D Digitale camera Gebruiksaanwijzing Dank u wel voor het aankopen van dit CASIO product. • Voordat u deze gebruiksaanwijzing gebruikt, dient u eerst de voorzorgsmaatregelen te lezen. • Houd de gebruiksaanwijzing op een veilige plaats voor latere naslag. • Bezoek de officiele EXILIM Website op http://www.exilim.com/ voor de meest recente informatie met betrekking tot dit product.
Accessoires Terwijl u de camera uitpakt dient u te controleren dat alle hieronder getoonde accesoires aanwezig zijn. Mocht er iets missen, neem dan contact op met de winkel waar het apparaat gekocht was. Oplaadbare lithium-ion accu (NP-120) USB-Netadapter (AD-C53U) USB kabel Bevestigen van de polsriem aan de camera 1 * De vorm van de netstekker kan verschillen afhankelijk van het land of het gebied. Netsnoer Bevestig de polsriem hier.
Lees dit eerst! • De inhoud van deze handleiding is onder voorbehoud en kan zonder voorafgaande mededeling worden veranderd. • De inhoud van deze handleiding is bij elke stap van het productieproces gecontroleerd. Neem a.u.b. contact op met ons mocht u iets opmerken dat twijfelachtig of fout, enz. is. • Het kopiëren van een gedeelte of de volledige inhoud van deze gebruiksaanwijzing is verboden.
Inhoudsopgave Accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees dit eerst! . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Algemene Gids . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Inhoud van het beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ... ... ... ... 2 3 8 9 ❚ Configureren van instellingen op het beeldscherm. .
❚❙ Opnemen van filmbeelden en geluid 47 Opnemen van een film. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 Opnemen van een foto terwijl u een film aan het opnemen bent . . . . . . . . . 48 Alleen opnemen van het geluid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (Spraakopname) . . 49 ❚ Weergeven van een geluidsopname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 ❚❙ Gebruiken van BEST SHOT 51 Wat behelst BEST SHOT? . . . . . . . . . . . . . . . .
Beschermen van een bestand tegen wissen . . . . . . . . . . . . . (Beveiligen) Heraanpassen van de afmetingen van een foto . . . . . (Form. Aanpassen) Trimmen van een foto . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (Trimmen) Toevoegen van geluid aan een foto . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (Dubben) .. .. .. .. 75 75 76 76 ❚ Weergeven van een foto met geluid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77 Kopiëren van bestanden . . . . . . . . . . .
Configureren van de USB protocol instellingen . . . . . . . . . . . . . . . (USB) Selecteren van de horizontale:verticale verhouding van het scherm en het video uitgangssysteem . . . . . . . . . . . . (Video uitgang) Formatteren van het ingebouwde geheugen of van een geheugenkaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (Formatteren) Terugstellen van de camera op de originele fabrieksinstellingen . (Reset) . 110 . 110 . .111 . .111 ❚❙ Appendix 112 Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik . .
Algemene Gids De nummers binnen de haakjes geven de pagina’s aan waar een verklaring te vinden is voor elk item.
Inhoud van het beeldscherm Het beeldscherm maakt gebruik van verschillende indicators, iconen en waarden om u op de hoogte te houden van de status van de camera. • De voorbeeldschermen in dit hoofdstuk zijn bedoeld om de plaats van alle indicators en cijfers te tonen die op het beeldscherm kunnen verschijnen tijdens de verschillende functies. Ze stellen niet de schermen voor die in feite bij de camera verschijnen. .
. Halverwege ingedrukte sluitertoets 1Opnamemodus (pagina 26) 2Flitser (pagina 38) 3ISO gevoeligheid (pagina 66) 4Lensopeningwaarde 2 5Sluitertijd 3 6Scherpstelkader (pagina’s 27, 61) 4 5 1 6 LET OP • De waarden voor de sluitertijd, lensopening of ISO gevoeligheid worden oranje wanneer de sluitertoets half ingedrukt wordt als de automatische belichting niet correct is. .
. Film opname 12 8 7 6 1Opnamemodus (pagina 47) 2Witbalansinstelling (pagina 65) 3 3Resterende capaciteit van het filmgeheugen (pagina 47) 4 5 4Filmopnametijd (pagina 47) 5Flitser (pagina 38) 6Belichtingscompensatie (pagina 64) 7Lege accu indicator (pagina 19) 8Filmopname is aan de gang (pagina 47) .
Configureren van instellingen op het beeldscherm U kunt de display informatie in- en uitschakelen door te drukken op [8] (DISP). U kunt afzonderlijke instellingen configureren voor de OPNAME en WEERGAVE modi. Informatiedisplay aan Toont informatie betreffende de beeldinstellingen, enz (alleen bij de OPNAME modus). Informatiedisplay + Datum/Tijd aan Naast informatie aangaande foto instellingen, toont deze filminstelinformatie en het datum/tijd scherm.
Snelstartgids Wat kunt u doen met uw CASIO camera Uw CASIO camera zit vol met een krachtige selectie aan attributen en functies om het opnemen van digitale beelden gemakkelijker te maken en de volgende drie functies maken daar deel van uit. Premium Automatisch Selecteer Premium Automatisch opnemen en de camera stelt automatisch vast of zij een onderwerp of een landschap opneemt met aanvullende omstandigheden. Premium Automatisch geeft een hogere beeldkwaliteit dan standaard Automatisch.
Laad voor het gebruik eerst de accu op. Merk op dat de accu van een nieuw aangeschafte camera niet opgeladen is. Voer de onderstaande stappen uit om de accu in de camera te leggen en deze op te laden. • Uw camera heeft voor de voeding een speciale CASIO oplaadbare lithium-ion accu (NP-120) nodig. Probeer nooit een accu van een ander type te gebruiken. Plaatsen van de accu 1. Open het accudeksel.
Vervangen van de accu 1. Open het accudeksel en verwijder de huidige accu. Stopnok Houd de kant van de camera met het beeldscherm naar boven en schuif de stopnok in de richting die wordt aangegeven door de pijl in de afbeelding. Nadat de accu los is gaan zitten, kunt u deze in zijn geheel uit de camera trekken. 2. Plaats een nieuwe accu. Laad de accu op U kunt een van de volgende twee methodes volgen om de accu van de camera op te laden. • USB-netadapter • USB aansluiting op een computer .
3. Sluit de USB kabel aan op de camera. De achterindicator gaat rood oplichten om aan te geven dat het opladen gestart is. De achterindicator gaat uit nadat het opladen voltooid is. Het duurt ongeveer 110 minuten om de accu volledig op te laden. Het opladen kan langer duren afhankelijk van de omstandigheden tijdens het opladen.
. Opladen met een USB aansluiting naar een computer De accu die zich in de camera bevindt, wordt opgeladen wanneer de camera direct aangesloten is op een computer via de USB kabel. • Afhankelijk van de instellingen van de computer kan het onmogelijk zijn om de accu van de camera op te laden via een USB aansluiting. Mocht dit gebeuren, dan is het gebruik aanbevolen van de USB-netadapter die meegeleverd wordt met de camera. 1. Schakel de camera uit. Controleer dat het monitorscherm van de camera blanco is.
Werking van de achterindicator Status van de indicator Omschrijving Brandt rood, (Brandt/ Knippert Oranje-geel) Opladen Knippert Rood Abnormale omgevingstemperatuur, het opladen dat abnormaal lang duurt, problemen met de accu (pagina 119) Uit, (Brandt Groen) Laden voltooid Achterindicator • De informatie tussen haakjes in de bovenstaande tabel toont de status van de indicator terwijl de camera ingeschakeld is tijdens het opladen. 3.
• De werkelijke oplaadtijd hangt af van de huidige accucapaciteit en de oplaadomstandigheden. • Gebruik de USB-AC adapter niet met een ander toestel. Controleren van de resterende accuspanning Terwijl de accustroom verbruikt wordt, geeft de lege accu indicator op het beeldscherm de resterende accustroom aan zoals hieronder getoond. Resterende accustroom Hoog Lege accu indicator Kleur van de indicator Cyan (blauwgroenig) Laag * * * Oranje * * Rood * Rood geeft aan dat de accuspanning laag is.
Configureren van de basisinstellingen bij de eerste maal dat u de camera inschakelt De eerste maal dat u een accu in de camera legt, verschijnt er een scherm voor het configureren van de instellingen voor de taalkeuze van de schermtekst, de datum en de tijd. Als het instellen van de datum en de tijd achterwege wordt gelaten, worden de verkeerde datum- en tijddata opgenomen bij de beelden.
Mocht u een fout maken bij het configureren van de taalkeuze van de schermtekst, de datum of de tijdinstellingen met de bovenstaande procedure, verwijs dan naar de volgende pagina’s voor informatie voor het corrigeren van de instellingen. – Taalkeuze van de schermtekst: Pagina 107 – Datum en tijd: Pagina 106 LET OP • Elk land heeft controle over de plaatselijke tijdszones en het gebruik van zomertijd en zijn dus onder voorbehoud.
Inleggen van een geheugenkaart 1. Druk op [ON/OFF] (spanning aan/ uit) om de camera uit te schakelen en open vervolgens het accudeksel. 1 Schuif de schuifgrendel van het accudeksel in de richting van OPEN en open het dan zoals aangegeven door de pijlen in de afbeelding. 2. 2 Leg een geheugenkaart in. Schuif de geheugenkaart met de voorkant naar boven (naar de kant van de camera waar het beeldscherm is) geheel in de kaartgleuf en druk in totdat de kaart stevig op zijn plaats vastklikt.
Vervangen van de geheugenkaart Druk op de geheugenkaart en laat hem dan los. Hierdoor springt de geheugenkaart ietwat uit de geheugenkaartgleuf. Trek de kaart daarna met de hand geheel naar buiten en steek een nieuwe in. • Verwijder een kaart nooit uit de camera terwijl de achterindicator groen aan het knipperen is. Hierdoor kan de beeld opslagbewerking mogelijk niet goed werken en de geheugenkaart zelfs beschadigd raken.
In- en uitschakelen van de camera Inschakelen van de spanning Door op [ON/OFF] (spanning aan/uit) te drukken wordt [ON/OFF] (spanning aan/uit) de OPNAME modus ingeschakeld zodat u beelden kunt opnemen. Wanneer op [p] (WEERGAVE) wordt gedrukt tijdens de OPNAME modus wordt de WEERGAVE modus ingeschakeld die u kunt gebruiken om foto’s en films te bekijken (pagina’s 29, 67). • Door op [r] (OPNAME) te drukken tijdens de WEERGAVE modus wordt teruggekeerd naar de OPNAME modus.
De camera op de juiste wijze vasthouden Uw beelden zullen niet duidelijk te zien zijn als u de camera beweegt terwijl u op de sluitertoets drukt. Houd de camera tijdens het indrukken van de sluitertoets zoals aangegeven in de onderstaande afbeelding en houd de camera stil door uw armen stevig tegen beide zijden te houden terwijl u de opname maakt.
Opnemen van een foto Selecteren van een automatische opnamemodus U kunt één van de twee opnamemodi (Automatisch of Premium Automatisch) selecteren afhankelijk van wat u nodig heeft voor uw digitale beelden. R Automatisch Ÿ Premium Automatisch 1. Dit is de standaard automatische opnamemodus. • Het voorziet in een snellere werking dan Premium Automatisch opnemen.
Opnemen van een foto 1. Richt de camera op het onderwerp. Als u Premium Automatisch gebruikt, verschijnt tekst in de rechter onderhoek van het beeldscherm, die een omschrijving geeft van het type opname dat de camera gedetecteerd heeft. • U kunt op het beeld inzoomen als u dat wilt. Zoomregelaar 2. w Groothoek z Telefoto Druk de sluitertoets halverwege in om op het beeld scherp te stellen.
3. Houd de camera nog steeds stil en druk vervolgens de sluitertoets geheel in. Hierdoor wordt de foto opgenomen. Volledig indrukken Foto (Beeld wordt opgenomen.) Opnemen van een film [0] (Film) Druk op [0] (Film) om het opnemen van een film te starten. Druk nogmaals op [0] (Film) om te stoppen met de filmopname. Zie pagina 47 voor nadere details. . Als niet op het beeld kan worden scherpgesteld...
. Filmen met Premium Automatisch • Naast de sluitersnelheid, de lensopening en de ISO gevoeligheid, voert de camera automatisch de volgende bewerking uit als gewenst bij het opnemen met Premium Automatisch. – Automatisch Scherpstellen wordt gewoonlijk uitgevoerd totdat u de sluitertoets half indrukt. – Gezichtsdetectie (pagina41) • Door op te nemen met Premium Automatisch kunnen trillingen en ruis optreden door de werking van de lens (het objectief). Dit duidt niet op een defect.
LET OP • Door de sluitertoets halverwege in te drukken tijdens de WEERGAVE modus of terwijl een menuscherm getoond wordt, wordt direct naar de OPNAME modus overgeschakeld. Wissen van Foto’s en Films Mocht het geheugen vol raken dan kunt u foto’s en films wissen die u niet langer nodig heeft om zo ruimte vrij te maken om nieuwe beelden op te nemen. • Tijdens zowel de OPNAME modus als de WEERGAVE modus kunt u bestanden wissen door gewoonweg op [ ] (Wissen) te drukken.
Wissen van specifieke bestanden 1. Druk op [ 2. Selecteer “Bestanden wissen” d.m.v. [8] en [2] en druk daarna op [SET] (instellen). ] (Wissen). • Hierdoor wordt een bestandselectiescherm weergegeven. 3. Verplaats d.m.v. [8], [2], [4] en [6] de grenslijn voor selectie naar het bestand dat u wilt wissen en druk daarna op [SET] (instellen). • Hierdoor wordt het aankruisvakje geselecteerd voor het op dat moment geselecteerde bestand. 4. Herhaal stap 3 om andere bestanden te selecteren, als u dat wilt.
Voorzorgsmaatregelen voor het opnemen van foto’s Bewerking • Open het accudeksel nooit terwijl de achterindicator groen aan het knipperen is. Dit kan er toe leiden dat het beeld dat u zojuist opnam niet juist wordt opgeslagen, dat andere beelden die in het geheugen zijn opgeslagen beschadigd worden, dat er defecten ontstaan bij de camera, enz. • Mocht ongewenst licht direct in de lens schijnen, scherm de lens dan af met uw hand terwijl u een beeld aan het opnemen bent.
Foto leerprogramma Gebruiken van het controlepaneel Het controlepaneel kan gebruikt worden om de instellingen van de camera te configureren. 1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen). Hierdoor wordt één van de iconen van het controlepaneel geselecteerd en worden de instellingen getoond.* [8] [2] [4] [6] Beschikbare instellingen Controlepaneel [SET] (instellen) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 * Welke items weergegeven worden in het controlepaneel hangt af van de opnamemodus. 2. Selecteer d.m.v.
LET OP • Er wordt geen icoon getoond voor geen enkele optie (pagina 9) in het controlepaneel die op de oorspronkelijke (default) instelling ingesteld is. Er verschijnt alleen een icoon als u de instelling van de corresponderende optie in het controlepaneel verandert. Hieronder volgen de oorspronkelijke (default) instellingen voor de opties van het controlepaneel. – Flits: Autom. Flits – Zelfontspanner: Uit – Gezichtsdetec.
Tips voor het kiezen van het beeldformaat Merk op dat grotere beelden meer beeldpunten hebben zodat ze ook meer geheugenruimte in beslag nemen. Groot aantal beeldpunten Meer detail, maar neemt meer geheugenruimte in beslag. Best voor het maken van grote afdrukken (zoals posterformaat). Klein aantal beeldpunten Minder detail, maar neemt minder geheugenruimte in beslag. Best voor het zenden van beelden met e-mail, etc.
. Om het fotobeeldformaat te selecteren 1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen). 2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de bovenste optie van het controlepaneel (fotobeeldformaat). 3. Selecteer d.m.v. [4] en [6] een beeldformaat en druk daarna op [SET] (instellen). Beeldformaat (beeldpunten) Aanbevolen afdrukformaat en applicatie 16 M (4608x3456) Posterafdruk 3:2 (4608x3072) Posterafdruk 16:9 (4608x2592) HDTV 10 M (3648x2736) A3 Afdruk 5M (2560x1920) A4 Afdruk 3M (2048x1536) 3.
. Specificeren van de kwaliteit van het filmbeeld De filmkwaliteit is een standaard die het detail, de vloeiendheid en de helderheid van het beeld tijdens de weergave bepaalt. Bij het opnemen met de hoge resolutie (HD) instelling krijgt u een betere beeldkwaliteit maar wordt ook de hoeveelheid tijd die u kunt opnemen korter. 1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen). 2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de tweede optie van boven van het controlepaneel (Filmbeeldkwaliteit). 3. Selecteer d.m.v.
Gebruiken van de flitser (Flits) 1. Druk tijdens de OPNAME modus één maal op [2] ( ). 2. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de gewenste flitserinstelling en druk daarna op [SET] (instellen). • Als er geen indicators op het beeldscherm zijn, kunt u door de serie flitsmodi gaan door te drukken op [2] ( ). U kunt de display informatie in- en uitschakelen door te drukken op [8] (DISP) (pagina 12). 3. Flits [2] ( ) > Autom.
LET OP • Let er op dat uw vingers en de riem niet in de weg zitten van de flitser. • Het gewenste effect kan mogelijk niet worden verkregen wanneer het onderwerp zich te ver weg of te dichtbij bevindt. • De oplaadtijd voor de flitser (pagina 135) hangt af van de omstandigheden tijdens de werking (conditie van de accu, omgevingstemperatuur, enz.).
Gebruiken van de zelfontspanner (Zelfontspanner) Wanneer de Zelfontspanner ingeschakeld is, wordt een timer gestart door op de sluitertoets te drukken. De sluiter ontspant en het beeld wordt opgenomen na verloop van een ingestelde tijd. 1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen). 2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de vierde optie van boven in het controlepaneel (Zelfontspanner). 3. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de gewenste instelling en druk daarna op [SET] (instellen). „ 10sec Zelfontsp.
Gebruiken van gezichtsdetectie (Gezichtsdetec.) Bij het opnemen van mensen detecteert het gezichtsdetectie attribuut de gezichten van maximaal 10 aparte mensen en stelt de scherpstelling en de helderheid daarop af. 1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen). 2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de vijfde optie van boven in het controlepaneel (Gezichtsdetec.). 3. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de instelling “G Gezichtsdetectie: Aan” en druk daarna op [SET] (instellen). 4.
Optimaliseren van de helderheid van het beeld (Belichting) U kunt deze instelling gebruiken om de balans te optimaliseren tussen lichtere delen en donkere delen terwijl u beelden aan het filmen bent. 1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen). 2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de zesde optie van boven in het controlepaneel (Belichting). 3. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de gewenste instelling en druk daarna op [SET] (instellen). Ï Aan Voert helderheidscorrectie uit.
. easy Modus controlepaneel Tijdens de easy modus geeft de controlepaneel u toegang tot de volgende vier instelitems: beeldformaat, flitser, zelfontspanner en de easy Modus. Er is ook een “MENU” optie die u kunt selecteren om een menuscherm weer te geven om de instellingen te configureren voor de beeldkwaliteit (pagina 64) en basisinstelllingen indextab (pagina 103). • Tijdens de easy modus, kan de Kwaliteit indextab alleen gebruikt worden om de “Filmkwaliteit” en “Belichting” instellingen te configureren.
4. Druk op [SET] (instellen). Hierdoor worden de instellingen (wordt de instelling) toegepast en het easy Modus zoekerscherm weergegeven om aan te geven dat de camera klaar is om op te nemen. Als u “MENU” selecteerde in stap 2, wordt door indrukken van [SET] (instellen) het OPNAME menu weergegeven. Zie “Geavanceerde instellingen” (pagina 55) voor details aangaande het configureren van de instellingen. • Door indrukken van [ ] (Wissen) wordt het controlepaneel verlaten.
LET OP • Hoe groter de digitale zoomfactor, des te groffer het opgenomen beeld. Merk op dat de camera ook een functie heeft waarmee u op kunt nemen met digitale zoom zonder beeldverslechtering (pagina 46). • Het wordt aanbevolen een statief te gebruiken om beeldwaas te vermijden wat kan optreden wanneer de camera tijdens het opnemen met telefoto wordt bewogen. • Door een zoombewerking uit te voeren wordt de lensopening veranderd. • Digitale zoom is enkel beschikbaar tijdens filmopname.
• Het punt waarop kwaliteitsverlies van het beeld optreedt hangt af van het beeldformaat (pagina 34). Hoe kleiner de beeldgrootte, des te hoger de zoomfactor die u kunt gebruiken voordat het punt wordt bereikt waarop kwaliteitsverlies van het beeld optreedt. • Hoewel bij digitaal zoomen in het algemeen kwaliteitsverlies optreedt in het beeld is digitaal zoomen zonder dat kwaliteitsverlies optreedt in het beeld soms mogelijk bij beeldformaten van “10 M” en kleiner.
Opnemen van filmbeelden en geluid Opnemen van een film 1. Configureer de kwaliteitsinstelling voor de film (pagina 37). De lengte van de film die u kunt opnemen hangt af van de kwaliteitsinstelling die u selecteert. 2. Richt met de OPNAME modus ingeschakelt de camera op het onderwerp en druk op [0] (Film). [0] (Film) Resterende opnametijd (pagina 133) Hierdoor begint de opname en wordt Y op het beeldscherm weergegeven. De filmopname heeft geluid in mono.
LET OP • Als lange filmopnamen worden gemaakt zal de camera warm aanvoelen. Dit is normaal en duidt niet op een defect. • De camera neemt het geluid ook op. Merk de volgende punten Microfoon op wanneer u films aan het opnemen bent. – Zorg ervoor dat de microfoon niet door uw vingers, enz. wordt geblokkeerd. – Goede opnameresultaten kunnen niet worden verkregen wanneer de camera te ver weg is van wat u probeert op te nemen.
Alleen opnemen van het geluid (Spraakopname) Met Spraakopname kunt u alleen geluid opnemen zonder foto of film. • Zie pagina 133 voor informatie betreffende de spraakopnamecapaciteiten. 1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen). 2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de onderste optie van het controlepaneel (BS) en druk vervolgens op [SET] (instellen) (pagina 33). 3. Selecteer d.m.v. [8], [2], [4] en [6] de “Spraak Opname” scène en druk vervolgens op [SET] (instellen).
Weergeven van een geluidsopname 1. Schakel de WEERGAVE modus in en toon dan d.m.v. [4] en [6] het spraakopnamebestand dat u wilt weergeven. ` wordt getoond in plaats van een beeld voor een spraakopnamebestand. 2. Druk op [0] (Film) om het opnemen te starten. • U kunt de weergave ook starten door het tweede item van boven (Weergave Starten) in het WEERGAVE paneel te selecteren en op [SET] (instellen) te drukken (pagina 71).
Gebruiken van BEST SHOT Wat behelst BEST SHOT? BEST SHOT voorziet u in een verzameling “scènes” die verschillende types omstandigheden voor de opname toont. Als het nodig is om de instellingen van de camera te veranderen kunt u gewoonweg de scène opzoeken die overeenkomt met wat u probeert te bereiken en de camera maakt de instellingen dan automatisch. Dit verkleint de kans dat de beelden onbruikbaar zijn door een slechte instellingen voor de belichting en de sluitertijd.
4. Druk op [SET] (instellen) om de camera te configureren met de instellingen voor de op dat moment geselecteerde scène. Hierdoor wordt teruggekeerd naar de OPNAME modus. • De instellingen van de scène die u selecteerde blijven van kracht totdat u een andere scène selecteert. • Herhaal de bovenstaande procedure vanaf stap 1 om een andere BEST SHOT scène te selecteren. 5. Druk op de sluitertoets (als u een foto aan het opnemen bent) of op [0] (Film) (als u een film aan het opnemen bent). .
. BEST SHOT voorzorgsmaatregelen • Sommige BEST SHOT scènes kunnen niet worden gebruikt tijdens het opnemen van een film. • For YouTube scènes kunnen niet worden gebruikt tijdens het opnemen van een foto. • De Spraak Opname scène kan niet worden gebruikt tijdens het opnemen van een foto of een film. • Sommige scènes zoals de Nachtscène en Vuurwerk geven een instelling met een langzamere sluitertijd.
Opnemen van een Zelfportret Met dit attribuut kunt u uw zelfportret opnemen door de camera gewoonweg op u zelf te richten. BEST SHOT heeft twee zelfportret scènes waaruit u kunt kiezen. • Zelfportret (1 pers.) : Neemt op wanneer het gezicht van minstens één persoon, inclusief uzelf, gesignaleerd wordt. • Zelfportret (2 pers.) : Neemt op wanneer de gezichten van minstens twee personen, inclusief uzelf, gesignaleerd worden. 1. Selecteer in het BEST SHOT scènemenu “Zelfportret (1 pers.
Geavanceerde instellingen Hieronder volgen menu bewerkingen die u kunt gebruiken om de instellingen van de camera te configureren. • De inhoud van het menu en de bewerkingen van de OPNAME modus zijn anders dan die van de WEERGAVE modus. Dit hoofdstuk geeft uitleg aangaande de bewerkingen d.m.v. het OPNAME menu scherm. Zie pagina 71 voor informatie aangaande WEERGAVE menu scherm bewerkingen. Gebruiken van menu’s op het scherm . OPNAME menuscherm bewerkingsvoorbeeld 1.
LET OP • [ ] (Wissen) voorziet in een handige manier op door indextabs en menu’s te navigeren. – Door te drukken op [ ] (Wissen) terwijl een indextab geselecteerd is, wordt het zoekerscherm getoond. – Door te drukken op [ ] (Wissen) terwijl een menu item of een instelling is geselecteerd wordt teruggegaan in de deze volgorde: Instellingen * Menu items * Indextab. . OPNAME menubewerkingen in deze handleiding OPNAME menubewerkingen worden in deze handleiding voorgesteld zoals hieronder getoond.
OPNAME modus instellingen (OPNAME) Selecteren van een scherpstelmodus (Scherpstellen) Procedure [r] (OPNAME) * [SET] * MENU * OPNAME indextab * Scherpstelling Instellingen Type foto Scherpstelmodus Foto Q Autom. Algemene Scherpstelopname len Automatisch ´ Macro Automatisch Close-ups W Handm.
Scherpstellen met de hand 1. Stel het beeld op het beeldscherm zodanig samen dat het onderwerp waarop u wilt scherpstellen zich binnen de gele grenslijn bevindt. 2. Kijk naar het beeld op het beeldscherm en stel scherp d.m.v. [4] en [6]. • Op dat moment wordt het gedeelte van het beeld dat zich binnen de grenslijn bevindt groter en vult het gehele beeldscherm, hetgeen helpt bij het scherpstellen.
2. Houd de sluitertoets halverwege ingedrukt (waardoor de scherpstelinstelling behouden blijft) en beweeg de camera om het beeld samen te stellen. 3. Druk de sluitertoets geheel in zonder te pauzeren wanneer u klaar bent voor het opnemen van het beeld. LET OP • De scherpstelvergrendeling vergrendelt de belichting ook (AE). Veranderen van de vorm van het Scherpstelkader (Scherpstelkader) Procedure [r] (OPNAME) * [SET] * MENU * OPNAME indextab * Scherpstelkader U kunt voor het scherpstelkader d.m.v.
Gebruiken van Doorlopende sluiter (Doorlopend) Procedure [r] (OPNAME) * [SET] * MENU * OPNAME indextab * Doorlopend Terwijl de Doorlopende Sluiter ingeschakeld is worden beelden doorlopend opgenomen tot het geheugen vol is zolang de sluitertoets ingedrukt gehouden wordt. Door de sluitertoets los te laten wordt het opnemen gestopt. LET OP • Bij de doorlopende sluiter worden de belichting en de scherpstelling voor het eerste beeld ook toegepast op de navolgende beelden.
LET OP • De instellingen voor de ISO gevoeligheid, lensopening en de sluitertijd verschijnen niet op het beeldscherm wanneer u de sluitertoets halverwege indrukt terwijl “Automatisch” selecteerd is. Deze waarden verschijnen echter kortstondig in het voorvertoningsbeeld dat getoond wordt onmiddellijk nadat u een foto opgenomen heeft. • Mocht de flitser flitsen, dan blijft de Anti Shake icoon S op het display zelfs als Anti Shake niet functioneert tijdens het fotograferen met de flitser.
BELANGRIJK! • Autom. Scherpstellen wordt gedeactiveerd wanneer W (handmatig scherpstellen) wordt geselecteerd als de scherpstelmodus (pagina 57), zelfs als u een AF gebied. • Door “Ë Traceren” te selecteren kunnen trillingen en ruis optreden doordat de lens (het objectief) beweegt tijdens het traceren van het onderwerp. Dit duidt niet op een defect.
Configureren van de default instellingen bij inschakelen van de spanning (Geheugen) Procedure [r] (OPNAME) * [SET] * MENU * OPNAME indextab * Geheugen Als u de camera uitschakelt, onthoudt deze de huidige instellingen van alle geactiveerde geheugenitems en herstelt ze wanneer u de spanning opnieuw inschakelt. Elk geheugenitem dat gedeactiveerd is, wordt teruggesteld op de oorspronkelijke default instelling telkens wanneer u de camera uitschakelt.
Beeldkwaliteit instellingen (Kwaliteit) Specificeren van de Fotobeeld Kwaliteit (Kwaliteit (Foto)) Procedure [r] (OPNAME) * [SET] * MENU * Kwaliteit indextab * T Kwaliteit (Foto) Fijn Geeft voorrang aan de beeldkwaliteit. Normaal Normaal • De “Fijn” instelling (maximale beeldkwaliteit) geeft groot detail voor het opnemen van gedetailleerde beelden van de natuur zoals takken met zijtakjes en bladeren, of bij een beeld met complexe patronen.
Bijstellen van de witbalans (Witbalans) Procedure [r] (OPNAME) * [SET] * MENU * Kwaliteit indextab * Witbalans U kunt de witbalans bijstellen voor aanpassing aan de lichtbron die beschikbaar is waar u aan het opnemen bent zodat u de blauwe schaduwen kunt vermijden die het resultaat zijn van filmen buiten terwijl het bewolkt is en de groene schaduwen die het resultaat zijn van filmen onder TL verlichting. Automatisch Configureert de camera om automatisch de witbalans bij te stellen.
Specificeren van de ISO gevoeligheid (ISO) Procedure [r] (OPNAME) * [SET] * MENU * Kwaliteit indextab * ISO De ISO gevoeligheid is een waarde die de gevoeligheid voor licht uitdrukt. Automatisch Stelt de gevoeligheid automatisch in afhankelijk van de omstandigheden. ISO 100 Lagere gevoeligheid Langzamere sluitertijd Minder ruis ISO 200 ISO 400 ISO 800 ISO 1600 Hogere gevoeligheid Snellere sluitertijd (Instellen voor het opnemen op slecht Enige grofheid (meer digitale ruis) verlichte plaatsen.
Bekijken van Foto’s en Films Bekijken van foto’s Zie pagina 29 voor de procedure voor het bekijken van foto’s. Bekijken van een film 1. Druk op [p] (WEERGAVE) en toon vervolgens m.b.v. [4] en [6] de film die u wilt bekijken. 2. Druk op [0] (Film) om het opnemen te starten.
Inzoomen op een beeld op het scherm 1. Blader tijdens de WEERGAVE modus d.m.v. [4] en [6] door de beelden totdat het gewenste wordt getoond. 2. Schuif de zoomregelaar nogmaals in de richting van z ([) om in te zoomen. Zoomfactor Beeldgebied U kunt d.m.v. [8], [2], [4] en [6] bladeren door het ingezoomde beeld op het beeldscherm. Schuif de zoomregelaar in de richting van w om uit te zoomen.
Bekijken van Foto’s en Films op een televisiescherm 1. Sluit deze d.m.v. de los verkrijgbare AV kabel (EMC-7A) aan op de TV. Geel Televisietoestel AV kabel Wit Audio Video (geluid) AUDIO IN ingangsaansluitingen (wit) [USB/AV] poort VIDEO IN ingangsaansluiting (geel) Let erop dat het merkteken op de AV kabelaansluiting in de richting van de lenskant wijst en sluit de kabel aan op de camera.
BELANGRIJK! • Het geluid wordt aanvankelijk door de camera weergegeven bij een maximaal geluidsvolume. Als u begint met het tonen van beelden, is het verstandig om de geluidsvolumeregelaar van de TV eerst op een relatief laag niveau en pas daarna op het gewenste niveau in te stellen. LET OP • Het geluid is in mono. • Bij bepaalde televisietoestellen kan een gedeelte van de beelden worden afgeknipt.
Andere weergavefuncties (WEERGAVE) Dit hoofdstuk geeft een verklaring van de menu items die u kunt gebruiken om instellingen te configureren en andere weergavebewerkingen uit te voeren. Gebruiken van het WEERGAVE paneel Door op [SET] (instellen) in het WEERGAVE modus te drukken wordt het WEERGAVE paneel getoond. . Bewerkingsvoorbeeld van het WEERGAVE paneel 1. Druk tijdens de WEERGAVE modus op [SET] (instellen).
à Menu Om het WEERGAVE menu te tonen. U kunt de volgende bewerkingen uitvoeren op het WEERGAVE menu. Indextabs 1Selecteer d.m.v. [4] en [6] de indextab waar het menu item zich bevindt dat u wilt configureren. 2Selecteer d.m.v. [8] en [2] de gewenste instelling van het menu en druk daarna op [6]. 3Verander d.m.v. [8] en [2] de gewenste instelling van het geselecteerde menu item. Geselecteerd menu 4Op [SET] (instellen) drukken om item de instelling uit te voeren.
Weergeven van een Diashow (Slideshow) op de camera (Diashow) 1. Druk tijdens de WEERGAVE modus op [SET] (instellen). 2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de derde optie van onderen in het WEERGAVE paneel (Diashow) en druk vervolgens op [SET] (instellen) (pagina 71). Start Start de diashow. Tijd Tijd van het begin tot het einde van de Diashow 1 tot 5 minuten, 10 minuten, 15 minuten, 30 minuten, 60 minuten Tussenpauze Tijdsduur dat elk beeld weergegeven wordt Selecteer d.m.v.
Roteren van een beeld (Rotatie) 1. Geef tijdens de WEERGAVE modus de foto weer die u wilt roteren. 2. Druk op [SET] (instellen). 3. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de tweede optie van onderen in het WEERGAVE paneel (ROTATIE) en druk vervolgens op [SET] (instellen) (pagina 71). 4. Selecteer d.m.v. [8] en [2] “Rotatie” en druk daarna op [SET] (instellen). Elke keer indrukken van [SET] (instellen) draait het beeld 90 graden naar links. 5.
Beschermen van een bestand tegen wissen (Beveiligen) Procedure [p] (WEERGAVE) * [SET] * MENU * WEERGAVE Indextab * Beveiligen Beveiligt specifieke bestanden. 1Blader d.m.v. [4] en [6] door de bestanden totdat het te beschermen bestand wordt getoond. 2Selecteer d.m.v. [8] en [2] “Aan” en druk daarna op [SET] (instellen). Een beeld dat beveiligd is, wordt aangegeven door de › icoon. 3Herhaal stappen 1 en 2 om andere bestanden te beschermen. Druk op [ ] (Wissen) om de beveiligingsbewerking te verlaten.
Trimmen van een foto (Trimmen) Procedure [p] (WEERGAVE) * Foto beeldscherm * [SET] * MENU * WEERGAVE indextab * Trimmen U kunt een foto trimmen om de onderdelen weg te knippen die u niet nodig heeft en het resultaat opslaan als een afzonderlijk bestand. De oorspronkelijke foto blijft ook behouden. Zoom m.b.v. de zoomregelaar in op het beeld tot het gewenste formaat en geef m.b.v. [8], [2], [4] en [6] het gedeelte weer van het beeld dat u wilt uitknippen en druk vervolgens op [SET] (instellen).
BELANGRIJK! • Merk op dat u het originele geluid van een foto met geluid niet kunt herstellen als u het eenmaal gewist of heropgenomen heeft. Weergeven van een foto met geluid 1. Blader tijdens de WEERGAVE modus d.m.v. [4] en [6] door de beelden totdat de gewenste Foto met geluid wordt getoond. Een Foto met geluid is een foto die een ˆ icoon heeft. 2. Druk op [0] (Film) om het opnemen te starten.
Kopiëren van bestanden (Kopiëren) Procedure [p] (WEERGAVE) * [SET] * MENU * WEERGAVE Indextab * Kopiëren Bestanden kunnen worden gekopieerd van het ingebouwde geheugen naar een geheugenkaart of van een geheugenkaart naar het ingebouwde geheugen. Ingeb. * Kaart Kopieert alle bestanden van het ingebouwde geheugen van de camera naar een geheugenkaart. Dit kopieert alle bestanden in het ingebouwde geheugen van de camera. Dit kan niet worden gebruikt om een enkel bestand te kopiëren. Kaart * Ingeb.
Afdrukken Afdrukken van foto’s Professionele afdrukdienst U kunt een geheugenkaart met de foto’s die u wilt afdrukken meenemen naar een professionele afdrukdienst en ze laten afdrukken. Afdrukken op een printer thuis Het maken van afdrukken op een printer met een geheugenkaartgleuf U kunt een printer met een geheugenkaartgleuf gebruiken om beelden direct van een geheugenkaart af te drukken. Zie de gebruiksaanwijzing die met de printer wordt mee geleverd voor nadere details.
Direct aansluiten op een printer die compatibel is met PictBridge U kunt de camera direct op een printer aansluiten die PictBridge ondersteunt en dan beelden afdrukken zonder dit via een computer te doen. . Instellingen maken bij de camera voordat u hem aansluit op een printer 1. Schakel de camera in. Druk vervolgens op [SET] (instellen) en toon dat het OPNAME menu (pagina 55) of het WEERGAVE menu (pagina 71). 2. Selecteer bij de “Instellen” indextab “USB” en druk vervolgens op [6]. 3.
. Afdrukken 1. Schakel de printer in en plaats het papier. 2. Schakel de camera in. Hierdoor wordt het afdruk menuscherm weergegeven. 3. Selecteer d.m.v. [8] en [2] “Papierformaat” en druk daarna op [6]. 4. Selecteer d.m.v. [8] en [2] een papierformaat en druk daarna op [SET] (instellen). • Hieronder volgen de beschikbare papierformaten. 3.5"x5", 5"x7", 4"x6", A4, 8.5"x11", Met printer • Door selecteren van “Met printer” wordt afgedrukt op het papierformaat dat op de printer wordt geselecteerd.
Gebruiken van DPOF om beelden te specificeren die afgedrukt dienen te worden en het aantal afdrukken . Digitaal Afdruk Order Formaat (DPOF = Digital Print Order Format) DPOF is een standaard die het mogelijk maakt om informatie voor het beeldtype, het aantal kopieën en het tijdstempel aan/uit aan te brengen op de geheugenkaart met de beelden.
. Dezelfde DPOF instellingen voor alle beelden configureren Procedure [p] (WEERGAVE) * Foto beeldscherm * [SET] * MENU * WEERGAVE indextab * DPOF afdr. * Alle beelden 1. Specificeer d.m.v. [8] en [2] het gewenste aantal afdrukken per beeld. U kunt maximaal een waarde van 99 specificeren. Specificeer 00 als u het beeld niet wilt afdrukken. • Als u de datum bij de beelden wilt hebben, druk dan op [0] (Film) zodat “Aan” getoond wordt voor datumafstempeling. 2. Druk op [SET] (instellen).
. Datumafstempeling U kunt één van de volgende drie methoden gebruiken om de opnamedatum op te nemen in de afdruk van een beeld. Configureren van de instellingen van de camera Configureer de DPOF instellingen (pagina 82). U kunt de datumafstempeling telkens als u afdrukken maakt in- en uitschakelen. U kunt de instellingen zodanig configureren dat sommige beelden de datumafstempeling hebben en andere beelden niet. Configureren van de instellingen van het tijdstempel bij de camera (pagina 106).
Gebruiken van de camera met een computer Wat u kunt doen m.b.v. een computer... U kunt de hieronder beschreven bewerkingen uitvoeren wanneer de camera aangesloten is op een computer. Beelden opslaan op een computer en ze daar bekijken • Beelden opslaan en ze met de hand bekijken (USB aansluiting) (pagina’s 87, 95). • Stuur beelden automatisch over naar een computer via een draadloze LAN voor het bekijken (Eye-Fi) (pagina 98).
Gebruiken van de camera met een Windows computer Installeer de vereiste software in overeenstemming met de versie van Windows die u draait en wat u wilt doen. Wanneer u dit wilt doen: Besturingssysteem versie Opslaan van beelden Windows 7, op een computer en ze Windows Vista, daar met de hand Windows XP (SP3) bekijken Installeer deze software: Zie pagina: Het is niet nodig te installeren. 87 90 Films weergeven Windows 7, Windows Vista, Windows XP (SP3) Het is niet nodig te installeren.
. Computersysteem vereisten voor software De systeemvereisten voor uw computer verschillen afhankelijk van elke applicatie. Informatie aangaande de vereisten voor het computersysteem kunnen gevonden worden onder “Computersysteem vereisten voor software (Voor Windows)” op pagina 122 van deze handleiding. . Voorzorgsmaatregelen voor Windows gebruikers • Om de software te draaien zijn beheerdersvoorrechten nodig. • De werking wordt niet ondersteund bij zelfgebouwde computers.
4. Schakel de camera uit en sluit deze daarna d.m.v. de met de camera meegeleverde USB kabel aan op uw computer. USB poort USB kabel (inbegrepen bij de camera) Grote aansluitstekker • Door de camera aan te sluiten op een computer met een USB kabel [USB/AV] begint het opladen van de poort accu van de camera (pagina 17).
8. Klik met de rechterknop op de “DCIM” map. 9. Klik “Kopiëren” op het snelkoppelingsmenu dat verschijnt. 10. Windows 7, Windows Vista gebruikers: Klik “Start” en daarna op “Documenten”. Windows XP gebruikers: Klik “Start” en daarna op “Mijn Documenten”. • Als u reeds een “DCIM” map in “Documenten” (Windows 7, Windows Vista) of “Mijn Documenten” (Windows XP) heeft, zal die bij de volgende stap worden overschreven.
Gebruik uw computer nooit om beeldbestanden die opgeslagen zijn in het ingebouwde geheugen van de camera of op de geheugenkaart te veranderen, te wissen, te verplaatsen of een nieuwe naam te geven. Dit kan namelijk problemen veroorzaken bij de beeldbeheerdata van de camera waardoor het onmogelijk kan worden om beelden op de camera weer te geven en tevens kan dit de resterende geheugencapaciteit drastisch wijzigen.
. Voorzorgsmaatregelen voor filmweergave • Zorg ervoor dat u de filmdata naar de harde schijf van uw computer verplaatst voordat u probeert deze weer te geven. Correcte weergave van de film kan mogelijk niet plaatsvinden bij data waartoe toegang is verkregen via een netwerk, vanaf een geheugenkaart, enz. • Correcte weergave van de film kan mogelijk niet plaatsvinden bij bepaalde computers. Mocht u problemen ondervinden, probeer dan het volgende.
. Uploaden van een filmbestand naar YouTube • Voordat u YouTube Uploader for CASIO kunt gebruiken dient u naar de YouTube website te gaan (http://www.youtube.com/) en u zich daar als gebruiker te registreren. • U mag geen videos uploaden waarop auteursrechten rusten (inclusief eventuele naburige auteursrechten) tenzij u zelf in het bezit bent van de auteursrechten of als u toestemming heeft van de houder(s) van de auteursrechten in kwestie.
Oversturen van beelden van uw computer naar het geheugen van de camera Als u beelden van uw computer wilt overbrengen naar uw camera, installeer dan Photo Transport op uw computer. . Installeren van Photo Transport Download de Photo Transport installeerder van de CASIO digitale camera ondersteuningspagina (http://www.casio-europe.com/nl/support/). Dubbelklik op de installeerder en volg de installatie aanwijzingen die op het beeldscherm van uw computer verschijnen.
. Oversturen van computerscherm vastlegdata naar de camera 1. Sluit de camera aan op uw computer (pagina 87). 2. Klik bij uw computer op het volgende: Start * Alle Programma’s * CASIO * Photo Transport. Hierdoor wordt Photo Transport gestart. 3. Hierdoor wordt het scherm getoond waarvan u de schermvastlegdata wilt oversturen. 4. Klik op de [Opnemen] toets. 5. Trek een grenslijn rondom het gebied dat u wilt opnemen.
Gebruiken van de camera met een Macintosh computer Installeer de vereiste software in overeenstemming met onder welke Macintosh OS versie u draait en wat u wilt doen. Wanneer u dit wilt doen: Besturingssysteem versie Installeer deze software: Opslaan van beelden op uw Macintosh en ze daar met de hand bekijken. OS X Het is niet nodig te installeren. 95 Automatisch opslaan van beelden op uw Macintosh/Beheren van beelden OS X Gebruik iPhoto dat meegeleverd wordt met sommige Macintosh producten.
4. Schakel de camera uit en sluit deze daarna d.m.v. de met de camera meegeleverde USB kabel aan op uw Macintosh. USB kabel (inbegrepen bij de camera) USB poort Grote aansluitstekker • Door de camera aan te sluiten op een computer met een USB kabel [USB/AV] begint het opladen van de poort accu van de camera (pagina 17).
8. Sleep de stationicoon naar Prullenbak nadat het kopiëren voltooid is. 9. Druk op [ON/OFF] (spanning aan/uit) van de camera om deze uit te schakelen. Verbreek de aansluiting van de USB kabel nadat u heeft gecontroleerd dat de achterindicator niet brandt of rood brandt. . Bekijken van gekopieerde beelden 1. Dubbelklik op de stationicoon van de camera. 2. Dubbelklik op de “DCIM” map om deze te openen. 3. Dubbelklik op de map die de beelden bevat dat u wilt bekijken. 4.
Weergeven van een film U kunt films weergeven op een Macintosh d.m.v. de QuickTime applicatie die meegeleverd wordt met uw besturingssysteem. Kopieer om deze weer te geven de film eerst naar uw Macintosh en dubbelklik dan op het filmbestand. . Minimale systeemvereisten voor filmweergave op de computer De hieronder beschreven minimale systeemvereisten zijn nodig om films die met deze camera zijn opgenomen te kunnen weergeven op een computer. Besturingssysteem : Mac OS X 10.3.
2. Laad na het configureren van de instellingen de Eye-Fi kaart in de camera en maak de opnames. Beelden die u opneemt worden nu via draadloze LAN naar uw computer, enz. gestuurd. • Zie de gebruiksaanwijzing die met de Eye-Fi kaart wordt meegeleverd voor volledige details. • Voordat u een nieuwe Eye-Fi kaart formatteert om deze voor de eerste maal te gebruiken dient u eerst de installeerbestanden van de Eye-Fi Manager te kopiëren naar uw computer. Doe dit voordat u de kaart formatteert.
Bestanden en mappen De camera creëert een bestand en slaat het elke maal op wanneer u een foto of film opneemt of een andere bewerking uitvoert waarbij data worden opgeslagen. Bestanden worden gegroepeerd door ze in mappen op te slaan. Elk bestand en map heeft haar eigen unieke naam. • Zie “Geheugenmapstructuur” (pagina 101) voor nadere details over hoe mappen in het geheugen zijn georganiseerd.
Geheugenkaartdata Deze camera slaat beelden die u opneemt op in overeenkomst met het DCF (Design rule for Camera File System) protocol. . Betreffende het DCF protocol De volgende bewerkingen worden ondersteund voor beelden die voldoen aan de DCF-norm. Merk echter op dat CASIO geen garantie geeft inzake de prestaties betreffende deze bewerkingen. • Oversturen van de beelden in deze camera die overeenkomen met de DCF-norm naar een camera van een ander merk en ze dan bekijken.
. Ondersteunde beeldbestanden • Beeldbestanden die opgenomen zijn met deze camera • Beeldbestanden die in overeenkomst zijn met het DCF protocol Deze camera kan mogelijk een beeld niet weergeven zelfs als het in overeenkomst is met het DCF protocol. Het tonen van een beeld dat opgenomen was met een andere camera kan mogelijk lang op zich laten wachten voordat het op het beeldscherm van deze camera verschijnt. .
Andere instellingen (Instellen) Dit hoofdstuk geeft uitleg over de menu items die u kunt gebruiken om instellingen te configureren en andere bewerkingen uit te voeren tijdens zowel de OPNAME en WEERGAVE modus. Zie het volgende voor meer informatie. – OPNAME menu (pagina 55) – WEERGAVE menu toets (pagina 71) Uitschakelen van Eye-Fi kaartcommunicatie (Eye-Fi) Procedure [SET] * MENU * Instellen indextab * Eye - Fi Selecteer “Uit” om de communicatie van de Eye-Fi kaart te deactiveren (pagina 98).
Configureren van een startbeeld (Start) Procedure [SET] * MENU * Instellen indextab * Start Toon het beeld dat u wilt gebruiken als het startbeeld en selecteer vervolgens “Aan”. • Het startbeeld verschijnt niet wanneer u de camera inschakelt door op [p] (WEERGAVE) (pagina 109) te drukken. • U kunt een foto die u opgenomen had specificeren als het startbeeld of u kunt het speciale startbeeld gebruiken dat zich bevindt in het ingebouwde geheugen van de camera.
Configureren van de wereldtijd instellingen (Wereldtijd) Procedure [SET] * MENU * Instellen indextab * Wereldtijd U kunt het wereldtijdscherm gebruiken om de huidige tijd te bekijken in een zone die afwijkt van die van uw thuisstad wanneer u op reis gaat, enz. De wereldtijd toont de huidige tijd in 162 steden in 32 tijdzones rond de gehele wereld. 1. Selecteer d.m.v. [8] en [2] “Bestemming” en druk daarna op [6].
Tijdstempel van foto’s (Tijdstempel) Procedure [SET] * MENU * Instellen indextab * Tijdstempel U kunt de camera configureren om alleen de opnamedatum van de foto of de datum en de tijd te stempelen in de rechter onderhoek van het elk beeld. • Nadat de informatie voor de datum en de tijd eenmaal gestempeld is in een foto, kan deze niet veranderd of gewist worden.
Specificeren van de datumstijl (Datumstijl) Procedure [SET] * MENU * Instellen indextab * Datumstijl U kunt kiezen uit drie verschillende stijlen voor de datum. Voorbeeld: Juli, 10, 2012 JJ/MM/DD 12/7/10 DD/MM/JJ 10/7/12 MM/DD/JJ 7/10/12 Specificeren van de displaytaal (Language) Procedure [SET] * MENU * Instellen indextab * Language . Selecteer de gewenste displaytaal. 1 Selecteer de indextab aan de rechterkant. 2 Selecteer “Language”. 3 Selecteer de gewenste taal.
Bevestigen van de sluimerinstellingen (Sluimer) Procedure [SET] * MENU * Instellen indextab * Sluimer Dit attribuut schakelt het beeldscherm uit en doet de achterindicator (groen) branden telkens wanneer geen camerabewerking wordt uitgevoerd voor een vooringestelde tijdsperiode. Druk op een willekeurige toets om het beeldscherm opnieuw in te schakelen. Activeringstijd instellingen: 30 sec, 1 min, 2 min, Uit (Sluimeren is gedeactiveerd terwijl “Uit” geselecteerd is.
Configureren van de [r] en [p] instellingen (OPNAME/WEERGAVE) Procedure [SET] * MENU * Instellen indextab * REC/PLAY Spanning aan De camera wordt ingeschakeld wanneer [r] (OPNAME) of [p] (WEERGAVE) ingedrukt wordt. Spanning aan/uit De camera wordt in- of uitgeschakeld wanneer [r] (OPNAME) of [p] (WEERGAVE) ingedrukt wordt. Uitschakelen De camera wordt niet in- of uitgeschakeld wanneer [r] (OPNAME) of [p] (WEERGAVE) ingedrukt wordt.
Configureren van de USB protocol instellingen (USB) Procedure [SET] * MENU * Instellen indextab * USB U kunt de onderstaande procedure gebruiken om het USB communicatieprotocol te selecteren wat gebruikt wordt bij het uitwisselen van data met een computer, printer of andere externe apparatuur. Mass Storage Selecteer deze instelling wanneer u een aansluiting met een computer tot stand brengt (pagina’s 87, 95). Bij deze instelling beschouwt de computer de camera als een extern opslagmedium.
Formatteren van het ingebouwde geheugen of van een geheugenkaart (Formatteren) Procedure [SET] * MENU * Instellen indextab * Formatteren Als een geheugenkaart zich in de camera bevindt zal deze bewerking de geheugenkaart formatteren. Het zal het ingebouwde geheugen formatteren als geen geheugenkaart ingelegd is. • De formatteerbewerking zal de gehele inhoud van de geheugenkaart of het ingebouwde geheugen wissen. Dit kan niet ongedaan worden gemaakt.
Appendix Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik . Vermijd het gebruik terwijl u in beweging bent • Probeer de camera nooit te gebruiken om beelden op te nemen of weer te geven terwijl u een auto of een ander voertuig aan het besturen bent of terwijl u aan het lopen bent. Als u naar het beeldscherm kijkt terwijl u in beweging bent, kan dit het gevaar op een ernstig ongeluk met zich meebrengen. .
. Rook, een vreemde geur, oververhitting en andere abnormale omstandigheden • Als het gebruik van de camera wordt voortgezet terwijl er rook of een vreemde geur uitkomt of terwijl de camera oververhit is, brengt dit het gevaar op brand en elektrische schok met zich mee. Voer de volgende stappen onmiddellijk uit mocht één van de bovengenoemde symptomen zich voordoen. 1. Schakel de camera uit. 2. Verwijder de accu dan uit de camera en let er daarbij op dat u zichzelf beschermt tegen brandwonden. 3.
. Te vermijden plaatsen • Laat de camera nooit achter op één van de volgende soort plaatsen. Dit kan het risico op brand en elektrische schok met zich meebrengen.
• Mocht u ooit tijdens het gebruik, het laden of het opslaan van een accu opmerken dat hij lekt, een vreemde geur afgeeft, verkleuringen of vervormingen vertoont of mochten er zich andere abnormale omstandigheden voordoen, koppel de accu dan onmiddellijk van de camera en houd hem uit de buurt van open vuur. • Gebruik de accu niet en laat hem niet achter in het directe zonlicht, binnenin een afgesloten voertuig of op andere plaatsen die blootstaan aan hoge temperaturen.
. Voorzorgsmaatregelen bij data foutlezingen Uw digitale camera is vervaardigd met digitale precisieonderdelen. Bij elk van de volgende omstandigheden bestaat het gevaar op het beschadigen van de data in het camerageheugen.
. Onderhoud van uw camera • Raak de lens of het flitservenster nooit met uw vingers aan. Vingerafdrukken, stof en anderszins bevuilen van het lensoppervlak kan de juiste werking van de camera belemmeren. Houd de lens en het flitservenster met een lensblazer vrij van stof en vuil en veeg ze voorzichtig af met een zachte, droge doek. • Veeg om deze te reinigen de camera af met een zachte, droge doek. .
. Andere voorzorgsmaatregelen Tijdens het gebruik kan de camera ietwat warm worden. Dit is normaal en duidt niet op een defect. . Auteursrechten Met uitzondering van het gebruik voor uw eigen genoegen is het ongeauthoriseerde gebruik van foto’s of films van beelden waarvan de rechten aan andere toebehoren zonder de toestemming van de betreffende auteursrechten in overtreding met de wetgeving op auteursrechten. In bepaalde gevallen kan het filmen van openbare optredens, shows, tentoonstellingen, enz.
Het ongeoorloofd kopiëren, distribueren en oversturen van de software die voor dit product verstrekt wordt door CASIO is verboden. Uploadfunctionaliteit voor YouTube is onder licentie van YouTube, LLC. inbegrepen bij dit product. De aanwezigheid van uploadfunctionaliteit voor YouTube bij dit product houdt noch een endossement noch een aanbeveling van dit product door YouTube, LLC. Stroomvoorziening Opladen . Als de achterindicator van de camera rood begint te knipperen...
Voorzorgsmaatregelen voor de accu . Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik • De werking die verschaft wordt door de accu in een koude omgeving is altijd korter dan bij normale temperaturen. Dit komt door de karakteristieken van de accu, niet door die van de camera. • Laad de accu op een plaats op waar de temperatuur tussen de 10°C en 35°C is. Het laden van de accu buiten dit temperatuursbereik kan langer dan gewoonlijk duren of eenvoudig niet lukken.
Gebruiken van een geheugenkaart Zie pagina 21 voor informatie betreffende de ondersteunde geheugenkaarten en hoe u een geheugenkaart plaatst. . Gebruiken van een geheugenkaart • SD geheugenkaarten, SDHC geheugenkaarten en Schrijven is geactiveerd SDXC geheugenkaarten zijn uitgevoerd met een schrijfbeveiligingsschakelaar. Gebruik deze schakelaar om te beschermen tegen het onverhoeds uitwissen van data.
. Weggooien of de eigendomsrechten overdragen van een geheugenkaart of de camera De formatteer- en wisfuncties van de camera zullen in feite niet de bestanden van de geheugenkaart wissen. De oorspronkelijke data blijft bewaard op de kaart. Merk op dat de verantwoordelijkheid voor de data op een geheugenkaart aan u is. De volgende procedures worden aanbevolen wanneer u een geheugenkaart of de camera weggooid of de eigendomsrechten overdraagt aan derden.
Terugstellen van de oorspronkelijke default instellingen De tabellen in dit hoofdstuk tonen de oorspronkelijke default instellingen die verschijnen in de OPNAME en WEERGAVE modi wanneer u de camera terugstelt (reset) (pagina 111). • Een streepje (–) geeft een item aan waarvan de instelling niet wordt teruggesteld of waarvoor geen resetinstelling is. BELANGRIJK! • Afhankelijk van de opnamemodus kunnen bepaalde items op het menu dat verschijnt mogelijk niet bruikbaar zijn. .
“Instellen” indextab Eye - Fi Aan Datumstijl – Language – Sluimer 1 min Geluiden Start: Geluid 1 / Halfsluiter: Geluid 1 / Sluiter: Geluid 1 / Werking: Geluid1 / = Bewerking: ...//// / = Weergave: ...//// Start Bestand nr. Autom. Spann. 2 min Uit REC/PLAY Uit Ü Uitgezet Uit Uit USB Mass Storage Voortzetten Video uitgang – Wereldtijd – Formatteren – Tijdstempel Uit Reset – Bijstellen – . WEERGAVE modus “WEERGAVE” indextab DPOF afdr.
Wanneer niet alles van een leien dakje gaat... Oplossen van moeilijkheden Probleem Mogelijke oorzaak en aanbevolen maatregel Stroomvoorziening Spanning gaat niet aan. 1)De accu kan verkeerd om geplaatst zijn (pagina 14). 2)De accu kan leeg zijn. Laad de accu op (pagina 15). Als de accu na het opladen weer snel leeg raakt, betekent dit dat de accu het einde van zijn levensduur heeft bereikt en dient te worden vervangen. Schaf een los verkrijgbare oplaadbare CASIO NP-120 lithium-ion accu aan.
Probleem Mogelijke oorzaak en aanbevolen maatregel Het onderwerp Mogelijk is niet goed scherpgesteld op het beeld. Bij het bevindt zich buiten samenstellen van het beeld dient u er op te letten dat het het onderwerp zich binnen het scherpstelkader bevindt. scherpstelgebied van het opgenomen beeld. De flitser flitst niet. 1)Als ? (Flits Uit) is geselecteerd als de flitserfunctie, schakel dan over op een andere functie (pagina 38). 2)Laad de accu op (pagina 15) als deze leeg is.
Probleem Mogelijke oorzaak en aanbevolen maatregel Digitale ruis in de beelden. 1)De gevoeligheid wordt mogelijk automatisch verhoogd voor donkere onderwerpen, hetgeen tevens de kans verhoogt op digitale ruis. Verlicht het onderwerp door een licht of schijnwerper o.i.d. 2)U bent misschien aan het opnemen op een donkere plaats met ? (Flits Uit) geselecteerd hetgeen de digitale ruis verhoogt en beelden korreliger doet lijken.
Probleem Mogelijke oorzaak en aanbevolen maatregel Er is niet 1)Het is mogelijk dat niet scherpgesteld kan worden omdat het scherpgesteld op onderwerp zich buiten het scherpstelbereik bevindt. Neem op het beeld tijdens de binnen het toegelaten bereik. filmopname. 2)De lens kan vuil zijn. Reinig de lens (pagina 116). Weergave De kleur van het weergavebeeld verschilt van wat op het beeldscherm verschijnt tijdens het opnemen.
Probleem Mogelijke oorzaak en aanbevolen maatregel Het selectiescherm 1)U configureerde de oorspronkelijke (default) instellingen niet van de displaytaal nadat u de camera aanschafte of de accu van de camera kan verschijnt wanneer mogelijk leeg zijn. Controleer de basisinstellingen van de de camera camera (pagina’s 20, 107). ingeschakeld wordt. 2)Er kan een probleem zijn met de geheugendata van de camera.
Boodschappen in het display ALERT De veiligheidsfunctie van de camera kan geactiveerd zijn omdat de temperatuur van de camera te hoog was. Schakel de camera uit en wacht totdat deze voldoende afgekoeld is voordat u de camera weer kunt gebruiken. Accu is bijna leeg. De accu is vrijwel leeg. Er trad een probleem op bij de geheugenkaart. Schakel de camera uit, verwijder de geheugenkaart en steek hem opnieuw in de camera.
Geheugen vol Het geheugen is vol met beelden die u opgenomen heeft en/ of bestanden die opgeslagen zijn met de montagebewerkingen. Wis bestanden uit die u niet langer nodig heeft (pagina 30). Fout bij afdrukken Er trad een fout op tijdens het afdrukken. • De printer is uitgeschakeld. • De printer bracht een foutmelding te weeg. Opnamefout Beeldcompressie kon om de één of andere reden niet worden uitgevoerd tijdens het opslaan van data. Neem het beeld opnieuw op.
Aantal foto’s/Filmopnametijd/Spraakopnametijd Foto Beeldformaat (beeldpunten) 16 M (4608x3456) 3:2 (4608x3072) 16:9 (4608x2592) 10 M (3648x2736) 5M (2560x1920) 3M (2048x1536) VGA (640x480) Beeldkwaliteit Fijn Formaat van het beeldbestand bij benadering Opnamecapaciteit*1 van het ingebouwde geheugen SD geheugenkaart*2 opnamecapaciteit 5,57 MB 8 2791 Normaal 3,71 MB 12 4191 Fijn 4,92 MB 9 3160 Normaal 3,28 MB 14 4740 Fijn 4,10 MB 11 3792 Normaal 2,75 MB 16 5654 4600 Fijn 3,38 MB
Films Datasnelheid bij benadering (beeldsnelheid) Opnamecapaciteit*1 van het ingebouwde geheugen SD geheugenkaart*2 opnamecapaciteit Grootte van het bestand van een film van 1 minuut HD (1280x720) 30,2 megabits/seconde (30 beelden/seconde) 10 seconden*3 17 minuten 9 seconden 226,3 MB STD (640x480) 10,6 megabits/seconde (30 beelden/seconde) 31 seconden 50 minuten 56 seconden 79,0 MB Beeldkwaliteit (Beeldpunten) Spraakopname Bestandformaat Maximale bestandsgrootte Bestandsgrootte Opnamecapac
Technische gegevens Bestandformaat Foto’s: JPEG (Exif versie 2.3); DCF 2.
Witbalans Automatisch, daglicht, bewolkt, schaduw, daglicht witte TL, daglicht TL, gloeilamp, handmatige witbalans Gevoeligheid (standaard uitgangsgevoeligheid) Foto’s: Automatisch, gelijkwaardig aan ISO 100, ISO 200, ISO 400, ISO 800, ISO 1600 Films: Automatisch Flitserfuncties Automatisch, Uit, Aan, vermindering van het rode-ogen effect Flitsbereik (ISO gevoeligheid: Automatisch)* Groothoek: 0,4 m - 2,2 m Telefoto: 1,0 m - 1,2 m * Het bereik wordt beïnvloed door de optische zoom.
Levensduur accu naar schatting Alle hieronder gegeven waarden stellen de hoeveelheid naar schatting voor bij normale temperaturen (23°C) voordat de camera uitgeschakeld wordt. Deze waarden worden niet gegarandeerd. Een lage temperatuur zal de gebruiksduur van de accu verkorten.
. Oplaadbare lithium-ion accu (NP-120) Nominale spanning 3,7 V Nominale capaciteit 600 mAh Bedrijfstemperatuur vereisten 0 - 40°C Afmetingen 35,5 (W) x 40,2 (H) x 5,0 (D) mm Gewicht Ca. 14 g . USB-Netadapter (AD-C53U) Ingangsvermogen 100 - 240 V wisselstroom, 50/60 Hz, 100 mA Uitgangsvermogen 5,0 V gelijkstroom, 650 mA Bedrijfstemperatuur vereisten 5 - 35°C Afmetingen 53 (W) x 21 (H) x 45 (D) mm (exclusief uitsteekstels) Gewicht Ca.
CASIO COMPUTER CO., LTD.