User Manual

Table Of Contents
Regelen van het geluid van een uitvoering
NL-69
5.
Draai aan de regelaar om het zwevingstype te selecteren.
De beschikbare instellingen voor het zwevingstype staan in de onderstaande tabel.
Nadat u eenmaal aan de regelaar heeft gedraaid om een zwevingstype te selecteren, kunt u uw
selectie verder veranderen met – en +.
Druk – en + tegelijk in om terug te gaan naar de oorspronkelijke standaardinstelling.
Druk op BACK om terug te gaan naar het vorige scherm.
Druk op REVERB om terug te keren naar het nagalmscherm.
6.
Druk op EXIT om de instelprocedure af te sluiten.
Wanneer een ander zwevingstype dan Tone wordt geselecteerd, zal de Zweving zenden van het
toetsenbordgedeelte worden verhoogd.
U kunt ook de knoppen gebruiken om in te stellen hoe de zweving op een toon wordt toegepast. Zie
Gebruik van de knoppen voor het veranderen van het geluid” (pagina NL-58) voor verdere
informatie.
Instelling Displaynaam
Aanbevolen zwevingsinstelling voor elke toon Tone
Zweving 1 t/m 4 Chorus 1 t/m 4
Feedback-zweving Feedback Chorus
Diepe zweving Deep Chorus
Flanger 1 t/m 4 Flanger 1 t/m 4
Korte vertraging 1, 2 Short Delay 1, 2