Handleiding

Synthesizerfunctie
D-44
z Vibratovertraging (Vibrato Delay)
(Bereik: –64 tot en met 00 tot en met +63)
Specificeert de hoeveelheid tijd voordat vibrato begint.
z Vibratosnelheid (Vibrato Rate)
(Bereik: –64 tot en met 00 tot en met +63)
Snelheid van het vibrato effect
z Vibratodiepte (Vibrato Depth)
(Bereik: –64 tot en met 00 tot en met +63)
Diepte van het vibrato effect
z Octaafverschuiving (Octave Shift)
(Bereik: –2 tot en met 0 tot en met +2)
Omhoog/omlaag octaafverschuiving
z Niveau (Level) (Bereik: 000 tot en met 127)
Deze parameter regelt het algehele volume van de toon. Hoe
groter de waarde, des te luider het volume. Het instellen van
nul als het niveau houdt in dat de toon in het geheel niet te
horen zal zijn.
z Toetsgevoeligheid (Touch Sensitivity)
(Bereik: –64 tot en met 00 tot en met +63)
Deze parameter regelt het volume van de toonin
overeenkomst met de druk die wordt uitgeoefend op de
klaviertoetsen. Een grotere positieve waarde verhoogt het
volume van het afgegeven signaal als de druk verhoogd
wordt terwijl een negatieve waarde het volume verlaagd bij
meer druk op de klaviertoetsen. Nul als instelling betekent
dat er geen verandering in het afgegeven volume plaatsvindt
terwijl de druk op de klaviertoetsen wel degelijk anders kan
zijn.
z Nagalmzenden (Reverb Send) (Bereik: 000 tot en met 127)
Deze parameter stelt de nagalm bij.
z Zwevingzenden (Chorus Send)
(Bereik: 000 tot en met 127)
Deze parameter stelt de zweving bij.
z DSP lijn (Instellingen: aan, uit (on, oFF))
Deze parameter regelt of het DSP effect gebruikt wordt of
niet.
Gebruik het DSP bewerkingsscherm om het DSP type te
selecteren en parameters te bewerken.
1.
Selecteer een toon, druk op de SYNTH toets en
configureer vervolgens de parameterinstellingen
.
2. Druk nadat u alles naar wens heeft eenmaal op de
[ ] CURSOR toets. Hierdoor wordt doorgegaan
naar het DSP parameter bewerkingsscherm.
Door op de [ ] CURSOR toets te drukken wordt
teruggekeerd naar het synthesizerfunctie parameterscherm.
Deze instelling specificeert DSP parameters. Zie “DSP
parameters” op pagina D-24, “Effectenlijst” op pagina A-13,
en “DSP algoritmelijst” op pagina D-83 voor nadere
informatie.
Slaat u een originele toon op met de DSP lijn ingeschakeld
(zie volgende pagina), dan zal bij gewoonweg oproepen de
toon automatisch de DSP lijn, het DSP type en de DSP
parameterinstellingen veranderen. Dit vereenvoudigt het
oproepen van de originele tonen die een DSP effect
bevatten.
Een indicator verschijnt naast DSP in de display terwijl u een
DSP type of DSP parameterinstellingen aan het maken bent.
VDla
y
ebi
V . ateRbi
VD
p
thebi
OSifthtc
Lelve
T S nseehc
DSP instellingen
R endSbv
C endSoh
D ineLPS
707A-D-046A
CTK900_d.book 44 ペー 2005年3月11日 金曜日 午前11時47