User Manual
Spelen op het keyboard
NL-7
1.
Gebruik de VOLUME + en – toetsen om het
volumeniveau in te stellen.
• Het instelbereik loopt van 0 t/m 10.
• Houd een van beide toetsen ingedrukt om de
instelwaarden te doorlopen.
Gebruik de onderstaande procedure om het volumeniveau te
specificeren dat wordt ingesteld wanneer het Digitale
Keyboard wordt ingeschakeld.
1.
Houd FUNCTION ingedrukt en druk dan op de
C{4 of E}4 klaviertoets om het gewenste
volumeniveau in te stellen.
• U kunt het volumeniveau instellen binnen een bereik
van 1 t/m 10.
• Bij indrukken van de C{4 klaviertoets wordt het
volumeniveau lager en bij indrukken van de E}4
klaviertoets hoger.
• Druk de C{4 en E}4 klaviertoetsen tegelijk in om terug
te keren naar de oorspronkelijke standaardinstelling.
• De toetsenbordinvoer-LED brandt wanneer
FUNCTION is ingedrukt.
2.
Laat FUNCTION los om de instelprocedure af
te sluiten.
De metronoom laat u spelen en oefenen met een vaste
maatslag om u te helpen met uw tempo. U kunt ook een
tempo instellen dat geschikt is voor uw oefenspel.
1.
Druk een aantal malen op RHYTHM/SONG
totdat de LED uitgaat.
2.
Druk op a.
De metronoom start.
3.
Druk nogmaals op a om de metronoom te
stoppen.
Gebruik de onderstaande procedure om het tempo van de
metronoom te veranderen.
1.
Start de metronoom.
2.
Houd FUNCTION ingedrukt en gebruik dan de
TEMPO klaviertoetsen om een tempowaarde in
te stellen.
• U kunt een tempowaarde instellen in het bereik van
20 t/m 255.
• Bij meermalen indrukken van de – of + klaviertoets
wordt de tempowaarde telkens met 1 verhoogd of
verlaagd. Houd een van beide toetsen ingedrukt om
de instelwaarden te doorlopen.
• U kunt ook de invoertoetsen voor de TEMPO waarde
(0 t/m 9) gebruiken om een gewenste tempowaarde in
te voeren.
• Er moeten drie cijfers voor de tempowaarde worden
ingevoerd.
Voorbeeld: Om een tempo van 20 in te stellen, voert u
“03230” in.
• Druk de – en + klaviertoetsen tegelijk in om terug te
keren naar de oorspronkelijke standaardinstelling.
• De toetsenbordinvoer-LED brandt wanneer
FUNCTION is ingedrukt.
3.
Laat FUNCTION los om de instelprocedure af
te sluiten.
Instellen van het volumeniveau
Specificeren van het inschakelvolume
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C
{
4 E
}
4
Gebruik van de metronoom
Starten/Stoppen
Veranderen van het tempo van de
metronoom