Handleiding

Melodiegeheugenfunctie
D-50
Gebruik de SONG MEMORY TRACK toetsen die gemarkeerd
zijn als CHORD/TR1 tot en met TR6 om het gewenste spoor
in te stellen.
J SONG MEMORY TRACK toetsen
1
Spoor 1
2
Spoor 2
3
Spoor 3
4
Spoor 4
5
Spoor 5
6
Spoor 6
De status van het melodiegeheugen verandert telkens
wanneer u op de SONG MEMORY toets drukt.
Bij real-time opname worden de noten opgenomen zoals en
op het moment dat u ze speelt op het toetsenbord.
1. Druk tweemaal op de SONG MEMORY toets om
real-time opnamestandby in te schakelen.
Voer stap 2 hieronder uit binnen vijf seconden nadat
de opnamestandby is ingeschakeld.
De
niveaumeters voor de sporen 11 tot en met 16
worden in de display getoond terwijl de
opnamestandbyfunctie ingeschakeld is bij het
keyboard, zodat u makkelijk kunt checken welke
sporen reeds opgenomen zijn. Zie
“Niveaumeterinhoud tijdens opname-/
bewerkingsstandby” op pagina D-57 voor details.
2. Gebruik de cijfertoetsen om een melodienummer
(0 tot en met 4) te selecteren.
1
Melodienummer
Het bovenstaande melodienummerscherm blijft in de
display voor ca. vijf seconden. Als het scherm
verdwijnt voordat u de kans had om een
melodienummer te selecteren, gebruik dan de [ ]
CURSOR toets om het scherm opnieuw te verkrijgen.
3. Voer de volgende instellingen uit.
•Toonnummer
•Ritmenummer
•Tempo
•MODE toets
4. Druk op de START/STOP toets om het opnemen
te starten.
Real-time opname begint zonder ritme. Druk op de
INTRO/ENDING 1/2 toets of op de VARIATION/
FILL-IN 1/2 toets als u wilt opnemen met een ritme.
Bij het aanvangen van de opname gaat de REC
indicator knipperen in de display. Na enkele
ogenblikken stopt de indicator met knipperen en blijft
dan non-stop branden in de display.
Instellen van een spoor
Basis
melodiegeheugenbediening
1 2 4 63 5
Gebruik van real-time opname
Opnemen m.b.v. real-time opname
Rodrce
1
707A-D-052A
CTK900_d_14_SongMemory.fm 50 ページ 2005年3月11日 金曜日 午後3時31