Handleiding

Instellingen van het keyboard
D-64
Door lagen + splitsen in te schakelen wordt het op dat
moment geselecteerde deel overgeschakeld naar Deel 4 en
wordt de gelaagde toon aangegeven. Op dat moment kunt u
de [ ] en [ ] CURSOR toetsen gebruiken om tussen de
verschillende delen over te schakelen. Door lagen uit te
schakelen wordt teruggegaan naar deel 3, terwijl door
uitschakelen van splitsing terug wordt gegaan naar deel 2.
Door zowel lagen als splitsing uit te schakelen wordt
teruggekeerd naar Deel 1.
De hoofdtoon klinkt via kanaal 1, de gelaagde toon via
kanaal 2, de spitstoon via kanaal 3 en de gelaagde splitstoon
via kanaal 4. De mixer kan tevens gebruikt worden om de
instellingen voor toon en volume van deze kanalen te
veranderen.
Transpositie laat u de sleutel van het gehele toetsenbord
verhogen en verlagen in semitoon (halve toon) eenheden. Als
u een begeleiding wilt spelen voor een zanger die in een
andere sleutel zingt dan het keyboard bijvoorbeeld, kunt u
eenvoudigweg de sleutel van het keyboard veranderen met
de transponeerfunctie.
1. Druk op de TRANSPOSE/FUNCTION toets.
Hierdoor verschijnt een aanwijzer in de display naast
TRANSPOSE/FUNCTION en wordt het transponeer
instelscherm getoond.
2. Gebruik de [
+
] en [] toetsen om de
transponeerinstelling van het toetsenbord te
veranderen.
Voorbeeld:
Met vijf halve tonen omhoog transponeren van
het toetsenbord.
Door op de TRANSPOSE/FUNCTION toets te
drukken wordt het transponeerscherm verlaten.
Het toetsenbord kan binnen een bereik van 24 (twee
octaven lager) tot +24 (twee octaven hoger) worden
getransponeerd.
De transponeerinstelling heeft ook invloed op de weergave
van het melodiegeheugen en de automatische begeleiding.
Het toegestane toonhoogtebereik waarbinnen u kunt
transponeren hangt af van de toon die u gaat gebruiken. Als
door het transponeren een noot voor de gebruikte toon
buiten het toonhoogtebereik komt te vallen, dat zal het
keyboard dezelfde noot automatisch spelen voor de
dichtstbijzijnde octaaf die wel binnen het toonhoogtebereik
valt van de toon die u gebruikt.
Bij inschakelen van toetsrespons hangt het relatieve volume
van het geluid van het keyboard af van de kracht die er op de
klaviertoetsen uitgeoefend wordt, precies zoals bij een
akoestische piano.
1. Druk op de TRANSPOSE/FUNCTION toets.
Hierdoor verschijnt een aanwijzer in de display naast
TRANSPOSE/FUNCTION.
2. Gebruik de [ ] en [ ] CURSOR toetsen om het
aanslagvolume instelscherm te verkrijgen.
3. Gebruik de [
+
] en [] toetsen om het
gevoeligheidsnivau van aanslagvolume in te
stellen.
“1” geeft een krachtig geluid weer zelfs bij een lichte
aanraking van de klaviertoetsen terwijl bij “3” een
harde aanslag nodig is om een krachtig geluid voort te
brengen.
Door op hetzelfde moment op [
+
] en [–] te drukken
wordt de gevoeligheid teruggesteld op de “2”
instelling.
Bij selectie van “oFF”, (uit) verandert de toon niet
ongeacht de druk die uitgeoefend wordt op de
klaviertoetsen.
Aanslagvolume heeft niet enkel invloed op de interne
klankbron van het keyboard maar wordt tevens als MIDI data
afgegeven.
Melodiegeheugenweergave, begeleiding en externe MIDI
nootdata hebben geen invloed op de aanslagvolume-
instelling.
Transpositie van het keyboard
Transponeren van het keyboard
Tn.sar
Tn.sar
Gebruik van toetsrespons
In- en uitschakelen van aanslagvolume
Tchuo
707A-D-066A
CTK900_d.book 64 ペー 2005年3月11日 金曜日 午前11時47