Operation Manual
Gebruiken van trekorgeltonen
D-51
Bijstellen van trekorgeltonen in realtime d.m.v. de
schuifregelaars en toetsen.
1.
Zie stappen 1 en 3 van de procedure onder
“Selecteren van en spelen met een
trekorgeltoon” (pagina D-50).
• De niveaumeter toont de harmonische
overtoonniveau’s voor het aantal “lengtes” in voeten
voor de op dat moment geselecteerde trekorgeltoon.
• U kunt deze stap overslaan en vanaf stap van de
procedure starten, als u dat wilt.
2.
Houd de R-12 (MANUAL) toets ingedrukt todat
de “lengte” waarden in voeten (16' - 1')
bovenaan de niveaumeters tweemaal
knipperen. U kunt de toets op dat moment
loslaten.
• Hierdoor geeft de niveaumeter de huidige positie van
de schuifregelaars D-4 (16') - D-12 (1') aan en worden
van toepassing zijnde harmonische overtoonniveau’s
uitgeoefend op de huidige toon.
3.
Schuif schuifregelaars D-4 (16') - D-12 (1')
omhoog en omlaag.
• Wanneer u dat doet veranderen de harmonische
overtoonniveau’s in overeenstemming met de
niveaumeter.
4.
Nu kunt u op het toetsenbord spelen met de
niveau-bijgestelde toon.
Bijstellen van een trekorgeltoon in realtime
Om dit te doen: Doe dit:
Bijstellen van toon
harmonische
overtoonniveau’s
Schuif schuifregelaars D-4 (16') -
D-12 (1') omhoog en omlaag.
• Door een van de schuifregelaar
omhoog of omlaag de schuiven
verandert de harmonische
overtoon van de
corresponderende “lengte” in
voeten van het huidige niveau
(de niveauvoorkeuze voor die
toon).
*1
• U kunt de niveaumeter ook
configureren zodat het de
harmonische overtoonniveau van
elke schuifregelaarstand. Zie
“Om de niveaumeter te
configureren om de harmonische
overtoonniveau’s te tonen voor
elke schuifregelaarstand.”
(pagina D-51) voor nadere
informatie.
Voeg
percussieklanken toe
of verwijder ze met
een 2de overtoon en
een 3de overtoon bij
een toon
Gebruik de D-2 (PERCUSSION
SECOND) en D-3 (PERCUSSION
THIRD) toetsen.
• Telkens bij indrukken schakelt de
toets over tussen branden en niet
branden.
• De corresponderende
overtoonpercussie wordt
uitgeoefend op noten terwijl een
toets oplicht en niet uitgeoefend
wanneer de toets niet oplicht.
Schakel de snelheid
van het draai
effectsnelheid
(draaisnelheid)
*2
Druk op de D-1 (ROTARY SLOW/
FAST) toets.
• Telkens bij indrukken schakelt de
toets over tussen branden en niet
branden.
• De draaisnelheid is snel terwijl de
toets brandt en langzaam
wanneer deze niet brandt.
*1 Er kan op vier niveau’s 0 - 3 wordt ingesteld. Elk niveau
wordt getoond door de niveaumeter zoals hieronder
getoond.
*2 Deze bewerking wordt enkel ondersteund wanneer DSP
gebruikt wordt als het effect en het DSP type is “Rotary”
(draaiend). Zie “Uitoefenen van effecten op een klank”
(pagina D-29) voor details aangaande effecten. Zie “DSP
effect lijst” (pagina D-155) voor details aangaande DSP
types.
Om de niveaumeter te configureren om de
harmonische overtoonniveau’s te tonen voor
elke schuifregelaarstand.