User manual - EXFC100_M10_FB
91
Geavanceerde instellingen
Procedure
[r] (OPNAME) * [MENU] * OPNAME indextab * Doorl. AF
Wanneer een foto wordt gemaakt terwijl “Aan” geselecteerd is voor de Doorl. AF,
wordt Autofocus uitgevoerd en vindt het scherpstellen doorlopend plaats totdat u de
sluitertoets half indrukt.
• Voordat u de sluitertoets halverwege indrukt, blijft de camera scherpstellen op het
midden van het beeld. Als “— Vrij” geselecteerd wordt voor de instelling van het
“AF gebied” (pagina 88) bij halverwege indrukken van de sluiter, dan wordt het
scherpstellen uitgevoerd voor het gebied dat gespecificeerd wordt “— Vrij”. Het
scherpstellen wordt uitgevoerd in het gebied waar een gezicht gedetecteerd wordt
als “Gezichtsdetec.” ingeschakeld is.
Procedure
[r] (OPNAME) * [MENU] * OPNAME indextab * Doorl. Sluiter
Voer de volgende stappen uit om de doorlopende sluitermodus te veranderen.
Opnemen met de Doorlopend Autofocus (Doorl. AF)
Veranderen van de Doorlopende Sluiter modus
(CS = Continuous Shutter)
Hoge
snelh. doorl.
Maakt het mogelijk om maximaal 30 doorlopende sluiterbeelden op
te nemen bij een hogere snelheid dan bij Doorlopende Sluiter bij
Normale snelheid. Beelden die met deze modus worden
opgenomen kunnen niet in één van de volgende formaten zijn. 9M,
3:2, 16:9. Als de beeldformaatinstelling van de camera ingesteld
staat op één van deze formaten zullen bij Doorlopende Sluiter bij
Hoge Snelheid beelden van 6M worden opgenomen. Zie pagina 51
voor nadere details.
Norm.
snelh. doorl.
Maakt het mogelijk
ongeveer één beeld per seconde op te nemen
zolang er geheugenruimte beschikbaar is om beelden op te slaan.
Zie pagina 50 voor nadere details.
É
Z
B