User manual - EXP700

61
ELEMENTAIRE BEELDOPNAME
2.
Zet de
functiedraairegelaar
op (Snapshot
functie).
Hierdoor wordt de
Snapshotfunctie
ingeschakeld voor het
opnemen van beelden.
3.
Zet het beeld op het
beeldscherm zo op dat
het hoofdonderwerp
zich binnen het
scherpstelkader
bevindt.
Het scherpstelbereik van
de camera hangt af van
de scherpstelfunctie die u
gebruikt (pagina 80).
U kunt beelden opzetten m.b.v. ofwel het
beeldscherm ofwel de optische zoeker (pagina 67).
U kunt bij het gebruik van de optische zoeker voor
het opzetten van beelden de [DISP] toets gebruiken
om het beeldscherm uit te schakelen en op die
manier accustroom sparen.
Functiedraairegelaar
4.
Druk de sluitertoets
halverwege in om op het
beeld scherp te stellen.
Bij halverwege indrukken
van de sluitertoets stelt de
autofocus functie van de
camera automatisch scherp
op het beeld en worden de
sluitersnelheid- en
lensopeningwaarden
getoond. De ISO
gevoeligheidswaarde
verschijnt op dit moment
ook in de display.
U kunt controleren of
scherpgesteld is op het
beeld door naar het
scherpstelkader en de
groene indicator te kijken.
Sluitertoets
Groene bedrijfsindicator
BKT
1200N
1200N
1600
1600
10
10
04/
04/
12
12
/24
24
12
12
:
58
58
IN
ISO 80
ISO 80
F2.8
F2.8
1/1000
1/1000
Scherpstelkader