Handleiding

DSP algoritmelijst
D-83
DSP algoritmelijst
J 00 : Automatische stereopositie (Auto Pan)
Functie
Voert doorlopend links-rechts stereopositie compensatie uit van het
ingangssignaal overeenkomstig een LFO.
Parameters
J 01 : Tremolo
Functie
Regelt het volume van het ingangssignaal overeenkomstig een LFO.
Parameters
J 02 : 2-banden equalizer (2BandEQ)
Functie
Dit is een tweebanden equalizer.
Parameters
J 03 : 3-banden equalizer (3BandEQ)
Functie
Dit is een driebanden equalizer.
Parameters
J 04 : LFO Wah
Functie
Dit is een Wah effect dat automatisch de frequentie kan
beïnvloeden overeenkomstig een LFO.
Parameters
J 05 : Automatisch Wah (Auto Wah)
Functie
Dit is een Wah effect dat automatisch de frequentie kan
beïnvloeden overeenkomstig het ingangssignaal.
Parameters
J 06 : Compressor
Functie
Drukt het ingangssignaal ineen waardoor het effect van
onderdrukte niveauvariatie kan ontstaan hetgeen het mogelijk
maakt om gedempte klanken langer aan te houden.
Parameters
J 07 : Begrenzer (Limiter)
Functie
Dit is een effector die u kunt gebruiken om de bovenlimietwaarde in
te stellen voor het niveau van het ingangssignaal.
Parameters
J 08 : Vervorming (Distortion)
Functie
Dit effect voorziet in vervorming (Distortion) +
Versterkingsnabootsing (AmpSimulator).
0: Snelheid (Bereik: 0 127)
Stelt de stereo positie snelheid in.
1: Diepte (Bereik: 0 127)
Stelt de stereopositie diepte in.
0: Snelheid (Bereik: 0 127)
Stelt de tremolosnelheid in.
1: Diepte (Bereik: 0 127)
Stelt de tremolodiepte in.
0: Lage frequentie (Bereik: 0 (200Hz), 1 (400Hz), 2 (800Hz))
Regelt de afsnijfrequentie van de laagband equalizer.
1: Lage versterking (Bereik: 12, 11, 10 tot 0 tot +10, +11, +12)
Regelt de versterking van de laagband equalizer.
2: Hoge frequentie (Bereik: 0 (6.0KHz), 1 (8.0KHz), 2 (10KHz))
Regelt de afsnijfrequentie van de hoogband equalizer.
3: Hoge versterking (Bereik: 12, 11, 10 tot 0 tot +10, +11, +12)
Regelt de versterking van de hoogband equalizer.
0: Lage frequentie (Bereik: 0 (200Hz), 1 (400Hz), 2 (800Hz))
Regelt de afsnijfrequentie van de laagband equalizer.
1: Lage versterking (Bereik: 12, 11, 10 tot 0 tot +10, +11, +12)
Regelt de versterking van de laagband equalizer.
2: Midden frequentie (Bereik: 0 (1.0KHz), 1 (1.3KHz), 2 (1.6KHz), 3
(2.0KHz), 4 (3.0KHz), 5 (4.0KHz), 6 (6.0KHz), 7 (8.0KHz))
Regelt de middenfrequenties van de middenband equalizer.
3: Midden versterking (Bereik: 12, 11, 10 tot 0 tot +10, +11, +12)
Regelt de versterking van de middenband equalizer.
4: Hoge frequentie (Bereik: 0 (6.0KHz), 1 (8.0KHz), 2 (10KHz))
Regelt de afsnijfrequentie van de hoogband equalizer.
5: Hoge versterking (Bereik: 12, 11, 10 tot 0 tot +10, +11, +12)
Regelt de versterking van de hoogband equalizer.
0: Ingangsniveau (Bereik: 0 127)
Regelt het ingangsniveau. Het ingangssignaal kan vervormd
worden waneer het niveau van het ingevoerde geluid, het aantal
akkoorden of de resonantiewaarde (Resonance) hoog is. Stel
deze parameter bij om dergelijke vervorming te elimineren.
1: Resonantieniveau (Bereik: 0 127)
Regelt de resonantie van het geluid.
2: Handbediening (Bereik: 0 127)
Regelt de frequenties die gebruikt worden als de basis voor het
wah filter.
3: LFO snelheid (Bereik: 0 127)
Regelt de snelheid van de LFO.
4: LFO diepte (Bereik: 0 127)
Regelt de diepte van de LFO.
0: Ingangsniveau (Bereik: 0 127)
Regelt het ingangsniveau. Het ingangssignaal kan vervormd
worden waneer het niveau van het ingevoerde geluid, het aantal
akkoorden of de resonantiewaarde (Resonance) hoog is. Stel
deze parameter bij om dergelijke vervorming te elimineren.
1: Resonantieniveau (Bereik: 0 127)
ARegelt de resonantie van het geluid.
2: Handbediening (Bereik: 0 127)
Regelt de frequenties die gebruikt worden als de basis voor het
wah filter.
3: Diepte (Bereik: 64 tot 0 tot +63)
Regelt de diepte van het Wah effect overeenkomstig het niveau
van het ingangssignaal.
Door een positieve waarde in te stellen gaat het Wah filter open
evenrechtig aan de sterkte van het ingangssignaal waardoor een
helder geluid wordt verkregen.
Specificeren van een negatieve waarde doet het Wah filter
sluiten overeenkomstig de sterkte van het invoersignaal dat een
donkere toonkwaliteit produceert. Een sterk invoersignaal doet
het Wah filter opnieuw opengaan zelfs als het gesloten was.
0: Diepte (Bereik: 0 127)
Regelt de compressie van het geluidssignaal.
1: Aanslag (Bereik: 0 127)
egelt de mate van aanslag van het ingangssignaal.
Een kleinere waarde veroorzaakt een onmiddellijk werking van
de compressor die de aanslag van het ingangssignaal
onderdrukt.
Een grotere waarde vertraagt de werking van de compressor
waardoor de aanslag afgegeven wordt zoals hij is.
2: Loslaten (Bereik: 0 127)
Regelt de tijd van het punt waar het ingangssignaal beneden een
bepaald niveau daalt tot het punt waar de werking van de
compressor stopt.
Wanneer een aanslaggevoel wenselijk is (geen compressie bij het
inzetten van het geluid), stel dan deze parameter in op een zo
laag mogelijke waarde.
Stel een hoge waarde in om compressie te allen tijde uit te
oefenen.
3: Niveau (Bereik: 0 127)
Regelt het uitgangsniveau. Het uitgangsvolume verandert
overeenkomstig de diepte (Depth) instelling en de
karakteristieken van de ingangstoon.
Gebruik deze parameter om dergelijke veranderingen te
corrigeren.
0: Limiter (Bereik: 0 127)
Stel het volumeniveau bij waarvan de limiet toegepast werd.
1: Aanslag (Bereik: 0 127)
Stelt de aanslaghoeveelheid in van het invoersignaal.
2: Loslaten (Bereik: 0 127)
Stelt de tijd bij vanaf waar het ingangssignaal beneden een
bepaald niveau daalt totdat de limietwerking stopt.
3: Niveau (Bereik: 0 127)
Stelt het niveau bij dat afgegeven wordt. Het uitgangsvolume
verandert overeenkomstig de limiet (Limit) instelling en de
karakteristieken van de ingangstoon.
Gebruik deze parameter om dergelijke veranderingen te
corrigeren.
707A-D-085A
CTK900_d.book 83 ペー 2005年3月11日 金曜日 午前11時47