Handleiding

D-57
Melodiegeheugenfunctie
De kanalen 11 - 16 komen overeen met de sporen 1 - 6. Tijdens
opname-/bewerkingsstandby (pagina D-58) geeft de
niveaumeterdisplay aan welke sporen reeds opgenomen en
welke nog steeds leeg zijn. Sporen met 4 verlichte segmenten
bevatten reeds data terwijl sporen zonder verlichte
segmenten geen data bevatten.
1
Opnamespoor
2
Spoor waarop niet wordt opgenomen
Geheugendata kan worden beschouwd als bladmuziek die
gespeeld wordt van links naar rechts met het invoerpunt
gewoonlijk ver rechts van de opgenomen data.
De hier beschreven procedure laat u dit invoerpunt naar links
bewegen zodat u veranderingen in reeds ingevoerde data
kunt aanbrengen. Merk echter op dat bij bewegen van het
invoerpunt naar links en het veranderen van data
automatisch tot gevolg heeft dat alle data rechts van dit punt
meteen geheel gewist wordt.
1. Gebruik zonder de stapopname te verlaten de
[ ] CURSOR toets om de invoeraanwijzer naar
links te verplaatsen.
De REC indicator verdwijnt uit de display en de STEP
indicator gaat knipperen.
2. Gebruik terwijl u de data op de display bekijkt, de
[ ] en [ ] CURSOR toetsen om de
invoeraanwijzer te verplaatsen naar de data die u
wilt veranderen.
Voorbeeld:
Om alle nootdata volgend op noot A3 bij Maat
120, maatslag 1, klok 0 te veranderen.
3. Druk op de [ ] CURSOR toets.
4. Druk op de YES toets.
Dit wist alle data van de plaats die u specificeerde
waarna de opnamstandbyfunctie wordt ingeschakeld.
Door op de [ ] CURSOR toets of de NO toets te
drukken wordt het wissen van de data geannuleerd.
Wanneer u het einde van de opname bereikt door op de
[ ] CURSOR toets te drukken, verschijnt de REC indicator
en gaat de STEP indicator knipperen in de display om aan te
geven dat u meer data kunt toevoegen tijdens stapopname.
Niveaumeterinhoud tijdens opname-/
bewerkingsstandby
Corrigeren van fouten tijdens
stapopname
Corrigeren van fouten tijdens stapopname
1 2
NeC#4to
NeA3to
Rrte?iwe
707A-D-059A
CTK900_d.book 57 ペー 2005年3月11日 金曜日 午前11時47