Handleiding

Melodiegeheugenfunctie
D-54
Wanneer de begeleidingsfunctie tijdens stapopname
ingesteld is op NORMAL, kunt u een methode specificeren
die afwijkt van de CASIO CHORD en FINGERED
vingerzettingen. Deze akkoordspecificatie methode kan
gebruikt worden om 18 verschillende akkoordtypes in te
voeren d.m.v. slechts twee klaviertoetsen, zodat akkoorden
gespecificeerd kunnen worden zelfs als u zelf niet weet hoe u
ze zou moeten spelen.
Om het akkoord in te stellen houdt u de betreffende
klaviertoets van het toetsenbord voor invoeren van de
grondtoon ingedrukt en drukt u dan op de klaviertoets van
het toetsenbord voor het akkoordtype om dit in te stellen. Bij
invoeren van een akkoord met een speciale basnoot wordt bij
indrukken van twee toetsen van het toetsenbord voor de
grondtoon de ingestelde lagere noot ingesteld als bastoon.
Voorbeeld 1:
Om Gm7 in te voeren, houdt u G op het grondtoon
toetsenbord ingedrukt en drukt u op de m7
klaviertoets van het akkoordtype toetsenbord.
Voorbeeld 2:
Om Gm/C in te voeren, houdt u C en G op het
grondtoon toetsenbord ingedrukt en drukt u op de
m klaviertoets van het akkoordtype toetsenbord.
Tijdens stapopname worden de cijfertoetsen gebruikt voor
het instellen van de lengte van elke noot.
J Nootlengte
Stel met de cijfertoetsen [1] tot en met [6] hele noten ( ), halve
noten ( ), kwartnoten ( ), achtste noten ( ), 16de noten ( ) en
32ste noten ( ) in.
Voorbeeld:
Druk op cijfertoets [3] om een kwartnoot ( ) in te
stellen.
J Punten ( ) en triplos ( )
Terwijl u de [7] (punten) of [9] (triplo’s) toetsen ingedrukt
houdt, kunt u met de toetsen [1] - [6] de lengte van de noten
invoeren.
Voorbeeld:
Om een gepunte 8ste noot ( ) in te stellen houdt u
cijfertoets [7] ingedrukt en drukt u op cijfertoets [4].
J Dwarsbalk
Voer eerst de eerste en vervolgens de tweede noot in.
Voorbeeld:
Om in te voeren, druk op [4] en daarna op
[8]. Druk vervolgens op [5]. Deze noot wordt
dan verbonden aan de volgende ingevoerde
noot (16de noot in dit voorbeeld).
J Rustpauze
Houd cijfertoets [0] ingedrukt en druk vervolgens op de
cijfertoetsen [1] - [9] om de lengte van de rustpauze in te
stellen.
Voorbeeld:
Houd om een rustpauze van een 8ste noot
cijfertoets [0] ingedrukt en druk op cijfertoets [4].
Door op de [ ] CURSOR toets te drukken worden
rustpauzes tot aan het begin van de volgende maat
ingevoerd.
Instellen van akkoorden tijdens de normale
functie
1
Majeur
2
Mineur
3
Vermeerderd
4
Verminderd
5
Aangehouden vier
6
Septiem
7
Mineur septiem
8
Majeur septiem
9
Mineur majeur septiem
bk
Septiem mol vijf
bl
Mineur septiem mol vijf
bm
Septiem aangehouden vier
bn
Verminderd septiem
bo
Mineur toegevoegde none
bp
Toegevoegde none
bq
Mineur sext
br
Sext
bs
Sext none
Instellen van de nootlengte
707A-D-056A
CTK900_d.book 54 ペー 2005年3月11日 金曜日 午前11時47