User manual - EXS3_1

BEHEER VAN BESTANDEN
92
6.
Leg papier in de printer voor het afdrukken
van beelden.
7.
Configureer de drukkwaliteit, het papier en de
andere instellingen van de printer.
Zie de gebruiksaanwijzingen die meegeleverd
worden met de printer voor details aangaande het
configureren van de instellingen.
8.
Gebruik [] en [] op het beeldscherm van de
camera om Print (afdrukken) te selecteren
en druk vervolgens op [SET].
Hierdoor wordt automatisch het afdrukken van de
beelden gestart die u eerder gespecificeerd had
m.b.v. de DPOF procedure.
Als u dezelfde serie beelden nogmaals wilt
afdrukken, druk dan op de [USB] toets van de USB
slede.
Er verschijnt een boodschap op het beeldscherm
gevolgd door het DPOF instelscherm (pagina 87) als
er op het moment geen DPOF instellingen
geconfigureerd zijn bij de camera om de controle
over het afdrukken uit te voeren. Mocht dit het geval
zijn, configureer dan de gewenste DPOF instellingen
en voer stap 6 van de bovenstaande procedure
opnieuw uit.
Selecteer DPOF op het afdrukmenu om het DPOF
instellingenscherm te tonen (pagina 87) als u de
huidige DPOF instellingen wilt veranderen.
9.
Schakel na het beëindigen van het afdrukken
de camera uit en neem hem uit de USB slede.
BELANGRIJK!
Neem contact op met de fabrikant van de printer
voor informatie aangaande modellen die USB
DIRECT-PRINT, nieuwe versies, enz. ondersteunen.
Verbreek nooit de aansluiting van de USB kabel of
bedien de camera of de USB slede nooit tijdens het
afdrukken. Hierdoor zal namelijk een foutlezing
optreden bij de printer.
Voer de daarvoor vereiste handeling uit bij de printer
om de werking van de printer (de huidige afdruk job)
te onderbreken.