User manual - EXG1_M10_FB

69
Geavanceerde instellingen
Scherpstellen met de hand
1. Stel het beeld op het beeldscherm zodanig
samen dat het onderwerp waarop u wilt
scherpstellen zich binnen de gele grenslijn
bevindt.
2. Kijk naar het beeld op het beeldscherm en stel
scherp d.m.v. [4] en [6].
Op dat moment wordt het gedeelte van het beeld
dat zich binnen de grenslijn bevindt groter en vult
het gehele beeldscherm, hetgeen helpt bij het
scherpstellen. Als u deze bewerking niet binnen twee seconden uitvoert terwijl
het vergrootte beeld getoond wordt, verschijnt stap 1 opnieuw.
LET OP
Het automatische macro attribuut detecteert hoever het onderwerp zich van de
lens bevindt en selecteert overeenkomstig daarmee Macrofocus of Autofocus.
Als de flitser gebruikt worden met macrofocus kan het licht van de flitser worden
geblokkeerd worden, hetgeen ongewenste schaduwen van de lens in beeld kan
produceren.
Automacro kan enkel gebruikt worden tijdens het opnemen van foto’s.
Telkens wanneer u een optische zoombewerking uitvoert tijdens het opnemen met
Autofocus, Macrofocus of Handmatige scherpstelling verschijnt een waarde op het
beeldscherm zoals hieronder aangegeven om het scherpstelbereik aan te geven.
Voorbeeld: oo cm tot 9
* oo is de werkelijke waarde van het scherpstelbereik.
Gebruiken van scherpstelvergrendeling
“Scherpstelvergrendeling” is de naam van een techniek die
u kunt gebruiken wanneer u een beeld wilt samenstellen
waarbij het onderwerp waarop scherpgesteld moeten
worden zich niet bevindt in het scherpstelkader in het
midden van het beeldscherm.
Selecteer om scherpstelvergrendeling te gebruiken
Û Puntmeten” voor het autofocus gebied (pagina 43).
1. Pas het scherpstelkader van het beeldscherm
op het onderwerp waarop u wilt scherpstellen
en druk de sluitertoets dan halverwege in.
Gele grenslijn
Onderwerp waarop moet
worden scherpgesteld
Scherpstelkader