User manual - EXG1_M10_FB

85
Geavanceerde instellingen
Procedure
OPNAME modus * [MENU] * Kwaliteit indextab * Meten
De meetfunctie bepaalt welk gedeelte van het onderwerp gemeten wordt voor de
belichting.
De op dat moment geselecteerd meetfunctie wordt aangegeven door een icoon op
het fotoscherm. Er wordt geen icoon weergegeven wanneer “B Meervoudig”
geselecteerd is als de meetfunctie.
Procedure
OPNAME modus * [MENU] * Kwaliteit indextab * Belichting
U kunt deze instelling gebruiken om de balans te optimaliseren tussen lichtere delen
en donkere delen terwijl u beelden aan het filmen bent.
U kunt de balans optimaleren tussen heldere en donkere delen in de bestaande
delen (pagina 101).
Specificeren van de Meetfunctie (Meten)
Meervoudig
Multi-patroon meten verdeelt het beeld in secties en meet het licht
bij elke sectie voor een gebalanceerde belichtingsmeting. Dit type
meten voorziet u van foutvrije belichtingsinstellingen voor een groot
scala aan opname omstandigheden.
Gecentreerd
Centrum-georiënteerd meten concentreert zich op het midden van
het scherpstelkader en meet het licht daar. Dit type meten is het
meest geschikt wanneer u enige mate van controle wilt hebben
over het contrast.
Puntmeten
Puntmeten verzamelt opnemingen van een bijzonder beperkt
gebied. Gebruik deze meetmethode wanneer u de belichting
ingesteld wilt hebben op de helderheid van een bepaald onderwerp
zonder te worden beïnvloed door omringende omstandigheden.
Optimaliseren van de helderheid van het beeld (Belichting)
Extra
Voert een hoger niveau van helderheidscorrectie uit dan de “Aan” instelling.
Wanneer deze optie geselecteerd is, duurt het langer voor het beeld om te
worden opgeslagen nadat de sluitertoets ingedrukt is.
Aan Voert helderheidscorrectie uit.
Uit Voert geen helderheidscorrectie uit.
B
N
˜