User manual - EXP700
INLEIDING
4
58 ELEMENTAIRE BEELDOPNAME
Opnemen van een beeld ............................................ 58
Specificeren van de opnamefunctie 58
Richten van de camera 59
Opnemen van een beeld 60
Opname voorzorgsmaatregelen 62
Aangaande autofocus 63
Aangaande het beeldscherm van de opnamefunctie 63
Voorvertoning van het laatste opgenomen beeld ...... 64
Om de huidige inhoud van de voorvertoningsbuffer
te zien na opnemen van een enkel beeld 64
Wissen van de inhoud van de voorvertoningsbuffer
na opnemen van een enkel beeld 65
Oriëntatiesensor ......................................................... 65
Gebruiken van de optische zoeker ............................ 67
Gebruiken van de zoom ............................................. 68
Optische zoom 68
Digitale zoom 69
Gebruiken van de flitser ............................................. 71
Flitsereenheid status 72
Veranderen van de flitsintensiteit instelling 73
Gebruik van de flitserassistent
(Flash Assist) 73
Voorzorgsmaatregelen voor de flitser 74
Gebruiken van de zelfontspanner .............................. 75
Specificeren van de beeldgrootte .............................. 77
Specificeren van de beeldkwaliteit ............................ 78
80 OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
Selecteren van de scherpstelfunctie ......................... 80
Gebruik van autofocus 81
Gebruik van de macrofunctie 84
Gebruik van de oneindig-functie 85
Gebruik van handmatig scherpstellen 85
Gebruik van panfocus 87
Gebruik van de scherpstelvergrendeling 87
Belichtingscompensatie (EV verschuiving) ............... 88
Bijstellen van de witbalans ......................................... 90
Handmatig configureren van de witbalans 91
Specificeren van de belichtingsfunctie ...................... 93
Gebruik van lensopening prioriteit AE 93
Gebruiken van sluitersnelheid prioriteit AE 94
Met de hand instellen van de belichtingsinstellingen 96
Gebruiken van de Manual Assist
(handbedieninghulp) in-beeld aanwijzingen 97
Voorzorgsmaatregelen voor opname met de
belichtingsfunctie 98
Gebruiken van automatische
belichtingsvergrendeling (AE vergrendeling) ............. 99
Gebruiken van de doorlopende sluiterfunctie .......... 100
Gebruiken van de doorlopende
sluiterfunctie bij normale snelheid 101
Gebruik van de snelle doorlopende sluiterfunctie 102
25-shot stop-actie beelden
(m.b.v. de meervoudige doorlopende sluiterfunctie) 103
Voorzorgsmaatregelen voor de doorlopende sluiter 104