User Manual

Weergeven van een ingebouwde melodie
NL-13
U kunt de onderstaande procedure gebruiken om het tempo
(snelheid) te veranderen en zo de weergave te vertragen voor
het oefenen van moeilijke stukken enz.
1.
Selecteer met de melodiefunctie de melodie
waarvan u het tempo wilt veranderen.
2.
Houd FUNCTION ingedrukt en gebruik dan de
TEMPO klaviertoetsen om een tempowaarde in
te stellen.
U kunt een tempowaarde instellen in het bereik van
20 t/m 255.
Bij meermalen indrukken van de – of + klaviertoets
wordt de tempowaarde telkens met 1 verhoogd of
verlaagd. Houd een van beide toetsen ingedrukt om
de instelwaarden te doorlopen.
U kunt ook de invoertoetsen voor de TEMPO waarde
(0 t/m 9) gebruiken om een gewenste tempowaarde in
te voeren.
Er moeten drie cijfers voor de tempowaarde worden
ingevoerd.
Voorbeeld: Om een tempo van 20 in te stellen, voert u
“03230” in.
Druk de – en + klaviertoetsen tegelijk in om naar de
aanbevolen instelling voor de huidige melodie terug te
keren.
Door het melodienummer te veranderen wordt ook
teruggekeerd naar het aanbevolen tempo van de
melodie.
De toetsenbordinvoer-LED brandt wanneer
FUNCTION is ingedrukt.
3.
Laat FUNCTION los om de instelprocedure af
te sluiten.
Gebruik de onderstaande procedure om de balans af te
stellen tussen het volume van de melodieweergave en het
volume van uw toetsenbordspel.
1.
Houd FUNCTION ingedrukt en gebruik dan de
SONG VOLUME – en + klaviertoetsen om het
volumeniveau in te stellen.
U kunt het volumeniveau instellen binnen een bereik
van 1 t/m 10.
Druk de – en + klaviertoetsen tegelijk in om terug te
keren naar de oorspronkelijke standaardinstelling.
De toetsenbordinvoer-LED brandt wanneer
FUNCTION is ingedrukt.
2.
Laat FUNCTION los om de instelprocedure af
te sluiten.
Veranderen van het tempo van de melodie
(Snelheid)
Afstellen van het melodievolume