D Digitale camera Gebruikersgids K860PCM1DMX Dank u wel voor het aankopen van dit CASIO product. • Voordat u deze gebruikersgids gebruikt, dient u eerst de voorzorgsmaatregelen te lezen. • Houd de gebruikersgids op een veilige plaats voor latere naslag. • Bezoek de officiele EXILIM Website op http://www.exilim.com/ voor de meest recente informatie met betrekking tot dit product.
Uitpakken Terwijl u de camera uitpakt dient u te controleren dat alle hieronder getoonde items aanwezig zijn. Mocht er iets missen, neem dan contact op met de winkel waar het apparaat gekocht was. • In de fabriek is een flitsschoendeksel aangebracht over de interactieve flitsschoen (hot shoe). Digitale camera Oplaadbare lithium-ion accu (NP-100) Acculader (BC-100L) Riem Lensdop • De vorm van de netstekker kan verschillen afhankelijk van het land of het gebied.
Lees dit eerst! • De inhoud van deze handleiding is onder voorbehoud en kan zonder voorafgaande mededeling worden veranderd. • De inhoud van deze handleiding is bij elke stap van het productieproces gecontroleerd. Neem a.u.b. contact op met ons mocht u iets opmerken dat twijfelachtig of fout, enz. is. • Het kopiëren van een gedeelte of de volledige inhoud van deze gebruikersgids is verboden.
Inhoudsopgave Uitpakken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Lees dit eerst! . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 ❚❙ Snelstartgids 9 Wat is een digitale camera?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Wat kunt u doen met uw CASIO camera . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bevestigen van de lensdop en de riem . . . . . . . . . .
Vergrendelen van de instellingen voor de Automatische Belichting en de Autofocus. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 ❚ Specificeren van de [AE-L/AF-L] toetsbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 Gebruiken van Doorlopende Sluiter. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 ❚ Selecteren van de van Doorlopende Sluiter (CS = Continuous Shutter) modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
In- en uitschakelen van de digitale zoom . . . . . . . . . . . . . . .(Digitale Zoom) . . . Opnemen met de Snelsluiter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (Snelsluiter) . . . Toewijzen van een functie aan de Functiering . . . . . . . . . . (Ring Instelling) . . . Configureren van de Doorlopende Sluiter Beeldopslagmethode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (Doorl. Sl. Bldn Opsln) . . . ❚ Inschakelen van Beeldcontrole . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .(Beeldcontrole) . .
Heraanpassen van de afmetingen van een foto . . . . . (Form. Aanpassen) Trimmen van een foto . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (Trimmen) Kopiëren van bestanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (Kopiëren) Opdelen van een doorlopende sluitergroep . . . . . . . . . . (Groep Opdelen) Selecteren van de scherm layout voor de WEERGAVE modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (Display Layout) Kopiëren van een doorlopende sluitergroep . .
Configureren van de [r] en [p] instellingen (OPNAME/WEERGAVE) Bepalen van de beeldscherm prioriteit . . . . . . . . . . . . . . . (LCD Prioriteit) Configureren van de USB protocol instellingen . . . . . . . . . . . . . . . (USB) Selecteren van de horizontale:verticale verhouding van het scherm en het video uitgangssysteem . . . . . . . . . (Video uitgang) Selecteren van de HDMI aansluiting signaalafgiftemethod (HDMI Afgifte) Formatteren van het ingebouwde geheugen of van een geheugenkaart . . . . . . . . .
Snelstartgids Wat is een digitale camera? Een digital camera slaat beelden op een geheugenkaart op zodat u beelden een ontelbaar aantal malen kunt opnemen en wissen. Opnemen Wissen Weergave U kunt de beelden die u opneemt op verschillende manieren opnemen. Opslaan van beelden op uw computer. Beelden afdrukken. 9 Beelden als bijlage aan e-mail bijsluiten.
Wat kunt u doen met uw CASIO camera Uw CASIO camera zit vol met een krachtige selectie aan attributen en functies om het opnemen van digitale beelden gemakkelijker te maken en de volgende drie functies maken daar deel van uit. Snelle doorlopende sluiter Vooropname (stilbeeld) Nu kunt u doorlopend beelden opnemen met een hoge resolutie met een verbazingwekkende snelheid van 60 beelden per seconde.
Bevestigen van de lensdop en de riem Zorg ervoor de lensdop en de riem aan de camera te bevestigen voordat u deze in gebruik neemt. . Bevestigen van de lensdop Lensdop . Bevestigen van de riem • Bevestig beide uiteinden van de riem aan de twee riemringen aan de zijkanten van de camera zoals aangegeven in de afbeelding. • Nadat u klaar bent, trek aan de riem om deze te testen en let erop dat de riem niet los raakt. Laad voor het gebruik eerst de accu op.
2. Steek de oplaadeenheid in een stopcontact. Oplaadindicator [CHARGE] Volledig opladen duurt ongeveer 4 uur en 30. De [CHARGE] indicator licht groen op nadat het opladen voltooid is. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en verwijder de accu uit de acculader.
Plaatsen van de accu 1. Open het accudeksel. Schuif de vergrendeling in de richting van de pijl waarna het deksel van het accuvak zich opent. 2 Vergrendeling 2. Opladen van de accu. 1 Stopnok Houd de stopnok aan de zijde aangegeven door de pijl en schuif de accu in de camera te beginnen met de kant met de aansluitingen. Druk de accu erin totdat de stopnok stevig op zijn plaats verankerd is. Aansluitingen 3. Sluit het accudeksel. • Zie pagina 158 voor informatie over het vervangen van de accu.
Controleren van de resterende accuspanning Terwijl de accustroom verbruikt wordt, geeft de lege accu indicator op het beeldscherm de resterende accustroom aan zoals hieronder getoond. Resterende accustroom Hoog Lege accu indicator Kleur van de indicator Laag * Cyan * Oranje (blauwgroenig) * * * Rood * Rood geeft aan dat de accuspanning laag is. Laad de accu zo snel mogelijk op. Het is niet mogelijk op te nemen wanneer wordt aangegeven. Laad de accu onmiddellijk op.
Configureren van de taalkeuze van de schermtekst bij de eerste maal dat u de camera inschakelt. De eerste maal dat u een accu in de camera legt, verschijnt er een scherm voor het configureren van de instellingen voor de taalkeuze van de schermtekst, de datum en de tijd. Als het instellen van de datum en de tijd achterwege wordt gelaten, worden de verkeerde datum- en tijddata opgenomen bij de beelden. 1. Druk op [ON/OFF] om de camera in te schakelen. [ON/OFF] (spanning aan/uit) =8? =4? =6? =2? [SET] 2.
Klaar maken van een geheugenkaart Hoewel de camera voorzien is van ingebouwd geheugen dat gebruikt kan worden voor het opslaan van beelden en films, wilt u waarschijnlijk een los verkrijgbare geheugenkaart aanschaffen om de capaciteit te vergroten. Deze camera wordt niet met een geheugenkaart geleverd. Beelden die opgenomen worden terwijl een geheugenkaart ingelegd is, worden opgeslagen op de geheugenkaart. Wanneer geen geheugenkaart ingelegd is, worden de beelden opgeslagen in het ingebouwde geheugen.
3. Slui het deksel van de geheugenkaartgleuf. Schuif het het deksel van de geheugenkaartgleuf dicht door het tegen de camera gedrukt te houden. • Zie pagina 160 voor informatie over het vervangen van de geheugenkaart. 2 1 BELANGRIJK! • Steek nooit iets anders dan een ondersteunde geheugenkaart (pagina 16) in de geheugenkaartgleuf.
Opnemen van een foto 1. Verwijder de lensop en druk vervolgens op [r] (OPNAME) om de camera in te schakelen. 2. Zet de modusdraairegelaar op t (Auto). 3. Zet de doorlopende sluiter draairegelaar (CS) op t (Enkele Foto). • U kunt ofwel het beeldscherm of de zoeker gebruiken om de compositie van het beeld uit te voeren. Telkens bij indrukken wordt naar de volgende stand van de [EVF/LCD] toets gegaan om door alle beschikbare aan/uit instellingen (pagina 146) voor het beeldscherm en de zoeker te gaan.
Halverwege indrukken Als u de sluitertoets halverwege indrukt, stelt de camera de belichting automatisch bij en stelt scherp op het onderwerp waarop de camera op dat moment gericht is. Probeert u zich meester te maken hoeveel druk nodig is om de sluitertoets halverwege of volledig in te drukken; dit is namelijk een belangrijke techniek die u nodig heeft om mooie beelden te verkrijgen. Licht indrukken totdat de toets stopt. Piep, piep (scherpgesteld op het beeld.) 6.
. Als het onderwerp zich niet in het midden van het kader bevindt... “Scherpstelvergrendeling” (pagina 44) is de naam van een techniek die u kunt gebruiken wanneer u een beeld wilt opnemen waarbij het onderwerp waarop scherpgesteld moeten worden zich niet bevindt in het scherpstelkader in het midden van het beeldscherm. De camera op de juiste wijze vasthouden Uw beelden zullen niet duidelijk te zien zijn Verticaal Horizontaal als u de camera beweegt terwijl u op de sluitertoets drukt.
Bekijken van foto’s Volg de volgende procedure om foto’s te bekijken op het beeldscherm van de camera. • Zie pagina 96 voor informatie over het weergeven van films. • Zie pagina 97 voor informatie betreffende beelden die opgenomen zijn met de doorlopende sluiter (CS). • Zie pagina 64 voor informatie betreffende high-speed films. 1. Druk op [p] (WEERGAVE) om de WEERGAVE modus in te schakelen. [p] (WEERGAVE) • Hierdoor wordt één van de foto’s getoond die op dat moment opgeslagen is in het geheugen.
Wissen van beelden Mocht het geheugen vol raken dan kunt u beelden wissen die u niet langer nodig heeft om zo ruimte vrij te maken om nieuwe beelden op te nemen. • Denk eraan dat de bewerking voor het wissen van een bestand (foto) niet ongedaan kan worden gemaakt. • Zie pagina 99 voor informatie betreffende beelden die opgenomen zijn met de doorlopende sluiter (CS). Wissen van een enkel bestand 1. Druk op [p] (WEERGAVE) om de WEERGAVE modus in te schakelen en druk vervolgens op [2] ( ). 2. Blader d.m.
Voorzorgsmaatregelen voor het opnemen van foto’s Werking • Open het accudeksel nooit terwijl de achterindicator groen aan het knipperen is. Dit kan er toe leiden dat het beeld dat u zojuist opnam niet juist wordt opgeslagen, dat andere beelden die in het geheugen zijn opgeslagen beschadigd worden, dat er defecten ontstaan bij de camera, enz. • Installeer de zonnekap die met de camera meegeleverd wordt of scherm de lens af met uw hand als ongewenst licht direct in de lens schijnt.
In- en uitschakelen van de camera Inschakelen van de spanning Druk op [ON/OFF] (spanning aan/uit) of op [r] (OPNAME) om de OPNAME modus in te schakelen. Druk tijdens de WEERGAVE modus op [p] (WEERGAVE). De camera wordt ingeschakeld. • Door op [p] (WEERGAVE) te drukken tijdens de OPNAME modus wordt overgeschakeld naar de WEERGAVE modus. • De sluimerfunctie of de automatische stroomonderbreker (pagina’s 142, 142) schakelt de spanning uit als u geen bediening uitvoert voor een bepaalde vooringestelde tijd.
Foto leerprogramma Selecteren van een opnamemodus Uw camera heeft verschillende opnamemodi. Draai voordat u een beeld opneemt de modusdraairegelaar om de opnamemodus te selecteren die past bij het type beeld dat u probeert op te nemen. Modusdraairegelaar t Automatisch Maak makkelijke beeldopnames d.m.v. deze instelling. Dit is de modus die u gewoonlijk zou moeten gebruiken (pagina 18).
S S (Sluitertijd Prioriteit) modus Tijdens deze modus selecteert u de sluitertijd waarna de overige instellingen daarmee in overeenstemming worden ingesteld. Stel de gewenste sluitertijd in d.m.v. [4] en [6]. • De ISO gevoeligheid, de sluitertijd en de waarde voor de lensopening worden oranje op het beeldscherm wanneer u de sluitertoets half Sluitertijd indrukt als het beeld overbelicht of onderbelicht is.
BELANGRIJK! • U kunt mogelijk niet de gewenste helderheid verkrijgen als u een beeld aan het filmen bent dat te donker of juist te licht is. Mocht dit gebeuren, stel de lensopening of de sluitertijd dan met de hand bij d.m.v. de M modus. • Door de karakteristieken van de halfgeleider in de camera kan digitale ruis op het beeld verschijnen bij langzame sluitertijden. Daarom voert de camera automatisch ruisonderdrukking uit telkens wanneer de sluitertijd 1 seconde of langzamer is.
Gebruiken van het controlepaneel Het controlepaneel kan gebruikt worden om de instellingen van de camera te configureren. 1. Selecteer tijdens de OPNAME modus d.m.v. [8] en [2] de instelling die u wilt veranderen. [8] [2] [4] [6] Controlepaneel 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Hierdoor wordt één van de iconen van het controlpaneel geselecteerd en worden de instellingen getoond.
Veranderen van de beeldgrootte (Formaat) . Beeldpunten Een beeld van een digitale camera is een verzameling van kleine punten die aangeduid worden als “beeldpunten”. Hoe meer beeldpunten er in een beeld te zien zijn, des te meer detail er te zien zal zijn. In het algemeen kunt u echter toe met minder beeldpunten voor het afdrukken van een beeld (L formaat) via een afdrukdienst, als bijlage voor e-mail, voor het bekijken van het beeld op een computer, enz. Beeldpunt .
. Om het beeldformaat te selecteren 1. Selecteer tijdens de OPNAME modus d.m.v. [8] en [2] de bovenste optie van het controlepaneel (beeldformaat). 2. Selecteer d.m.v. [4] en [6] een beeldformaat en druk daarna op [SET] (instellen). Aanbevolen Beeldformaat afdrukformaat (beeldpunten) en applicatie Omschrijving RAW+ Slaat het beeld zowel op als normale JPEG data en als RAW beelddata. Een 6 M beeld (2816x2112 beeldpunten) worden opgeslagen voor de JPEG data.
• Het defaultbeeldformaat dat oorspronkelijke in de fabriek ingesteld was, is 6 M (6 miljoen beeldpunten). • Door 3:2 (2816x1872 beeldpunten) te selecteren worden beelden opgenomen met een breedte-hoogte verhouding van 3:2, hetgeen overeenkomt met de standaard breedte-hoogte verhouding van papier dat gebruikt wordt voor het maken van afdrukken. • De letters “HDTV” zijn de afkorting van “High Definition Television” (hoge resolutie televisie).
3. Druk op de sluitertoets om op te nemen. • Als de camera signaleert dat flitsen nodig is, zal de flitseenheid automatisch uitklappen wanneer u de sluitertoets halverwege of geheel indrukt. 2 N Achterindicator Knippert rood terwijl de flitser aan het opladen is om aan te geven dat beeldopname niet mogelijk is. • Het is niet mogelijk een ander beeld op te nemen met flits totdat de indicator stopt met rood knipperen, hetgeen aangeeft dat het opladen voltooid is. < geeft aan dat de flitser gaat flitsen.
• Flitsbereik bij benadering (ISO gevoeligheid: AUTO) Groothoek: 0,5 m - 6,7 m Telefoto: 1,1 m - 3,9 m * De bovenstaande waarden hangen af van de instelling van de optische zoom. Vermindering van het rode ogeneffect Wanneer u gebruik maakt van de flitser om ’s nachts of in een slecht verlichte kamer op te nemen, kan dit rode vlekken veroorzaken in de ogen van de mensen in het beeld. Dit wordt veroorzaakt door het weerkaatsen van het licht tegen het netvlies van de ogen.
Specificeren van de ISO gevoeligheid (ISO) De ISO gevoeligheid is een waarde die de gevoeligheid voor licht uitdrukt. 1. Selecteer tijdens de OPNAME modus d.m.v. [8] en [2] de derde optie van boven in het controlepaneel (ISO gevoeligheid). 2. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de gewenste instelling en druk daarna op [SET] (instellen).
2. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de gewenste filmomstandigheden en druk daarna op [SET] (instellen). ‡ Autom. Witbalans Configureert de camera om automatisch de witbalans bij te stellen ¤ Daglicht Buiten opnemen op een heldere dag ' Bewolkt Buiten opnemen op een bewolkte of regenachtige dag, in de schaduw van een boom, enz.
Corrigeren van de beeldhelderheid (EV verschuiving) U kunt de belichtingswaarde (EV waarde) van een beeld met de hand bijstellen voordat u het opneemt. • Bereik van de belichtingscompensatie: –2.0EV tot +2.0EV • Eenheid: 1/3EV 1. Selecteer tijdens de OPNAME modus d.m.v. [8] en [2] de vijfde optie van boven in het controlepaneel (EV verschuiving). 2. Stel d.m.v. [4] en [6] de belichtingscompensatiewaarde bij. [6]: Verhoogt de EV waarde.
Specificeren van de Meetfunctie (Meten) De meetfunctie bepaalt welk gedeelte van het onderwerp gemeten wordt voor de belichting. 1. Selecteer tijdens de OPNAME modus d.m.v. [8] en [2] de zesde optie van boven in het controlepaneel (Meten). 2. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de gewenste instelling en druk daarna op [SET] (instellen). B Meervoudig Multi-patroon meten verdeelt het beeld in secties en meet het licht bij elke sectie voor een gebalanceerde belichtingsmeting.
2. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de gewenste instelling en druk daarna op [SET] (instellen). U Puntmeten Deze modus verzamelt metingen van een klein gebied in het midden van het beeld. Deze instelling werkt goed met scherpstelvergrendeling (pagina 44). — Vrij U kunt d.m.v. [8], [2], [4] en [6] het scherpstelkader verplaatsen om het scherpstelpunt te verplaatsen en vervolgens op [SET] (instellen) drukken.
Opnemen met de opnamelamp (Opnamelamp) U kunt de opnamelamp gebruiken voor de belichting bij het opnemen van een film waarbij de belichting zwak is. Door de Opnamelamp in te schakelen blijft de LED lamp branden . LED lamp Flitser 1. Zet tijdens de OPNAME modus de doorlopende sluiter draairegelaar (CS) op t (Enkele Foto). 2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de tweede optie van onderen in het controlepaneel (Opnamelamp). 3. Selecteer d.m.v. [4] en [6] “Aan” en druk daarna op [SET] (instellen).
Opnemen met zoom Uw camera geeft u 12X optische zoom (die de brandpuntsafstand van de lens verandert) hetgeen gebruikt kan worden in combinatie met digitale zoom (die het middengedeelte van het beeld digitaal verwerkt om dat te vergroten) voor een totale zoomcapaciteit van 12X tot en met 180,7X. Het punt waarop kwaliteitsverlies van het beeld optreedt hangt af van het beeldformaat (pagina 42). 1. Schuif de zoomregelaar tijdens de OPNAME modus om te zoomen.
Overschakelpunt tussen optische zoom/digitale zoom Als u de zoomregelaar in de richting van z (Telefoto) houdt, zal de zoombewerking stoppen wanneer de optische zoomfactor de maximale waarde bereikt. Door de zoomregelaar even los te laten en vervolgens opnieuw in de richting van z (Telefoto) te houden wordt overgeschakeld naar digitaal zoomen, dat u dan kunt gebruiken om een nog grotere zoomfactor te verkrijgen.
• Het punt waarop kwaliteitsverlies optreedt, hangt af van het huidige beeldformaat (pagina 29). Hoe kleiner de instelling van de beeldgrootte, des te hoger de zoomfactor die u kunt gebruiken voordat het punt wordt bereikt waarop kwaliteitsverlies van het beeld optreedt. • Hoewel bij digitaal zoomen in het algemeen kwaliteitsverlies optreedt in het beeld is digitaal zoomen zonder dat kwaliteitsverlies optreedt in het beeld soms mogelijk bij beeldformaten van “4 M” en kleiner.
Selecteren van een scherpstelmodus (Scherpstellen) Telkens bij indrukken van [FOCUS] (scherpstellen) wordt door de verkrijgbare instellingen van de scherpstelmodus gegaan. Instellingen Type foto Scherpstelmodus Foto Q Autofocus Algemene opname ´ Macrofocus Close-ups Films [FOCUS] Scherpstelbereik bij benadering* Foto Films Automatisch Ongeveer 40 cm tot 9 (oneindig) Automatisch Ongeveer 5 cm - 50 cm ) Oneindige scherpst. Landschappen en andere verre onderwerpen Vast Oneindig W Handm.
LET OP • Het automatische macro attribuut detecteert hoever het onderwerp zich van de lens bevindt en selecteert overeenkomstig daarmee Macrofocus of Autofocus. • Wanneer het niet mogelijk is goed scherp te stellen met Macrofocus omdat het onderwerp zich buiten het macro bereik bevindt, zal de camera automatisch overschakelen naar het Autofocus bereik (Auto Macro). • Automacro kan enkel gebruikt worden tijdens het opnemen van foto’s.
Corrigeren voor tegenlicht Tegenlichtcorrectie compenseert voor de overbelichting die Æ (Tegenlichtcorrectie toets) optreedt bij het opnemen van een onderwerp met tegenlicht. Druk op de Æ (Tegenlichtcorrectie toets) om tegenbelichtingcorrectie in en uit te schakelen. • Wanneer een hoofdonderwerp overbelicht wordt door tegenlicht, gebruikt de camera EV verschuivingsbelichtingscorrectie en dynamische bereikcorrectie voor een juiste bijstelling.
Gebruiken van Doorlopende Sluiter Selecteren van de van Doorlopende Sluiter (CS = Continuous Shutter) modus Uw camera heeft een aantal doorlopende sluiter (CS) modi die u kunt selecteren met de CS draairegelaar. ª Doorl. Sl. met flits Doorlopende sluiter draairegelaar (CS) Deze modus neemt achtereenvolgende beelden op terwijl de flitser flitst of de LED oplicht.
t Enkele Foto º Slow- motion bekijken [BKT] Bracketing Doorlopende sluiteropname wordt uitgeschakeld wanneer deze modus geselecteerd wordt. Telkens bij indrukken van de sluitertoets wordt een enkel beeld opgenomen. Tijdens deze modus begint de camera bij halverwege indrukken van de sluiter vooropnamebeelden op te nemen en bij langzame snelheid weer te geven.
Doorlopende sluiter met flits Deze modus neemt achtereenvolgende beelden op LED lamp terwijl de flitser flitst of de LED oplicht. • De flitser wordt gebruikt wanneer de doorlopende sluitertijd 1 - 7 beelden per seconde is. De LED lamp wordt gebruikt wanneer de instelling tussen 10 - 60 beelden per seconde is. • Wanneer geflitst wordt, kunt u achtereenvolgende Flitser opnamen van 3 - 20 beelden specificeren. Het opnemen stopt wanneer u de sluitertoets loslaat.
. 1 - 7 beelden per seconden opnemen met flits 1. Zet de modusdraairegelaar op t (Auto). 2. Zet de doorlopende sluiter draairegelaar (CS) op ª (Doorl. Sl. met flits). 3. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de tweede optie van onderen in het controlepaneel (Doorl. Sl. fps met Flits). 4. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de gewenste doorlopende sluitersnelheid (Doorl. Sl.) en druk vervolgens op [SET] (instellen).
Gebruiken van vooropname (Stilbeeld) Door de sluitertoets tijdens deze modus halverwege in te drukken wordt doorlopende vooropname van beelden naar een tijdelijk buffergeheugen gestart. Wanneer u de sluitertoets vervolgens geheel indrukt, slaat de camera op wat zich op dat moment in de buffer bevindt en begint met het opnemen van nieuwe beelden met de doorlopende sluiter.
4. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de gewenste doorlopende sluitertijd in en druk vervolgens op [SET] (instellen). Doorlopende sluitertijd • U kunt deze instelling ook veranderen d.m.v. de bedieningsdraairegelaar. 5. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de onderste optie van het controlepaneel (Vooropname (Stilbeeld) Tijd). 6. Specificeer d.m.v. [4] en [6] hoeveel van de 60 beelden en gedurende hoelang beelden in het buffergeheugen vooropgenomen moeten worden.
Gebruiken van de snelle doorlopende sluiter Bij opnemen met de snelle doorlopende sluiter, worden beelden opgenomen zolang u de sluitertoets ingedrukt blijft houden. U kunt een doorlopende sluitertijd van 1 - 60 beelden per seconde specificeren en de snelheid zelfs veranderen terwijl het opnemen van doorlopende sluiterbeelden plaatsvindt. 1. Zet de modusdraairegelaar op t (Auto). 2. Zet de doorlopende sluiter draairegelaar (CS) op Œ (Snelle Doorl. Sl.). 3. Selecteer d.m.v.
5. Houd de sluitertoets ingedrukt om op te nemen. Er worden beelden opgenomen zolang u de sluitertoets ingedrukt blijft houden. Door de sluitertoets los te laten wordt het opnemen gestopt. • U kunt blijven opnemen totdat de geheugenkaart vol is wanneer Functiering “AUTO-N” geselecteerd is als de * Sneller doorlopende sluitertijd.
4. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de gewenste weergavetijd voor Slow-motion bekijken en druk vervolgens op [SET] (instellen). U kunt kiezen uit acht snelheden, nl. 1 - 8. Een nummer van een hoger niveau betekent een snellere weergavesnelheid. • U kunt deze instelling ook veranderen d.m.v. de bedieningsdraairegelaar. 5. Druk de sluitertoets halverwege in. Hierdoor wordt slow motion weergave van vooropnamebeelden gestart op het beeldscherm.
4. Specificeer d.m.v. [8] en [2] het aantal beelden dat u wenst op te nemen. Foto’s Selecteer 3 of 5. • U kunt deze instelling ook veranderen d.m.v. de bedieningsdraairegelaar. 5. 6. Specificeer d.m.v. [4] en [6] de gewenste stapsgewijze vermeerdering voor bracketing. Bracketing bereik Druk op [SET] (instellen) wanneer de instellingen naar wens zijn. Opnemen 1. Zet tijdens de OPNAME modus de modus draairegelaar op t (Automatisch). 2.
. Gebruiken van automatisch bracketing met de witbalans geselecteerd als de variabele (WB Bracketing) Specificeren van de stapsgewijze vermeerdering voor bracketing en het aantal beelden 1. Druk tijdens de OPNAME modus op [MENU]. 2. Selecteer d.m.v. [4] en [6] “OPNAME”. 3. Selecteer d.m.v. [8] en [2] “WB Bracketing” en druk daarna op [6]. 4. Specificeer d.m.v. [8] en [2] het aantal beelden dat u wenst op te nemen. Foto’s Selecteer 3 of 5. • U kunt deze instelling ook veranderen d.m.v.
. Gebruiken van automatisch bracketing met de scherpstelling geselecteerd als de variabele (Scherpstel Bracketing) Specificeren van de stapsgewijze vermeerdering voor bracketing en het aantal beelden 1. Druk tijdens de OPNAME modus op [MENU]. 2. Selecteer d.m.v. [4] en [6] “OPNAME”. 3. Selecteer d.m.v. [8] en [2] “Scherpstel Bracketing” en druk daarna op [6]. 4. Specificeer d.m.v. [8] en [2] het aantal beelden dat u wenst op te nemen. Foto’s Selecteer 3 of 5.
Specificeren van de methode voor het opslaan van doorlopende sluiterbeelden U kunt de methode specificeren voor het gebruik voor het opslaan van beelden met de volgende doorlopende sluitermodi. Doorl. Sl. met flits, Vooropname (Stilbeeld), Snelle Doorl. Sl., Bracketing 1. Druk tijdens de OPNAME modus op [MENU]. 2. Selecteer d.m.v. [4] en [6] “OPNAME”. 3. Selecteer d.m.v. [8] en [2] “Doorl. Sl. Bldn Opsln” en druk daarna op [6]. 4. Verander d.m.v. [8] en [2] de gewenste instelling.
Selecteren & Opslaan Nadat de doorlopende sluiteropname voltooid is worden de opgenomen beelden vertraagd weergegeven zodat u de beelden die u wilt opslaan kunt selecteren. • Beelden die opgenomen waren met Vooropname (Stilbeeld) (pagina 50) worden automatisch in omgekeerde volgorde weergegeven en vervolgens langzaam in voorwaartse richting weergegeven. Beelden die met andere Doorlopende Sluitermodi zijn opgenomen worden in voorwaartse richting weergegeven.
Altijd Vragen Nadat doorlopende sluiteropname voltooid is, verschijnt een prompt waarmee u Normaal (Batch) of Selecteren & Opslaan kunt selecteren. Seleteer de gewenste opslagmethode en druk vervolgens op [SET] (instellen). Selectie Opslaan :Voor het opslaan van geselecteerde beelden. Alles Opslaan :Voor het opslaan van alle beelden. Opslag Annuleren :Om geen van de beelden op te slaan. 5. Op [SET] (instellen) drukken om de instelling uit te voeren.
• De modus voor Doorlopende Sluiter met flits schakelt afhankelijk van de doorlopende sluitertijd automatisch om tussen de flitser en de LED lamp. Het is niet mogelijk met de hand om te schakelen tussen flitsen en de LED lamp. Tijdens de Doorlopende Sluitermodus flitst de flitser of de LED lamp telkens wanneer een beeld wordt opgenomen. • De drievoudige zelfontspanner kan niet worden gebruikt tijdens de modi voor de Snelle Doorlopende Sluiter, de Doorlopende Sluiter met flits en Bracketing.
Opnemen van films Opnemen van een film 1. Zet de filmmodusschakelaar op [STD] (Standaard). • Het opnemen wordt uitgevoerd met een breedte/hoogte verhouding van 4:3, een beeldgrootte van 640x480 beeldpunten en een beeldsnelheid van 30 beelden per seconde. De instellingen voor de beeldkwaliteit en het beeldformaat kunnen niet worden veranderd. • Zie pagina 64 voor informatie betreffende de filmmodus. 2. Druk tijdens de OPNAME modus op [0] (Film).
Audio (geluid) Uw camera heeft een ingebouwde stereo microfoon die gebruikt kan worden om het geluid op te nemen tijdens filmopname. Er is ook een externe microfoonaansluiting voor aansluiting van een los verkrijgbare externe microfoon. Merk echter op dat de ingebouwde stereo microfoon niet werkt wanneer een externe microfoon gebruikt wordt. Externe microfoonaansluiting [MIC] Stereo ministekker Los verkrijgbare microfoon . Voorzorgsmaatregelen voor opname De camera neemt het geluid ook op.
Filmmodus instellingen Uw CASIO digitale camera heeft drie filmmodi die hieronder elk aan bod komen. Draai voordat u gaat opnemen de filmmodusschakelaar om de opnamemodus te selecteren die past bij het type onderwerp dat u probeert op te nemen. Filmmodusschakelaar Gebruik deze modus voor standaard filmopname. Dit is de modus die u gewoonlijk zou moeten gebruiken (pagina 62).
Opnemen van een snelle film 1. Stel voordat u gaat opnemen eerst de beeldsnelheid (opnamesnelheid) van de film in (pagina 88). Het beeldformaat, de breedte/hoogte verhouding en de maximale filmlengte hangen af van de beeldsnelheid. 2. Zet de filmmodusschakelaar op [HS] (hoge snelheid). 3. Neem de film op dezelfde wijze op als een normale film (pagina 62). Druk op [0] om het opnemen te starten en te stoppen.
Opnemen van een foto terwijl u een film aan het opnemen bent 1. Druk op de sluitertoets terwijl een film opgenomen wordt. Het opnemen van de film wordt voortgezet nadat de foto is opgenomen. Aantal opneembare foto’s LET OP • U kunt maximaal 20 foto’s per film opnemen. Het aantal foto’s wordt ook beperkt door de hoeveelheid beschikbare ruimte op de geheugenkaart. • Merk op dat de flitser niet gebruikt kan worden tijdens het opnemen van een Fotoin-Film.
Gebruiken van BEST SHOT Wat behelst BEST SHOT? BEST SHOT voorziet u in een verzameling “scènes” die verschillende types omstandigheden voor de opname toont. Als het nodig is om de instelingen van de camera te veranderen kunt u gewoonweg de scène opzoeken die overeenkomt met wat u probeert te bereiken en de camera maakt de instellingen dan automatisch. Dit verkleint de kans dat de beelden onbruikbaar zijn door een slechte instellingen voor de belichting en de sluitertijd.
LET OP • De BEST SHOT “YouTube” scène stelt de camera in voor het opnemen van films die geoptimaliseerd zijn voor het uploaden naar YouTube. Films die opgenomen zijn met de “YouTube” scène worden opgeslagen in een speciale map zodat ze gemakkelijk te vinden zijn om te uploaden (pagina 127). Wanneer de filmmodus instelling (pagina 64) “HS” (Snelle Film) of “STD” is, wordt de YouTube scène opgenomen met de huidige instellingen voor het filmformaat, de opnamesnelheid en de kwaliteit.
Uw eigen BEST SHOT instellingen creëren U kunt maximaal 999 camera basisinstellingen opslaan als gebruiker’s BEST SHOT scènes die u onmiddellijk kunt oproepen wanneer u ze nodig heeft. 1. Selecteer op het BEST SHOT scènemenu de scène die BEST SHOT (Registreren Gebruikers Scène) heet. 2. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de foto film waarvan u de basisinstelling wilt opslaan. 3. Selecteer “Opslaan” d.m.v. [8] en [2] en druk daarna op [SET] (instellen).
Opnemen met Digitale Anti Shake (Digitale Anti Shake) Wanneer u de sluitertoets indrukt terwijl Digitale Anti Shake ingeschakeld is, neemt de camera meerdere beelden op en combineert deze automatisch op een manier dat het uiteindelijke beeld zo weinig mogelijk waas heeft. Dit attribuut kan worden gebruikt om de effecten van het bewegen van de camera te minimaliseren tijdens het filmen wanneer optische anti shake om de een of andere reden niet het gewenste resultaat geeft. 1.
Opnemen met Digitaal Panning (Digitaal Panning) Wanneer u de camera op een bewegend onderwerp richt en panning uitvoert terwijl u op de sluitertoets drukt, zal de camera doorlopende sluiterwerking uitvoeren waarbij meerdere beelden worden opgenomen. Daarna zal de camera automatisch correcties maken voor beeldwaas van het onderwerp van de opgenomen beelden die daarna tot een enkel beeld worden samengevoegd waarbij een helder en scherp onderwerp getoond wordt met een wazige achtergrond.
Opnemen van een beeld in overeenstemming met bewegen van het onderwerp (Doorl. Sl. Onderwerp Verdwijnt, Doorl. Sl. Onderwerp Verschijnt) U kunt deze attributen gebruiken om een beeld automatisch op te nemen telkens wanneer het onderwerp in het gebied van het beeldscherm of er uit beweegt. U kunt de camera ook configureren om beelden op te nemen van wat er gebeurt juist voordat en juist nadat het onderwerp beweegt. Doorl. Sl.
7. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de gevoeligheid voor bewegingen van het onderwerp en druk daarna op [SET] (instellen). • U kunt één van de volgende drie gevoeligheidsniveau’s selecteren: “Hoog”, “Normaal” of “Laag”. • Doorl. Sl. Onderwerp Verdwijnt instelgids Hoog : Voor een onderwerp dat snel over de grenslijn verdwijnt Laag : Voor een onderwerp dat langzaam over de grenslijn verdwijnt • Doorl. Sl.
. Opnemen m.b.v. Doorl. Sl. Onderwerp Verdwijnt 1. Stel het beeld zodanig samen dat het onderwerp zich binnen het gebied op het beeldscherm bevindt. 2. Druk de sluitertoets halverwege in. • De camera zal de belichting en scherpstelling automatisch bijstellen. 3. Druk de sluitertoets geheel in wanneer de grenslijn op het beeldscherm groen wordt.
. Opnemen m.b.v. Doorl. Sl. Onderwerp Verschijnt 1. Stel het beeld samen op een plaats waar u verwacht dat het onderwerp de grens op het beeldscherm zal binnengaan. 2. Druk de sluitertoets halverwege in. • De camera zal de belichting en scherpstelling automatisch bijstellen. • In dit geval wordt het aanbevolen d.m.v. handmatig scherpstellen (pagina 43) een vaste scherpstelling aan te houden. 3. Druk de sluitertoets geheel in wanneer de grenslijn op het beeldscherm groen wordt.
LET OP • Stel het beeld zodanig samen dat het gehele onderwerp en de achtergrond zich binnen de grenslijn bevinden. Het opnemen kan mogelijk niet juist worden uitgevoerd als er weinig onderscheid is tussen het onderwerp en het deel van de achtergrond dat omsloten wordt door de grenslijn. Doorl. Sl. Onderwerp Verdwijnt kan mogelijk niet correct opnemen als het onderwerp zich niet in het midden van het kader (de grenslijnen) bevindt. • “Doorl. Sl. Onderwerp Verdwijnt” en “Doorl. Sl.
Geavanceerde instellingen Hieronder volgen menu bewerkingen die u kunt gebruiken om de instellingen van de camera te configureren. Gebruiken van menu’s op het scherm . Menuscherm bewerkingsvoorbeeld Druk op [MENU] om het menuscherm weer te geven. • De inhoud van de menu’s is anders bij de OPNAME modus en bij de WEERGAVE modus. Voorbeeld:OPNAME modus [MENU] Bedieningsdraairegelaar Bedieningstoetsen van het menuscherm [4] [6] Selecteert indextabs.
3. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de gewenste instelling van het menu en druk daarna op [6]. 4. Verander d.m.v. [8] en [2] de gewenste instelling. 5. Druk op [SET] (instellen) wanneer de instelling naar wens is. • Door op [4] te drukken wordt de geselecteerde instelling geregistreerd en wordt teruggekeerd naar het menu. • Om instellingen te configureren op een andere indextab na indrukken van [4] om terug te gaan naar het menu, kunt u m.b.v. [8] het verlichte item op de indextabs verplaatsen en daarna d.
OPNAME modus instellingen (OPNAME) Gebruiken van de zelfontspanner (Zelfontspanner) Procedure [r] (OPNAME) *[MENU] * OPNAME indextab * Zelfontspanner Wanneer de Zelfontspanner ingeschakeld is, wordt een timer gestart door op de sluitertoets te drukken. De sluiter ontspant en het beeld wordt opgenomen na verloop van een ingestelde tijd.
Gebruiken van het Autofocus hulplamp (AF Assist. Lamp) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * OPNAME indextab * AF assist. Lamp Bij halverwege indrukken van de sluitertoets terwijl deze instelling geselecteerd is, gaat de voorlamp branden die dan zorgt voor de belichting om scherp te kunnen stellen op plaatsen waar de belichting laag is. Het wordt aanbevolen deze functie uitgeschakeld te laten bij opnemen van portrerren van korte afstand, enz.
Verminderen van de effecten van het bewegen van de camera of het bewegen van het onderwerp (Anti Shake) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * OPNAME indextab * Anti Shake U kunt de Anti Shake functie van de camera inschakelen om beeldwaas te reduceren die optreedt door het bewegen van het onderwerp of door bewegen van de camera tijdens het opnemen d.m.v.
Opnemen met Gezichtsdetectie (Gezichtsdetec.) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * OPNAME indextab * Gezichtsdetec. Het gezichtsdetectiefunctie stelt de scherpstelling en de helderheid bij aan de hand van de gezichten in het beeld. 1. Selecteer d.m.v. [4] en [6] “Aan” en druk daarna op [SET] (instellen). 2. Richt de camera op het onderwerp (de onderwerpen). De camera zal de menselijke gezichten detecteren en ze weergeven met een kader er om heen. 3. Druk de sluitertoets halverwege in.
Opnemen met de Doorlopend Autofocus (Doorl. AF) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * OPNAME indextab * Doorl. AF Doorlopende Autofocus voert automatisch een update uit voor de instelling van de scherpstelling terwijl het opnemen plaatsvindt. Door Doorlopende Autofocus in te schakelen vindt onafgebroken updaten plaats van de autofocus. • Voordat u de sluitertoets halverwege indrukt, blijft de camera scherpstellen op het midden van het beeld.
Opnemen met Scherpstel Bracketing (Scherpstel Bracketing) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * OPNAME indextab * Scherpstel Bracketing Zie pagina 57 voor nadere details. In- en uitschakelen van de digitale zoom (Digitale Zoom) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * OPNAME indextab * Digitale zoom Selecteer “Aan” wanneer u digitaal zoomen wilt gebruiken (pagina 41). • Digitaal zoomen werkt niet tijdens de volgende opnamefuncties. – Bepaalde BEST SHOT scènes (Digitale Anti Shake, Digitaal Panning).
Toewijzen van een functie aan de Functiering (Ring Instelling) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * OPNAME indextab * Ring Instelling Specificeer m.b.v. dit item de functie die de functiering uitvoert tijdens het opnemen. Functiering Doorl.Sl. fps De functiering verandert de doorlopende sluitertijd bij het opnemen met de doorlopende sluiter (pagina 46). Zoomen De functiering verandert de zoomfactor (pagina 40).
Weergeven van een schermraster (Raster) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * OPNAME indextab * Raster Het schermraster kan op het OPNAME modus beeldscherm worden weergegeven om het verticaal en horizontaal passen gemakkelijker te maken bij het samenstellen van beelden.
Beeldkwaliteit instellingen (Kwaliteit) Specificeren van de Foto Beeld Kwaliteit (T Kwaliteit (Foto)) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * Kwaliteit indextab * T Kwaliteit (Foto) Fijn Geeft voorrang aan de beeldkwaliteit Normaal Normaal Economie Geeft voorrang aan het aantal beelden • De “Fijn” instelling (maximale beeldkwaliteit) geeft groot detail voor het opnemen van gedetailleerde beelden zoals takken met zijtakjes en bladeren, of bij een beeld met complexe patronen.
Instellen van het HS Film Beeld Snelheid (HS » Snel) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * Kwaliteit indextab * HS » Snel U kunt de instellingen voor de beeldsnelheid configureren wanneer u een HD film (pagina 64) opneemt. Een grotere beeldsnelheid (zoals 1200 fps) leidt tot een kleiner beeldformaat.
Specificeren van de Flitsintensiteit (Flitsintensiteit) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * Kwaliteit indextab * Flitsintensiteit U kunt uit 13 instellingen voor de flitsintensiteit kiezen van –2,0 EV (zwakste) tot en met +2,0 EV (sterkste). • De flitsintensiteit kan mogelijk niet veranderen wanneer het onderwerp zich te ver weg of te dichtbij bevindt.
Instellen van de beeldscherpte (Scherpte) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * Kwaliteit indextab * Scherpte U kunt één van de vijf instellingen van +2 (scherpst) tot en met –2 (minst scherp) specificeren voor de contourscherpte. Instellen van de Kleurverzadiging (Verzadiging) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * Kwaliteit indextab * Verzadiging U kunt één van de vijf instellingen van +2 (meest verzadigd) tot en met –2 (minst verzadigd) specificeren voor de kleurverzadiging.
Gebruiken van afstandsbediening voor de sluiterontspanner U kunt de met de camera meegeleverd afstandsbediening voor de sluiterontspanner gebruiken Sluitertoets Stekker tijdens het opnemen. Door de camera op een statief te monteren en de afstandsbediening voor de sluiterontspanner te gebruiken kunt u de kans op wazige beelden elimineren die veroorzaakt werden door onverhoedse handbewegingen.
Gebruiken van een externe flitser Door een los verkrijgbare flitseenheid te gebruiken kan een hoger helderheidsniveau worden verkregen dan wanneer enkel de ingebouwde flitser wordt gebruikt. Met een externe flitser is het ook mogelijk het effectieve bereik van fotograferen met flits te vergroten. BELANGRIJK! • De flitser kan inboeten op het gebied van prestaties bij het gebruik van een ringflitser of een ander type flitseenheid met een lange flitstijd.
. Gebruiken van een externe flitseenheid BELANGRIJK! • Let er op dat de externe flitseenheid altijd uitgeschakeld is voordat u deze op de camera monteert of hem er af haalt. Als deze flitseenheid ingeschakeld gelaten wordt, kan deze onverwachts flitsen. 1. Verwijder het flitsschoendeksel. • Bewaar het flitsschoendeksel op een veilige plaats zodat deze niet zoek raakt. • Vervang het flitsschoendeksel wanneer u de externe het flitsschoentje niet in gebruik hebt.
. Voorzorgsmaatregelen voor de externe flitser • Controleer na het opnemen van een beeld het resultaat op het beeldscherm. Als het niet naar verwachting is, stel de flitsintensiteit dan bij met de bedieningsorganen op de externe flitseenheid en stel de instellingen voor de lensopening en de ISO gevoeligheid bij op de camera. Merk op dat u de intensiteit van de externe flitseenheid niet kan regelen d.m.v. de instellingen op de camera. • Close-up beelden hebben de neiging om overbelicht te zijn.
LET OP • Afhankelijk van de lichthoek kan de zonnekap mogelijk niet het gewenste effect geven. • Door de flitser te gebruiken met de zonnekap gemonteerd kunnen zich schaduwen vormen in de hoeken van het beeld. Verwijder dus de zonnekap voordat u de flitser gebruikt. • Het gebruik van een los verkrijgbare zonnekap kan schaduwvorming veroorzaken in de hoeken van het beeld. installeren van een filter Deze camera ondersteunt het gebruik van los verkrijgbare 62 mm filters.
Bekijken van Foto’s en Films Bekijken van foto’s Zie pagina 21 voor de procedure voor het bekijken van foto’s. Bekijken van een film 1. Druk op [p] (WEERGAVE) en toon vervolgens m.b.v. [4] en [6] de film die u wilt bekijken. 2. Druk op [SET] (instellen) om de weergave te starten. Filmicoon: » Opnametijd Beeldkwaliteit Filmweergave bedieningsorganen [4] [6] Om tijdens de weergave de weergaverichting en de weergavesnelheid te veranderen.
Bekijken van doorlopende sluiterbeelden Telkens bij het uitvoeren van een doorlopende sluiterbewerking creëert de camera een doorlopende sluitergroep die alle beelden omvat voor die bepaalde doorlopende sluitersessie. U kunt de volgende procedure volgen om beelden van een bepaalde doorlopende sluitergroep weer te geven. 1. Druk op [p] (WEERGAVE) en toon vervolgens m.b.v. [4] en [6] de doorlopende sluitergroep waarvan u de beelden wilt bekijken. 2.
Weergavebedieningsorganen [4] [6] Om tijdens de weergave de weergaverichting en de weergavesnelheid te veranderen. Om heen en terug te bladeren terwijl de weergave gepauzeerd is. Bedieningsdraairegelaar Om tijdens de weergave de weergaverichting en de weergavesnelheid te veranderen. Om heen en terug te bladeren terwijl de weergave gepauzeerd is. [SET] (instellen) Om tussen pauzeren en weergeven heen en weer te schakelen.
Wissen van doorlopende sluiterbeelden U kunt de volgende procedure volgen om beelden te wissen terwijl het weergeven plaatsvindt of terwijl gepauzeerd wordt. . Wissen van een specifiek bestand in de doorlopende sluitergroep 1. Druk op [2] terwijl weergave van doorlopende sluiterbeelden plaatsvindt of gepauzeerd is. 2. Selecteer d.m.v. [4] en [6] het beeld dat u wilt wissen. 3. Selecteer “Wissen” d.m.v. [8] en [2] en druk daarna op [SET] (instellen).
. Opdelen van alle doorlopende sluitergroepen 1. Druk op [MENU] terwijl een doorlopende sluitergroepmap getoond wordt. 2. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de instelling “WEERGAVE”. 3. Selecteer d.m.v. [8] en [2] “Groep Opdelen” en druk daarna op [6]. 4. Selecteer “Alle Groepen Opdelen” d.m.v. [8] en [2] en druk daarna op [SET] (instellen). 5. Selecteer d.m.v. [8] en [2] “Ja” en druk daarna op [SET] (instellen).
Inzoomen op een beeld op het scherm 1. Blader tijdens de WEERGAVE modus d.m.v. [4] en [6] door de beelden totdat het gewenste wordt getoond. 2. Schuif de zoomregelaar nogmaals in de richting van z ([) om in te zoomen. Zoomfactor Beeldgebied U kunt d.m.v. [8], [2], [4] en [6] bladeren door het ingezoomde beeld op het beeldscherm. Schuif de zoomregelaar in de richting van w om uit te zoomen.
Bekijken van Foto’s en Films op een televisiescherm 1. U dient de AV kabel te gebruiken die met de camera meegeleverd is om deze aan te sluiten op het televisietoestel. Wit Geel Rood AV kabel (meegeleverd) USB/AV poort Televisietoestel Video Audio (geluid) AUDIO IN ingangsaansluiting (rood) Let erop dat het 6 merkteken op de camera past op het 4 merkteken op de stekker van de AV kabel en sluit de kabel vervolgens aan op de camera.
4. Nu kunt u ook beelden weergeven en films weergeven zoals u gewoonlijk doet. Opnemen van beelden van de camera naar een DVD recorder of videodeck. Gebruik één van de volgende methodes om de camera aan te sluiten op het opnametoestel d.m.v. de met de camera meegeleverde AV kabel. – DVD recorder of videodeck: Maak de aansluiting op de VIDEO IN en AUDIO IN aansluitingen.
Bekijken van HQ films op een Hi-Vision TV Sluit de camera d.m.v. een los verkrijgbare HDMI kabel aan op de TV. Zie pagina 102 voor informatie betreffende de weergave. • Gebruik een los verkrijgbare HDMI kabel die gemarkeerd is met het hier rechter getoonde logo.
. Selecteren van de HDMI aansluiting signaalafgiftemethod (HDMI Afgifte) Procedure [MENU] * Instellen indextab * HDMI Afgifte Selecteer het digitale signaalformaat m.b.v. deze instelling wanneer d.m.v. een HDMI kabel aangesloten wordt op een TV. Bij deze instelling wordt het formaat automatisch veranderd in Automatisch overeenstemming met de aangesloten TV. Gewoonlijk dient u deze modus te gebruiken.
Andere weergavefuncties (WEERGAVE) Dit hoofdstuk geeft een verklaring van de menu items die u kunt gebruiken om instellingen te configureren en andere weergavebewerkingen uit te voeren. Zie pagina 77 voor informatie betreffende de menubewerkingen.
• Druk op [SET] (instellen) of [MENU] om het opnemen van de diashow te stoppen. Door op [MENU] te drukken wordt de diashow gestopt en teruggegaan naar het menuscherm. • Stel het geluidsvolume bij door tijdens het weergeven op [8] of [2] te drukken. • Alle toetsen zijn onbedienbaar terwijl de diashow overschakelt van het ene beeld naar het andere. • De tijd die benodigd is voor het overschakelen van het ene naar het andere beeld kan langer zijn bij een beeld dat niet met deze camera opgenomen was.
Monteren van een film op de camera (Filmbewerking) Procedure [p] (WEERGAVE) * Filmscherm van een te bewerken film * [MENU] * WEERGAVE indextab * Filmbewerking Met het Filmbewerking attribuut kunt u d.m.v. één van de volgende procedures een bepaald gedeelte van een film wegknippen. Knipt alles van het begin van de film tot de huidige plaats weg. } Knippen (tot-punt knippen) ~ Knippen (punt-tot-punt knippen) Knipt alles weg tussen twee punten.
3. Druk op [2] wanneer het filmbeeld wordt weergegeven waar u het knippunt wilt laten zijn. } Knippen (Ttot-punt knippen) Druk op [2] wanneer het filmbeeld wordt weergegeven waar u het knippunt wilt laten zijn. 1 Druk op [2] wanneer het filmbeeld wordt ~ Knippen (Punt-tot-punt knippen) weergegeven waar u het knippunt wilt laten zijn. 2 Selecteer een ander filmbeeld. 3 Druk op [2] wanneer het filmbeeld wordt weergegeven waar u het tweede knippunt wilt laten zijn.
Bijstellen van de witbalans (Witbalans) Procedure [p] (WEERGAVE) * Foto beeldscherm * [MENU] * WEERGAVE indextab * Witbalans U kunt m.b.v. de witbalansinstelling een lichtbrontype selecteren voor een opgenomen beeld, wat de kleuren van het beeld zal beïnvloeden. ¤ Daglicht Buiten bij goed weer ' Bewolkt Buiten, bewolkt tot regenachtig, in de schaduw van bomen, enz. “ Schaduw Bij bijzonder hoge temperaturen, zoals in de schaduw van een gebouw, enz.
Veranderen van de helderheid van een bestaande foto (Helderheid) Procedure [p] (WEERGAVE) * Foto beeldscherm * [MENU] * WEERGAVE indextab * Helderheid U kunt één van de vijf instellingen van +2 (meest helder) tot en met –2 (minst helder) selecteren voor de helderheid. LET OP • Door de helderheid van een beeld te veranderen worden zowel het originele beeld als het nieuwe (veranderde) beeld opgeslagen als afzonderlijk bestanden.
Beschermen van een bestand tegen wissen (Beveiligen) Procedure [p] (WEERGAVE) * [MENU] * WEERGAVE indextab * Beveiligen Aan Beveiligt specifieke bestanden. 1 Blader d.m.v. [4] en [6] door de bestanden totdat het te beschermen bestand wordt getoond. 2 Selecteer d.m.v. [8] en [2] “Aan” en druk daarna op [SET] (instellen). Een beeld dat beveiligd is wordt aangegeven door de › icoon. 3 Herhaal stappen 1 en 2 om andere bestanden te beschermen. Druk op [MENU] om de beveiligingsbewerking te beëindigen.
Roteren van een beeld (Rotatie) Procedure [p] (WEERGAVE) * Foto beeldscherm * [MENU] * WEERGAVE indextab * Rotatie 1. Selecteer d.m.v. [8] en [2] “Rotatie” en druk daarna op [SET] (instellen). Elke keer indrukken van [SET] draait het beeld 90 graden naar links. 2. Druk als het getoonde beeld de gewenste oriëntatie heeft op [MENU]. LET OP • Het roteren van filmbeelden wordt niet ondersteund. • Merk op dat deze procedure de feitelijke beelddata niet verandert.
Trimmen van een foto (Trimmen) Procedure [p] (WEERGAVE) * Foto beeldscherm * [MENU] * WEERGAVE indextab * Trimmen U kunt een foto trimmen om de onderdelen weg te knippen die u niet nodig heeft en het resultaat opslaan als een afzonderlijk bestand. De oorspronkelijke foto blijft ook behouden. Zoom m.b.v. de zoomregelaar in op het beeld tot het gewenste formaat en geef m.b.v. [8], [2], [4] en [6] het gedeelte weer van het beeld dat u wilt uitknippen en druk vervolgens op [SET] (instellen).
Opdelen van een doorlopende sluitergroep (Groep Opdelen) Procedure [p] (WEERGAVE) * [MENU] * WEERGAVE indextab * Groep Opdelen Zie pagina 99 voor nadere details. Selecteren van de scherm layout voor de WEERGAVE modus (Display Layout) Procedure [p] (WEERGAVE) * [MENU] * WEERGAVE indextab * Display Layout Volg deze procedure om te selecteren hoe beelden worden getoond op het beeldscherm. WEERGAVE modus Normaal Breedbeeld 100% van het displaybeeld is altijd zichtbaar.
Afdrukken Afdrukken van foto’s Professionele afdrukdienst U kunt een geheugenkaart met de foto’s die u wilt afdrukken meenemen naar een professionele afdrukdienst en ze laten afdrukken. Afdrukken op een printer thuis Het maken van afdrukken op een printer met een geheugenkaartgleuf U kunt een printer met een geheugenkaartgleuf gebruiken om beelden direct van een geheugenkaart af te drukken. Zie de gebruiksaanwijzing die met de printer wordt mee geleverd voor nadere details.
Direct aansluiten op een printer die compatibel is met PictBridge U kunt de camera direct op een printer aansluiten die PictBridge ondersteunt en dan beelden afdrukken zonder dit via een computer te doen. . Instellingen maken bij de camera voordat u hem aansluit op een printer 1. Schakel de camera in en druk op [MENU]. 2. Selecteer bij de “Instellen” indextab “USB” en druk vervolgens op [6]. 3. Selecteer “PTP (PictBridge)” d.m.v. [8] en [2] en druk daarna op [SET] (instellen). .
. Afdrukken 1. Schakel de printer in en plaats het papier. 2. Schakel de camera in. Hierdoor wordt het afdruk menuscherm weergegeven. 3. Selecteer d.m.v. [8] en [2] “Papierformaat” en druk daarna op [6]. 4. Selecteer d.m.v. [8] en [2] een papierformaat en druk daarna op [SET] (instellen). • Hieronder volgen de beschikbare papierformaten. 3.5"x5", 5"x7", 4"x6", A4, 8.5"x11", Met printer • Door selecteren van “Met printer” wordt afgedrukt op het papierformaat dat op de printer wordt geselecteerd.
Gebruiken van DPOF om beelden te specificeren die afgedrukt dienen te worden en het aantal afdrukken . Digitaal Afdruk Order Format (DPOF = Digital Print Order Format) DPOF is een standaard die het mogelijk maakt om informatie voor het beeldtype, het aantal kopieën en het tijdstempel aan/uit aan te brengen op de geheugenkaart met de beelden.
DPOF instellingen worden niet automatisch gewist nadat het afdrukken voltooid is. De volgende DPOF afdrukbewerking die u uitvoert, zal worden uitgevoerd volgens de DPOF instelingen die u geconfigureert heeft voor de beelden. Specificeer om de DPOF instellingen te wissen “00” voor aantal afdrukken per beeld.
. Standaarden die ondersteund worden door de camera • PictBridge Dit is de standaard van de Camera and Imaging Products Association (CIPA). • PRINT Image Matching III Door beeldmontage software te gebruiken en af te drukken op een printer die PRINT Image Matching III ondersteunt, is het mogelijk om informatie te gebruiken over de filmomstandigheden die samen met het beeld opgenomen is en precies het type beeld te produceren dat u wilt.
Gebruiken van de camera met een computer Wat u kunt doen m.b.v. een computer... U kunt de hieronder beschreven bewerkingen uitvoeren wanneer de camera aangesloten is op een computer. Beelden opslaan op een computer en ze daar bekijken • Beelden opslaan en ze met de hand bekijken (USB aansluiting) (pagina’s 124, 130). Weergeven van films • Weergeven van films m.b.v. ArcSoft TotalMedia Theatre for CASIO* (pagina 126).
Gebruiken van de camera met een Windows computer Installeer de vereiste software in overeenstemming met de versie van Windows die u draait en wat u wilt doen. Wanneer u dit wilt doen: Besturingssysteem versie Installeer deze software: Opslaan van beelden op een computer en ze daar met de hand bekijken Vista / XP / 2000 Het is niet nodig te installeren.
. Voorzorgsmaatregelen voor Windows Vista gebruikers • De meegeleverde software draait niet onder een 64-bit versie van Windows Vista. • Om de meegeleverde software te draaien zijn beheerdersvoorrechten nodig. • De werking wordt niet ondersteund op een zelfgebouwde computer of in een omgeving met een dubbele processor. • Werking kan onmogelijk blijken in bepaalde computer omgevingen.
• Merk op dat zelfs als de stekker volledig ingestoken is, u het metalen gedeelte van de stekker nog steeds kunt zien zoals aangegeven in afbeelding. • Bij het aansluiten van de USB kabel op een USB poort dient u er op te letten dat de aansluitstekker precies past op de poort. 5. Schakel de camera in. 6. Kopieer beelden naar uw computer. Windows XP 1Selecteer “Map openen en bestanden weergeven” en klik daarna op “OK”. 2Sleep de “DCIM” map naar uw Windows bureaublad om het te kopiëren.
BELANGRIJK! • Gebruik uw computer nooit om beeldbestanden die opgeslagen zijn in het ingebouwde geheugen van de camera of op de geheugenkaart te veranderen, te wissen, te verplaatsen of een nieuwe naam te geven. Dit kan namelijk problemen veroorzaken bij de beeldbeheerdata van de camera waardoor het onmogelijk kan worden om beelden op de camera weer te geven en tevens kan dit de resterende geheugencapaciteit drastisch wijzigen.
. Minimale computer systeemvereisten voor filmweergave Besturingssysteem CPU : Windows Vista, XP (SP2) : Intel Pentium EE 3,2 GHz, Intel Core Duo, AMD Athlon 64 FX serie, AMD Athlon 64 X2 Serie Harde schijfruimte : Gelijkwaardig aan 120 MB vrije harde schijfruimte Geheugen : 512 MB RAM (1 GB aanbevolen) Grafische kaart : NVIDIA Geforce: 7 serie of beter of ATI: X1000 serie of beter Geheugen van grafische kaart: 256 MB of meer • De bovenstaande systeemomgevingen worden aanbevolen.
. Installeren van YouTube Uploader for CASIO 1. Selecteer “YouTube Uploader for CASIO” op het CD-ROM menuscherm. 2. Installeer YouTube Uploader for CASIO na de informatie te hebben gelezen over de installatie condities en de systeemvereisten in het “Lees mij” bestand. . Uploaden van een filmbestand naar YouTube • Voordat u YouTube Uploader for CASIO kunt gebruiken dient u naar de YouTube website te gaan (http://www.youtube.com/) en u zich daar als gebruiker te registreren.
Bekijken van gebruikersdocumentatie (PDF bestanden) 1. Start uw computer en plaats de meegeleverde CD-ROM in het CD-ROMstation. Gewoonlijk zou hierna het menuscherm automatisch moeten verschijnen. Mocht het menuscherm niet automatisch verschijnen bij uw computer, navigeer dan naar de CD-ROM op uw computer en dubbelklik dan op het “AutoMenu.exe” bestand. 2. Klik bij het menuscherm op de “Language” pijl omlaag toets en selecteer de gewenste taal. 3.
Gebruiken van de camera met een Macintosh computer Installeer de vereiste software in overeenstemming met onder welke Macintosh OS versie u draait en wat u wilt doen. Wanneer u dit wilt doen: Opslaan van beelden op uw Macintosh en ze daar met de hand bekijken. Automatisch opslaan van beelden op uw Macintosh/ Beheren van beelden Films weergeven (Exclusief volledige HD films) • Weergave van volledige HD films wordt niet ondersteund (vanaf januari 2008).
4. Schakel de camera uit en sluit deze daarna d.m.v. de met de camera meegeleverde USB kabel aan op uw Macintosh. USB poort USB kabel USB/AV poort Grote aansluitstekker Kleine aansluitstekker Let erop dat het 6 merkteken op de camera past op het 4 merkteken op de aansluitstekker van de USB kabel en sluit de kabel vervolgens aan op de camera. • De camera verkrijgt geen spanning via de USB kabel. Zorg ervoor dat de accu van de camera volledig opgeladen is voordat u de aansluiting maakt.
. Bekijken van gekopieerde beelden 1. Dubbelklik op de stationicoon van de camera. 2. Dubbelklik op de “DCIM” map om deze te openen. 3. Dubbelklik op de map die de beelden bevat dat u wilt bekijken. 4. Dubbelklik op het beeld dat u wilt bekijken. • Voor informatie aangaande bestandsnamen zie “Geheugenmapstructuur” op pagina 135 voor meer informatie. • Een beeld dat geroteerd was op de camera wordt op het beeldscherm van uw Macintosh weergegeven met de oorspronkelijke (niet-geroteerde) oriëntatie.
Weergeven van een film U kunt films weergeven op een Macintosh d.m.v. de QuickTime applicatie die meegeleverd wordt met uw besturingssysteem. Kopieer om deze weer te geven de film eerst naar uw Macintosh en dubbelklik dan op het filmbestand (exclusief volledige HD films). • Weergave van volledige HD films wordt niet ondersteund op een Macintosh. .
Bestanden en mappen De camera creëert een bestand en slaat het elke maal op wanneer u een foto of film opneemt of een andere bewerking uitvoert waarbij data worden opgeslagen. Bestanden worden gegroepeerd door ze in mappen op te slaan. Elk bestand en map heeft haar eigen unieke naam. • Zie “Geheugenmapstructuur” (pagina 135) voor nadere details over hoe mappen in het geheugen zijn georganiseerd.
Geheugenkaartdata Deze camera slaat beelden die u opneemt op in overeenkomst met het DCF (Design rule for Camera File System) protocol. . Betreffende het DCF protocol DCF is een standaard die het mogelijk maakt om beelden die opgenomen zijn op de camera van het ene merk te bekijken en af te drukken met toestellen van andere merken als ze in overkomst zijn met het DCF protocol.
. Ondersteunde beeldbestanden • Beeldbestanden die opgenomen zijn met deze camera • Beeldbestanden die in overeenkomst zijn met het DCF protocol Deze camera kan mogelijk een beeld niet weergeven zelfs als het in overeenkomst is met het DCF protocol. Het tonen van een beeld dat opgenomen was met een andere camera kan mogelijk lang op zich laten wachten voordat het op het beeldscherm van deze camera verschijnt. .
Andere instellingen (Instellen) Dit hoofdstuk geeft uitleg over de menu items die u kunt gebruiken om instellingen te configureren en andere bewerkingen uit te voeren tijdens zowel de OPNAME en WEERGAVE modus. Zie pagina 77 voor informatie betreffende de menubewerkingen.
Configureren van geluidsinstellingen bij de camera (Geluiden) Procedure [MENU] * Instellen indextab * Geluiden Start Halfsluiter Sluiter Specificeert het startgeluid Geluid 1 - 5: Ingebouwde geluiden (1 - 5) Uit: Geluid uit Werking = Werking Specificeert het geluidsvolume. Deze instelling wordt ook gebruikt als het geluidsniveau tijdens het video uitgangssignaal (pagina 144) = Weergave Voor het specificeren van het geluidsvolume van de film.
Configureren van de wereldtijd instellingen (Wereldtijd) Procedure [MENU] * Instellen indextab * Wereldtijd U kunt het wereldtijdscherm gebruiken om de huidige tijd te bekijken in een zone die afwijkt van die van uw thuisstad wanneer u op reis gaat, enz. De wereldtijd toont de huidige tijd in 162 steden in 32 tijdzones rond de gehele wereld. 1. Selecteer d.m.v. [8] en [2] “Wereld” en druk daarna op [6].
Tijdstempel van foto’s (Tijdstempel) Procedure [MENU] * Instellen indextab * Tijdstempel U kunt de camera configureren om alleen de opnamedatum van de foto of de datum en de tijd te stempelen in de rechter onderhoek van het elk beeld. • Nadat de informatie voor de datum en de tijd eenmaal gestempeld is in een foto, kan deze niet veranderd of gewist worden.
Specificeren van de datumstijl (Datumstijl) Procedure [MENU] * Instellen indextab * Datumstijl U kunt kiezen uit drie verschillende stijlen voor de datum. Voorbeeld: 19 december, 2009 JJ/MM/DD 09/12/19 DD/MM/JJ 19/12/09 MM/DD/JJ 12/19/09 • Deze instelling heeft ook invloed op het datumformaat op het controlepaneel zoals hieronder aangegeven (pagina 28). JJ/MM/DD of MM/DD/JJ: MM/DD DD/MM/JJ: DD/MM Specificeren van de displaytaal (Language) Procedure [MENU] * Instellen indextab * Language .
Bevestigen van de sluimerinstellingen (Sluimer) Procedure [MENU] * Instellen indextab * Sluimer Dit attribuut schakelt het beeldscherm uit telkens wanneer geen camerabewerking wordt uitgevoerd voor een vooringestelde hoeveelheid tijd. Druk op een willekeurige toets om het beeldscherm opnieuw in te schakelen. Activeringstijd instellingen: 30 sec, 1 min, 2 min, Uit (Sluimeren wordt uitgeschakeld terwijl “Uit” geselecteerd is.) Sluimeren is uitgeschakeld onder de volgende omstandigheden.
Configureren van de [r] en [p] instellingen (OPNAME/WEERGAVE) Procedure [MENU] * Instellen indextab * REC/PLAY Spanning aan De camera wordt ingeschakeld wanneer [r] (OPNAME) of [p] (WEERGAVE) ingedrukt wordt. Stroom aan/uit De camera wordt in- of uitgeschakeld wanneer [r] (OPNAME) of [p] (WEERGAVE) ingedrukt wordt. Uitschakelen De camera wordt niet in- of uitgeschakeld wanneer [r] (OPNAME) of [p] (WEERGAVE) ingedrukt wordt.
Configureren van de USB protocol instellingen (USB) Procedure [MENU] * Instellen indextab * USB U kunt de onderstaande procedure gebruiken om het USB communicatieprotocol te selecteren wat gebruikt wordt bij het uitwisselen van data met een computer, printer of andere externe apparatuur. Mass Storage (massageheugen) Selecteer deze instelling wanneer u een aansluiting met een computer tot stand brengt. Bij deze instelling beschouwt de computer de camera als een extern opslagmedium.
Selecteren van de HDMI aansluiting signaalafgiftemethod (HDMI Afgifte) Procedure [MENU] * Instellen indextab * HDMI Afgifte Zie pagina 105 voor nadere details. Formatteren van het ingebouwde geheugen of van een geheugenkaart (Formatteren) Procedure [MENU] * Instellen indextab * Formatteren Als een geheugenkaart zich in de camera bevindt zal deze bewerking de geheugenkaart formatteren. Het zal het ingebouwde geheugen formatteren als geen geheugenkaart ingelegd is.
Configureren van instellingen op het beeldscherm In- en uitschakelen van de display information (Informatie) Telkens bij indrukken van [DISP] wordt door de verschillende types display information gebladerd. U kunt afzonderlijke instellingen configureren voor de OPNAME en WEERGAVE modi. Tonen Toont informatie betreffende de beeldinstellingen, enz. Oplichten van het display De inhoud van de instellingen en andere informatie alsmede overbelichting worden aangegeven door knipperen.
Gebruiken van het histogram op het scherm om de belichting te controleren (+Histogram) Geeft een histogram weer op het beeldscherm dat u kunt gebruiken om de belichting te controleren van een beeld voordat u het opneemt. U kunt ook het histogram tijdens de WEERGAVE modus tonen voor informatie over de belichtingsniveau’s van de beelden. Histogram LET OP • Een op het midden geconcentreerd histogram is geen garantie voor een optimale belichting.
Gebruiken van het histogram Een histogram is een grafiek die de helderheid van een beeld voorstelt uitgedrukt in het aantal beeldpunten. De verticale as stelt het aantal beeldpunten voor terwijl de horizontale as de helderheid aangeeft. Mocht het histogram er om de één of andere reden te eenzijdig uit zien, dan kunt u m.b.v. de EV verschuiving de balans naar links of rechts bewegen om zo een betere balans te verkrijgen.
Appendix Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik . Vermijd het gebruik terwijl u in beweging bent • Probeer de camera nooit te gebruiken om beelden op te nemen of weer te geven terwijl u een auto of een ander voertuig aan het besturen bent of terwijl u aan het lopen bent. Als u naar het beeldscherm kijkt terwijl u in beweging bent, kan dit het gevaar op een ernstig ongeluk met zich meebrengen. .
. Rook, een vreemde geur, oververhitting en andere abnormale omstandigheden • Als het gebruik van de camera wordt voortgezet terwijl er rook of een vreemde geur uitkomt of terwijl de camera oververhit is, brengt dit het gevaar op brand en elektrische schok met zich mee. Voer de volgende stappen onmiddellijk uit mocht één van de bovengenoemde symptomen zich voordoen. 1. Schakel de camera uit. 2. Verwijder de accu dan uit de camera en let er daarbij op dat u zichzelf beschermt tegen brandwonden. 3.
. Te vermijden plaatsen • Laat de camera nooit achter op één van de volgende soort plaatsen. Dit kan het risico op brand en elektrische schok met zich meebrengen.
• Mocht u ooit tijdens het gebruik, het laden of het opslaan van een accu opmerken dat hij lekt, een vreemde geur afgeeft, verkleuringen of vervormingen toont of mochten er zich andere abnormale omstandigheden voordoen, koppel de accu dan onmiddellijk van de camera of van de oplaadeenheid en houd hem uit de buurt van open vuur. • Gebruik de accu niet en laat hem niet achter in het directe zonlicht, binnenin een afgesloten voertuig of op andere plaatsen die blootstaan aan hoge temperaturen.
. Stroomvoorziening • Gebruik enkel de speciale oplaadbare lithium-ion accu (NP-100) om deze camera van stroom te voorzien. Het gebruik van een ander type accu wordt niet ondersteund. • Deze camera heeft geen gescheiden batterij voor de klok. De instellingen voor de datum en de tijd worden gewist ongeveer één dag nadat de spanning totaal afgesneden is van de accu. Zorg er voor deze instellingen opnieuw te configureren mocht dit gebeuren (pagina 140). .
. Condens Plotselinge en extreme veranderingen in temperatuur, zoals wanneer u de camera in een warme kamer brengt op een koude winterdag, kunnen er toe leiden dat er zich waterdruppeltjes - ook wel “condens” genoemd - vormen op de inwendige componenten of op de buitenkant van de camera, hetgeen het risico op problemen kan creëren. Om te voorkomen dat condens optreedt kunt u de camera in een afgesloten plastic zak doen voordat u van plaats verandert.
. Voorzorgsmaatregelen voor het hanteren van de oplaadeenheid - 0 Steek de stekker nooit in een stopcontact met een andere spanning dan die aangegeven is op de stekker. Dit kan het gevaar op brand, defecten en elektrische schok met zich meebrengen. 0 Denk eraan het netsnoer te beschermen tegen beschadigingen en breuken. Plaats nooit zware voorwerpen op het netsnoer en stel het niet bloot aan hoge temperaturen.
. Auteursrechten Met uitzondering van het gebruik voor uw eigen genoegen is het ongeauthoriseerde gebruik van foto’s of films van beelden waarvan de rechten aan andere toebehoren zonder de toestemming van de betreffende auteursrechten in overtreding met de wetgeving op auteursrechten. In bepaalde gevallen kan het filmen van openbare optredens, shows, tentoonstellingen, enz. in het geheel verboden zijn, zelfs als dit voor uw eigen genoegen is.
Ongeautoriseerd commercieel kopiëren, distribueren en kopiëren van de meegeleverde software via een netwerk is verboden. Dit product bevat PrKERNELv4 Real-time OS van eSOL Co., Ltd. Auteursrechten© 2007 eSOL Co., Ltd. PrKERNELv4 is een geregistreerd handelsmerk van eSOL Co., Ltd. in Japan. Uploadfunctionaliteit voor YouTube is onder licentie van YouTube, LLC. inbegrepen bij dit product.
Vervangen van de accu 1. Open het accudeksel en verwijder de huidige accu. Stopnok Schuif de stopnok in de door de pijl aangegeven richting in de afbeelding. Nadat de accu los is gaan zitten, kunt u deze in zijn geheel uit de camera trekken. 2. Plaats een nieuwe accu. Voorzorgsmaatregelen voor de accu . Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik • De werking die verschaft wordt door de accu in een koude omgeving is altijd korter dan bij normale temperaturen.
In het buitenland gebruiken van de camera . Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik • De meegeleverde acculader is ontworpen voor werking met stroombronnen tussen 100 V en 240 V wisselstroom, 50/60 Hz. Merk echter op dat de vorm van de stekker van het netsnoer verschilt afhankelijk van het land of het gebied. Voordat u de camera en de netadaptor meeneemt op reis, kunt u beter eerst bij uw reisbureau navragen wat de vereisten voor het lichtnet op de plaats van bestemming zijn.
. Voeding in overige landen • De netadapter is ontworpen voor werking met stroombronnen tussen 100 V en 240 V wisselstroom, 50/60 Hz. Merk echter op dat de vorm van de stekker van het netsnoer verschilt afhankelijk van het land of het gebied. Voordat u de camera en de netadaptor meeneemt op reis, kunt u beter eerst bij uw reisbureau navragen wat de vereisten voor het lichtnet op de plaats(en) van bestemming zijn. • Sluit de acculader niet op een voeding aan via een transformator of een soortgelijk apparaat.
. Gebruiken van een geheugenkaart • SD geheugenkaarten en SDHC geheugenkaarten zijn Schrijven is uitgevoerd met een schrijfbeveiligingsschakelaar. mogelijk Gebruik deze schakelaar om te beschermen tegen het onverhoeds uitwissen van data. Merk echter op dat als u een SD geheugenkaart beveiligt, u de Schrijven is schrijfbeveiliging moet uitschakelen telkens wanneer u niet mogelijk op de kaart wilt opnemen, hem wilt formatteren of één van de beelden wilt uitwissen.
Computersysteem vereisten voor meegeleverde software De systeemvereisten voor uw computer verschillen afhankelijk van elke applicatie. Let er dus op de vereisten te checken voor die bepaalde applicatie die u probeert te gebruiken. Merk op dat de hier gegeven waarden minimale vereisten zijn voor het draaien van elke applicatie. De feitelijke vereisten zijn zwaarder afhankelijk van het aantal beelden en de grootte van de beelden die worden gehanteerd.
Algemene gids De nummers binnen de haakjes geven de pagina’s aan waar een verklaring te vinden is voor elk item. .
Onderkant dsStatiefgat el Gebruik dit gat bij het monteren van een statief. ds dtAccuvakdeksel (pagina’s 13, 158) ekGrendel (pagina 13) elAccuvak (pagina’s 13, 158) ek dt .
Inhoud van het beeldscherm Het beeldscherm maakt gebruik van verschillende indicators, iconen en waarden om u op de hoogte te houden van de status van de camera. • De voorbeeldschermen in dit hoofdstuk zijn bedoeld om de plaats van alle indicators en cijfers te tonen die op het beeldscherm kunnen verschijnen tijdens de verschillende functies. Ze stellen niet de schermen voor die in feite bij de camera verschijnen. .
. Filmopname 1 2 3 4 5 1 Opnamemodus (pagina 62) 2 Resterende filmgeheugencapaciteit (pagina 178) 3 Filmopnametijd (pagina 62) 4 Geeft aan dat de filmopname plaatsvindt (pagina 62) 5 Resterende fotogeheugencapaciteit tijdens filmopname (pagina 66) .
. Film weergavemodus 12 3 1Type bestand 2Beveiligingsindicator (pagina 112) (pagina 134) 4 3Mapnaam/bestandnaam Filmopnametijd (pagina 96) 5 4 5Filmmodus/Kwaliteit/Snelheid (pagina’s 64, 87, 88) 6Datum/tijd (pagina 141) Lege accu indicator (pagina 14) 6 7 7 * Niet getoond tijdens HS filmopname terwijl t (Automatisch) geselecteerd is als de OPNAME modus. .
Terugstellen van de oorspronkelijke default instellingen De tabellen in dit hoofdstuk tonen de oorspronkelijke default instellingen die geconfigureerd zijn voor elk item op het menu (door op [MENU] te drukken worden ze getoond) nadat u de camera terugsteld (reset) (pagina 145). De items in de menu’s hangen af van of de OPNAME modus of de WEERGAVE modus ingeschakeld is bij de camera. • Een streepje (–) geeft een item aan waarvan de instelling niet wordt teruggesteld of waarvoor geen resetinstelling is. .
“Instellen” indextab Scherm Auto 2 EVF Helderheid 0 Geluiden – Bestand nr. Voortzetten Wereldtijd Thuis Tijdstempel Uit Bijstellen – Datumstijl – Language – Sluimer 1 min Automatisch Spanning Uit 5 min REC/PLAY Spanning aan LCD Prioriteit Uit USB Mass Storage (massageheugen) Video uitgang NTSC 4:3 HDMI Afgifte Automatisch Formatteren – Reset – Form. Aanpassen 3M (2048x1536) Trimmen – Kopiëren – Groep Opdelen – Display Layout Breedbeeld Filmbeeld Selecteren – .
Wanneer niet alles van een leien dakje gaat... Oplossen van moeilijkheden Probleem Mogelijke oorzaak en aanbevolen maatregel Stroomvoorziening Spanning gaat niet aan. 1)De accu kan verkeerd om geplaatst zijn (pagina 13). 2)De accu kan leeg zijn. Laad de accu op (pagina 11). Als de accu na het opladen weer snel leeg raakt, betekent dit dat de accu het einde van zijn levensduur heeft bereikt en dient te worden vervangen. Schaf een los verkrijgbare oplaadbare CASIO NP-100 lithium-ion accu aan.
Probleem Mogelijke oorzaak en aanbevolen maatregel Het onderwerp bevindt zich buiten het scherpstelgebied van het opgenomen beeld. Mogelijk is niet goed scherpgesteld op het beeld. Bij het samenstellen van het beeld dient u er op te letten dat het onderwerp zich binnen het scherpstelkader bevindt. De flitser flitst niet. 1)Als ? (flitser uit) is geselecteerd als de flitserfunctie, schakel dan over op een andere functie (pagina 31). 2)Laad de accu op (pagina 11) als deze leeg is.
Probleem Mogelijke oorzaak en aanbevolen maatregel Hoewel de beschikbare verlichting helder is, zijn de gezichten van de personen in beeld toch donker. Niet genoeg licht bereikt de onderwerpen. Schakel de instelling van de flitserfunctie over naar < (flitser aan) voor daglicht synchroon flitsen (pagina 31) of verschuif de EV verschuiving in de + richting (pagina 36). De onderwerpen zijn te donker bij het opnemen van beelden op het strand of bij een ski oord.
Probleem Mogelijke oorzaak en aanbevolen maatregel Overige De verkeerde datum en tijd worden weergegeven. De instelling voor de datum en tijd is verkeerd. Stel de juiste datum en tijd in (pagina 140). De boodschappen op het display zijn in een verkeerde taal. Een verkeerde taal is geselecteerd. Verander de instelling van de displaytaal (pagina 141). Beelden kunnen niet via een USB aansluiting worden overgestuurd. 1)De USB kabel is mogelijk niet juist aangesloten. Controleer alle aansluitingen.
Boodschappen in het display ALERT De veiligheidsfunctie van de camera kan geactiveerd zijn omdat de temperatuur van de camera te hoog was. Schakel de camera uit en wacht totdat deze voldoende afgekoeld is voordat u de camera weer kunt gebruiken. Accu is bijna leeg. De accu is vrijwel leeg. Camera niet in standby. Beeld opnieuw kaderen. Doorl. Sl. Onderwerp Verdwijnt of Doorl. Sl.
Map kan niet wordt gecreëerd. U probeert een beeld op te slaan terwijl er 9999 bestanden opgeslagen zijn in de 999ste map. Wis bestanden die u niet langer nodig heeft als u meer bestanden wilt opnemen (pagina 22). De flitser wordt voor korte tijd uitgeschakeld om de flitseenheid te beschermen na achtereenvolgende werking LED flitser is aan het tijdens de doorlopende sluiteropname met flits. Nadat deze afkoelen... boodschap verdwenen is kunt u het gebruik van de flitser voortzetten.
Er zijn geen drukbeelden. DPOF instellen. Er zijn geen bestanden gespecificeerd voor het afdrukken. Configureer de vereiste DPOF instellingen (pagina 119). Er is geen beeld dat geregistreerd kan worden. Het beeld of de film waarvan u de instellingen probeert op te slaan, kan niet als een BEST SHOT scène worden opgeslagen. Deze kaart kan niet worden geformatteerd. De geheugenkaart in de camera is niet geformatteerd. Formatteer de geheugenkaart (pagina 145). Dit bestand kan niet worden weergegeven.
Aantal foto’s en filmopnametijd Foto Beeldformaat (beeldpunten) Beeldkwaliteit RAW+ (6 M: 2816x2112)*1 Fijn 6M (2816x2112) 3:2 (2816x1872) 16:9 (2816x1584) 4M (2304x1728) 3M (2048x1536) 2M (1600x1200) VGA (640x480) Formaat van Capaciteit van het het ingebouwde beeldbestand geheugen bij benadering (31,9 MB) 13,34 MB 2 foto’s Capaciteit van de SD geheugenkaart (1 GB) 72 foto’s Normaal 11,75 MB 2 foto’s 82 foto’s Economie 11,16 MB 2 foto’s 86 foto’s Fijn 3,48 MB 9 foto’s 277 foto’s No
Films Filmmodus HD HS STD Capaciteit van het ingebouwde geheugen (31,9 MB) Capaciteit van de SD geheugenkaart (1 GB) FHD 1920x1080 (Stereo) 18 seconden 9 minuten 11 seconden HD 1280x720 (Stereo) 31 seconden 15 minuten 48 seconden 1200 fps 336x96 (Geen geluid) 14 seconden 7 minuten 18 seconden 14 seconden 7 minuten 19 seconden 300 fps 512x384 (Geen geluid) 14 seconden 7 minuten 19 seconden 30-300 fps 512x384 (Geen geluid) 2 minuten 27 seconden*2 1 uur 13 minuten 16 seconden*2 1 minuut
Filmmodus Beeldkwaliteit (Beeldpunten) / (Geluid) Maximale bestandsgrootte YouTube (HS600) 432x192 (Geen geluid) YouTube (HS300) Maximale YouTube 512x384 (Geen geluid) filmgrootte: vastleg100 MB modus*3 YouTube (HS30-300) 512x384 (Geen geluid) (of 10 minuten) YouTube (STD) 640x480 (Stereo) Capaciteit van het ingebouwde geheugen (31,9 MB) SD geheugenkaart (Maximale opnametijd per opname) 14 seconden 30 seconden 14 seconden 45 seconden 2 minuten 27 seconden*2 7 minuten 41 seconden*2 1 minuut 30 se
Technische gegevens Producttype Digitale camera Model EX-F1 Bestandformaat Foto’s: RAW (DNG), JPEG (Exif versie 2.2); DCF 1.0 standaard; overeenkomstig DPOF * Het DNG bestandformaat is een type RAW beeldbestand dat aanbevolen door Adobe Systems voor het gebruik als het standaard formaat voor beeldbestanden. Films: MOV formaat, H.
Belichtingsregeling Programma AE, Lensopening Prioriteit AE, Sluitersnelheid Prioriteit AE, Handmatige Belichting Belichtingscompensa- –2.0 EV tot en met +2.
Opnemen Foto, Doorlopende snelle (HS) sluiter, Vooropname (stilbeeld), Doorlopende sluiter met flits, Slow-motion bekijken, Automatisch bracketing, BEST SHOT, Gezichtsdetectie, HS (snelle) film (geen geluid), HD film, Standaard (STD) film, YouTube vastlegmodus (capture) Beeldscherm 2,8-inch TFT kleuren breedbeeld LCD 230.160 beeldpunten (959x240) Zoeker LCD beeldscherm/Elektronische beeldzoeker (0,5 cm (0,2-inch), gelijkwaardig met 201.
Levensduur accu naar schatting Alle hieronder gegeven waarden stellen de hoeveelheid naar schatting voor bij normale temperaturen (23°C) voordat de camera uitgeschakeld wordt. Deze waarden worden niet gegarandeerd. Een lage temperatuur zal de gebruiksduur van de accu verkorten.
. Oplaadbare lithium-ion accu (NP-100) Nominale spanning 7,4 V Nominale capaciteit 1950 mAh Bedrijfstemperatuur 0 tot en met 40°C Afmetingen 36,2 (W) x 53,6 (H) x 23,3 (D) mm Gewicht Ongeveer 85 g .
CASIO COMPUTER CO.,LTD.
EGFSIDSwNrDeFiPlHgCzPoCkChKA EX-F1 ERRATA ���User’s Guide Page 178, table Incorrect : Maximum Movie Size: 4GB Correct : Maximum Movie Size: 4GB * Note that when “HD” or “FHD” is selected for the HD movie quality setting, the maximum recording time per movie is 29 minutes. BERICHTIGUNG ���Bedienungsanleitung Seite 178, Tabelle Falsch : Max. Movie-größe: 4 GB Richtig : Max.