D Digitale camera Gebruiksaanwijzing Dank u wel voor het aankopen van dit CASIO product. • Voordat u deze gebruiksaanwijzing gebruikt, dient u eerst de voorzorgsmaatregelen te lezen. • Houd de gebruiksaanwijzing op een veilige plaats voor latere naslag. • Bezoek de officiele EXILIM Website op http://www.exilim.com/ voor de meest recente informatie met betrekking tot dit product.
Uitpakken Terwijl u de camera uitpakt dient u te controleren dat alle hieronder getoonde items aanwezig zijn. Mocht er iets missen, neem dan contact op met de winkel waar het apparaat gekocht was. Digitale camera Oplaadbare lithium-ion accu (NP-90) Acculader (BC-90L) Bevestigen van de polsriem aan de camera. Bevestig de 1 polsriem hier. * De vorm van de netstekker kan verschillen afhankelijk van het land of het gebied.
Lees dit eerst! • De inhoud van deze handleiding en de meegeleverde Basisreferentie zijn onder voorbehoud en kunnen zonder voorafgaande mededeling worden veranderd. • De inhoud van deze handleiding is bij elke stap van het productieproces gecontroleerd. Neem a.u.b. contact op met ons mocht u iets opmerken dat twijfelachtig of fout, enz. is. • Het kopiëren van een gedeelte of de volledige inhoud van deze gebruiksaanwijzing is verboden.
Inhoudsopgave Uitpakken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees dit eerst! . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Algemene gids . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Inhoud van het beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ... 2 ... 3 . . 10 . . 11 ❚❙ Snelstartgids 14 Wat is een digitale camera?.
❚ Zoomen met Superresolution . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (SR zoom) . . . 49 ❚❙ Opnemen van filmbeelden 50 Opnemen van een film. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 ❚❙ Gebruiken van BEST SHOT 52 Wat behelst BEST SHOT? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 ❚ Enkele voorbeeldscènes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
❚❙ Bekijken van Foto’s en Films 73 Bekijken van foto’s. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bekijken van een film. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bekijken van een Panoramabeeld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Inzoomen op een beeld op het scherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Tonen van het beeldmenu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
❚ Volgen van uw bewegingen op een kaart . . . . . . . . . . . . . . . . (Log Tonen) . . 105 ❚ Specificeren van de weergaveperiode van sporen . . . . . . . . .(Logperiode) . . 105 ❚ Opslaan van alle plaatsbepalingslogdata in het Camerageheugen naar een geheugenkaart . . . . . . . . . . . . .(Log Afgeven) . . 106 ❚ Activeren van de bewegingen van de beeldcursor . . . . (Cursor Bewegen) . . 106 ❚ Instellen van de nauwkeurigheid van de richtingssensor . . . . . (Richt. bijst.) . .
❚ Weergeven van een film . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 134 ❚ Bekijken van gebruikersdocumentatie . . . . . . . . . . . . . . . (PDF bestanden) . . 135 ❚ Gebruikersregistratie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 135 Gebruiken van een Eye-Fi draadloze SD geheugenkaart om beelden over te sturen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (Eye-Fi) . 135 Bestanden en mappen. . . . . .
❚❙ Appendix 154 Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 154 Stroomvoorziening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 161 ❚ ❚ ❚ ❚ Opladen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Vervangen van de accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Voorzorgsmaatregelen voor de accu . . . . . . . . . . . .
Algemene gids De nummers binnen de haakjes geven de pagina’s aan waar een verklaring te vinden is voor elk item. .
. Acculader 1+7- Contactpunten 2[CHARGE] oplaadindicator 3Netadapteraansluiting 1 2 3 Inhoud van het beeldscherm Het beeldscherm maakt gebruik van verschillende indicators, iconen en waarden om u op de hoogte te houden van de status van de camera. • De voorbeeldschermen in dit hoofdstuk zijn bedoeld om de plaats van alle indicators en cijfers te tonen die op het beeldscherm kunnen verschijnen tijdens de verschillende functies. Ze stellen niet de schermen voor die in feite bij de camera verschijnen. .
. Film opname 12 3 4 8 7 6 5 1Opnamemodus (pagina 50) 2Witbalansinstelling (pagina 69) 3Resterende capaciteit van het filmgeheugen (pagina 50) 4Filmopnametijd (pagina 50) 5Belichtingscompensatie (pagina 46) 6Lege accu indicator (pagina 19) 7Histogram (pagina 152) 8GPS golfconditie icoon (pagina’s 93, 103) .
. Film weergavemodus 12 9 8 7 3 1Type bestand 2Beveiligingsindicator (pagina 87) Mapnaam/bestandnaam (pagina 137) 4 3 Filmopnametijd (pagina 73) 4 5 5Filmbeeldkwaliteit (pagina 66) 6Datum/tijd (pagina 47) 7Naam van opnamelocatie (pagina 94) accu indicator (pagina 19) 6 8Lege 9Breedtegraad, lengtegraad (pagina 93) LET OP • Voor details betreffende de inhoud van de KAART modusdisplay, zie “Gebruiken van de Hybrid-GPS” (pagina 91).
Snelstartgids Wat is een digitale camera? Een digitale camera slaat beelden op een geheugenkaart op zodat u beelden een ontelbaar aantal malen kunt opnemen en wissen. Opnemen Wissen Weergave U kunt de beelden die u opneemt op verschillende manieren opnemen. Opslaan van beelden op uw computer. Beelden afdrukken. 14 Beelden als bijlage aan e-mail bijsluiten.
Wat kunt u doen met uw CASIO camera Uw CASIO camera zit vol met een krachtige selectie aan attributen en functies om het opnemen van digitale beelden gemakkelijker te maken en de volgende drie functies maken daar deel van uit. Hybrid-GPS De Hybrid-GPS van uw camera voorziet zowel in een standaard GPS als een autonomisch plaatsbepalingssysteem dat sensors gebruikt voor plaatsbepaling van locaties binnen en andere locaties die niet kunnen worden bereikt door GPS satellietgolven.
BEST SHOT Selecteer de gewenste voorbeeldscène waarna de camera automatisch de instellingen maakt. Daarna is het indrukken van de sluitertoets alles wat je moet doen voor perfecte beelden. Zie pagina 52 voor meer informatie.
Laad voor het gebruik eerst de accu op. Merk op dat de accu van een nieuw aangeschafte camera niet opgeladen is. Voer de stappen onder “Opladen van de accu” uit om de accu volledig op te laden. • Uw camera heeft voor de voeding een speciale CASIO oplaadbare lithium-ion accu (NP-90) nodig. Probeer nooit een accu van een ander type te gebruiken. Opladen van de accu 1.
Overige voorzorgsmaatregelen betreffende het opladen • Gebruik de speciale acculader (BC-90L) om de speciale lithium-ion accu (NP-90) op te laden. Gebruik nooit een oplaadtoestel van een ander type. Als geprobeerd wordt om een andere oplader te gebruiken kan dit tot een onverwacht ongeluk leiden. • Een accu die nog warm is door normaal gebruik kan mogelijk niet volledig opladen. Geef de accu de tijd om af te koelen voordat u hem oplaadt.
3. Sluit het accudeksel. 2 Sluit het accudeksel en schuif de schuifgrendel in de richting van LOCK (vergrendelen). • Zie pagina 161 voor informatie over het vervangen van de accu. 1 Controleren van de resterende accuspanning Terwijl de accustroom verbruikt wordt, geeft de lege accu indicator op het beeldscherm de resterende accustroom aan zoals hieronder getoond.
Configureren van de basisinstellingen bij de eerste maal dat u de camera inschakelt De eerste maal dat u een accu in de camera legt, verschijnt er een scherm voor het configureren van de instellingen voor de taalkeuze van de schermtekst, de datum en de tijd. Als het instellen van de datum en de tijd achterwege wordt gelaten, worden de verkeerde datum- en tijddata opgenomen bij de beelden.
6. Selecteer d.m.v. [8] en [2] “Automatisch” of “Premium Automatisch” als de automatische opnamemodus (pagina 26) en druk daarna op [SET] (instellen). • Nadat u de automatische opnamemodusinstelling hier geconfigureerd heeft, kunt u de huidige automatische opname instelling veranderen door “Automatisch” or “Premium Automatisch” BEST SHOT scène (pagina 26) selecteren.
Klaar maken van een geheugenkaart Hoewel de camera voorzien is van ingebouwd geheugen dat gebruikt kan worden voor het opslaan van beelden en films, wilt u waarschijnlijk een los verkrijgbare geheugenkaart aanschaffen om de capaciteit te vergroten. Deze camera wordt niet met een geheugenkaart geleverd. Beelden en films die opgenomen worden terwijl een geheugenkaart ingelegd is, worden opgeslagen op de geheugenkaart.
BELANGRIJK! • Steek nooit iets anders dan een ondersteunde geheugenkaart (pagina 22) in de geheugenkaartgleuf. • Mocht water of een vreemd voorwerp ooit de kaartgleuf binnendringen, schakel dan onmiddellijk de camera uit, verwijder de accu en neem contact op met uw dealer of de dichtstbijzijnde erkende CASIO onderhoudswerkplaats. Formatteren (resetten) van een nieuwe geheugenkaart Voordat u een nieuwe geheugenkaart voor de eerste maal in gebruik neemt dient u deze te formatteren. 1.
In- en uitschakelen van de camera Inschakelen van de spanning Om de spanning in te schakelen en daarna de OPNAME modus in te schakelen Druk op [ON/OFF] (spanning aan/uit) of [r] (OPNAME). • De achterindicator gaat even branden en de lens komt uit de camera (pagina 26). Om de spanning in te schakelen en daarna de WEERGAVE modus in te schakelen Druk op [p] (WEERGAVE).
De camera op de juiste wijze vasthouden Uw beelden zullen niet duidelijk te zien zijn als u de camera beweegt terwijl u op de sluitertoets drukt. Houd de camera tijdens het indrukken van de sluitertoets zoals aangegeven in de onderstaande afbeelding en houd de camera stil door uw armen stevig tegen beide zijden te houden terwijl u de opname maakt.
Opnemen van een foto Selecteren van een automatische opnamemodus U kunt één van de twee opnamemodi (Automatisch of Premium Automatisch) selecteren afhankelijk van wat u nodig heeft voor uw digitale beelden. R Automatisch Ÿ Premium Automatisch 1. Dit is de standaard automatische opnamemodus. • Het voorziet in een snellere werking dan Premium Automatisch opnemen.
Opnemen van een foto 1. Richt de camera op het onderwerp. Als u Premium Automatisch gebruikt, verschijnt tekst in de rechter onderhoek van het beeldscherm, die een omschrijving geeft van het type opname dat de camera gedetecteerd heeft. • U kunt op het beeld inzoomen als u dat wilt. Verschijnt wanneer de camera detecteert dat hij stil op een statief staat.
3. Houd de camera nog steeds stil en druk vervolgens de sluitertoets geheel in. Hierdoor wordt de foto opgenomen. Volledig indrukken Foto (Beeld wordt opgenomen.) Opnemen van een film [0] (Film) Druk op [0] (Film) om het opnemen van een film te starten. Druk nogmaals op [0] (Film) om te stoppen met de filmopname. Zie pagina 50 voor nadere details. . Als niet op het beeld kan worden scherpgesteld...
. Filmen met Premium Automatisch • Naast de sluitersnelheid, de lensopening en de ISO gevoeligheid, voert de camera automatisch de volgende bewerking uit als gewenst bij het opnemen met Premium Automatisch. – Automatisch Scherpstellen wordt gewoonlijk uitgevoerd totdat u de sluitertoets half indrukt.
Bekijken van foto’s Volg de volgende procedure om foto’s te bekijken op het beeldscherm van de camera. • Zie pagina 73 voor informatie over het weergeven van films. 1. Druk op [p] (WEERGAVE) om de WEERGAVE modus in te schakelen. • Hierdoor wordt één van de foto’s getoond die op dat moment opgeslagen is in het geheugen. • Er wordt ook informatie gegeven bij de getoonde foto (pagina 179). • U kunt de informatie wissen als u enkel [p] (WEERGAVE) de foto wilt bekijken (pagina 152).
Wissen van Foto’s en Films Mocht het geheugen vol raken dan kunt u foto’s en films wissen die u niet langer nodig heeft om zo ruimte vrij te maken om meer beelden op te nemen. BELANGRIJK! • Denk eraan dat de bewerking voor het wissen van een bestand (foto) niet ongedaan kan worden gemaakt. • Het wismenu verschijnt niet als u op [2] ( ) drukt terwijl “Aan” geselecteerd is voor de “Ü Uitgezet” instelling van de camera (pagina 149).
Wissen van alle bestanden 1. Druk op [p] (WEERGAVE) om de WEERGAVE modus in te schakelen en druk vervolgens op [2] ( ). 2. Selecteer “Alles wissen” d.m.v. [8] en [2] en druk daarna op [SET] (instellen). 3. Selecteer “Ja” d.m.v. [8] en [2] en druk daarna op [SET] (instellen) om alle bestanden te wissen. Hierdoor verschijnt de boodschap “Er zijn geen bestanden.”. Voorzorgsmaatregelen voor het opnemen van foto’s Werking • Open het accudeksel nooit terwijl de achterindicator groen aan het knipperen is.
Beperkingen ten aanzien van de autofocus • Eén van de volgende omstandigheden kan het scherpstellen onmogelijk maken.
Foto leerprogramma Gebruiken van het controlepaneel Het controlepaneel kan gebruikt worden om de instellingen van de camera te configureren. 1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen). Hierdoor wordt één van de iconen van het controlepaneel geselecteerd en worden de instellingen getoond. [8] [2] [4] [6] Beschikbare instellingen Controlepaneel [SET] (instellen) 2. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Selecteer d.m.v. [8] en [2] de instelling die u wilt veranderen.
Veranderen van de beeldgrootte (Formaat) . Beeldpunten Een beeld van een digitale camera is een verzameling van kleine punten die aangeduid worden als “beeldpunten”. Hoe meer beeldpunten er in een beeld te zien zijn, des te meer detail er te zien zal zijn. In het algemeen kunt u echter toe met minder beeldpunten voor het afdrukken van een beeld (L formaat) via een afdrukdienst, als bijlage voor e-mail, voor het bekijken van het beeld op een computer, enz. Beeldpunt .
• Zie pagina 179 voor informatie betreffende de beeldgrootte, de beeldkwaliteit en het aantal beelden dat opgeslagen kan worden. • Zie pagina 66 voor informatie betreffende de filmbeeldgrootte. • Zie pagina 89 voor informatie betreffende het aanpassen van het formaat van bestaande foto’s. . Om het beeldformaat te selecteren 1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen). 2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de bovenste optie van het controlepaneel (beeldformaat). 3. Selecteer d.m.v.
Gebruiken van de flitser (Flits) 1. Druk tijdens de OPNAME modus één maal op [2] ( ). 2. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de gewenste flitserinstelling en druk daarna op [SET] (instellen). 3. Flits [2] ( ) > Autom. Flits De flitser flitst automatisch in overeenstemming met de belichting (hoeveelheid licht en de helderheid). ? Flits Uit De flitser flitst niet. < Flits Aan De flitser flitst altijd.
LET OP • Let er op dat uw vingers en de riem niet in de weg zitten van de flitser. • Het gewenste effect kan mogelijk niet worden verkregen wanneer het onderwerp zich te ver weg of te dichtbij bevindt. • De oplaadtijd voor de flitser (pagina 182) hangt af van de omstandigheden tijdens de werking (conditie van de accu, omgevingstemperatuur, enz.).
Selecteren van een scherpstelmodus (Scherpstellen) U kunt een scherpstelmodusinstelling selecteren. 1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen). 2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de derde optie van boven in het controlepaneel (Scherpstellen). 3. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de gewenste instelling en druk daarna op [SET] (instellen). Instellingen Q Autom.
Super Macro Super Macro stelt de optische zoom vast op een positie die u laat opnemen vanaf de dichtstbijzijnde afstand tot het onderwerp. Het resultaat is grotere onderwerpbeelden vanaf een kortere afstand. LET OP • De zoom is vastgesteld terwijl Super Macro geselecteerd is zodat geen zoombewerking uitgevoerd wordt terwijl u de zoomregelaar verschuift. Scherpstellen met de hand 1.
Gebruiken van scherpstelvergrendeling “Scherpstelvergrendeling” is de naam van een techniek die u kunt gebruiken wanneer u een beeld wilt samenstellen waarbij het onderwerp waarop scherpgesteld moeten worden zich niet bevindt in het scherpstelkader in het midden van het beeldscherm. • Selecteer om scherpstelvergrendeling te gebruiken “Û Puntmeten” voor het autofocus gebied (pagina 41). 1.
1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen). 2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de vierde optie van boven in het controlepaneel (AF Gebied). 3. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de gewenste instelling en druk daarna op [SET] (instellen). 4. Richt de camera op het onderwerp en druk de sluitertoets halverwege in. Wacht totdat de camera de belichting en scherpstelling automatisch bijstelt. 5. Druk de sluitertoets nu geheel in.
Specificeren van de ISO gevoeligheid (ISO) De ISO gevoeligheid is een waarde die de gevoeligheid voor licht uitdrukt. 1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen). 2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de vijfde optie van boven in het controlepaneel (ISO gevoeligheid). 3. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de gewenste instelling en druk daarna op [SET] (instellen).
Gebruiken van de zelfontspanner (Zelfontspanner) Wanneer de Zelfontspanner ingeschakeld is, wordt een timer gestart door op de sluitertoets te drukken. De sluiter ontspant en het beeld wordt opgenomen na verloop van een ingestelde tijd. 1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen). 2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de zesde van boven in het controlepaneel (Zelfontspanner). 3. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de gewenste instelling en druk daarna op [SET] (instellen). „ 10sec Zelfontsp.
Gebruiken van gezichtsdetectie (Gezichtsdetec.) Bij het opnemen van mensen detecteert het gezichtsdetectie attribuut de gezichten van maximaal 10 aparte mensen en stelt de scherpstelling en de helderheid daarop af. 1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen). 2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de derde optie van onderen in het controlepaneel (Gezichtsdetec.). 3. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de instelling “G Gezichtsdetectie: Aan” en druk daarna op [SET] (instellen). 4.
Corrigeren van de beeldhelderheid (EV verschuiving) U kunt de belichtingswaarde (EV waarde) van een beeld met de hand bijstellen voordat u het opneemt. • Bereik van de belichtingscompensatie: –2,0 EV tot +2,0 EV • Eenheid: 1/3 EV 1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen). 2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de tweede optie van onderen in het controlepaneel (EV verschuiving). 3. Stel d.m.v. [4] en [6] de belichtingscompensatiewaarde bij. [6]: Verhoogt de EV waarde.
Veranderen van de Datum/Tijd stijl van het controlepaneel 1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen). 2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de onderste optie van het controlepaneel (Datum/Tijd). Stel de datum en de tijd in d.m.v. [4] en [6]. LET OP • U kunt kiezen tussen twee displaystijlen (pagina 146) voor de datum: Maand/Dag of Dag/Maand. • De tijd wordt getoond d.m.v. het 24-uren formaat.
Interpreteren van de zoomstaafindicator Tijdens een zoomenbewerking toont een zoomstaafindicator op het beeldscherm de huidige zoominstelling. Bereik waar binnen beeldverlies wordt onderdrukt. (optische zoom, HD Zoom, SR Zoom) 1X Bereik (digitale zoom) met beeldverlies 40,0X - 159,4X Zoomaanwijzer (Geeft de huidige zoomfactor aan.) Uiterste punt van de optische zoom • 10,0X optisch zoompunt Punt waarop kwaliteitsverlies in het beeld optreedt.
. Zoomfactor De digitale zoomfactor hangt af van het beeldformaat (pagina 35) en van of de SR Zoom geactiveerd of gedeactiveerd is.
Opnemen van filmbeelden Opnemen van een film 1. Configureer de kwaliteitsinstelling voor de film (pagina 66). De lengte van de film die u kunt opnemen hangt af van de kwaliteitsinstelling die u selecteert. 2. Richt met de OPNAME modus ingeschakelt de camera op het onderwerp en druk op [0] (Film). [0] (Film) Resterende opnametijd (pagina 180) Hierdoor begint de opname en wordt Y op het beeldscherm weergegeven. De filmopname heeft geluid in mono.
LET OP • Als lange filmopnamen worden gemaakt zal de camera warm aanvoelen. Dit is normaal en duidt niet op een defect. • De camera neemt het geluid ook op. Merk de volgende punten Microfoon op wanneer u films aan het opnemen bent. – Zorg ervoor dat de microfoon niet door uw vingers, enz. wordt geblokkeerd. – Goede opnameresultaten kunnen niet worden verkregen wanneer de camera te ver weg is van wat u probeert op te nemen.
Gebruiken van BEST SHOT Wat behelst BEST SHOT? BEST SHOT voorziet u in een verzameling “scènes” die verschillende types omstandigheden voor de opname toont. Als het nodig is om de instellingen van de camera te veranderen kunt u gewoonweg de scène opzoeken die overeenkomt met wat u probeert te bereiken en de camera maakt de instellingen dan automatisch. Dit verkleint de kans dat de beelden onbruikbaar zijn door een slechte instellingen voor de belichting en de sluitertijd.
3. Druk op [SET] (instellen) om de camera te configureren met de instellingen voor de op dat moment geselecteerde scène. Hierdoor wordt teruggekeerd naar de OPNAME modus. • De instellingen van de scène die u selecteerde blijven van kracht totdat u een andere scène selecteert. • Herhaal de bovenstaande procedure vanaf stap 1 om een andere BEST SHOT scène te selecteren. 4. Druk op de sluitertoets (als u een foto aan het opnemen bent) of op [0] (Film) (als u een film aan het opnemen bent).
• U kunt de bij de camera gemaakte instellingen veranderen wanneer u een BEST SHOT scène selecteert. Merk echter op dat de BEST SHOT instellingen terugkeren naar hun default (oorspronkelijke) instellingen telkens wanneer u een andere BEST SHOT scène selecteert of u de camera uitschakelt. Uw eigen BEST SHOT instellingen creëren U kunt maximaal 999 camera basisinstellingen opslaan als gebruiker’s BEST SHOT scènes die u onmiddellijk kunt oproepen wanneer u ze nodig heeft. 1.
Opnemen van een Panorama beeld (Dia Panorama) Met Panoramadia beweegt u de camera om meerdere beelden te maken en op te nemen die dan worden gecombineerd tot een panorama. Met dit attribuut kunt u een panorama van tot 360 graden opnemen, wat natuurlijk veel meer is dan de fysieke mogelijkheden van de lens bieden. • Het uiteindelijke panoramabeeld kan in één van de twee onderstaande afmetingen zijn.
LET OP • De volgende omstandigheden zijn niet compatibel met het opnemen met Panoramadia. – Een onderwerp waarvan de helderheid veel afwijkt van die van de omgeving door kunstmatig licht, zonlicht, enz. – Rivieren, golven, watervallen of andere onderwerpen met patronen die voortdurend veranderen. – Lucht, strand of ander onderwerp met doorlopende patronen – De camera is te dicht bij het hoofdonderwerp – Bewegend onderwerp • Panoramadia kan in de volgende gevallen tussentijds stoppen.
Opnemen van een Zelfportret Met dit attribuut kunt u uw zelfportret opnemen door de camera gewoonweg op u zelf te richten. BEST SHOT heeft twee zelfportret scènes waaruit u kunt kiezen. • Zelfportret (1 pers.) : Neemt op wanneer het gezicht van minstens één persoon, inclusief uzelf, gesignaleerd wordt. • Zelfportret (2 pers.) : Neemt op wanneer de gezichten van minstens twee personen, inclusief uzelf, gesignaleerd worden. 1. Druk op [BS] en selecteer daarna “Zelfportret (1 pers.)” of “Zelfportret (2 pers.
Geavanceerde instellingen Hieronder volgen menu bewerkingen die u kunt gebruiken om de instellingen van de camera te configureren. • U kunt het controlepaneel (pagina 34) ook gebruiken om bepaalde instellingen te configureren die op het menuscherm verschijnen. Zie de paginaverwijzingen die in dit hoofdstuk gegeven zijn voor informatie betreffende het configureren van instellingen m.b.v. het Controlepaneel. Gebruiken van menu’s op het scherm . Menuscherm bewerkingsvoorbeeld 1.
. Menubewerkingen in deze handleiding Menubewerkingen worden in deze handleiding voorgesteld zoals hieronder getoond. De volgende bewerking is dezelfde als onder “Menuscherm bewerkingsvoorbeeld” op pagina 58. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de “OPNAME” indextab. Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * OPNAME indextab * Scherpstelling Druk op [r] (OPNAME). Druk op [MENU]. Selecteer d.m.v. [8] en [2] “Scherpstelling” en druk daarna op [6].
OPNAME modus instellingen (OPNAME) Selecteren van een scherpstelmodus (Scherpstellen) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * OPNAME indextab * Scherpstelling Zie de controlepaneel procedure op pagina 39 voor details. Gebruiken van de zelfontspanner (Zelfontspanner) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * OPNAME indextab * Zelfontspanner Zie de controlepaneel procedure op pagina 44 voor details. Opnemen met Gezichtsdetectie (Gezichtsdetec.) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * OPNAME indextab * Gezichtsdetec.
Verminderen van de effecten van het bewegen van de camera of het bewegen van het onderwerp (Anti Shake) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * OPNAME indextab * Anti Shake U kunt de Anti Shake functie van de camera inschakelen om beeldwaas te reduceren die optreedt door het bewegen van het onderwerp of door bewegen van de camera tijdens het opnemen d.m.v.
Gebruiken van het Autofocus hulplamp (AF Assist. Lamp) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * OPNAME indextab * AF assist. Lamp Bij halverwege indrukken van de sluitertoets terwijl deze instelling geselecteerd is, gaat de voorlamp branden die dan zorgt voor de belichting om scherp te kunnen stellen op plaatsen waar de belichting laag is. Het wordt aanbevolen deze functie uitgeschakeld te laten bij opnemen van portrerren van korte afstand, enz.
In- en uitschakelen van de digitale zoom (Digitale Zoom) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * OPNAME indextab * Digitale zoom U kunt het deze instelling gebruiken om de digitale zoom in of uit te schakelen. Wanneer de digitale zoom uitgeschakeld is, zoomt de zoomregelaar bij bediening alleen met optische zoom in.
Configureren van de default instellingen bij inschakelen van de spanning (Geheugen) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * OPNAME indextab * Geheugen Als u de camera uitschakelt, onthoudt deze de huidige instellingen van alle geactiveerde geheugenitems en herstelt ze wanneer u de spanning opnieuw inschakelt. Elk geheugenitem dat gedeactiveerd is, wordt teruggesteld op de oorspronkelijke default instelling telkens wanneer u de camera uitschakelt.
Beeldkwaliteit instellingen (Kwaliteit) Opnemen van foto’s met een betere structuur en scherpte (SR Kwaliteit) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * Kwaliteit indextab * SR Kwaliteit Superresolutietechnologie wordt gebruikte om een beeld in drie delen te categoriseren: een omtrekdeel, een fijn patroondeel en een vlak deel, waarna deze het optimale proces uitvoert voor elk deel om de structuur en scherpte te verbeteren. • Er wordt een ç icoon getoond wanneer de “SR Kwaliteit” instelling “Aan”.
Specificeren van de Fotobeeld Kwaliteit (Kwaliteit (Foto)) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * Kwaliteit indextab * T Kwaliteit (Foto) Fijn Geeft voorrang aan de beeldkwaliteit. Normaal Normaal • De “Fijn” instelling (maximale beeldkwaliteit) geeft groot detail voor het opnemen van gedetailleerde beelden van de natuur zoals takken met zijtakjes en bladeren, of bij een beeld met complexe patronen.
Opnemen van mooie beelden van mensen en landschap (Effect) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * Kwaliteit indextab * Effect Als een van beide hieronder beschreven modi geselecteerd wordt, zal de camera automatisch mensen en landschap verfraaien om er voor te zorgen dat er elke keer mooie beelden zijn. Schmink Deze modus maakt het huidweefsel van het onderwerp gladder en de gezichtsschaduwen, die door scherp zonlicht worden veroorzaakt, zachter om zo betere portretten te krijgen.
. Opnemen van mooie scène beelden (Landschap) 1. Schakel de Landschapmodus in • Door de landschapmodus in te schakelen verschijnt Ö op het controlepaneel. 2. Druk op [SET] (instellen). Landschap icoon 3. Selecteer de Landschapmodus (derde optie van onderen op het controlepaneel) d.m.v. [4] en [6] en druk vervolgens op [SET] (instellen). Levendig Verbetert de kleuren om heldere, levendigere landschapbeelden te verkrijgen.
Bijstellen van de witbalans (Witbalans) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * Kwaliteit indextab * Witbalans U kunt de witbalans bijstellen voor aanpassing aan de lichtbron die beschikbaar is waar u aan het opnemen bent zodat u de blauwe schaduwen kunt vermijden die het resultaat zijn van filmen buiten terwijl het bewolkt is en de groene schaduwen die het resultaat zijn van filmen onder TL verlichting.
Specificeren van de ISO gevoeligheid (ISO) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * Kwaliteit indextab * ISO Zie de controlepaneel procedure op pagina 43 voor details. Specificeren van de Meetfunctie (Meten) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * Kwaliteit indextab * Meten De meetfunctie bepaalt welk gedeelte van het onderwerp gemeten wordt voor de belichting. B Meervoudig Multi-patroon meten verdeelt het beeld in secties en meet het licht bij elke sectie voor een gebalanceerde belichtingsmeting.
Optimaliseren van de helderheid van het beeld (Belichting) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * Kwaliteit indextab * Belichting U kunt deze instelling gebruiken om de balans te optimaliseren tussen lichtere delen en donkere delen terwijl u beelden aan het filmen bent. Aan Voert helderheidscorrectie uit. Wanneer deze optie geselecteerd is, duurt het langer voor het beeld om te worden opgeslagen nadat de sluitertoets ingedrukt is. Uit Voert geen helderheidscorrectie uit.
Instellen van het beeldcontrast (Contrast) Procedure [r] (OPNAME) * [MENU] * Kwaliteit indextab * Contrast U kunt één van de vijf instellingen van +2 (grootste contrast tussen licht en donker) tot en met –2 (kleinste contrast tussen licht en donker) specificeren voor het contrast.
Bekijken van Foto’s en Films Bekijken van foto’s Zie pagina 30 voor de procedure voor het bekijken van foto’s. Bekijken van een film 1. Druk op [p] (WEERGAVE) en toon vervolgens m.b.v. [4] en [6] de film die u wilt bekijken. 2. Druk op [SET] (instellen) om de weergave te starten.
Bekijken van een Panoramabeeld 1. Druk op [p] (WEERGAVE) en toon vervolgens m.b.v. [4] en [6] de panoramabeelden die u wilt bekijken. 2. Druk op [SET] (instellen) om de weergave van het panorama te starten. Bij Panoramaweergave beweegt het beeld naar links, rechts, naar boven of naar beneden. Weergavebedieningsorganen Starten of pauzeren van de weergave [SET] (instellen) Doorgaan met bladeren tijdens het pauzeren [4] [6] (Wanneer de diarichting links of rechts is.
Inzoomen op een beeld op het scherm 1. Blader tijdens de WEERGAVE modus d.m.v. [4] en [6] door de beelden totdat het gewenste wordt getoond. 2. Schuif de zoomregelaar nogmaals in de richting van z ([) om in te zoomen. Zoomfactor Beeldgebied U kunt d.m.v. [8], [2], [4] en [6] bladeren door het ingezoomde beeld op het beeldscherm. Schuif de zoomregelaar in de richting van w om uit te zoomen.
Weergeven van beelden op het kalenderscherm 1. Schuif de zoomregelaar tijdens de WEERGAVE modus tweemaal naar w (]). Hierdoor wordt het kalenderscherm weergegeven dat het eerste beeld toont dat op elke dag opgenomen werd. Verplaats om het eerste beeld op een bepaalde dag te bekijken de selectie grenslijn d.m.v. [8], [2], [4] en [6] naar de gewenste dag en druk vervolgens op [SET] (instellen). Druk op [MENU] of [BS] om het kalenderscherm te verlaten. • Als u een beeld opslaat d.m.v.
2. Schakel het televisietoestel in en selecteer de video ingangsfunctie. Als het televisietoestel meer dan één video ingangsaansluiting heeft, selecteer dan die aansluiting waar de camera op aangesloten is. 3. Druk op [p] (WEERGAVE) om de camera in te schakelen. Hierdoor verschijnt een beeld op het televisiescherm zonder dat iets verschijnt op het beeldscherm van de camera.
Bekijken van HQ films op een Hi-Vision TV Sluit de camera d.m.v. een los verkrijgbare HDMI kabel aan op de TV. Zie pagina 76 voor informatie betreffende de weergave. • Gebruik een los verkrijgbare HDMI kabel die gemarkeerd is met het hier rechter getoonde logo.
• Het geluid wordt aanvankelijk door de camera weergegeven bij een maximaal geluidsvolume. Als u begint met het tonen van beelden, is het verstandig om de geluidsvolumeregelaar van de TV eerst op een relatief laag niveau en pas daarna op het gewenste niveau in te stellen. . Selecteren van de HDMI aansluiting signaalafgiftemethod (HDMI Afgifte) Procedure [MENU] * Instellen indextab * HDMI Afgifte Selecteer het digitale signaalformaat m.b.v. deze instelling wanneer d.m.v.
Andere weergavefuncties (WEERGAVE) Dit hoofdstuk geeft een verklaring van de menu items die u kunt gebruiken om instellingen te configureren en andere weergavebewerkingen uit te voeren. Zie pagina 58 voor informatie betreffende de menubewerkingen. Weergeven van een Diashow (Slideshow) op de camera (Diashow) Procedure [p] (WEERGAVE) * [MENU] * WEERGAVE indextab * Diashow Start Start de diashow.
Tussenpauze Tijdsduur dat elk beeld weergegeven wordt Selecteer d.m.v. [4] en [6] een waarde tussen 1 en 30 seconden, of “MAX”. Als u een waarde specificeert tussen 1 en 30 seconden veranderen de beelden met het gespecificeerde interval maar de films zullen blijven spelen tot het einde. Aleen het eerste filmbeeld van de film wordt weergegeven wanneer de diashow een filmbestand bereikt terwijl “MAX” geselecteerd is. Effect Selecteer het gewenste effect.
Opslaan van muziek van uw computer naar het geheugen van de camera U kunt de ingebouwde diashow achtergrondmuziek vervangen door andere muziek van uw computer. Ondersteunde bestandstypen: • WAV bestanden in PCM formaat (16-bit, mono) • Sampling frequenties: 11,025 kHz/22,05 kHz/44,1 kHz Aantal bestanden: 9 Bestandsnamen: SSBGM001.WAV tot SSBGM009.WAV • Creëer de muziekbestanden op uw computer m.b.v. de bovenstaande namen.
Creëren van een foto of van filmbeelden (MOTION PRINT) Procedure [p] (WEERGAVE) * Te gebruiken filmbeeld * [MENU] * WEERGAVE indextab * MOTION PRINT 1. Blader d.m.v. [4] en [6] door de filmbeelden om en dat beeld weer te geven dat u wilt gebruiken als het beeld voor de MOTION PRINT foto. U kunt met hoge snelheid bladeren door [4] of [6] ingedrukt te houden. 2. Selecteer “Creëren” d.m.v. [8] en [2] en druk daarna op [SET] (instellen).
3. Druk op [2] wanneer het filmbeeld wordt weergegeven waar u het knippunt wilt laten zijn. } Knippen (Tot-punt knippen) Druk op [2] wanneer het filmbeeld wordt weergegeven tot waar u het knippunt wilt laten zijn. 1Druk op [2] wanneer het filmbeeld wordt ~ Knippen (Punt-tot-punt knippen) ¡ Knippen (Vanaf-punt knippen) 4. weergegeven vanaf waar u het knippunt wilt laten zijn. 2Druk op [2] wanneer het filmbeeld wordt weergegeven vanaf waar u het tweede knippunt wilt laten zijn.
Optimaliseren van de helderheid van het beeld (Belichting) Procedure [p] (WEERGAVE) * Foto beeldscherm * [MENU] * WEERGAVE indextab * Belichting U kunt deze instelling gebruiken om de balans te optimaliseren tussen lichte delen en donkere delen in bestaande beelden. +2 Voert een hoger niveau van helderheidscorrectie uit dan de “+1” instelling. +1 Voert helderheidscorrectie uit. Annuleren Voert geen helderheidscorrectie uit.
LET OP • U kunt de witbalans bijstellen tijdens het opnemen van beelden (pagina 69). • De oorspronkelijke foto wordt in het geheugen bewaard en wordt niet gewist. • Tijdens het weergeven van een veranderd beeld op het beeldscherm van de camera geven de datum en de tijd aan wanneer het beeld oorspronkelijk opgenomen was, dus niet wanneer het beeld veranderd was.
Beschermen van een bestand tegen wissen (Beveiligen) Procedure [p] (WEERGAVE) * [MENU] * WEERGAVE indextab * Beveiligen Beveiligt specifieke bestanden. 1Blader d.m.v. [4] en [6] door de bestanden totdat het te beschermen bestand wordt getoond. 2Selecteer d.m.v. [8] en [2] “Aan” en druk daarna op [SET] (instellen). Een beeld dat beveiligd is, wordt aangegeven door de › icoon. 3Herhaal stappen 1 en 2 om andere bestanden te beschermen. Druk op [MENU] om de beveiligingsbewerking te beëindigen.
Bewerken van de datum en de tijd van een beeld (Datum/Tijd) Procedure [p] (WEERGAVE) * Foto beeldscherm * [MENU] * WEERGAVE indextab * Datum/Tijd [8] [2] Verander de instelling bij de plaats waar de cursor zich bevindt [4] [6] Verplaatst de cursor tussen instellingen [BS] (BEST SHOT) Schakelen over tussen het 12-uur en 24-uur formaat Druk op [SET] (instellen) om ze toe te passen wanneer de instellingen voor de datum en de tijd naar wens zijn.
Roteren van een beeld (Rotatie) Procedure [p] (WEERGAVE) * Foto of Film beeldscherm * [MENU] * WEERGAVE indextab * Rotatie 1. Selecteer d.m.v. [8] en [2] “Rotatie” en druk daarna op [SET] (instellen). Elke keer indrukken van [SET] (instellen) draait het beeld 90 graden naar links. 2. Druk als het getoonde beeld de gewenste oriëntatie heeft op [MENU]. LET OP • Merk op dat deze procedure de feitelijke beelddata niet verandert.
Trimmen van een foto (Trimmen) Procedure [p] (WEERGAVE) * Foto beeldscherm * [MENU] * WEERGAVE indextab * Trimmen U kunt een foto trimmen om de onderdelen weg te knippen die u niet nodig heeft en het resultaat opslaan als een afzonderlijk bestand. De oorspronkelijke foto blijft ook behouden. Stelt het fotogebied voor Zoom m.b.v. de zoomregelaar in op het beeld tot het gewenste formaat en geef m.b.v.
Gebruiken van de Hybrid-GPS Naast de mogelijkheden van het conventionele Global Positioning System (GPS) systeem waarmee uw huidige locatie en tijd worden bepaald gebaseerd op radiogolven die ontvangen worden van GPS satellieten, heeft uw EXILIM camera ook een ingebouwde onafhankelijke bewegingssensor met autonomische plaatsbepalingstechnologie d.m.v. een 3-dimensionale peilingssensor en een 3-dimensionale versnellingsmeter.
Opnemen van huidige locatie informatie (Breedtegraad, Lengtegraad, Richting, Plaatsnaam) met Beelddata Activeren van de GPS Functie (GPS) Voordat u de Hybrid-GPS functie voor de eerste keer gebruikt, dient u eerst de volgende stappen uit te voeren om hem in te schakelen en GPS satellietgolven te ontvangen. 1. Neem de camera naar buiten naar een plaats waar er vrij uitzicht is op de lucht erboven. 2. Druk op [ON/OFF] (spanning aan/uit) om de camera in te schakelen en druk vervolgens op [MENU]. 3.
Opnemen van plaatsbepalingsinformatie samen met beelddata (B/L Opnemen) (Opnemen van breedte-/lengtegraad) Terwijl “Aan” geselecteerd is voor de “B/L Opnemen” instelling, wordt de plaatsbepalingsinformatie (breedtegraad, lengtegraad, opnamerichting van de camera) zoals gemeten door de Hybrid-GPS opgenomen samen met de beelddata (foto’s en films). 1. Druk tijdens de OPNAME modus op [MENU]. 2. Selecteer bij de “Instellen” indextab “B/L Opnemen” en druk vervolgens op [6]. 3. Selecteer d.m.v.
LET OP • U kunt opgenomen breedtegraad, lengtegraad, opnamerichting data wissen indien gewenst (pagina 109). • Opgenomen breedtegraad, lengtegraad, opnamerichting data kunnen niet worden bewerkt. • Als een beeld wordt opgenomen terwijl u zich verplaatst kan tot gevolg hebben dat incorrecte plaatsbepalingsinformatie wordt geregistreerd met het beeld. • De huidige “B/L Opnemen” instelling wordt genegeerd terwijl “Uit” geselecteerd wordt voor de “GPS” instelling (pagina 92).
3. Druk op de sluitertoets (als u een foto aan het opnemen bent) of op [0] (Film) (als u een film aan het opnemen bent). Hierdoor wordt het beeld samen met de plaatsnaam opgenomen. . Betreffende plaatsnamen • De kandidaten voor plaatsnamen worden geselecteerd van het land en de oriëntatiepunten in het camerageheugen gebaseerd op de huidige metingen van de breedtegraad en lengtegraad. • “– – –” wordt getoond i.p.v.
Stempelen van de plaatsnaam in een beeld (Plaats Stempelen) U kunt d.m.v. deze procedure kiezen uit plaatsnamen (namen van landen, namen van oriëntatiepunten) in het geheugen van de camera en deze direct in het beeld (foto) stempelen. BELANGRIJK! • In tegenstelling tot het invoegen van een plaatsnaam kan een plaatsnaam niet worden bewerkt of gewist wanneer deze eenmaal in een foto is gestempeld. 1. Druk tijdens de OPNAME modus op [MENU]. 2.
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruiken van de Hybrid-GPS • Een betere GPS satellietgolf ontvangst kan worden verkregen door de camera stil te houden met de GPS antenne in de richting van de lucht. • Daar GPS satellieten voortdurend bewegen kunnen de locatie, de tijd van de dag en andere omstandigheden er toe leiden dat het enige tijd kan duren voordat plaatsbepaling kan worden uitgevoerd. In sommige gevallen is plaatsbepaling geheel niet mogelijk.
• De Hybrid-GPS is in staat in plaatsbepalingsinformatie te voorzien (breedtegraad en lengtegraad) zelfs in omstandigheden wanneer geen golven kunnen worden ontvangen door GPS satellieten.
Gebruiken van de kaartdata die opgeslagen is in het geheugen van de camera (KAART modus) Nadat u op [ý] (KAART) drukt om de KAART modus in te schakelen, kunt u kaartdata bekijken die opgeslagen is in het geheugen en deze gebruiken om een aantal bewerkingen juit te voeren die in dit hoofdstuk worden beschreven. Betreffende de KAART modus De KAART modus heeft twee secundaire modi, zoals hieronder beschreven. Telkens bij indrukken van [ý] (KAART) wordt heen en weer geschakeld tussen de twee secundaire modi.
Inhoud van het KAART modus beeldscherm . Gebruikersbeeldmodus Het gebruikersbeeldmodus scherm toont beelden die u opnam op het kaartscherm, samen met iconen en nummers die een overvloed aan informatie verschaffen. 1 6Beeldlijst 234 5 bo bn bm bl bk Geeft een lijst van beelden (gebruikersbeelden) die opgenomen werden op de op dat moment getoonde kaart.
bnGebruikersbeeldteken • Een witte keg binnen een gebruikersbeeldteken geeft de horizontale richting aan waarin de camera gericht was tijdens het maken van de opname. Kegstanden worden aangegeven in eenheden van 22,5 graden. boGPS golfconditie icoon Geeft de huidige GPS satellietgolf ontvangstcondities aan (pagina 92). Locaties waar u beelden opgenomen heeft worden aangegeven door tekens. • Gebruikersbeeldtekens zijn gewoonlijk blauw.
KAART modusbewerking 1. Druk op [ý] (KAART) om de KAART modus in te schakelen. • Telkens bij indrukken van [ý] (KAART) wordt heen en weer geschakeld tussen de gebruikerbeeld modus en de Fotogenieke Plek modus. 2. Gebruik de onderstaande procedure om een gebruikersbeeldteken of een fotogeniek plekteken in het midden van de radarschermlijnen op de display te verplaatsen. Scrollen van de kaart Gebruik [8], [2], [4] en [6]. • Druk op [ù] (Huidige Locatie) om terug te keren naar het midden van het scherm.
3. Druk op [SET] (instellen). Hierdoor wordt het beeld vol in beeld (gebruikersbeeld of fotogeniek plek beeld) geplaatst waar de beeldcursor zich op de beeldlijst bevond. • Terwijl een beeld op het gehele scherm wordt getoond, kunt u d.m.v. [4] (bladert naar het beeld boven het huidige beeld in de beeldlijst) en [6] (bladert naar het beeld onder het huidige beeld in de beeldlijst) naar het volgende beeld doorbladeren.
BELANGRIJK! • Als een gedeelte van de zoomstaaf grijs is Een grijs gebied geeft aan dat terwijl een kaart wordt getoond, betekent dit dat meer gedetailleerde kaartdata niet beschikbaar is. de camera geen meer gedetailleerde kaartdata voor het grijze gedeelte. In dit geval stopt de aanwijzer en zal niet verder op de kaart worden ingezoomd als u de zoomregelaar kin de richting van z (Telefoto) schuift en de Huidige zoom zoomaanwijzer een grijs gedeelte bereikt.
Gebruiken van andere kaartdata (Kaart Indextab Menu) Dit hoofdstuk geeft uitleg over de menu items die gebruikt worden bij het uitvoeren van bewerkingen en het configureren van instellingen tijdens de KAART modus. Zie pagina 58 voor informatie betreffende de menubewerkingen. Opslaan van plaatsbepalingsinformatie (Log Opslaan) Procedure [ý] (KAART) * [MENU] * KAART Indextab * Log Opslaan U kunt m.b.v. deze procedure plaatsbepalingsinformatie opslaan van verschillende locaties en verschillende tijden.
Opslaan van alle plaatsbepalingslogdata in het Camerageheugen naar een geheugenkaart (Log Afgeven) Converteer d.m.v. de onderstaande procedure alle zich op dat moment in het geheugen bevindende plaatsbepalingslogdata naar een KML bestand (extensie: .kml) en sla ze op een geheugenkaart op. 1. Schakel de camera uit en leg de geheugenkaart in waarop u het bestand wilt opnemen. 2. Schakel de camera in en druk daarna op [ý] (KAART). 3. Druk op [MENU]. Selecteer op de “KAART” indextab “Log Afgeven”. 4.
2. Druk op [MENU]. Selecteer op de “KAART” indextab “Richt. bijst.”. 3. Let erop de camera niet te laten vallen en beweeg gedurende ongeveer 10 seconden de camera langzaam alsof u er het cijfer acht mee schrijft in de lucht. Beweeg de pols van uw hand waarmee u de camera vasthoudt om het cijfer acht in de lucht te schrijven. Hierdoor wordt voor magnetisme gecorrigeerd en bijgesteld voor de nauwkeurigheid van de richtingssensor. De boodschap “Normaal voltooid.
Andere instellingen (Instellen Indextabmenu) Zie pagina 58 voor informatie betreffende de menubewerkingen. Zie pagina 140 voor informatie betreffende de overige instellingen. Automatische Beeldoriëntatiedetectie en Rotatie (Auto Roteren) Procedure [MENU] * Instellen indextab * Auto Roteren Aan Roteert automatisch foto’s die opgenomen zijn met de camera wanneer deze bij een hoek van 90 graden verticaal wordt gehouden. Uit Beelden worden niet automatisch geroteerd.
• De Wereldtijdstad en tijd instellingen worden mogelijk niet correct geupdate wanneer u zich in de buurt bevindt van de grens tussen twee tijdzones. Mocht dit gebeuren, selecteer dan “Uit” voor de “Tijd Auto-Corr.” instelling en stel daarna d.m.v. de “Wereldtijd” instelling (pagina 144) of de “Bijstellen” instelling (pagina 146) de tijd- en datuminstellingen in. • De huidige “Tijd Auto-Corr.” instelling wordt genegeerd terwijl “Uit” geselecteerd wordt voor de “GPS” instelling (pagina 92).
3. Specificeer d.m.v. [8] en [2] wat u wilt wissen en druk daarna op [SET] (instellen). B/L Wissen Wist de breedtegraad, lengtegraad en de richting die bij het beeld werden opgenomen. Plaats Wissen Wist de plaatsnaam die bij het beeld werd opgenomen. Annuleren Annuleert de bewerking zonder iets te wissen. Voorzorgsmaatregelen bij het gebruiken van de Hybrid-GPS .
Dynamic Photo Deze camera heeft een aantal onderwerpen in het ingebouwde geheugen (“ingebouwde onderwerpen”), die u kunt invoegen in uw foto’s en films om Dynamic Photobeelden te creëren. • De term “ingebouwde onderwerpen” verwijst naar de bewegende figuren en karakters die voorgeprogrammeerd zijn in het ingebouwde geheugen van de camera. Ingebouwd Onderwerp Ander beeld ™ Dynamic Photobeeld Toevoegen van een ingebouwd onderwerp aan een Foto of Film (Dynamic Photo) Voeg d.m.v.
3. Als u een onderwerp toevoegt aan een film, zal een beeld verschijnen op het beeldscherm dat de plaats van het onderwerp in de film naar schatting aangeeft. Verschuif d.m.v. [4] en [6] de plaats naar de gewenste positie. Druk op [SET] (instellen) als u klaar bent. Voeg de plaats toe • Als u een onderwerp in een film voegt zal de resulterende film maximaal 20 seconden lang zijn. Alles voor en na de invoeging wordt afgekapt.
Bekijken van een Dynamic Photo (Dynamic Photobestand) 1. Druk op [p] (WEERGAVE) en toon vervolgens m.b.v. [4] en [6] de Dynamic Photo die u wilt bekijken. 2. Druk op [SET] als u het onderwerp van de Dynamic Photo wilt zien bewegen. De Dynamic Photo wordt herhaald als een doorlopende lus (oneindige herhaling). • Het bewegen van het onderwerp start ook automatisch twee seconden nadat u een Dynamic Photo getoond heeft.
Afdrukken Afdrukken van foto’s Professionele afdrukdienst U kunt een geheugenkaart met de foto’s die u wilt afdrukken meenemen naar een professionele afdrukdienst en ze laten afdrukken. Afdrukken op een printer thuis Het maken van afdrukken op een printer met een geheugenkaartgleuf U kunt een printer met een geheugenkaartgleuf gebruiken om beelden direct van een geheugenkaart af te drukken. Zie de gebruiksaanwijzing die met de printer wordt mee geleverd voor nadere details.
Direct aansluiten op een printer die compatibel is met PictBridge U kunt de camera direct op een printer aansluiten die PictBridge ondersteunt en dan beelden afdrukken zonder dit via een computer te doen. . Instellingen maken bij de camera voordat u hem aansluit op een printer 1. Schakel de camera in en druk op [MENU]. 2. Selecteer bij de “Instellen” indextab “USB” en druk vervolgens op [6]. 3. Selecteer “PTP (PictBridge)” d.m.v. [8] en [2] en druk daarna op [SET] (instellen). .
. Afdrukken 1. Schakel de printer in en plaats het papier. 2. Schakel de camera in. Hierdoor wordt het afdruk menuscherm weergegeven. 3. Selecteer d.m.v. [8] en [2] “Papierformaat” en druk daarna op [6]. 4. Selecteer d.m.v. [8] en [2] een papierformaat en druk daarna op [SET] (instellen). • Hieronder volgen de beschikbare papierformaten. 3.5"x5", 5"x7", 4"x6", A4, 8.5"x11", Met printer • Door selecteren van “Met printer” wordt afgedrukt op het papierformaat dat op de printer wordt geselecteerd.
Gebruiken van DPOF om beelden te specificeren die afgedrukt dienen te worden en het aantal afdrukken . Digitaal Afdruk Order Formaat (DPOF = Digital Print Order Format) DPOF is een standaard die het mogelijk maakt om informatie voor het beeldtype, het aantal kopieën en het tijdstempel aan/uit aan te brengen op de geheugenkaart met de beelden.
. Dezelfde DPOF instellingen voor alle beelden configureren Procedure [p] (WEERGAVE) * Foto beeldscherm * [MENU] * WEERGAVE indextab * DPOF afdr. * Alle beelden 1. Specificeer d.m.v. [8] en [2] het gewenste aantal afdrukken per beeld. U kunt maximaal een waarde van 99 specificeren. Specificeer 00 als u het beeld niet wilt afdrukken. • Als u de datum bij de beelden wilt hebben, druk dan op [BS] zodat “Aan” getoond wordt voor datumafstempeling. 2. Druk op [SET] (instellen).
. Datumafstempeling U kunt één van de volgende drie methoden gebruiken om de opnamedatum op te nemen in de afdruk van een beeld. Configureren van de instellingen van de camera Configureer de DPOF instellingen (pagina 117). U kunt de datumafstempeling telkens als u afdrukken maakt in- en uitschakelen. U kunt de instellingen zodanig configureren dat sommige beelden de datumafstempeling hebben en andere beelden niet. Configureren van de instellingen van het tijdstempel bij de camera (pagina 145).
Gebruiken van de camera met een computer Wat u kunt doen m.b.v. een computer... U kunt de hieronder beschreven bewerkingen uitvoeren wanneer de camera aangesloten is op een computer. Beelden opslaan op een computer en ze daar bekijken • Beelden opslaan en ze met de hand bekijken (USB aansluiting) (pagina’s 122, 131). • Stuur beelden automatisch over naar een computer via een draadloze LAN voor het bekijken (Eye-Fi) (pagina 135).
Gebruiken van de camera met een Windows computer Installeer de vereiste software in overeenstemming met de versie van Windows die u draait en wat u wilt doen. Wanneer u dit wilt doen: Besturingssysteem versie Opslaan van beelden Windows 7, Windows op een computer en ze Vista, Windows XP, daar met de hand Windows 2000 bekijken Installeer deze software: Het is niet nodig te installeren. Zie pagina: 122 Windows 7 Het is niet nodig te installeren.
Wanneer u dit wilt doen: Besturingssysteem versie Installeer deze software: Zie pagina: Bekijk de gebruiksaanwijzing Windows 7, Windows Vista, Windows XP (SP2/SP3), Windows 2000 (SP4) Adobe Reader 9 (Niet nodig als deze reeds geïnstalleerd is.) 130 * YouTube Uploader for CASIO, Photo Transport en Dynamic Photo Manager draaien niet onder de 64-bit versie van het Windows besturingssysteem. .
4. Schakel de camera uit en sluit deze daarna d.m.v. de met de camera meegeleverde USB kabel aan op uw computer. USB poort USB kabel Grote aansluitstekker • De camera verkrijgt geen spanning via de USB kabel. Zorg ervoor dat de accu van de Kleine aansluitstekker camera volledig opgeladen is voordat u [USB/AV] de aansluiting maakt.
8. Klik met de rechterknop op de “DCIM” map. 9. Klik “Kopiëren” op het snelkoppelingsmenu dat verschijnt. 10. Windows 7, Windows Vista gebruikers: Klik “Start” en daarna op “Documenten”. Windows XP gebruikers: Klik “Start” en daarna op “Mijn Documenten”. Windows 2000 gebruikers: Dubbelklik op “Mijn Documenten” om die map te openen.
3. Dubbelklik op het beeld dat u wilt bekijken. • Voor informatie aangaande bestandsnamen zie “Geheugenmapstructuur” op pagina 138 voor meer informatie. • Een beeld dat geroteerd was op de camera wordt op het beeldscherm van de computer weergegeven met de oorspronkelijke (niet-geroteerde) oriëntatie. Gebruik uw computer nooit om beeldbestanden die opgeslagen zijn in het ingebouwde geheugen van de camera of op de geheugenkaart te veranderen, te wissen, te verplaatsen of een nieuwe naam te geven.
. Voorzorgsmaatregelen voor filmweergave • Zorg ervoor dat u de filmdata naar de harde schijf van uw computer verplaatst voordat u probeert deze weer te geven. Correcte weergave van de film kan mogelijk niet plaatsvinden bij data waartoe toegang is verkregen via een netwerk, vanaf een geheugenkaart, enz. • Correcte weergave van de film kan mogelijk niet plaatsvinden bij bepaalde computers. Mocht u problemen ondervinden, probeer dan het volgende.
. Uploaden van een filmbestand naar YouTube • Voordat u YouTube Uploader for CASIO kunt gebruiken dient u naar de YouTube website te gaan (http://www.youtube.com/) en u zich daar als gebruiker te registreren. • U mag geen videos uploaden waarop auteursrechten rusten (inclusief eventuele naburige auteursrechten) tenzij u zelf in het bezit bent van de auteursrechten of als u toestemming heeft van de houder(s) van de auteursrechten in kwestie.
Oversturen van beelden van uw computer naar het geheugen van de camera Teneinde beelden over te sturen van het geheugen van uw computer naar de camera dient u Photo Transport op uw computer te installeren van de CD-ROM die met de camera wordt meegeleverd. . Installeren van Photo Transport 1. Selecteer “Photo Transport” op het CD-ROM menuscherm. 2. Installeer Photo Transport na de informatie te hebben gelezen over de installatie condities en de systeemvereisten in het “Lees mij” bestand. .
. Oversturen van computerscherm vastlegdata naar de camera 1. Sluit de camera aan op uw computer (pagina 122). 2. Klik bij uw computer op het volgende: Start * Alle Programma’s * CASIO * Photo Transport. Hierdoor wordt Photo Transport gestart. 3. Hierdoor wordt het scherm getoond waarvan u de schermvastlegdata wilt oversturen. 4. Klik op de [Opnemen] toets. 5. Trek een grenslijn rondom het gebied dat u wilt opnemen.
Bekijken van de opnamelocatie van een beeld Nadat “Aan” geselecteerd is voor de “B/L Opnemen” instelling, kunt u de locatie waar u de opname nam op een kaart tonen. Om deze functie te gebruiken dient u de CD-ROM te gebruiken die meegeleverd wordt met de camera en dan naar de Picasa website te gaan om Picasa te installeren, of naar de Google Earth website en Google Earth te installeren. Zie HELP op de Picasa en Google Earth websites voor details betreffende Picasa en Google Earth.
Gebruiken van de camera met een Macintosh computer Installeer de vereiste software in overeenstemming met onder welke Macintosh OS versie u draait en wat u wilt doen. Wanneer u dit wilt doen: Opslaan van beelden op uw Macintosh en ze daar met de hand bekijken. BesturingsInstalleer deze software: systeem versie OS 9 OS X Automatisch OS 9 opslaan van beelden op uw Macintosh/ OS X Beheren van beelden Films weergeven Zie pagina: Het is niet nodig te installeren. 131 Gebruik los verkrijgbare software.
. Aansluiten van de camera op uw computer en opslaan van bestanden 1. Schakel de camera in en druk op [MENU]. 2. Selecteer bij de “Instellen” indextab “USB” en druk vervolgens op [6]. 3. Selecteer “Mass Storage” (massa-opslag) d.m.v. [8] en [2] en druk daarna op [SET] (instellen). 4. Schakel de camera uit en sluit deze daarna d.m.v. de met de camera meegeleverde USB kabel aan op uw Macintosh. USB poort USB kabel Grote aansluitstekker • De camera verkrijgt geen spanning via de USB kabel.
6. Dubbelklik op de stationicoon van de camera. 7. Sleep de “DCIM” map naar de map waarnaar u het wilt kopiëren. 8. Sleep de stationicoon naar Prullenbak nadat het kopiëren voltooid is. 9. Druk op [ON/OFF] (spanning aan/uit) van de camera om deze uit te schakelen. Verbreek de aansluiting tussen de camera en de computer nadat u gecontroleerd heeft dat de achterindicator niet brandt. . Bekijken van gekopieerde beelden 1. Dubbelklik op de stationicoon van de camera. 2.
Automatisch oversturen van beelden en ze beheren op uw Macintosh Mocht u onder Mac OS X draaien, dan kunt u foto’s beheren met iPhoto, dat meegeleverd wordt met sommige Macintosh producten. U dient commercieel verkrijgbaar software te gebruiken als u onder Mac OS 9 draait. Weergeven van een film U kunt films weergeven op een Macintosh d.m.v. de QuickTime applicatie die meegeleverd wordt met uw besturingssysteem.
Bekijken van gebruikersdocumentatie (PDF bestanden) U moet Adobe Reader of Adobe Acrobat Reader reeds op uw computer geïnstalleerd hebben om de inhoud van een PDF bestand te kunnen bekijken. Indien dit niet het geval is, ga dan naar de website van Adobe Systems Incorporated en installeer Acrobat Reader. 1. Open de “Manual” (handleiding) map op de CD-ROM. 2. Open de “Digital Camera” (digitale camera) map en open dan de map voor de taal waarvan u de gebruiksaanwijzing wilt bekijken. 3.
BELANGRIJK! • Vooropgenomen beelden worden via een draadloze LAN overgebracht. Gebruik de Eye-Fi kaart niet of schakel Eye-Fi kaartcommunicatie (pagina 140) uit wanneer u zich aan boord van een vliegtuig bevindt of op een andere plaats waar het gebruik van draadloze communicatie beperkt of verboden is. • Door een Eye-Fi kaart te laden zal de Eye-Fi indicator op het beeldscherm verschijnen. De transparante of niet-transparante verschijning geeft de communicatiestatus aan zoals hieronder wordt getoond.
Bestanden en mappen De camera creëert een bestand en slaat het elke maal op wanneer u een foto of film opneemt of een andere bewerking uitvoert waarbij data worden opgeslagen. Bestanden worden gegroepeerd door ze in mappen op te slaan. Elk bestand en map heeft haar eigen unieke naam. • Zie “Geheugenmapstructuur” (pagina 138) voor nadere details over hoe mappen in het geheugen zijn georganiseerd.
Geheugenkaartdata Deze camera slaat beelden die u opneemt op in overeenkomst met het DCF (Design rule for Camera File System) protocol. . Betreffende het DCF protocol De volgende bewerkingen worden ondersteund voor beelden die voldoen aan de DCF-norm. Merk echter op dat CASIO geen garantie geeft inzake de prestaties betreffende deze bewerkingen. • Oversturen van de beelden in deze camera die overeenkomen met de DCF-norm naar een camera van een ander merk en ze dan bekijken.
. Ondersteunde beeldbestanden • Beeldbestanden die opgenomen zijn met deze camera • Beeldbestanden die in overeenkomst zijn met het DCF protocol Deze camera kan mogelijk een beeld niet weergeven zelfs als het in overeenkomst is met het DCF protocol. Het tonen van een beeld dat opgenomen was met een andere camera kan mogelijk lang op zich laten wachten voordat het op het beeldscherm van deze camera verschijnt. .
Andere instellingen (Instellen) Dit hoofdstuk geeft uitleg over de menu items die u kunt gebruiken om instellingen te configureren en andere bewerkingen uit te voeren tijdens de OPNAME modus, de WEERGAVE modus en de KAART modus. Zie pagina 58 voor informatie betreffende de menubewerkingen. Bijstellen van de helderheid van het beeldscherm (Scherm) Procedure [MENU] * Instellen indextab * Scherm U kunt u de helderheid van het beeldscherm veranderen.
Activeren van de GPS Functie (GPS) Procedure [MENU] * Instellen indextab * GPS Zie pagina 92 voor nadere details. Opnemen van plaatsbepalingsinformatie samen met beelddata (B/L Opnemen) (Opnemen van breedte-/lengtegraad) Procedure [MENU] * Instellen indextab * B/L Opnemen Zie pagina 93 voor nadere details. Automatische Beeldoriëntatiedetectie en Rotatie (Auto Roteren) Procedure [MENU] * Instellen indextab * Auto Roteren Zie pagina 108 voor nadere details.
Configureren van geluidsinstellingen bij de camera (Geluiden) Procedure [MENU] * Instellen indextab * Geluiden Start Halfsluiter Sluiter Specificeert het startgeluid. Geluid 1 - 5: Ingebouwde geluiden (1 - 5) Uit: Geluid uit Werking = Bewerking Specificeert het geluidsvolume. Deze instelling wordt ook gebruikt als het geluidsniveau tijdens het video uitgangssignaal (pagina 76). = Weergave Voor het specificeren van het geluidsvolume van de film.
Specificeren van de methode voor het aanmaken van een serienummer voor een bestandnaam (Bestand nr.) Procedure [MENU] * Instellen indextab * Bestand nr. Volg de volgende procedure om de methode te specificeren die bepaalt hoe serienummers aangemaakt worden die in de bestandsnamen worden gebruikt (pagina 137). Vertelt de camera dat deze het laatst gebruikte bestandnummer moet onthouden.
Configureren van de wereldtijd instellingen (Wereldtijd) Procedure [MENU] * Instellen indextab * Wereldtijd U kunt het wereldtijdscherm gebruiken om de huidige tijd te bekijken in een zone die afwijkt van die van uw thuisstad wanneer u op reis gaat, enz. De wereldtijd toont de huidige tijd in 162 steden in 32 tijdzones rond de gehele wereld. 1. Selecteer d.m.v. [8] en [2] “Wereld” en druk daarna op [6].
Tijdstempel van foto’s (Tijdstempel) Procedure [MENU] * Instellen indextab * Tijdstempel U kunt de camera configureren om alleen de opnamedatum van de foto of de datum en de tijd te stempelen in de rechter onderhoek van het elk beeld. • Nadat de informatie voor de datum en de tijd eenmaal gestempeld is in een foto, kan deze niet veranderd of gewist worden.
Instellen van de klok van de camera (Bijstellen) Procedure [MENU] * Instellen indextab * Bijstellen [8] [2] Verander de instelling bij de plaats waar de cursor zich bevindt [4] [6] Verplaats de cursor tussen instellingen [BS] (BEST SHOT) Schakelen over tussen het 12-uur en 24-uur formaat Druk op [SET] (instellen) om ze toe te passen wanneer de instellingen voor de datum en de tijd naar wens zijn. • U kunt elke datum specificeren tussen 2001 en 2049.
Specificeren van de displaytaal (Language) Procedure [MENU] * Instellen indextab * Language . Selecteer de gewenste displaytaal. 1 1 Selecteer de indextab aan de rechterkant. 2 Selecteer “Language”. 3 Selecteer de gewenste taal. 23 • Cameramodellen worden op bepaalde geographische plaatsen verkocht en ondersteunen mogelijk niet de geselecteerde displaytaal.
Configureren van de instellingen van de automatische stroomonderbreker (Automatisch Spanning Uit) Procedure [MENU] * Instellen indextab * Autom. Spann. Uit De automatische stroomonderbreker schakelt de camera uit telkens wanneer geen camerabewerking wordt uitgevoerd voor een vooringestelde hoeveelheid tijd. Activeringstijd instellingen: 1 min, 2 min, 5 min (de activeringstijd is altijd 5 minuten tijdens de WEERGAVE modus.
Deactiveren van het wissen van bestanden (Ü Uitgezet) Procedure [MENU] * Instellen indextab * Ü Uitgezet De camera begint de procedure voor het wissen van beelden niet als u drukt op [2] ( ) terwijl “Ü Uitgezet” ingeschakeld is. U kunt zichzelf beschermen tegen het onverhoeds wissen van beelden door “Aan” te selecteren bij “Ü Uitgezet”.
Selecteren van de horizontale:verticale verhouding van het scherm en het video uitgangssysteem (Video uitgang) Procedure [MENU] * Instellen indextab * Video uitgang U kunt de procedure in dit hoofdstuk gebruiken om ofwel NTSC ofwel PAL als het video uitgangssysteem te selecteren. U kunt ook een horizontale:verticale verhouding van 4:3 of 16:9 specificeren.
Formatteren van het ingebouwde geheugen of van een geheugenkaart (Formatteren) Procedure [MENU] * Instellen indextab * Formatteren Als een geheugenkaart zich in de camera bevindt zal deze bewerking de geheugenkaart formatteren. Het zal het ingebouwde geheugen formatteren als geen geheugenkaart ingelegd is. • De formatteerbewerking zal de gehele inhoud van de geheugenkaart of het ingebouwde geheugen wissen. Dit kan niet ongedaan worden gemaakt.
Configureren van instellingen op het beeldscherm U kunt de display informatie in- en uitschakelen door te drukken op [8] (DISP). U kunt afzonderlijke instellingen configureren voor de OPNAME en WEERGAVE modi. Informatiedisplay aan Toont informatie betreffende de beeldinstellingen, enz. Informatiedisplay + Histogram aan Schakelt het tonen van de camera instelling en andere indicators in, samen met een histogram (pagina 153).
Gebruiken van het histogram Een histogram is een grafiek die de helderheid van een beeld voorstelt uitgedrukt in het aantal beeldpunten. De verticale as stelt het aantal beeldpunten voor terwijl de horizontale as de helderheid aangeeft. Mocht het histogram er om de één of andere reden te eenzijdig uit zien, dan kunt u m.b.v. de EV verschuiving de balans naar links of rechts bewegen om zo een betere balans te verkrijgen.
Appendix Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik . Vermijd het gebruik terwijl u in beweging bent • Probeer de camera nooit te gebruiken om beelden op te nemen of weer te geven terwijl u een auto of een ander voertuig aan het besturen bent of terwijl u aan het lopen bent. Als u naar het beeldscherm kijkt terwijl u in beweging bent, kan dit het gevaar op een ernstig ongeluk met zich meebrengen. .
. Rook, een vreemde geur, oververhitting en andere abnormale omstandigheden • Als het gebruik van de camera wordt voortgezet terwijl er rook of een vreemde geur uitkomt of terwijl de camera oververhit is, brengt dit het gevaar op brand en elektrische schok met zich mee. Voer de volgende stappen onmiddellijk uit mocht één van de bovengenoemde symptomen zich voordoen. 1. Schakel de camera uit. 2. Verwijder de accu dan uit de camera en let er daarbij op dat u zichzelf beschermt tegen brandwonden. 3.
. Te vermijden plaatsen • Laat de camera nooit achter op één van de volgende soort plaatsen. Dit kan het risico op brand en elektrische schok met zich meebrengen.
• Mocht u ooit tijdens het gebruik, het laden of het opslaan van een accu opmerken dat hij lekt, een vreemde geur afgeeft, verkleuringen of vervormingen vertoont of mochten er zich andere abnormale omstandigheden voordoen, koppel de accu dan onmiddellijk van de camera of van de oplaadeenheid en houd hem uit de buurt van open vuur. • Gebruik de accu niet en laat hem niet achter in het directe zonlicht, binnenin een afgesloten voertuig of op andere plaatsen die blootstaan aan hoge temperaturen.
. Voorzorgsmaatregelen bij data foutlezingen Uw digitale camera is vervaardigd met digitale precisieonderdelen. Bij elk van de volgende omstandigheden bestaat het gevaar op het beschadigen van de data in het camerageheugen.
. Onderhoud van uw camera • Raak de lens of het flitservenster nooit met uw vingers aan. Vingerafdrukken, stof en anderszins bevuilen van het lensoppervlak kan de juiste werking van de camera belemmeren. Houd de lens en het flitservenster met een lensblazer vrij van stof en vuil en veeg ze voorzichtig af met een zachte, droge doek. • Veeg om deze te reinigen de camera af met een zachte, droge doek. .
. Andere voorzorgsmaatregelen Tijdens het gebruik kan de camera ietwat warm worden. Dit is normaal en duidt niet op een defect. . Auteursrechten Met uitzondering van het gebruik voor uw eigen genoegen is het ongeauthoriseerde gebruik van foto’s of films van beelden waarvan de rechten aan andere toebehoren zonder de toestemming van de betreffende auteursrechten in overtreding met de wetgeving op auteursrechten. In bepaalde gevallen kan het filmen van openbare optredens, shows, tentoonstellingen, enz.
Ongeautoriseerd commercieel kopiëren, distribueren en kopiëren van de meegeleverde software via een netwerk is verboden. Uploadfunctionaliteit voor YouTube is onder licentie van YouTube, LLC. inbegrepen bij dit product. De aanwezigheid van uploadfunctionaliteit voor YouTube bij dit product houdt noch een endossement noch een aanbeveling van dit product door YouTube, LLC. Stroomvoorziening Opladen Als de oplaadindicator [CHARGE] rood gaat knipperen...
Voorzorgsmaatregelen voor de accu . Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik • De werking die verschaft wordt door de accu in een koude omgeving is altijd korter dan bij normale temperaturen. Dit komt door de karakteristieken van de accu, niet door die van de camera. • Laad de accu op een plaats op waar de temperatuur tussen de 5°C en 35°C is. Het laden van de accu buiten dit temperatuursbereik kan langer dan gewoonlijk duren of eenvoudig niet lukken.
Gebruiken van een geheugenkaart Zie pagina 22 voor informatie betreffende de ondersteunde geheugenkaarten en hoe u een geheugenkaart plaatst. Vervangen van de geheugenkaart Druk op de geheugenkaart en laat hem dan los. Hierdoor springt de geheugenkaart ietwat uit de geheugenkaartgleuf. Trek de kaart daarna met de hand geheel naar buiten en steek een nieuwe in. • Verwijder een kaart nooit uit de camera terwijl de achterindicator groen aan het knipperen is.
. Voorzorgsmaatregelen voor het hanteren van de geheugenkaart Bepaalde types geheugenkaarten kunnen de verwerkingssnelheid vertragen. U kunt vooral problemen ondervinden met het opslaan van (HD en STD) films van een hoge resolutie. Bij het gebruik van het ingebouwde geheugen van de camera of bepaalde types geheugenkaarten kan het te veel tijd kosten om data op te nemen, hetgeen kan leiden tot onderbrekingen in het beeld en/of het geluid.
Computersysteem vereisten voor meegeleverde software (meegeleverde CD-ROM) De systeemvereisten voor uw computer verschillen afhankelijk van elke applicatie. Let er dus op de vereisten te checken voor die bepaalde applicatie die u probeert te gebruiken. Merk op dat de hier gegeven waarden minimale vereisten zijn voor het draaien van elke applicatie. De feitelijke vereisten zijn zwaarder afhankelijk van het aantal beelden en de grootte van de beelden die worden gehanteerd.
Picasa Besturingssysteem : Windows 7, Windows Vista, Windows XP Google Earth Besturingssysteem : Windows Vista, Windows XP, Windows 2000 Adobe Reader 9 Besturingssysteem : Windows 7, Windows Vista, Windows XP (SP2/SP3), Windows 2000 (SP4) Geheugen : Minstens 128 MB (256 MB aanbevolen) Harde schijfruimte : Minstens 335 MB Overige : Internet Explorer 6.
Terugstellen van de oorspronkelijke default instellingen De tabellen in dit hoofdstuk tonen de oorspronkelijke default instellingen die geconfigureerd zijn voor elk item op het menu (door op [MENU] te drukken worden ze getoond) nadat u de camera terugsteld (reset) (pagina 151). De items in de menu’s hangen af van of de OPNAME modus of de WEERGAVE modus ingeschakeld is bij de camera. • Een streepje (–) geeft een item aan waarvan de instelling niet wordt teruggesteld of waarvoor geen resetinstelling is.
“Kwaliteit” indextab SR Kwaliteit Uit Witbalans Automatisch SR Zoom Aan ISO Automatisch Formaat 14 M (4320x3240) Meten B Meervoudig Belichting Aan Kleurenfilter Uit Scherpte 0 Verzadiging 0 Contrast 0 Flitsintensiteit 0 Plaats Stempelen Uit T Kwaliteit (Foto’s) Normaal » Kwaliteit (Films) HD Effect Uit EV verschuiving 0.
. WEERGAVE modus “WEERGAVE” indextab Helderheid 0 DPOF afdr. – Beveiligen – Datum/Tijd – Plaatsinfo. Wissen – Rotatie – MOTION PRINT Creëren Form. Aanpassen – Filmbewerking – Trimmen – Belichting – Kopiëren – Witbalans – Diashow Beelden: Alle beelden / Tijd: 30 min / Tussenpauze: 3 sec / Effect: Patroon 1 Dynamische Foto – Filmconverter – “Instellen” indextab • De inhoud van de “Instellen” indextab is hetzelfde bij de OPNAME modus en de WEERGAVE modus. .
Wanneer niet alles van een leien dakje gaat... Oplossen van moeilijkheden Probleem Mogelijke oorzaak en aanbevolen maatregel Stroomvoorziening Spanning gaat niet aan. 1)De accu kan verkeerd om geplaatst zijn (pagina 18). 2)De accu kan leeg zijn. Laad de accu op (pagina 17). Als de accu na het opladen weer snel leeg raakt, betekent dit dat de accu het einde van zijn levensduur heeft bereikt en dient te worden vervangen. Schaf een los verkrijgbare oplaadbare CASIO NP-90 lithium-ion accu aan.
Probleem Mogelijke oorzaak en aanbevolen maatregel Het onderwerp bevindt zich buiten het scherpstelgebied van het opgenomen beeld. Mogelijk is niet goed scherpgesteld op het beeld. Bij het samenstellen van het beeld dient u er op te letten dat het onderwerp zich binnen het scherpstelkader bevindt. De flitser flitst niet. 1)Als ? (Flits Uit) is geselecteerd als de flitserfunctie, schakel dan over op een andere functie (pagina 37). 2)Laad de accu op (pagina 17) als deze leeg is.
Probleem Mogelijke oorzaak en aanbevolen maatregel Digitale ruis in de beelden. 1)De gevoeligheid wordt mogelijk automatisch verhoogd voor donkere onderwerpen, hetgeen tevens de kans verhoogt op digitale ruis. Verlicht het onderwerp door een licht of schijnwerper o.i.d. 2)U bent misschien aan het opnemen op een donkere plaats met ? (Flits Uit) geselecteerd hetgeen de digitale ruis verhoogt en beelden korreliger doet lijken.
Probleem Mogelijke oorzaak en aanbevolen maatregel Er is niet scherpgesteld op het beeld tijdens de filmopname. 1)Het is mogelijk dat niet scherpgesteld kan worden omdat het onderwerp zich buiten het scherpstelbereik bevindt. Neem op binnen het toegelaten bereik. 2)De lens kan vuil zijn. Reinig de lens (pagina 158). Weergave De kleur van het weergavebeeld verschilt van wat op het beeldscherm verschijnt tijdens het opnemen.
Probleem Mogelijke oorzaak en aanbevolen maatregel Plaatsbepaling kost 1)De eerste plaatsbepalingsbewerking die uitgevoerd wordt met veel tijd. de camera nadat u hem aangeschaft heeft of onmiddellijk na de “GPS” instelling van “Uit” naar “Aan” te hebben gezet of nadat u de camera voor langere tijd niet gebruikt heeft, kan enkele minuten in beslag nemen. 2)Gewoonlijk duurt de plaatsbepalingsbewerking ongeveer 10 seconden.
Probleem Mogelijke oorzaak en aanbevolen maatregel Overige Een verkeerde datum en tijd worden getoond of een verkeerde datum en tijd worden samen met de beelddata opgeslagen. De instelling voor de datum en tijd is verkeerd. Stel de juiste datum en tijd in (pagina 146). De boodschappen op het display zijn in een verkeerde taal. Een verkeerde taal is geselecteerd. Verander de instelling van de displaytaal (pagina 147). Beelden kunnen niet via een USB aansluiting worden overgestuurd.
Probleem Mogelijke oorzaak en aanbevolen maatregel De instellingen voor de datum en tijd die u configureerde de eerste maal na de aanschaf van de camera worden teruggesteld op de defaultinstellingen wanneer de accu uit de camera wordt gehaald. Leg de accu in de camera en configureer de instellingen voor de tijd en datum opnieuw (pagina 20). Verwijder de accu niet uit de camera voor minstens 24 uur nadat u de instellingen voor de datum en de tijd geconfigureerd heeft.
Bestand kan niet worden Omdat de accuspanning te laag is kon een beeldbestand niet opgeslagen door te worden opgeslagen. weinig stroom. B Map kan niet worden gecreëerd. U probeert een beeld op te slaan terwijl er 9999 bestanden opgeslagen zijn in de 999ste map. Wis bestanden die u niet langer nodig heeft als u meer bestanden wilt opnemen (pagina 31). Beelden worden overgestuurd.
SYSTEM ERROR Uw camerasysteem is beschadigd. Neem contact op met uw winkelier of met een door CASIO erkende onderhoudswerkplaats. De kaart is vergrendeld. De LOCK schakelaar van de SD, SDHC of SDXC geheugenkaart in de camera is vergrendeld. U kunt beelden niet opslaan op of wissen van een geheugenkaart die vergrendeld is. Er zijn geen bestanden. Er bevinden zich geen bestanden in het ingebouwde geheugen of in de geheugenkaart. Er zijn geen afdrukbeelden. DPOF instellen.
Aantal Foto’s/Filmopnametijd Foto Beeldformaat (beeldpunten) 14 M (4320x3240) 3:2 (4320x2880) 16:9 (4320x2432) 10 M (3648x2736) 6M (2816x2112) 3M (2048x1536) VGA (640x480) Beeldkwaliteit Fijn Formaat van Ingebouwd geheugen het (Ca.
Films Datasnelheid bij benadering (beeldsnelheid) Ingebouwd geheugen (Ca.
Technische gegevens Bestandformaat Foto’s: JPEG (Exif versie 2.3); DCF 2.0 standaard; overeenkomstig DPOF Films: MOV formaat, H.
Sluitertijd Foto (Automatisch): 1/2de tot en met 1/2000ste seconde Foto (Nachtscène) : 4 tot en met 1/2000ste seconde * Kan afwijken door de basisinstelling van de camera. Lensopeningwaarde F3.2 (W) - F7.5 (W) (groothoek) (bij gebruik met een ND filter) * Het gebruik van de optische zoom verandert de lensopeningswaarde.
Levensduur accu naar schatting Alle hieronder gegeven waarden stellen de hoeveelheid naar schatting voor bij normale temperaturen (23°C) voordat de camera uitgeschakeld wordt. Deze waarden worden niet gegarandeerd. Een lage temperatuur zal de gebruiksduur van de accu verkorten.
. Oplaadbare lithium-ion accu (NP-90) Nominale spanning 3,7 V Nominale capaciteit 1950 mAh Bedrijfstemperatuur vereisten 0 tot en met 40°C Afmetingen 34,0 (W) x 52,3 (H) x 10,9 (D) mm (exclusief uitsteeksels) Gewicht Ongeveer 42 g .
CASIO COMPUTER CO.,LTD.
D Het onderste uit de kan halen met Dynamic Photo Voor een schat aan informatie betreffende Dynamic Photo inclusief voorbeelden, uitleg en hoe u Dynamic Photo beelden kunt gebruiken, de Dynamic Studio beeldconversie dienst en nog veel meer, bezoek de speciale Dynamic Photo internet site op: http://dp.exilim.com/ Deze handleiding geeft een inleiding over Dynamic Photo, wat u een geheel nieuwe manier geeft om van digitaal imaging te genieten.
Dynamic Photo! Een totaal nieuwe manier om van digitale fotografie te genieten! Dynamic Photo voorziet u van een gemakkelijke manier om ingebouwde onderwerpen in foto’s en films te plaatsen zodat u kunt genieten van een geheel nieuwe methode van digitaal bewerken. U kunt een Dynamic Photo beeld creëren door een ingebouwd bewegend onderwerp toe te voegen aan een achtergrondbeeld (foto of film).
Creëren van een Dynamic Photo beeld Uw digitale camera is voorzien van een aantal onderwerpen in het ingebouwde geheugen (“ingebouwde onderwerpen”). U kunt deze ingebouwde onderwerpen gebruiken om Dynamic Photo beelden te creëren door ze aan uw originele foto’s of films toe te voegen. Stap 1: Maak het beeld waaraan u een ingebouwde onderwerp wilt toevoegen. 1. Verwijder de geheugenkaart uit de camera (als er één ingelegd is).
4. Selecteer d.m.v. [4] en [6] het ingebouwde onderwerp dat u wilt toevoegen en druk daarna op [SET] (instellen). * Alleen ingebouwde onderwerpen die aan andere beelden kunnen worden toegevoegd verschijnen op dat moment. 5. Als u een onderwerp toevoegt aan een film, zal een beeld verschijnen op het beeldscherm dat de plaats van het onderwerp in de film naar schatting aangeeft. Verschuif d.m.v. [4] en [6] de plaats naar de gewenste positie. Druk op [SET] (instellen) als u klaar bent.
Klaar! • Door een ingebouwd onderwerp toe te voegen aan een foto wordt een Dynamic Photo opgeslagen die bestaat uit 20 stilbeelden met een grootte van 2 M of minder. • Door een ingebouwd onderwerp toe te voegen aan een film wordt een Dynamic Photo opgeslagen als een filmbestand. Belangrijk! • U kunt geen toegang verkrijgen tot de ingebouwde onderwerpen terwijl een geheugenkaart in de camera geplaatst is.
Stap 3: Plezier met Dynamic Photo. U kunt het Dynamic Photo beeld dat u creëerde in Stap 2 op verschillende leuke manieren gebruiken. Op de camera Dynamic Photo beelden worden automatisch weergegeven zodra u ze laat zien via het beeldscherm van de EXILIM camera. Op een televisietoestel Sluit uw EXILIM met de AV kabel aan op een televisietoestel en geniet van de Dynamic Photo beelden op uw televisiescherm. Stap 4: Converteren van een Dynamic Photo Stilbeeld naar een Film (Filmconverter).
Stap 5: Gebruik Dynamic Studio om de Dynamic Photo beelden nog verder te gebruiken in andere applicaties. http://dynamicstudio.jp/ Als de CASIO EXILIM Dynamic Photo functie wordt gebruikt voor het creëren van een Dynamic Photo beeld met een bewegend onderwerp wordt een doorlopend sluiterbeeld geproduceerd dat de beweging van het karakter reproduceert.