Operation Manual

Uitoefenen van effecten op een klank
D-34
5.
Verplaats d.m.v. de R-17 (t, y) toetsen 0 naar
de parameter die u wilt veranderen.
Zie “DSP parameterinstellingen” (pagina D-35)
informatie details aangaande de bediening en het
instelbereik van elke parameter.
6.
Selecteer de instelwaarde d.m.v. de
draairegelaar of de R-14 (–, +) toetsen.
Door de R-14 (–, +) toetsen tegelijkertijd in te drukken
wordt de parameter teruggezet op de oorspronkelijke
default instelling.
Door de DSP parameter te veranderen terwijl een noot
ingevoerd wordt via het Digitale Keyboard kan er toe
leiden dat ruis wordt gegenereerd. Echter dit duidt niet
op een defect.
7.
Herhaal de stappen 5 en 6 zoals vereist om
andere parameters te configureren.
8.
Druk op de R-15 (EXIT) toets.
Hierdoor wordt het hieronder getoonde
bevestigingsscherm weergegeven.
Druk op de R-14 (NO) toets om het bewerken te
annuleren zonder de bewerkte resultaten op te slaan.
9.
Druk op de R-14 (YES) toets.
Hierdoor wordt een scherm getoond voor het
specificeren van het bestemming gebruikers DSP
nummer en de DSP naam.
10.
Selecteer d.m.v. de draairegelaar of R-14 (–, +)
toetsen het bestemming gebruikers DSP
nummer dat u wilt gebruiken.
11.
Verplaats d.m.v. de R-17 (u, i) toetsen de
cursor naar de naamletterpositie die u wilt
veranderen en selecteer dan d.m.v. de
draairegelaar of de R-14 (–, +) toetsen het
gewenste karakter.
Zie “Ondersteunde invoerkarakters” (pagina D-160)
voor informatie aangaande de karakters die u kunt
invoeren voor de naam.
Druk tegelijkertijd op beide R-14 (–, +) toetsen om een
spatie in te voeren.
12.
Druk nadat alles naar wens is op de R-16
(ENTER) toets.
Er verschijnt een boodschap (Replace?) (vervangen?)
in de display om te bevestigen of u de bestaande data
wilt vervangen door de nieuwe data. Druk de R-14
(YES) toets om de bestaande data te vervangen door
nieuwe data.
De boodschap “Please Wait” (wachten a.u.b.) blijft op
de display terwijl de data-opslagbewerking wordt
uitgevoerd. Voer geen bediening uit terwijl deze
melding wordt weergegeven.
Data van het Digitale Keyboard kan gewist of
onbruikbaar worden wanneer het Digitale Keyboard
uitgeschakeld of de geheugenkaart verwijderd wordt.
Het kan ook voorkomen dat het Digitale Keyboard niet
ingeschakeld kan worden als op de L-1 (POWER) toets
wordt gedrukt. Mocht dit gebeuren, verwijs dan naar
“Oplossen van moeilijkheden” (pagina D-150).
DSP Naam
Bestemming gebruiker DSP nummer