User manual - EXG1_M10_FB

78
Geavanceerde instellingen
Procedure
OPNAME modus * [MENU] * OPNAME indextab * AF assist. Lamp
Bij halverwege indrukken van de sluitertoets terwijl deze instelling
geselecteerd is, gaat de voorlamp branden die dan zorgt voor de
belichting om scherp te kunnen stellen op plaatsen waar de
belichting laag is. Het wordt aanbevolen deze functie
uitgeschakeld te laten bij opnemen van portrerren van korte
afstand, enz.
BELANGRIJK!
Kijk nooit direct in de voorlamp terwijl deze aan is.
Procedure
OPNAME modus * [MENU] * OPNAME indextab * Scherpstelkader
U kunt voor het scherpstelkader d.m.v. deze procedure kiezen uit vijf verschillende
vormen, inclusief een hartvorm.
LET OP
Door de sluitertoets halverwege in te drukken verandert het scherpstelkader in één
van de hier onder getoonde vormen.
Terwijl “Willekeurig/random” geselecteerd is, wordt één van de vier
scherpstelkaders naar willekeur geselecteerd telkens wanneer de camera wordt
ingeschakeld.
Bij opnemen met gezichtsdetectie is de vorm van het kader ß.
De schermraster (pagina 80) verschijnt niet wanneer “È Meervoudig”
geselecteerd is als het automatische scherpstelgebied (pagina 43) terwijl een
ander scherpstelkader dan ß met deze instelling geselecteerd is.
Gebruiken van het Autofocus hulplamp (AF Assist. Lamp)
Veranderen van de vorm van het Scherpstelkader
(Scherpstelkader)
Instellingen ß
¹™¬μ
Willekeurig/random
Met succes scherpgesteld
Niet scherpgesteld
Voorlamp