User Manual

Table Of Contents
Toepassen van het gewenste effect op een toon (Actieve DSP)
NL-100
4.
Druk nogmaals op ACTIVE DSP om Actieve DSP uit te schakelen.
De ACTIVE DSP LED gaat uit.
De effecten en knopfuncties die op de toetsenbordtonen worden toegepast, keren terug naar de
instellingen die golden voordat Actieve DSP werd ingeschakeld.
Actieve DSP wordt ook uitgeschakeld als u op HOME drukt of het scherm voor Actieve DSP op
een andere manier verlaat.
U kunt andere functies gebruiken terwijl Actieve DSP ingeschakeld is. Zie “Gebruik van andere
functies terwijl Actieve DSP aan staat” (pagina NL-105).
Bij veranderen van het effect wijzigen de knopfuncties naar de parameters aanbevolen voor het
effect.
Als de parameters zijn veranderd (pagina NL-103), zullen de parameters bij wijzigen van het effect
worden teruggezet op de standaardinstellingen.
Als de knopfuncties de aanbevolen parameters voor een effect zijn, zullen ze in aflopende
aanbevelingsvolgorde aan de knoppen worden toegewezen (meest naar minst aanbevolen).
Zie “Lagen en splitsingen aanbrengen in tonen” (pagina NL-81) voor informatie over de gedeelten.