D Digitale camera Gebruiksaanwijzing Dank u wel voor het aankopen van dit CASIO product. • Voordat u deze gebruiksaanwijzing gebruikt, dient u eerst de voorzorgsmaatregelen te lezen. • Houd de gebruiksaanwijzing op een veilige plaats voor latere naslag. • Bezoek de officiele EXILIM Website op http://www.exilim.com/ voor de meest recente informatie met betrekking tot dit product.
Accessoires Terwijl u de camera uitpakt dient u te controleren dat alle hieronder getoonde accesoires aanwezig zijn. Mocht er iets missen, neem dan contact op met de winkel waar het apparaat gekocht was. USB-netadapter (AD-C53U) Netsnoer*1 Hoes*2 Basisreferentie USB kabel *1 De vorm van de netstekker kan verschillen afhankelijk van het land of het gebied. *2 Zie de aanwijzingen in de “Basisreferentie” voor informatie voor het bevestigen van de hoes.
Lees dit eerst! • De inhoud van deze handleiding is onder voorbehoud en kan zonder voorafgaande mededeling worden veranderd. • De inhoud van deze handleiding is bij elke stap van het productieproces gecontroleerd. Neem a.u.b. contact op met ons mocht u iets opmerken dat twijfelachtig of fout, enz. is. • Het kopiëren van een gedeelte of de volledige inhoud van deze gebruiksaanwijzing is verboden.
Inhoudsopgave Accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees dit eerst! . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Algemene Gids . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Inhoud van het beeldscherm en hoe deze te veranderen . . . . . . . . . . . . . . . . . Snelstartgids 12 Wat kunt u doen met uw CASIO camera . . . .
Geavanceerde instellingen 47 Gebruiken van menu’s op het scherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 OPNAME modus instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .(OPNAME) . . 49 Selecteren van een scherpstelmodus . . . . . . . . . . . . . . . . . (Scherpstellen) . . . Veranderen van de vorm van het Scherpstelkader . . . . .(Scherpstelkader) . . . Specificeren van het Autofocus gebied . . . . . . . . . . . . . . . . . . (AF gebied) . . .
Gebruiken van de camera met een computer 79 Wat u kunt doen m.b.v. een computer... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79 Gebruiken van de camera met een Windows computer . . . . . . . . . . . . . . . . . 80 Bekijken en opslaan van beelden op een computer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81 Weergeven van films . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83 Gebruiken van de camera met een Macintosh computer . . . . . .
Appendix 99 Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99 Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 106 Stroomvoorziening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 109 Opladen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 109 Verwijderen en laden van de accu . . . . . . . . . .
Algemene Gids De nummers binnen de haakjes geven de pagina’s aan waar een verklaring te vinden is voor elk item.
Inhoud van het beeldscherm en hoe deze te veranderen Het beeldscherm maakt gebruik van verschillende indicators, iconen en waarden om u op de hoogte te houden van de status van de camera. • De voorbeeldschermen in dit hoofdstuk zijn bedoeld om de plaats van alle indicators en cijfers te tonen die op het beeldscherm kunnen verschijnen tijdens de verschillende functies. Ze stellen niet de schermen voor die in feite bij de camera verschijnen. .
. Halverwege ingedrukte sluitertoets 1 6 Opnamemodus (pagina 23) Flitser (pagina 32) ISO gevoeligheid (pagina 63) Lensopeningwaarde 2 Sluitertijd 3 Scherpstelkader (pagina’s 25, 52) 4 5 LET OP • Afhankelijk van de opname-instellingen, kunnen de waarden voor de lensopening, de sluitersnelheid en de ISO gevoeligheid mogelijk niet op het beeldscherm verschijnen. Deze waarden zien er oranje uit als de automatische belichting (AE) om de een of andere reden niet correct is. .
. Film weergavemodus 12 3 7 Type bestand Beveiligingsindicator (pagina 72) Mapnaam/bestandnaam (pagina 88) 4 Filmopnametijd (pagina 38) 5 Filmbeeldkwaliteit (pagina 60) Datum/tijd (pagina 95) Lege accu indicator (pagina 16) 6 . Configureren van instellingen op het beeldscherm U kunt de display informatie in- en uitschakelen door [SET] (instellen) te duwen naar [8]. U kunt afzonderlijke instellingen configureren voor de OPNAME en WEERGAVE modi.
Snelstartgids Wat kunt u doen met uw CASIO camera Uw CASIO camera zit vol met een krachtige selectie aan attributen en functies om het opnemen van digitale beelden gemakkelijker te maken en de volgende functies maken daar deel van uit. Premium Automatisch Selecteer Premium Automatisch opnemen en de camera stelt automatisch vast of zij een onderwerp of een landschap opneemt met aanvullende omstandigheden. Premium Automatisch geeft een hogere beeldkwaliteit dan standaard Automatisch.
Laad voor het gebruik eerst de accu op. Een oplaadbare lithium-ion accu (NP-80) is in de camera geplaatst in de fabriek. Zorg ervoor dat u de accu oplaadt voordat u de camera voor de eerste maal na de aanschaf in gebruik neemt. Zie pagina 109 voor informatie aangaande het vervangen van de accu. U kunt een van de volgende twee methodes volgen om de accu van de camera op te laden. • USB-netadapter • USB aansluiting op een computer .
Werking van de achterindicator Achterindicator Status van de indicator Omschrijving Brandt rood Opladen Knippert Rood Abnormale omgevingstemperatuur, problemen met de USB-netadapter of met de accu (pagina 109) Uit Laden voltooid . Opladen met een USB aansluiting naar een computer Maak met de camera uitgeschakeld de aansluitingen zoals aangegeven in de onderstaande volgorde (, ).
Werking van de achterindicator Status van de indicator Achterindicator Omschrijving Brandt rood, Opladen (Brandt/knippert oranje) Knippert Rood Abnormale omgevingstemperatuur, het opladen dat abnormaal lang duurt, problemen met de accu (pagina 109) Uit, (Brandt Groen) Laden voltooid • De informatie tussen haakjes in de bovenstaande tabel toont de status van de indicator terwijl de camera ingeschakeld is tijdens het opladen.
Controleren van de resterende accuspanning Terwijl de accustroom verbruikt wordt, geeft de lege accu indicator op het beeldscherm de resterende accustroom aan zoals hieronder getoond. Resterende accustroom Hoog Lege accu indicator Kleur van de indicator Cyan (blauwgroenig) Laag * * * Oranje * * Rood * Rood geeft aan dat de accuspanning laag is. Laad de accu zo snel mogelijk op. Het is niet mogelijk op te nemen wanneer wordt aangegeven. Laad de accu onmiddellijk op.
Configureren van de basisinstellingen bij de eerste maal dat u de camera inschakelt De eerste maal dat u een accu in de camera legt, verschijnt er een scherm voor het configureren van de instellingen voor de taalkeuze van de schermtekst, de datum en de tijd. Als het instellen van de datum en de tijd achterwege wordt gelaten, worden de verkeerde datum- en tijddata opgenomen bij de beelden.
Mocht u een fout maken bij het configureren van de taalkeuze van de schermtekst, de datum of de tijdinstellingen met de bovenstaande procedure, verwijs dan naar de volgende pagina’s voor informatie voor het corrigeren van de instellingen. – Taalkeuze van de schermtekst: Pagina 96 – Datum en tijd: Pagina 95 LET OP • Elk land heeft controle over de plaatselijke tijdszones en het gebruik van zomertijd en zijn dus onder voorbehoud.
Inleggen van een geheugenkaart 1. Druk op [ON/OFF] (aan/uit) om de camera uit te schakelen en open vervolgens het deksel van de geheugenkaartgleuf/ aansluitingdeksel. 2. Leg een geheugenkaart in. Schuif de geheugenkaart met de voorkant naar boven (naar de kant van de camera waar het beeldscherm is) geheel in de kaartgleuf en druk in totdat de kaart stevig op zijn plaats vastklikt. Voorkant Voorkant Achterkant 3. Sluit het deksel van de geheugenkaartgleuf/ aansluitingdeksel.
Vervangen van de geheugenkaart Druk op de geheugenkaart en laat hem dan los. Hierdoor springt de geheugenkaart ietwat uit de geheugenkaartgleuf. Trek de kaart daarna met de hand geheel naar buiten en steek een nieuwe in. • Verwijder een kaart nooit uit de camera terwijl de achterindicator groen aan het knipperen is. Hierdoor kan de beeld opslagbewerking mogelijk niet goed werken en de geheugenkaart zelfs beschadigd raken.
In- en uitschakelen van de camera . Inschakelen van de spanning Door op [ON/OFF] (spanning aan/uit) te drukken wordt [ON/OFF] de OPNAME modus ingeschakeld zodat u beelden kunt (spanning aan/uit) opnemen. Wanneer op [p] (WEERGAVE) wordt gedrukt tijdens de OPNAME modus wordt de WEERGAVE modus ingeschakeld die u kunt gebruiken om foto’s en films te bekijken (pagina’s 27, 65). • Door op [p] (WEERGAVE) te drukken worden de Sluitertoets camera en de WEERGAVE modus ingeschakeld.
Horizontaal Verticaal Houd de camera zodanig vast dat de flitser zich boven de lens bevindt. LET OP • Wanneer u de hoes niet gebruikt, wordt het aanbevolen om een los verkrijgbare camera polsband te bevestigen en te gebruiken om te beschermen tegen onverhoeds vallen en beschadigen van de camera. Zorg er voor dat u de riem om uw vingers of om uw pols gewonden houdt terwijl u de camera aan het gebruiken bent.
Opnemen van een foto Selecteren van een automatische opnamemodus U kunt één van de twee opnamemodi (Automatisch of Premium Automatisch) selecteren afhankelijk van wat u nodig heeft voor uw digitale beelden. Instelling R Automatisch Ÿ Premium Automatisch 1. OPNAME schermiconendisplay Omschrijving Dit is de standaard automatische opnamemodus. Tijdens Premium Automatisch opnemen stelt de camera automatisch vast of zij een onderwerp of een landschap opneemt met aanvullende omstandigheden.
4. Druk [SET] (instellen) in de richting van [4] of [6] om “Automatisch” of “Premium Automatisch” te selecteren en druk daarna op [SET] (instellen). Hierdoor wordt de geselecteerde automatische opnamemodus ingeschakeld. Automatische opnamemodus icoon [ON/OFF] (spanning aan/uit) Sluitertoets Resterende capaciteit van het fotogeheugen (pagina 121) Beeldscherm Opnemen van een foto 1. Richt de camera op het onderwerp.
2. Druk de sluitertoets halverwege in om op het beeld scherp te stellen. Achterindicator Wanneer het scherpstellen voltooid is, zal de camera een pieptoon geven, zal de achterindicator groen oplichten en het scherpstelkader groen worden. Halverwege indrukken Scherpstelkader Als u de sluitertoets halverwege indrukt, stelt Licht de camera de belichting automatisch bij en stelt indrukken scherp op het onderwerp waarop de camera op totdat de toets dat moment gericht is. Probeert u zich meester stopt.
. Als niet op het beeld kan worden scherpgesteld... Als het scherpstelkader rood blijft en de achterindicator groen gaat knipperen, betekent dit dat niet scherpgesteld is op het beeld (omdat het onderwerp te dichtbij is, enz.). Richt de camera opnieuw op het onderwerp en probeer opnieuw scherp te stellen. . Filmen met Automatisch Als het onderwerp zich niet in het midden van het kader bevindt...
Bekijken van foto’s Volg de volgende procedure om foto’s te bekijken op het beeldscherm van de camera. • Zie pagina 65 voor informatie over het weergeven van films. 1. Druk op [p] (WEERGAVE) om de WEERGAVE modus in te schakelen. [p] (WEERGAVE) • Hierdoor wordt één van de foto’s getoond die op dat moment opgeslagen is in het geheugen. • Er wordt ook informatie gegeven bij de getoonde foto (pagina 10). • U kunt de informatie wissen als u enkel de foto wilt bekijken (pagina 11).
Wissen van Foto’s en Films Mocht het geheugen vol raken dan kunt u foto’s en films wissen die u niet langer nodig heeft om zo ruimte vrij te maken om nieuwe beelden op te nemen. BELANGRIJK! • Denk eraan dat de bewerking voor het wissen van een bestand (foto) niet ongedaan kan worden gemaakt. • Door een foto met geluid (pagina 74) te wissen worden zowel de foto als het geluidsbestand gewist. WEERGAVE paneel Ü (Wissen) . Wissen van een enkel bestand 1.
. Wissen van specifieke bestanden 1. Druk tijdens de WEERGAVE modus op [SET] (instellen). 2. Druk [SET] (instellen) in de richting van [8] of [2] om Ü (Wissen) op het WEERGAVE paneel te selecteren en druk daarna op [SET] (instellen). 3. Druk [SET] (instellen) in de richting van [8] of [2] om “Bestanden wissen” te selecteren en druk daarna op [SET] (instellen). • Hierdoor wordt een bestandselectiescherm weergegeven. 4.
Voorzorgsmaatregelen voor het opnemen van foto’s Werking • Open het accudeksel nooit terwijl de achterindicator groen aan het knipperen is. Dit kan er toe leiden dat het beeld dat u zojuist opnam niet juist wordt opgeslagen, dat andere beelden die in het geheugen zijn opgeslagen beschadigd worden, dat er defecten ontstaan bij de camera, enz. • Mocht ongewenst licht direct in de lens schijnen, scherm de lens dan af met uw hand terwijl u een beeld aan het opnemen bent.
Foto leerprogramma Gebruiken van het controlepaneel Het controlepaneel kan gebruikt worden om de instellingen van de camera te configureren. 1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen). • U kunt het controlepaneel tonen door [SET] (instellen) te drukken in de richting van [2]. 2. Druk [SET] (instellen) in de richting van [8] of [2] om de instelling te selecteren die u wilt veranderen. Hierdoor wordt één van de iconen van het controlepaneel geselecteerd en worden de instellingen getoond.
Gebruiken van de flitser (Flits) 1. Druk tijdens de OPNAME modus [SET] (instellen) in de richting van [2]. 2. Druk [SET] (instellen) in de richting van [4] of [6] om de gewenste flitsinstelling te selecteren en druk vervolgens op [SET] (instellen). Flitser • Als er geen indicators op het beeldscherm zijn, kunt u door de serie flitsmodi gaan door [SET] (instellen) te drukken in de richting van [2].
BELANGRIJK! • Als er zich iets (zoals stof) op het venster van de flitser bevindt, kan dit reageren op de flits waarbij rook en een vreemde geur wordt geproduceerd. Dit duidt echter niet op een defect. Olie op uw vingers en andere stoffen die op het venster van de flitser komen, kunnen later mogelijk niet goed worden afgewassen. Hierom dient u zich de gewoonte eigen te maken om het venster geregeld af te vegen met een zachte, droge doek.
Gebruiken van de zelfontspanner (Zelfontspanner) Wanneer de Zelfontspanner ingeschakeld is, wordt een timer gestart door op de sluitertoets te drukken. De sluiter ontspant en het beeld wordt opgenomen na verloop van een ingestelde tijd. 1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen). 2. Druk [SET] (instellen) in de richting van [8] of [2] om de derde optie van boven in het controlepaneel (Zelfontspanner) te selecteren. 3.
Opnemen van mooie portretten (Opschminken) Schminken maakt het huidweefsel van het onderwerp gladder en de gezichtsschaduwen, die door scherp zonlicht worden veroorzaakt, zachter om zo betere portretten te krijgen. 1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen). 2. Druk [SET] (instellen) in de richting van [8] of [2] om de tweede optie van onderen in het controlepaneel (Schmink modus) te selecteren. 3.
1. Draai de zoomregelaar tijdens de OPNAME modus om te zoomen. w Groothoek z Telefoto Zoomregelaar w (Groothoek) : Verkleint de grootte van het onderwerp en vergroot het bereik. z (Telefoto) : Vergroot het onderwerp en verkleint het bereik. 2. Druk op de sluitertoets om het beeld op te nemen. BELANGRIJK! • Digitale zoom is gedeactiveerd terwijl tijdafstempeling (pagina 94) ingeschakeld is. LET OP • Hoe groter de digitale zoomfactor, des te groffer het opgenomen beeld.
Beeldkwaliteitbereik zonder kwaliteitsverlies Beeldkwaliteitbereik waarin kwaliteitsverlies optreedt 5X - 36X 1X Overschakelpunt tussen optische/ digitale zoom 20X - 79,7X Zoomaanwijzer (Geeft de huidige zoomfactor aan.) • 5X optisch zoompunt Kwaliteitsverlies van het beeld • Het punt waarop kwaliteitsverlies Zoomlimiet van het beeld optreedt hangt af BeeldMaximale zonder van het beeldformaat (pagina formaat zoomfactor kwaliteitsverlies 58).
Opnemen van filmbeelden en geluid Opnemen van een film 1. Configureer de kwaliteitsinstelling voor de film (pagina 60). De lengte van de film die u kunt opnemen hangt af van de kwaliteitsinstelling die u selecteert. 2. Richt met de OPNAME modus ingeschakelt de camera op het onderwerp en druk op [0] (Film). [0] (Film) Resterende opnametijd (pagina 122) Hierdoor begint de opname en wordt Y op het beeldscherm weergegeven. De filmopname heeft geluid in mono.
LET OP • Als lange filmopnamen worden gemaakt zal de camera warm aanvoelen. Dit is normaal en duidt niet op een defect. • De camera neemt het geluid ook op. Merk de volgende punten op wanneer u films aan het opnemen bent. – Zorg ervoor dat de microfoon niet door uw vingers, enz. wordt geblokkeerd. – Goede opnameresultaten kunnen niet worden verkregen Microfoon wanneer de camera te ver weg is van wat u probeert op te nemen.
Opnemen en weergeven van alleen het geluid (Spraakopname) Met Spraakopname kunt u alleen geluid opnemen zonder foto of film. • Zie pagina 122 voor informatie betreffende de spraakopnamecapaciteiten. . Opnemen van alleen het geluid 1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen). 2. Druk [SET] (instellen) in de richting van [8] of [2] om de onderste optie van het controlepaneel (BS) te selecteren en druk vervolgens op [SET] (instellen) (pagina 31). 3.
. Weergeven van een geluidsopname 1. Schakel de WEERGAVE modus in en druk [SET] (instellen) in de richting van [4] of [6] om het spraakopnamebestand te tonen dat u wilt weergeven. ` wordt getoond in plaats van een beeld voor een spraakopnamebestand. 2. Druk op [0] (Film) om het opnemen te starten. Weergavebewerkingen van Spraakopname Versneld voorwaarts/ versneld achterwaarts Druk [SET] (instellen) in de richting van [4] of [6]. Weergave/pauze Druk op [SET] (instellen).
Gebruiken van BEST SHOT BEST SHOT voorziet u in een verzameling “scènes” die verschillende types omstandigheden voor de opname toont. Als het nodig is om de instellingen van de camera te veranderen kunt u gewoonweg de scène opzoeken die overeenkomt met wat u probeert te bereiken en de camera maakt de instellingen dan automatisch. Dit verkleint de kans dat de beelden onbruikbaar zijn door een slechte instellingen voor de belichting en de sluitertijd. .
4. Druk op [SET] (instellen) om de camera te configureren met de instellingen voor de op dat moment geselecteerde scène. Hierdoor wordt teruggekeerd naar de OPNAME modus. • De instellingen van de scène die u selecteerde blijven van kracht totdat u een andere scène selecteert. • Herhaal de bovenstaande procedure vanaf stap 1 om een andere BEST SHOT scène te selecteren. 5. Druk op de sluitertoets (als u een foto aan het opnemen bent) of op [0] (Film) (als u een film aan het opnemen bent).
. BEST SHOT voorzorgsmaatregelen • Sommige BEST SHOT scènes kunnen niet worden gebruikt tijdens het opnemen van een film. • “For YouTube” scène kan niet worden gebruikt tijdens het opnemen van een foto. • De “Spraak Opname” scène kan niet worden gebruikt tijdens het opnemen van een foto of een film. • Sommige scènes zoals “Nachtscène” en “Vuurwerk” geven een instelling met een langzamere sluitertijd.
Filmen met Artistieke Effecten (ART SHOT) Een verzameling van artistieke effecten die normale, gewone onderwerpen er nieuw en spannend uit laten zien. Scène Omschrijving Speelgoed camera Maakt de contouren donker en verandert de kleurtonen om het effect van een speelgoedcamera te krijgen. Zachte Focus Maakt de algehele scherpstelling wazig om een mysterieus, mild effect te krijgen. Lichte Toon Maakt het contrast minder scherp om een elegant effect te creëren.
Opnemen van een Zelfportret (Zelfportret) Met dit attribuut kunt u uw zelfportret opnemen door de camera gewoonweg op u zelf te richten. BEST SHOT heeft twee zelfportret scènes waaruit u kunt kiezen. • Zelfportret (1 pers.) : Neemt op wanneer het gezicht van minstens één persoon, inclusief uzelf, gesignaleerd wordt. • Zelfportret (2 pers.) : Neemt op wanneer de gezichten van minstens twee personen, inclusief uzelf, gesignaleerd worden. 1. Selecteer “Zelfportret (1 pers.)” of “Zelfportret (2 pers.
Geavanceerde instellingen Hieronder volgen menu bewerkingen die u kunt gebruiken om de instellingen van de camera te configureren. • De inhoud van het menu en de bewerkingen van de OPNAME modus zijn anders dan die van de WEERGAVE modus. Dit hoofdstuk geeft uitleg aangaande de bewerkingen d.m.v. het OPNAME menu scherm. Zie pagina 69 voor informatie aangaande WEERGAVE menu scherm bewerkingen. Gebruiken van menu’s op het scherm . OPNAME menuscherm bewerkingsvoorbeeld 1.
LET OP • [MENU] voorziet in een handige manier om door indextabs en menu’s te navigeren. – Door te drukken op [MENU] terwijl een indextab geselecteerd is, wordt het zoekerscherm getoond. – Door te drukken op [MENU] terwijl een menu item of een instelling is geselecteerd wordt in stapjes teruggegaan in deze volgorde: Instellingen * Menu items * Indextab. • Afhankelijk van de opnamemodus kunnen bepaalde items op het menu dat verschijnt mogelijk niet bruikbaar zijn. .
OPNAME modus instellingen (OPNAME) Selecteren van een scherpstelmodus (Scherpstellen) Procedure Schakel de OPNAME modus in * [MENU] * “OPNAME” indextab * Scherpstelling • Autofocus is de enige scherpstelmodus beschikbaar terwijl gezichtsdetectie geactiveerd is. Schakel eerst de gezichtsdetectie uit (pagina 53) om een anere focusmodus te selecteren. Instellingen Q Autom.
Scherpstellen met de hand 1. Stel het beeld op het beeldscherm zodanig samen dat het onderwerp waarop u wilt scherpstellen zich binnen de gele grenslijn bevindt. 2. Kijk naar het beeld op het beeldscherm en druk [SET] (instellen) in de richting van [4] of [6] om scherp te stellen. Gele grenslijn • Op dat moment wordt het gedeelte van het beeld dat zich binnen de grenslijn bevindt groter en vult het gehele beeldscherm, hetgeen helpt bij het scherpstellen.
1. Pas het scherpstelkader van het beeldscherm op het onderwerp waarop u wilt scherpstellen en druk de sluitertoets dan halverwege in. 2. Houd de sluitertoets halverwege ingedrukt (waardoor de scherpstelinstelling behouden blijft) en beweeg de camera om het beeld samen te stellen. 3. Druk de sluitertoets geheel in zonder te pauzeren wanneer u klaar bent voor het opnemen van het beeld. LET OP • De scherpstelvergrendeling vergrendelt de belichting ook (AE).
Specificeren van het Autofocus gebied (AF gebied) Procedure Schakel de OPNAME modus in * [MENU] * “OPNAME” indextab * AF gebied U Puntmeten Deze modus verzamelt metingen van een klein gebied in het midden van het beeld. Deze instelling werkt goed met scherpstelvergrendeling (pagina 50). I Meervoudig Wanneer u de sluitertoets halverwege indrukt terwijl deze instelling geselecteerd is, selecteert de camera het optimale Autofocus gebied van de negen mogelijke gebieden.
Gebruiken van gezichtsdetectie (Gezichtsdetec.) Procedure Schakel de OPNAME modus in * [MENU] * “OPNAME” indextab * Gezichtsdetec. Bij het opnemen van mensen detecteert het gezichtsdetectie attribuut de gezichten van maximaal 10 aparte mensen en stelt de scherpstelling en de helderheid daarop af. 1. Druk [SET] (instellen) in de richting van [8] of [2] om “Aan” te selecteren en druk daarna op [SET] (instellen). 2. Richt de camera op het onderwerp (de onderwerpen).
Gebruiken van Doorlopende sluiter (Doorlopend) Procedure Schakel de OPNAME modus in * [MENU] * “OPNAME” indextab * Doorlopend Terwijl de Doorlopende Sluiter ingeschakeld is worden beelden doorlopend opgenomen tot het geheugen vol is zolang de sluitertoets ingedrukt gehouden wordt. Door de sluitertoets los te laten wordt het opnemen gestopt. LET OP • Bij de doorlopende sluiter worden de belichting en de scherpstelling voor het eerste beeld ook toegepast op de navolgende beelden.
Verminderen van de effecten van het bewegen van de camera of het bewegen van het onderwerp (Anti Shake) Procedure Schakel de OPNAME modus in * [MENU] * “OPNAME” indextab * Anti Shake U kunt de Anti Shake functie van de camera inschakelen om beeldwaas te reduceren die optreedt door het bewegen van het onderwerp of door bewegen van de camera tijdens het opnemen d.m.v.
Toewijzen van functies aan de [4] en [6] toetsen (L/R toets) Procedure Schakel de OPNAME modus in * [MENU] * “OPNAME” indextab * L/R toets U kunt één van de vier hier ondergegeven functies toewijzen aan de [4] en [6] toetsen. Instelling [4]/[6] toetsbediening EV verschuiving Verhoogt de EV verschuivingswaarde (pagina 61). Witbalans Verandert de instelling van de witbalans (pagina 62). ISO Verandert de instelling van de ISO gevoeligheid (pagina 63).
Gebruiken van Icoonhulp (Icoonhulp) Procedure Schakel de OPNAME modus in * [MENU] * “OPNAME” indextab * Icoonhulp Terwijl de Icoonhulp ingeschakeld is, verschijnt een tekstbeschrijving op het display voor bepaalde iconen wanneer u tussen OPNAME functies overschakelt.
Beeldkwaliteit instellingen (Kwaliteit) Om het fotobeeldformaat te selecteren (Beeldformaat) Procedure Schakel de OPNAME modus in * [MENU] * “Kwaliteit” indextab * Formaat OPNAME Beeldformaat schermico(beeldpunten) nendisplay Aanbevolen afdrukformaat en applicatie 16 M (4608x3456) Posterafdruk 3:2 (4608x3072) Posterafdruk 16:9 (4608x2592) HDTV 10 M (3648x2736) A3 Afdruk Omschrijving Goed detail voor meer helderheid zelfs bij beelden die getrimd (pagina 73) zijn van het origineel Goed detail 5M (
. Beeldpunten en beeldformaat Een beeld van een digitale camera is een Beeldpunt verzameling van kleine punten die aangeduid worden als “beeldpunten”. Hoe meer beeldpunten er in een beeld te zien zijn, des te meer detail er te zien zal zijn. In het algemeen kunt u echter toe met minder beeldpunten voor het afdrukken van een beeld (L formaat) via een afdrukdienst, als bijlage voor e-mail, voor het bekijken van het beeld op een computer, enz.
Specificeren van de Foto Beeld Kwaliteit (T Kwaliteit (Foto)) Procedure Schakel de OPNAME modus in * [MENU] * “Kwaliteit” Indextab * T Kwaliteit (Foto) OPNAME schermiconendisplay Instelling Omschrijving Fijn Geeft voorrang aan de beeldkwaliteit. Normaal Normaal • De “Fijn” instelling geeft groot detail voor het opnemen van gedetailleerde beelden van de natuur zoals takken met zijtakjes en bladeren, of bij een beeld met complexe patronen.
Corrigeren van de beeldhelderheid (EV verschuiving) Procedure Schakel de OPNAME modus in * [MENU] * “Kwaliteit” indextab * EV verschuiving U kunt de belichtingswaarde (EV waarde) van een beeld met de hand bijstellen voordat u het opneemt. • Bereik van de belichtingscompensatie: –2,0 EV tot en met +2,0 EV • Eenheid: 1/3 EV 1. Druk [SET] (instellen) in de richting van [8] of [2] om de belichtingscompensatiewaarde te veranderen. [8] : Verhoogt de EV waarde.
Bijstellen van de witbalans (Witbalans) Procedure Schakel de OPNAME modus in * [MENU] * “Kwaliteit” indextab * Witbalans U kunt de witbalans bijstellen voor aanpassing aan de lichtbron die beschikbaar is waar u aan het opnemen bent zodat u de blauwe schaduwen kunt vermijden die het resultaat zijn van filmen buiten terwijl het bewolkt is en de groene schaduwen die het resultaat zijn van filmen onder TL verlichting.
• Wanneer “Automatisch” geselecteerd is als de instelling van de witbalans bepaalt de camera automatisch het witpunt van het onderwerp. Bepaalde kleuren van het onderwerp en bepaalde omstandigheden van de lichtbron kunnen echter problemen veroorzaken wanneer de camera dit witpunt probeert vast te stellen, wat het dan onmogelijk maakt om een goede instelling van de witbalans te verkrijgen.
Optimaliseren van de helderheid van het beeld (Belichting) Procedure Schakel de OPNAME modus in * [MENU] * “Kwaliteit” indextab * Belichting U kunt deze instelling gebruiken om de balans te optimaliseren tussen lichtere delen en donkere delen terwijl u beelden aan het filmen bent. Instelling OPNAME schermiconendisplay Voert helderheidscorrectie uit. Wanneer deze optie geselecteerd is, duurt het langer voor het beeld om te worden opgeslagen nadat de sluitertoets ingedrukt is.
Bekijken van Foto’s en Films Bekijken van foto’s Zie pagina 27 voor de procedure voor het bekijken van foto’s. Bekijken van een film 1. Druk op [p] (WEERGAVE) en druk vervolgens [SET] (instellen) in de richting van [4] of [6] om de film te tonen die u wilt bekijken. 2. Druk op [0] (Film) om het opnemen te starten. Filmicoon: » Opnametijd Beeldkwaliteit Filmweergave bedieningsorganen Versneld voorwaarts/ versneld achterwaarts Druk [SET] (instellen) in de richting van [4] of [6].
Inzoomen op een beeld op het scherm 1. Tijdens de WEERGAVE modus druk [SET] (instellen) in de richting van [4] of [6] om door de beelden te scrollen totdat het gewenste beeld wordt getoond. 2. Draai de zoomregelaar in de richting van z ([) om in te zoomen. Zoomfactor Beeldgebied U kunt [SET] (instellen) (druk in de richting van [8], [2], [4] of [6]) om te scrollen door het ingezoomde beeld op het beeldscherm. Draai de zoomregelaar in de richting van w om uit te zoomen.
Bekijken van Foto’s en Films op een televisiescherm 1. Sluit deze d.m.v. de los verkrijgbare AV kabel (EMC-7A) aan op de TV. Geel Televisiet oestel Wit Audio Video (geluid) AV kabel AUDIO IN ingangsaansluitingen (wit) [USB/AV] poort VIDEO IN ingangsaansluiting (geel) • Zie pagina 13 voor details aangaande het maken van aansluitingen op de camera en voorzorgsmaatregelen tijdens het maken van aansluitingen. 2. Schakel het televisietoestel in en selecteer de video ingangsfunctie.
Opnemen van beelden van de camera naar een DVD recorder of videodeck Gebruik één van de volgende methodes om de camera aan te sluiten op het opnametoestel d.m.v. een los verkrijgbare AV kabel (EMC-7A). – DVD recorder of videodeck: Maak de aansluiting op de VIDEO IN en AUDIO IN aansluitingen. – Camera: USB/AV poort U kunt een slideshow (diashow) van foto’s en films weergeven op de camera en deze opnemen op een DVD of videocassette.
Andere weergavefuncties (WEERGAVE) Dit hoofdstuk geeft een verklaring van de menu items die u kunt gebruiken om instellingen te configureren en andere weergavebewerkingen uit te voeren. Gebruiken van het WEERGAVE paneel Door op [SET] (instellen) in het WEERGAVE modus te drukken wordt het WEERGAVE paneel getoond. . Bewerkingsvoorbeeld van het WEERGAVE paneel 1. Druk tijdens de WEERGAVE modus op [SET] (instellen).
Weergeven van een Diashow (Slideshow) op de camera (Diashow) 1. Druk tijdens de WEERGAVE modus op [SET] (instellen). 2. Druk [SET] (instellen) in de richting van [8] of [2] om ä (Diashow) te selecteren en druk vervolgens op [SET] (instellen) (pagina 69). Start Start de diashow.
Roteren van een beeld (Rotatie) 1. Geef tijdens de WEERGAVE modus de foto weer die u wilt roteren. 2. Druk op [SET] (instellen). 3. Druk [SET] (instellen) in de richting van [8] of [2] om ÿ (Rotatie) te selecteren en druk vervolgens op [SET] (instellen) (pagina 69). 4. Druk [SET] (instellen) in de richting van [8] of [2] om “Rotatie” te selecteren en druk daarna op [SET] (instellen). Elke keer indrukken van [SET] (instellen) draait het beeld 90 graden naar links. 5.
Bewerken van beelden (Weergavemenu) Zie pagina 47 voor informatie betreffende de menubewerkingen. Selecteren van beelden om af te drukken (DPOF afdr.) Procedure [p] (WEERGAVE) * Foto Beeldscherm * [MENU] * “WEERGAVE” Indextab * DPOF afdr. Zie pagina 76 voor nadere details. Beschermen van een bestand tegen wissen (Beveiligen) Procedure [p] (PLAY) * [MENU] * “WEERGAVE” Indextab * Beveiligen Beveiligt specifieke bestanden.
Heraanpassen van de afmetingen van een foto (Form. Aanpassen) Procedure [p] (WEERGAVE) * Foto Beeldscherm * [MENU] * “WEERGAVE” Indextab * Form. Aanpassen U kunt het formaat van een foto verkleinen en het resultaat als een afzonderlijke foto opslaan. De oorspronkelijke foto blijft ook behouden. U kunt het formaat van een beeld aanpassen op één van drie beeldformaten: 10 M, 5 M, VGA.
Toevoegen van geluid aan een foto (Dubben) Procedure [p] (WEERGAVE) * Foto Beeldscherm * [MENU] * “WEERGAVE” Indextab * Dubben U kunt geluid toevoegen aan een foto nadat u deze opgenomen heeft. U kunt het geluid van een foto opnieuw opnemen wanneer u dat maar wilt. U kunt maximaal 30 seconden geluid opnemen voor een enkele foto. 1. 2. Druk op [SET] (instellen) om de geluidsweergave te starten. Resterende opnametijd Druk nogmaals op [SET] (instellen) om de geluidsopname te stoppen.
Weergavebewerkingen van Spraakopname Versneld voorwaarts/ Druk [SET] (instellen) in de versneld achterwaarts richting van [4] of [6]. Weergave/pauze Druk op [SET] (instellen). Bijstellen van het volume Druk [SET] in de richting van [2] en druk vervolgens [SET] (instellen) in de richting van [8] [2]. Overschakelen tussen Druk [SET] (instellen in de de inhoud van het richting van [8]. display Stoppen van de weergave Druk op [0] (Film).
Afdrukken Afdrukken van foto’s Professionele afdrukdienst* U kunt een geheugenkaart met de foto’s die u wilt afdrukken meenemen naar een professionele afdrukdienst en ze laten afdrukken. Afdrukken op een printer thuis* U kunt een printer met een geheugenkaartgleuf gebruiken om beelden direct van een geheugenkaart af te drukken. Zie de gebruiksaanwijzing die met de printer wordt mee geleverd voor nadere details.
. Configureren van DPOF instellingen afzonderlijk voor elk beeld Procedure [p] (WEERGAVE) * Foto Beeldscherm * [MENU] * “WEERGAVE” Indextab * DPOF afdr. * Beelden selecteren 1. Druk [SET] (instellen) in de richting van [4] of [6] om door de bestanden te scrollen totdat het beeld wordt getoond dat u wilt afdrukken. 2. Druk [SET] (instellen) in de richting van [8] of [2] om het gewenste aantal afdrukken per beeld te specificeren. U kunt maximaal een waarde van 99 specificeren.
. Datumafstempeling U kunt één van de volgende drie methoden gebruiken om de opnamedatum op te nemen in de afdruk van een beeld. Configureren van de instellingen van de camera Configureer de DPOF instellingen (pagina 76). U kunt de datumafstempeling telkens als u afdrukken maakt in- en uitschakelen. U kunt de instellingen zodanig configureren dat sommige beelden de datumafstempeling hebben en andere beelden niet. Configureren van de instellingen van het tijdstempel bij de camera (pagina 94).
Gebruiken van de camera met een computer Wat u kunt doen m.b.v. een computer... U kunt de hieronder beschreven bewerkingen uitvoeren wanneer de camera aangesloten is op een computer. Beelden opslaan op een computer en ze daar bekijken Beelden opslaan en ze met de hand bekijken (USB aansluiting) (pagina’s 81, 85). Weergeven en monteren van films • U kunt films weergeven (pagina’s 83, 86). • Gebruik de nodige los verkrijgbare software om films te monteren.
Gebruiken van de camera met een Windows computer Installeer de vereiste software in overeenstemming met de versie van Windows die u draait en wat u wilt doen. Wanneer u Besturingssydit wilt doen: steem versie Installeer deze software: Opslaan van beelden op een computer en ze daar met de hand bekijken Windows 7, Windows Vista, Windows XP (SP3) Het is niet nodig te installeren. 81 Films weergeven Windows 7, Windows Vista, Windows XP (SP3) Het is niet nodig te installeren.
. Voorzorgsmaatregelen voor Windows gebruikers • Om de software te draaien zijn beheerdersvoorrechten nodig. • De werking wordt niet ondersteund bij zelfgebouwde computers. • Werking kan onmogelijk blijken in bepaalde computer omgevingen. Bekijken en opslaan van beelden op een computer U kunt de camera aansluiten op uw computer om beelden (foto’s en filmbestanden) te bekijken en op te slaan.
2. Schakel de camera in. • De eerste maal dat u de camera aansluit op uw computer via een USB kabel, kan een foutmelding bij uw computer verschijnen. Mocht dit het geval zijn, verbreek dan eerst de aansluiting van de USB kabel en breng deze daarna weer tot stand. • Het opladen gaat door zelfs als de camera ingeschakeld is. 3. Windows 7, Windows Vista gebruikers: Klik “Start” en daarna op “Computer”. Windows XP gebruikers: Klik “Start” en daarna op “Deze Computer”. 4.
. Bekijken van beelden die u naar uw computer heeft gekopieerd. 1. Dubbelklik op de gekopieerde “DCIM” map om deze te openen. 2. Dubbelklik op de map die de beelden bevat dat u wilt bekijken. 3. Dubbelklik op het beeld dat u wilt bekijken. • Voor informatie aangaande bestandsnamen zie “Geheugenmapstructuur” op pagina 89 voor meer informatie. • Een beeld dat geroteerd was op de camera wordt op het beeldscherm van de computer weergegeven met de oorspronkelijke (niet-geroteerde) oriëntatie.
. Voorzorgsmaatregelen voor filmweergave • Zorg ervoor dat u de filmdata naar de harde schijf van uw computer verplaatst voordat u probeert deze weer te geven. Correcte weergave van de film kan mogelijk niet plaatsvinden bij data waartoe toegang is verkregen via een netwerk, vanaf een geheugenkaart, enz. • Correcte weergave van de film kan mogelijk niet plaatsvinden bij bepaalde computers. Mocht u problemen ondervinden, probeer dan het volgende.
Aansluiten van de camera op uw computer en opslaan van bestanden Gebruik uw computer nooit om beeldbestanden die opgeslagen zijn in het ingebouwde geheugen van de camera of op de geheugenkaart te veranderen, te wissen, te verplaatsen of een nieuwe naam te geven. Dit kan namelijk problemen veroorzaken bij de beeldbeheerdata van de camera waardoor het onmogelijk kan worden om beelden op de camera weer te geven en tevens kan dit de resterende geheugencapaciteit drastisch wijzigen.
2. Schakel de camera in. De achterindicator van de camera gaat op dat moment groen of amberkleurig branden. Tijdens deze functie herkent de Macintosh de geheugenkaart die in de camera geplaatst is (of het ingebouwde geheugen van de camera als er geen geheugenkaart geplaatst is) als een station (drive). Het uiterlijk van de stationicoon hangt af van de versie van het Mac besturingssysteem (Mac OS) dat u in gebruik heeft.
. Minimale systeemvereisten voor filmweergave op de computer De hieronder beschreven minimale systeemvereisten zijn nodig om films die met deze camera zijn opgenomen te kunnen weergeven op een computer. Besturingssysteem : Mac OS X 10.3.9 of hoger Vereiste software : QuickTime 7 of hoger • De bovenstaande systeemomgevingen worden aanbevolen. Bij configureren van deze omgevingen wordt geen juiste werking gegarandeerd.
Bestanden en mappen De camera creëert een bestand en slaat het elke maal op wanneer u een foto of film opneemt of een andere bewerking uitvoert waarbij data worden opgeslagen. Bestanden worden gegroepeerd door ze in mappen op te slaan. Elk bestand en map heeft haar eigen unieke naam. • Zie “Geheugenmapstructuur” (pagina 89) voor nadere details over hoe mappen in het geheugen zijn georganiseerd.
Geheugenkaartdata Deze camera slaat beelden die u opneemt op in overeenkomst met het DCF (Design rule for Camera File System) protocol. . Betreffende het DCF protocol De volgende bewerkingen worden ondersteund voor beelden die voldoen aan de DCF-norm. Merk echter op dat CASIO geen garantie geeft inzake de prestaties betreffende deze bewerkingen. • Oversturen van de beelden in deze camera die overeenkomen met de DCF-norm naar een camera van een ander merk en ze dan bekijken.
. Ondersteunde beeldbestanden • Beeldbestanden die opgenomen zijn met deze camera • Beeldbestanden die in overeenkomst zijn met het DCF protocol Deze camera kan mogelijk een beeld niet weergeven zelfs als het in overeenkomst is met het DCF protocol. Het tonen van een beeld dat opgenomen was met een andere camera kan mogelijk lang op zich laten wachten voordat het op het beeldscherm van deze camera verschijnt. .
Andere instellingen (Instellen) Dit hoofdstuk geeft uitleg over de menu items die u kunt gebruiken om instellingen te configureren en andere bewerkingen uit te voeren tijdens zowel de OPNAME en WEERGAVE modus. Zie het volgende voor meer informatie. – OPNAME menu (pagina 47) – WEERGAVE menu toets (pagina 72) Veranderen van de kleur van het menuscherm (Menukleur) Procedure [MENU] * “Instellen” Indextab * Menukleur Volg deze procedure om zwart, rose of wit te selecteren als de menukleur op het beeldscherm.
Configureren van geluidsinstellingen bij de camera (Geluiden) Procedure [MENU] * “Instellen” Indextab * Geluiden Start Halfsluiter Sluiter Specificeert het startgeluid. Geluid 1 - 5: Ingebouwde geluiden (1 - 5) Uit: Geluid uit Werking = Bewerking Specificeert het geluidsvolume. Deze instelling wordt ook gebruikt als het geluidsniveau tijdens het video uitgangssignaal (pagina 67). = Weergave Specificeert het volume van de film en het geluidsuitgangssignaal van foto’s met geluid.
Specificeren van de methode voor het aanmaken van een serienummer voor een bestandnaam (Bestand nr.) Procedure [MENU] * “Instellen” Indextab * Bestand nr. Volg de volgende procedure om de methode te specificeren die bepaalt hoe serienummers aangemaakt worden die in de bestandsnamen worden gebruikt (pagina 88). Vertelt de camera dat deze het laatst gebruikte bestandnummer moet onthouden.
2. Druk [SET] (instellen) in de richting van [8] of [2] om “Stad” te selecteren en druk vervolgens [SET] (instellen) in de richting van [6]. • Om de “Bestemming” instelling te veranderen naar zomertijd, druk [SET] (instellen) in de richting van [8] en [2] “Zomertijd” en selecteer daarna “Aan”. Zomertijd wordt gebruikt in bepaalde geografische gebieden om de huidige instelling van de tijd met één uur vooruit te zetten tijdens de zomermaanden. 3.
Instellen van de klok van de camera (Bijstellen) Procedure [MENU] * “Instellen” Indextab * Bijstellen [8] [2] Verander de instelling bij de plaats waar de cursor zich bevindt [4] [6] Verplaats de cursor tussen instellingen [0] (Film) Schakelen over tussen het 12-uur en 24-uur formaat Druk op [SET] (instellen) om ze toe te passen wanneer de instellingen voor de datum en de tijd naar wens zijn. • U kunt elke datum specificeren tussen 2001 en 2049.
Specificeren van de displaytaal (Language) Procedure [MENU] * “Instellen” Indextab * Language . Selecteer de gewenste displaytaal. Selecteer de indextab aan de rechterkant. Selecteer “Language”. Selecteer de gewenste taal. • Cameramodellen worden op bepaalde geographische plaatsen verkocht en ondersteunen mogelijk niet de geselecteerde displaytaal.
Configureren van de instellingen van de automatische stroomonderbreker (Automatisch Spanning Uit) Procedure [MENU] * “Instellen” Indextab * Autom. Spann. Uit De automatische stroomonderbreker schakelt de camera uit telkens wanneer geen camerabewerking wordt uitgevoerd voor een vooringestelde hoeveelheid tijd. Activeringstijd instellingen: 1 min, 2 min, 5 min (de activeringstijd is altijd 5 minuten tijdens de WEERGAVE modus.
Formatteren van het ingebouwde geheugen of van een geheugenkaart (Formatteren) Procedure [MENU] * “Instellen” Indextab * Formatteren Als een geheugenkaart zich in de camera bevindt zal deze bewerking de geheugenkaart formatteren. Het zal het ingebouwde geheugen formatteren als geen geheugenkaart ingelegd is. • De formatteerbewerking zal de gehele inhoud van de geheugenkaart of het ingebouwde geheugen wissen. Dit kan niet ongedaan worden gemaakt.
Appendix Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen *WAARSCHUWING Deze aanduiding geeft zaken aan die een dodelijk risico of het risico op ernstig letsel met zich meebrengen als het product incorrect wordt gebruikt en deze aanduiding genegeerd wordt. *LET OP Deze aanduiding geeft zaken aan die het risico op letsel met zich meebrengen alsmede zaken met een grote kans op lichamelijk letsel als het product incorrect wordt gebruikt en deze aanduiding genegeerd wordt.
*WAARSCHUWING . Flitser en andere functies die licht uitstralen # • Gebruik functies die licht uitstralen nooit op plaatsen waar er kans bestaat dat ontvlambare of explosieve gassen aanwezig zijn. Dergelijke omstandigheden kunnen het risico op brand en een explosie met zich meebrengen. • Richt de flitser nooit in de richting van een persoon die een motorvoertuig aan het besturen is en gebruik de functies die licht uitstralen niet in dergelijke omstandigheden.
*WAARSCHUWING • Raak het netsnoer of de netstekker niet aan tijdens onweer. • Voordat u weg gaat dient u eerst de netstekker uit het stopcontact te halen en op een plaats op te bergen uit de buurt van voorwerpen die door (huis) dieren worden gebruikt. Als een (huis) dier op het netsnoer kauwt kan die leiden tot kortsluiting met het risico op brand. .
*WAARSCHUWING . Oplaadbare accu + • Gebruik enkel de methode die specifiek in deze gebruiksaanwijzing wordt beschreven om de accu op te laden. Als geprobeerd wordt de accu op te laden door een niet erkende methode, wordt het risico op oververhitting van de accu, brand of een ontploffing in de hand gewerkt. • Stel de accu niet bloot aan of dompel hem niet onder in water of zeewater. Dit kan schade toebrengen aan de accu, haar prestaties verslechteren en de levensduur van de accu verkorten.
*LET OP . USB-netadapter en netsnoer • Verkeerd gebruik van de USB-netadapter of het netsnoer kan het risico op brand en elektrische schok met zich meebrengen. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. – Dek de USB-netadapter of het netsnoer nooit af met een deken of een andere bedekking terwijl het in gebruik is en gebruik ze niet in de buurt van een kachel. Dit kan de hittestraling in de weg zitten waardoor de omgeving bijzonder heet kan worden.
*LET OP . Aansluitingen • Sluit nooit toestellen die niet gespecificeerd zijn voor het gebruik met deze camera aan op de aansluitingen. Het aansluiten van een nietgespecificeerd toestel kan het gevaar op brand en elektrische schok met zich meebrengen. . Instabiele plaatsen • Plaats de camera nooit op een instabiele ondergrond, op een hoge plank, enz. Hierdoor kan de camera namelijk vallen, hetgeen het gevaar op persoonlijk letsel met zich meebrengt. - .
*LET OP . Geheugenbeveiliging • Bij het plaatsen van de accu dient u de correcte procedure te volgen zoals beschreven in de documentatie die met de camera meegeleverd wordt. Het incorrect plaatsen van de accu kan leiden tot het beschadigen van de data in het geheugen van de camera. . Flitser en andere functies die licht uitstralen + - • Laat de flitser nooit flitsen of gebruik de functies die licht uitstralen nooit in de richting van en te dicht bij het gezicht van een persoon.
Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik . Voorzorgsmaatregelen bij data foutlezingen Uw digitale camera is vervaardigd met digitale precisieonderdelen. Bij elk van de volgende omstandigheden bestaat het gevaar op het beschadigen van de data in het camerageheugen.
. Lens • Oefen nooit te veel kracht uit bij het reinigen van het oppervlak van de lens. Mocht dit toch gedaan worden, dan kan dit krassen op het lensoppervlak maken en defecten veroorzaken. • U kunt mogelijk af en toe vervorming waarnemen bij bepaalde soorten beelden waarbij er een kleine buiging optreedt bij lijnen die recht zouden moeten zijn. Dit komt door de karakteristieken van de lens/het objectief en duidt niet op een defect van de camera. .
. Camerahoes • Water, zweet, cosmetica, drankjes en andere vloeistoffen kunnen vlekken veroorzaken op de hoes. • Gebruik nooit verdunner, benzeen, alcohol of andere schoonmaakmiddelen om de hoes te reinigen. Dit kan namelijk schade toebrengen aan de hoes. • Houd de hoes uit de buurt van warmtebronnen en laat de hoes niet achter op plaatsen die blootstaan aan hitte. Hitte kan verslechtering van de hoes veroorzaken. • Gebruik deze hoes enkel met het cameramodel dat er voor wordt gespecificeerd.
Het ongeoorloofd kopiëren, distribueren en oversturen van de software die voor dit product verstrekt wordt door CASIO is verboden. YouTube Uploader for CASIO en de YouTube opnamefunctie van de camera worden beschikbaar gesteld onder licensie van YouTube, LLC. De aanwezigheid van uploadfunctionaliteit voor YouTube bij dit product houdt noch een endossement noch een aanbeveling van dit product door YouTube, LLC. Stroomvoorziening Opladen . Als de achterindicator van de camera rood begint te knipperen...
2. Verwijder de accu uit de camera. Houd de camera zo dat het accucompartiment naar beneden wijst en schuif de stopnok in de richting van de pijl. Hierdoor komt de accu gedeeltelijk naar buiten. Trek de accu nu voorzichtig naar buiten. 3. Stopnok Opladen van de accu. Stopnok Houd met het EXILIM logo op de accu naar boven (in de richting van het beeldscherm) de stopnok in de richting van de pijl terwijl u de accu in de camera schuift.
Voorzorgsmaatregelen voor de accu . Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik • De werking die verschaft wordt door de accu in een koude omgeving is altijd korter dan bij normale temperaturen. Dit komt door de karakteristieken van de accu, niet door die van de camera. • Laad de accu op een plaats op waar de temperatuur tussen de 10°C en 35°C is. Het laden van de accu buiten dit temperatuursbereik kan langer dan gewoonlijk duren of eenvoudig niet lukken.
Gebruiken van een geheugenkaart Zie pagina 18 voor informatie betreffende de ondersteunde geheugenkaarten en hoe u een geheugenkaart plaatst. . Gebruiken van een geheugenkaart • Mocht een geheugenkaart zich abnormaal gaan gedragen tijdens de beeldweergave, dan zal hij waarschijnlijk weer normaal werken als hij opnieuw geformatteerd wordt (pagina 98). Het wordt echter aanbevolen dat u meerdere geheugenkaarten meeneemt wanneer u de camera op een plaats ver van uw huis of kantoor gebruikt.
Terugstellen van de oorspronkelijke default instellingen De tabellen in dit hoofdstuk tonen de oorspronkelijke default instellingen die verschijnen in de OPNAME en WEERGAVE modi wanneer u de camera terugstelt (reset) (pagina 98). • Een streepje (–) geeft een item aan waarvan de instelling niet wordt teruggesteld of waarvoor geen resetinstelling is. BELANGRIJK! • Afhankelijk van de opnamemodus kunnen bepaalde items op het menu dat verschijnt mogelijk niet bruikbaar zijn. .
“Instellen” Indextab Menukleur Zwart Tijdstempel Uit Stil Uit Bijstellen – Datumstijl – Language – Geluiden Start: Geluid 1 / Halfsluiter: Geluid 1 / Sluiter: Geluid 1 / Werking: Geluid 1 / = Bewerking: ...//// / = Weergave: ...//// Sluimer 1 min Video uitgang – Uit Formatteren – Bestand nr. Voortzetten Reset – Wereldtijd – Start Autom. Spann. 2 min Uit . WEERGAVE modus “WEERGAVE” Indextab DPOF afdr. – Trimmen – Beveiligen – Dubben – Form.
Wanneer niet alles van een leien dakje gaat... Oplossen van moeilijkheden Probleem Mogelijke oorzaak en aanbevolen maatregel Stroomvoorziening Spanning gaat niet aan. 1)De accu kan leeg zijn. Laad de accu op (pagina 13). Als de accu na het opladen weer snel leeg raakt, betekent dit dat de accu het einde van zijn levensduur heeft bereikt en dient te worden vervangen. Schaf een los verkrijgbare oplaadbare CASIO NP-80 lithium-ion accu aan. 2)De accu kan verkeerd om geplaatst zijn (pagina 109).
Probleem Mogelijke oorzaak en aanbevolen maatregel Het onderwerp bevindt zich buiten het scherpstelgebied van het opgenomen beeld. Mogelijk is niet goed scherpgesteld op het beeld. Bij het samenstellen van het beeld dient u er op te letten dat het onderwerp zich binnen het scherpstelkader bevindt. De flitser flitst niet. 1)Als ? (Flits Uit) is geselecteerd als de flitserfunctie, schakel dan over op een andere functie (pagina 32). 2)Laad de accu op (pagina 13) als deze leeg is.
Probleem Mogelijke oorzaak en aanbevolen maatregel Een opgenomen beeld wordt niet opgeslagen. 1)De spanning van de camera is mogelijk uitgeschakeld voordat het opslaan voltooid was hetgeen tot resultaat heeft dat het beeld niet wordt opgeslagen. Als de lege accu indicator toont, dient u de accu zo snel mogelijk op te laden (pagina 16). 2)De geheugenkaart werd mogelijk verwijderd voordat het opslaan voltooid was hetgeen tot resultaat heeft dat het beeld niet wordt opgeslagen.
Probleem Mogelijke oorzaak en aanbevolen maatregel Weergave De kleur van het weergavebeeld verschilt van wat op het beeldscherm verschijnt tijdens het opnemen. Zonlicht of licht van een andere lichtbron schijnt tijdens het opnemen mogelijk direct in de lens terwijl u aan het opnemen bent. Plaats de camera zodanig dat zonlicht niet direct in de lens kan schijnen. Beelden worden niet getoond.
Probleem Mogelijke oorzaak en aanbevolen maatregel Het selectiescherm van de displaytaal verschijnt wanneer de camera ingeschakeld wordt. 1)U configureerde de oorspronkelijke (default) instellingen niet nadat u de camera aanschafte of de accu van de camera kan mogelijk leeg zijn. Controleer de basisinstellingen van de camera (pagina’s 17, 96). 2)Er kan een probleem zijn met de geheugendata van de camera.
Boodschappen in het display ALERT De veiligheidsfunctie van de camera kan geactiveerd zijn omdat de temperatuur van de camera te hoog was. Schakel de camera uit en wacht totdat deze voldoende afgekoeld is voordat u de camera weer kunt gebruiken. Accu is bijna leeg. De accu is vrijwel leeg. Er trad een probleem op bij de geheugenkaart. Schakel de camera uit, verwijder de geheugenkaart en steek hem opnieuw in de camera.
SYSTEM ERROR Uw camerasysteem is beschadigd. Neem contact op met uw winkelier of met een door CASIO erkende onderhoudswerkplaats. Er zijn geen bestanden. Er bevinden zich geen bestanden in het ingebouwde geheugen of in de geheugenkaart. Deze kaart kan niet De geheugenkaart in de camera is niet geformatteerd. worden Formatteer de geheugenkaart (pagina 98). geformatteerd Dit bestand kan niet worden weergegeven.
Films Grootte van het bestand van een film van 1 minuut Doorlopende filmopnametijd per film*3 9 seconden*4 1 uur 5 minuten 226,3 MB 23 seconden 17 minuten 9 seconden 28 seconden 3 uren 6 minuten 34 seconden 29 minuten OpnamecaMaximale BeeldforDatasnelheid bij Maximale paciteit*1 van opnametijd maat/ benadering bestandshet met microSD Beeldpun(beeldsnelheid) grootte ingebouwde geheugenten (Audio) geheugen kaart*2 HD 1280x720 (Mono) 30,2 megabits/ seconde (30 beelden/ seconde) STD 640x480 (Mono) 10
Technische gegevens Bestandformaat Foto’s: JPEG (Exif versie 2.3); DCF 2.
Lensopeningwaarde F3.2 (W) - F8.0 (W) (groothoek) (bij gebruik met een ND filter) • Het gebruik van de optische zoom verandert de lensopeningswaarde.
Levensduur accu naar schatting Alle hieronder gegeven waarden stellen de hoeveelheid naar schatting voor bij normale temperaturen (23°C) voordat de camera uitgeschakeld wordt. Deze waarden worden niet gegarandeerd. Een lage temperatuur zal de gebruiksduur van de accu verkorten.
. Oplaadbare lithium-ion accu (NP-80) Nominale spanning 3,7 V Nominale capaciteit 700 mAh Bedrijfstemperatuur vereisten 0 - 40°C Afmetingen 31,4 (W) x 39,5 (H) x 5,9 (D) mm Gewicht Ca. 15 g . USB-Netadapter (AD-C53U) Ingangsvermogen 100 - 240 V wisselstroom, 50/60 Hz, 100 mA Uitgangsvermogen 5,0 V gelijkstroom, 650 mA Bedrijfstemperatuur vereisten 5 - 35°C Afmetingen 53 (W) x 21 (H) x 45 (D) mm (exclusief uitsteekstels) Gewicht Ca.
CASIO COMPUTER CO., LTD.