Operation Manual
70
Gebruiken van BEST SHOT
3. Selecteer “Multimotion Beelden”.
4. Houd de sluitertoets ingedrukt om op te nemen.
5. Laat de sluitertoets los.
Het filmen met doorlopende sluiter stopt en de resulterende beeldmontage
verschijnt op het beeldscherm.
• De bovenstaande procedure filmt meerdere beelden en combineert ze
automatisch tot een slotbeeld. Beweeg de camera niet totdat het filmen
voltooid is.
• U kunt de instellingen voor de beelden van Doorl. Sl. fps en de tijd van
Vooropn. Doorl. Sl. op dezelfde manier configureren als de instelling van de
Doorl. Sl. met Snelle Film. Merk echter op dat in tegenstelling tot Snelle Doorl.
Sl., de maximale Doorl. Sl. fps instelling 30 is.
• Houd tijdens de opname de sluitertoets lang genoeg ingedrukt om minstens
zes achtereenvolgende sluiterbeelden op te nemen.
LET OP
• De volgende instellingen van de modus draairegelaar worden genegeerd tijdens
het opnemen met deze BEST SHOT scène: t (Enkele Foto), × (Snelle Doorl.
Sl.), en ª (Doorl. Sl. met flits).
• Bij filmen met deze BEST SHOT scène wordt het opnamebereik kleiner dan
gewoonlijk.
• Bij filmen met “Multimotion Beelden” wordt aangenomen dat het onderwerp zich
bweegt en van plaats verandert. Als geprobeerd wordt deze functie te gebruiken
om een onderwerp op te nemen dat op zijn plaats beweegt (zoals een golf swing,
het slaan van een bal met een honkbalknuppel, enz.), verschijnt een foutmelding
op het beeldscherm terwijl de beeldopname mis zal gaan of er wordt een beeld
geproduceerd waarbij de filmbeelden van het onderwerp verkeerd gearrangeerd
zijn.
• Multi-motion Beeld kan niet correct functioneren als de camera trilt of als u de
camera meebeweegt met de beweging van het onderwerp.
• Mocht een foutlezing op het beeldscherm verschijnen, bevestig de camera dan
zodanig dat deze niet kan bewegen of film tegen een ander type achtergrond.
• Kies een opnamehoek zodat de kleuren, de vormen en de patronen van het
bewegende onderwerp zo goed mogelijk contrasteren vergeleken met de
achtergrond.
• Vermijd een filmhoek waarbij de achtergrond slechts een kleur of een patroon heeft
(zoals een helder blauwe hemel).
• De camera kan de compositie van het laatste beeld mogelijk niet verwerken als de
intervallen tussen de bewegingen zo smal zijn dat de filmopnames overlappen.
Mocht dit het geval zijn vergroot het interval dan door een langzamere “Snelle
Doorl. Sl. fps” instelling (pagina 51) in te stellen d.m.v. het controlepaneel.
B