druk dan op bp ENTER. 4. Gebruik de bo regelaar om “WirlesFn” weer te Instellen van het volumeniveau van de meldtonen 1. Druk op bp FUNCTION. 2. Gebruik de bo regelaar om “Wireless” weer te geven en druk dan op bp ENTER. 3.
Referentie Oplossen van moeilijkheden Symptoom Maatregel Bijgeleverde accessoires Ik kan iets niet vinden wat er toch hoort te zijn. Controleer zorgvuldig wat er in de verpakking zit. Stroomvereisten De stroom kan niet worden ingeschakeld. • Controleer de netadapter of zorg ervoor dat de batterijen in de juiste richting wijzen (pagina NL-7). • Vervang de batterijen door nieuwe of schakel over op stroom van het lichtnet via de netadapter (pagina NL-7).
Referentie Symptoom Maatregel De metronoom klinkt niet. • Controleer de instelling van het metronoomvolume en stel dit indien nodig af (pagina NL-18). • Schakel de stroom eerst uit en daarna opnieuw in om alle instellingen van de Digitale Piano terug te stellen (resetten) (pagina NL-9). De noten blijven klinken zonder dat ze stoppen. • Schakel de stroom eerst uit en daarna opnieuw in om alle instellingen van de Digitale Piano terug te stellen (resetten) (pagina NL-9).
Referentie Foutmeldingen Display Oorzaak Maatregel Err Limit U probeert meer dan 999 maten op te nemen. Zorg dat uw opnamen maximaal 999 maten bevatten. Err Mem Full U probeert een opname te maken die de maximaal toelaatbare gegevensgrens per melodie overschrijdt. Houd de melodie-opnamen binnen de maximaal toelaatbare gegevensgrens per melodie. Err DataFull U probeert meer dan 5 multispoor-melodieën op te nemen. Wis enkele melodieën uit het geheugen.
Referentie Technische gegevens Model CDP-S360BK Toetsenbord Pianotoetsenbord met 88 toetsen Aanslagvolume Maximale polyfonie 3 typen, Uit 128 noten Tonen Ingebouwde tonen 700 Functies Lagen, Splitsen Nagalm 1 t/m 10, Uit Zweving 1 t/m 4, Toon Metronoom Maatslagbel Uit, 1 t/m 9 (maatslagen) Tempobereik 20 t/m 255 Melodiebank Demonstratiemelodie 1 Ingebouwde melodieën 152 Gebruikersmelodieën 10*1 Opgenomen gebruikersmelodieën 6 (Zie “Recorder” hieronder.
Referentie Ingangsaansluitingen/ uitgangsaansluitingen USB-poort Type A, Type B DAMPER/ASSIGNABLE aansluiting Standaardaansluiting (6,3 mm) (aanhouden, sostenuto, zacht, ritme) PEDAL UNIT aansluiting Bedrijfsspecifieke aansluiting (aanhouden, sostenuto, zacht) PHONES/OUTPUT aansluiting Stereo mini-aansluiting (3,5 mm) Uitgangsimpedantie: 3 Ω, Uitgangsspanning: 1,3 V (RMS) MAX AUDIO IN aansluiting Stereo mini-aansluiting (3,5 mm) Ingangsimpedantie: 10 kΩ, Ingangsgevoeligheid: 200 mV Netaansluiting
Referentie Kaart met veelzijdige tonen 168 VERSATILE NYLON GUITAR Toets Aanslagsnelheid Geluid C-1 - B6 1-30 Normal mp 31-60 Normal mf 61-75 Ghost Note 76-90 Mute 91-105 Hammering 106-120 Glissando 121-127 Open Harmonics C7 1-127 Strum 1 C{7 1-127 Strum 2 D7 1-127 Strum 3 E}7 1-127 Strum 4 E7 1-127 Strum 5 F7 1-127 Strum 6 F{7 1-127 Strum 7 G7 1-127 Strum 8 A}7 1-127 Strum 9 A7 1-127 Strum 10 B}7 1-127 Strum 11 B7 1-127 Strings Slap 1 C8 1-127 Strings Slap 2 C{8 1-127 Strings Slap 3 D8 1-127 Strings Slap 4
Referentie Vingerzettinggids Cadd9 ■ FINGERED 1, FINGERED 2 akkoorden Cmadd9 *4 C *4 C69 *3 *4 Cm Cm69 *3 Cdim *1 Met FINGERED 2, geïnterpreteerd als Am7. *2 Met FINGERED 2, geïnterpreteerd als Am7}5. *3 Het geïnverteerde formaat wordt in bepaalde gevallen niet ondersteund. *4 Deze vingerzettingen zijn speciale vingerzettingen voor akkoordinvoer op de Digitale Piano en ze zijn daarom niet geschikt voor normaal spelen op een keyboard.
Referentie Akkoordvoorbeeldenlijst *1 *2 C C /(D ) D (D )/E E F M m dim aug sus4 sus2 7 m7 M7 m7 5 7 5 7sus4 add9 madd9 mM7 dim7 69 6 m6 • U kunt het splitspunt gebruiken om de grootte van het bereik van het begeleidingstoetsenbord te veranderen (pagina NL-16).
Referentie *1 *2 F /(G ) G (G )/A A (A )/B B M m dim aug sus4 sus2 7 m7 M7 m7 5 7 5 7sus4 add9 madd9 mM7 dim7 69 6 m6 • U kunt het splitspunt gebruiken om de grootte van het bereik van het begeleidingstoetsenbord te veranderen (pagina NL-16).
Key’s Ch’s After Touch Control Change Pitch Bender Note ON Note OFF Velocity True voice 0 1 5 6, 38 7 10 11 64 65 66 67 71 72 73 O X X X O O X O X O O X X X O *4 *4 *2 *4 *4 *4 *3 *4 *3 *3 *4 *4 *4 O O O O *2 O O O O O O O O O O O X O O 9nH v = 1 - 127 O 8nH v = 0 - 127, 9nH v = 0 O 9nH v = 1 - 127 O 8nH v = 0 - 127 X X 0 - 127 0 - 127 *1 Mode 3 X 1 - 16 1 - 16 Recognized 12 - 120 Mode 3 X Default Messages Altered Mode Note Number 1 1 - 16 Default Changed Transmitted MIDI Implemen
:True # X X X X O X : All sound off : Reset all controller : Local ON/OFF : All notes OFF : Active Sense : Reset Aux Messages Mode 1 : OMNI ON, POLY Mode 3 : OMNI OFF, POLY *4 *4 *4 O O X O O X X X X X X O *2 O 0 - 127 O O O O O O O O O *2 Filter cutoff Vibrato rate Vibrato depth Vibrato delay Portamento Control Reverb send level Chorus send level Delay send level RPN LSB, MSB Mode 2 : OMNI ON, MONO Mode 4 : OMNI OFF, MONO O : Yes X : No *1: Hangt af van de toon.
MA2109-A