User Manual

Table Of Contents
NL-136
In het registratiegeheugen kunt u de basisinstellingen (toon, ritme enz.) van het instrument opslaan
voor onmiddellijk oproepen wanneer u deze instellingen nodig heeft. Bij het oproepen van een
basisinstelling kunt u aangeven welke items u niet wilt dat worden opgeroepen (blokkeerfunctie). Het
registratiegeheugen vereenvoudigt het uitvoeren van complexe stukken waarbij achtereenvolgende
veranderingen in toon en ritme nodig zijn.
Gegevens voor de basisinstellingen in het registratiegeheugen
Tonen (UPPER1, UPPER2, LOWER)
Aanslagvolume
Toets-loslaatsnelheid
Pedaal (PEDAL1, PEDAL2)
Gedeelte voor pedaaleffect (UPPER1, UPPER2, LOWER)
Aanhoudfunctie
Aanhoudtijden (UPPER1, UPPER2, LOWER)
Upper-portamento
Gedeelte-portamento (UPPER1, UPPER2, LOWER)
Portamentotijd (UPPER1, UPPER2, LOWER)
Toonhoogteregeling (UPPER1, UPPER2, LOWER)
Knoptype (K1, K2, K3)
Gedeelte voor knopeffect (UPPER1, UPPER2, LOWER)
Koppeling van knoppen K1-K2
Lagen
Splitsen
Splitspunt
Balans (UPPER1, UPPER2, LOWER, ritme)
Upper-octaafverschuiving
Octaafverschuiving van gedeelte (UPPER1, UPPER2, LOWER)
Transponeren
SUS/UPPER PORT-toets
Nagalm
Zweving
Vertraging
Type toonschaalstemming
Basisnoot van toonschaalstemming
Toonschaal van begeleiding
Uitgerekte pianostemming
Arpeggiator (type, aanhouden, gedeelte)
Automatisch harmoniseren
ARP/AH-toets
Actieve DSP* (gedeelte voor effectverandering, effect, effectgedeelte, parameter, Actieve DSP
aanhouden)
Tempo
Ritme (nummer, patroon, invullen, begeleiding, akkoordmodus, gesynchroniseerd starten,
gesynchroniseerd stoppen, volumeniveau)
* De instellingen voor Actieve DSP kunnen alleen worden opgeslagen wanneer Actieve DSP
aanhouden is ingeschakeld.
Opslaan en oproepen van basisinstellingen
(Registratie)