NL fx-570CW fx-991CW Gebruiksaanwijzing Wereldwijde Leerwebsite van CASIO https://edu.casio.com Handleidingen zijn beschikbaar in meerdere talen op https://world.casio.
Inhoudsopgave Voordat u de calculator gebruikt ............................................5 Lees dit eerst .......................................................................................... 5 Over deze handleiding ................................................................................... 5 Toetsbewerkingen .......................................................................................... 5 Menubewerkingen .............................................................................
Pi, Natuurlijke logaritmebasis e ............................................................. 36 Pi .................................................................................................................. 36 Natuurlijke logaritmebasis e ......................................................................... 36 Berekeningsgeschiedenis en herhalen ................................................. 36 Berekeningsgeschiedenis ...........................................................................
Hyperbolische functies ................................................................................. 58 Goniometrische functies ...............................................................................58 Technische symbolen ............................................................................59 Wetenschappelijke constanten ............................................................. 60 Eenheidsomzettingen ...........................................................................
Timing voor bijwerken van f(x) en g(x) ........................................................103 Gegevensbewaring .................................................................................... 104 Berekeningen van vergelijkingen ........................................................ 105 Simultane lineaire vergelijkingen ................................................................105 Vergelijkingen van een hoge orde, van de 2de tot de 4de graad ...............107 Solver gebruiken .................
Voordat u de calculator gebruikt Lees dit eerst Over deze handleiding • CASIO Computer Co., Ltd. kan in geen enkel geval aansprakelijk worden gesteld voor speciale of incidentele schade, nevenschade of gevolgschade in verband met, of als gevolg van de aankoop of gebruik van dit product en items die meegeleverd worden. Bovendien kan CASIO Computer Co., Ltd.
Toetsmarkeringen worden weergegeven, gevolgd door het invoerteken of het commando tussen haakjes. * Raadpleeg “Toetsmarkeringen” (pagina 13) voor meer informatie over de toetssymbolen die in dit voorbeeld worden gebruikt. Voorbeeld 3: , , , , , • Individuele cursortoetsen aangegeven met (1) worden als , weergegeven. • Individuele scroltoetsen aangegeven met (2) worden als , weergegeven.
Eigenlijke bewerking 1 1. Druk op . 2. Selecteer [Other] met en en druk vervolgens op 3. Selecteer [π] met en en druk vervolgens op . . Voorbeeld 2 - Calculate of Druk op op . , selecteer het app-pictogram Calculate en druk vervolgens Eigenlijke bewerking 2 1. Druk op . 2. Selecteer met de cursortoetsen ( Calculate en druk vervolgens op Toets , . , , ) het app-pictogram en toets De toets en de toets voeren dezelfde bewerking uit.
De calculator initialiseren Belangrijk! • De procedure hieronder initialiseert alle calculatorinstellingen, behalve voor Contrast en Auto Power Off. Wist ook alle opgeslagen gegevens in het calculatorgeheugen. 1. Druk op om het scherm HOME weer te geven. 2. Selecteer met de cursortoetsen ( , , , ) een pictogram van de calculator-app en druk vervolgens op . 3. Druk op en selecteer [Reset] > [Initialize All] > [Yes]. • Het scherm HOME wordt dan weergegeven.
Gevaar Geeft aan dat er een ernstig risico op overlijden of ernstig persoonlijk letsel wordt gecreëerd. Voorzorgsmaatregelen voor de knop- en muntbatterijen (enkel fx-991CW) Zorg ervoor dat een batterij niet per ongeluk wordt ingeslikt. Let er in het bijzonder op dat de batterijen uit de buurt van kinderen worden gehouden. Als de batterij per ongeluk is ingeslikt of als de mogelijkheid bestaat dat een batterij is ingeslikt, neem dan onmiddellijk contact op met een arts.
Voorzichtig Verwijst naar iets dat het risico op kleinere persoonlijke letsels of materiële schade creëert. Neem onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht. Als u dit niet doet, kan een batterij scheuren, waardoor het risico op brand, persoonlijk letsel en vervuiling van voorwerpen in de buurt door lekkende vloeistof ontstaat. • Probeer een batterij niet uit elkaar te halen en laat een batterij nooit kortsluiten. • Niet geschikt voor niet-oplaadbare batterijen.
• Er zullen u kosten in rekening worden gebracht voor storingen of schade als gevolg van batterijlekkage, wat niet door de garantie wordt gedekt. • De bij deze calculator meegeleverde batterij ontlaadt zich lichtjes tijdens verzending en opslag. Daarom moet deze mogelijk sneller worden vervangen dan de normaal verwachte levensduur van de batterij. • Vermijd het gebruik en de opslag van de calculator op plaatsen die blootstaan aan extreme temperaturen en hoge vochtigheid en stof.
De voorklep bevestigen Verwijder de voorklep (①) en bevestig deze aan de voorzijde (②) wanneer u de calculator niet gebruikt. Belangrijk! • Bevestig altijd de voorklep aan de calculator wanneer u deze niet gebruikt. Anders kan de calculator per ongeluk worden ingeschakeld wanneer er op de toets wordt gedrukt en kunnen de batterijen leeg lopen. In- en uitschakelen Druk op Druk op om de calculator in te schakelen. (OFF) om de calculator uit te schakelen. Opmerking • Druk lang op om in te schakelen.
Als dit scherm verschijnt, vervang dan de batterij zo snel mogelijk. Raadpleeg “De batterij vervangen” (pagina 150) voor informatie over het vervangen van de batterij. • De calculator zal ook automatisch uitschakelen als u hem ongeveer 10 minuten of 60 minuten niet gebruikt. Druk op de toets om de calculator opnieuw in te schakelen. Scherm HOME om het scherm HOME weer te geven. Het scherm HOME Druk op toont een lijst met geïnstalleerde calculator-apps.
(1) Toetsfunctie: (2) Alternatieve functie: (π) Indicatoren Indicatoren Onderstaande tabel beschrijft indicatoren die bovenaan het scherm verschijnen. Deze indicator: Betekent dit: Het toetsenbord is ingesteld voor de alternatieve functie door het indrukken van de toets . De alternatieve functie van het toetsenbord wordt ongedaan gemaakt en deze indicator verdwijnt wanneer u op een toets drukt. MathI/MathO of MathI/DecimalO is geselecteerd voor Input/Output in het SETTINGS-menu.
/ Er is voorgaande ( ) of volgende ( ) berekeningsgeschiedenis voor het huidig weergegeven berekeningsresultaat. Met sommige calculatorapps geven deze indicatoren aan dat er andere berekeningsresultaten beschikbaar zijn. De calculator wordt rechtstreeks aangedreven door zonnecellen, hetzij volledig, hetzij in combinatie met de batterij. (enkel fx-991CW) Menu’s gebruiken Veel van de bewerkingen van uw calculator worden met behulp van menuschermen uitgevoerd.
te drukken. Om terug te keren naar het volgende hogere niveau in de hiërarchie drukt u op . Opmerking • Als u zich in een lager niveau van de hiërarchie van een menu met één kolom bevindt, kunt u naast drukken op om naar het volgende hogere niveau terug te keren. Een menu-item selecteren met een keuzerondje ( / ) Wanneer er op de display een lijst met meerdere opties wordt getoond, heeft elke optie een keuzerondje ( of ) aan de linkerkant. geeft aan welke optie er is geselecteerd.
Opmerking • U kunt een weergegeven menu sluiten door op door op , , , , te drukken of te drukken. Als het weergegeven menu er een is dat onmiddellijk verschijnt na het starten van een bepaalde calculator-app of als het een app-specifiek menu is, kunt u het niet sluiten door op te drukken. In dat geval moet u op drukken om het menu te sluiten.
Calculator-apps en menu’s Calculator-apps Een calculator-app selecteren Selecteer een calculator-app die geschikt is voor het soort berekeningen dat u wilt uitvoeren. 1. Druk op om het scherm HOME weer te geven. • Raadpleeg de “Lijst met geïnstalleerde calculator-apps” (pagina 18) voor meer informatie over de calculator-app. 2. Gebruik de cursortoetsen ( , , , ) om het gewenste pictogram van de calculator-app te selecteren. om het beginscherm weer te geven van de calculator-app 3.
Genereert een cijfertabel gebaseerd op één of twee functies (Table) Simultane vergelijkingen, vergelijkingen van een hogere orde en Solver (functie om de waarde van een variabele in een ingevoerde vergelijking te vinden) (Equation) Ongelijkheidsberekeningen (Inequality) Berekeningen met complexe nummers (Complex) Berekeningen met specifieke nummersystemen (binair, octaal, decimaal, hexadecimaal) (Base-N) Matrixberekeningen (Matrix) Vectorberekeningen (Vector) Ratioberekeningen (Ratio) De volgende functie
Het menu SETTINGS gebruiken Druk op terwijl u een calculator-app gebruikt om het menu SETTINGS weer te geven. Het menu SETTINGS omvat de onderstaande menu-items. Calc Settings Bevat menu-items om instellingen van berekeningen, zoals het weergaveformaat voor berekeningsresultaten, te configureren. System Settings Bevat menu-items om bewerkingsinstellingen van de calculator, zoals aanpassen van contrast, te configureren. Reset Bevat menu-items om verschillende soorten resetbewerkingen uit te voeren.
• Dit toont een lijst met instellingsitems in het geselecteerde menu. Het scherm hier geeft een voorbeeld van wat verschijnt wanneer [Calc Settings] wordt geselecteerd. • Raadpleeg “Items en beschikbare instelopties” (pagina 21) voor de beschikbare instellingsitems voor [Calc Settings] en [System Settings]. 4. Gebruik en om het item te markeren waarvan u de instellingen wilt wijzigen en druk vervolgens op . • Hiermee wordt een lijst met instelopties weergegeven voor het item dat u hebt geselecteerd.
Invoer: Lineaire*2; uitvoer: Naar decimale waarde omgezet LineI/DecimalO *1 Decimale uitvoer wordt toegepast wanneer deze formaten om de een of andere reden niet kunnen worden uitgevoerd. 2 * Alle berekeningen, inclusief breuken en functies, worden op één regel ingevoerd. Hetzelfde uitvoerformaat als dat voor modellen zonder weergave natuurlijk handboek (S-V.P.A.M.-modellen, enz.
worden afgerond op het aantal gespecificeerde cijfers voordat ze worden weergegeven. Voorbeeld: 1 ÷ 6 (Fix 3) 1 6 ( )* Sci: De waarde die u specificeert (van 1 tot 10) geeft het aantal significante cijfers aan voor weergegeven berekeningsresultaten. Berekeningsresultaten worden afgerond op het aantal gespecificeerde cijfers voordat ze worden weergegeven. Voorbeeld: 1 ÷ 6 (Sci 3) 1 6 ( )* Norm: Geeft berekeningsresultaten in exponentieel formaat weer wanneer deze binnen de onderstaande bereiken vallen.
Opmerking • Er wordt een indicator (E) weergegeven bovenaan het scherm wanneer On is geselecteerd voor deze instelling. Calc Settings > Fraction Result Mixed Fraction; Improp Fraction◆ Specificeert echte breuken of onechte breuken als weergave voor breuken van berekeningsresultaten. Calc Settings > Complex Result a+bi◆; r∠θ Specificeert rechthoekige coördinaten of poolcoördinaten voor resultaten van berekeningen in de Complex-app en polynomiale oplossingen van de Equation-app.
System Settings > Auto Power Off 10 Min.◆; 60 Min. Geef de hoeveelheid tijd aan totdat Auto Power Off wordt geactiveerd. System Settings > MultiLine Font Normal Font◆; Small Font Specificeert de lettergrootte voor de display wanneer LineI/LineO of LineI/DecimalO voor Input/Output is geselecteerd. Er kunnen maximaal vier regels worden weergegeven terwijl Normal Font is geselecteerd, en maximaal zes regels met Small Font.
Calculatorinstellingen initialiseren Belangrijk! • De procedure hieronder initialiseert alle calculatorinstellingen, behalve voor Contrast en Auto Power Off. Hiermee worden ook alle gegevens gewist, behalve voor variabelengeheugen en Ans-gegevens. 1. Druk op , selecteer een pictogram van de calculator-app en druk vervolgens op . 2. Druk op en selecteer [Reset] > [Settings & Data] > [Yes]. • Het scherm HOME wordt dan weergegeven. Het menu CATALOG gebruiken Druk op om het CATALOG-menu weer te geven.
Voorbeeld: Menu TOOLS voor de app Calculate Voorbeelden: Menu TOOLS voor de app Table Opmerking • Het onderstaande menu-item komt voor in veel calculatorapps. - Undo (Zie “Bewerkingen ongedaan maken” (pagina 30).
Invoeren van expressies en waarden Basisinvoerregels Als u op drukt, wordt de prioriteitsvolgorde van de invoerberekening automatisch geëvalueerd en het resultaat verschijnt op de display. 4 × sin 30 × (30 + 10 × 3) = 120 *1 Het haakje sluiten moet worden ingevoerd voor sin- en andere functies die haakjes bevatten. 2 * Deze vermenigvuldigingssymbolen (×) kunnen worden weggelaten. kan worden weggelaten.
Haakjes automatisch aanvullen Als u een berekening uitvoert die zowel deelals vermenigvuldigingsbewerkingen omvat waarbij een vermenigvuldigingsteken is weggelaten, worden automatisch haakjes ingevoegd, zoals in de onderstaande voorbeelden wordt getoond. - Als een vermenigvuldigingsteken wordt weggelaten direct voor een haakje openen of na een haakje sluiten. Voorbeeld: 6 ÷ 2(1 + 2) → 6 ÷ (2(1 + 2)) - Wanneer een vermenigvuldigingsteken wordt weggelaten direct voor een variabele, een constante, enz.
3 1 2 3. Doe hetzelfde om de rest van de expressie in te voeren. ( )5 3 2 Opmerking • Als de invoercursor zich binnen het invoergebied van een sjabloon (gemengde breuken, integratie (∫) en opsomming (Σ)) bevindt, springt de cursor naar de positie onmiddellijk na (rechts van) het sjabloon, als u op drukt, terwijl de cursor naar de positie onmiddellijk ervoor (links ervan) springt, als op drukt.
Modus invoer overschrijven (LineI/ LineO of LineI/DecimalO uit) In de modus overschrijven vervangt de tekst die u invoert de tekst op de huidige cursorlocatie. U kunt schakelen tussen de modi invoegen en overschrijven door de volgende bewerking uit te voeren: (INS). De cursor verschijnt als “ ” in modus invoegen en als “ ” in modus overschrijven.
Basisberekeningen Rekenkundige berekeningen Voer rekenkundige berekeningen uit met de toetsen , , en . Voorbeeld: 7 × 8 - 4 × 5 = 36 7 8 4 5 Breukberekeningen Merk op dat de invoermethode voor breuken afhangt van de huidige instelling Input/Output in het menu SETTINGS.
2 1 3 (a) Teller, (b) Noemer, (c) Geheel getal 2 1 13 +1 = 3 2 6 (Input/Output: MathI/MathO) Voorbeeld: 2 3 ( )1 1 2 1 1 2 (Input/Output: LineI/LineO) 2 3 Opmerking • Breuken in berekeningsresultaten worden weergegeven nadat ze zijn teruggebracht tot hun laagste termen. Druk op om een formaat van een berekeningsresultaat naar een onechte breuk of een gemengde breuk om te zetten. Raadpleeg “Omzetting onechte breuk en gemengde breuk” (pagina 45) voor meer informatie.
Voorbeeld 2: 1 1 1234567 (= 1234568 1234567) = 1,00000081 (Input/Output: LineI/LineO) 1 1 1234567 Aangezien het totale aantal cijfers van de waarde 1 1 1234567 11 is, wordt het resultaat als decimale waarde weergegeven. Opmerking • Als u breuken en decimale waarden in een berekening mengt terwijl iets anders dan MathI/MathO is geselecteerd, wordt het resultaat als decimale waarde weergegeven.
2 3 Voorbeeld 4: 5√32 = 2 (Input/Output: MathI/MathO) ( )5 32 (Input/Output: LineI/LineO) 5 ( ) 32 1 10 (Input/Output: MathI/MathO) Voorbeeld 5: 10-1 = 10 Toets ( ) (Macht van 10) Drukken op toets is hetzelfde als drukken op . Beide bewerkingen voeren “×10 ” (MathI/MathO of MathI/DecimalO) of “×10^(” (LineI/LineO of LineI/DecimalO) in. Voorbeeld: 1,23 × 103 = 1.
Voorbeeld: • 10√2 + 15 × 3√3 = 45√3 + 10√2 ... Weergegeven in √ -vorm • 99√999 (= 297√111) = 3.129,089165 ... Weergegeven als een decimale waarde Pi, Natuurlijke logaritmebasis e Pi (π) te drukken. Voer π in door op π wordt weergegeven als 3,141592654, maar π = 3,1415926535897932384626 wordt gebruikt voor interne berekeningen. Natuurlijke logaritmebasis e Voer e in door op (e) te drukken.
(Scrolt terug.) Opmerking • Berekeningsgeschiedenisgegevens worden allemaal gewist wanneer u op of drukt, wanneer u de instelling Input/Output wijzigt of wanneer u een bewerking Reset uitvoert (“Settings & Data” of “Initialize All”). Herhalen of Als er een berekeningsresultaat in de display staat, kunt u op , drukken om de expressie te bewerken die u voor de vorige berekening hebt gebruikt.
Ans-geheugen gebruiken om een reeks berekeningen uit te voeren Voorbeeld: Het resultaat van 3 × 4 delen door 30 3 4 (Vervolg) 30 Ans-geheugeninhoud in een expressie invoeren Voorbeeld: Om de onderstaande berekeningen uit te voeren: 123 456 (Vervolg) 789 Variabelen (A, B, C, D, E, F, x, y, z) U kunt waarden als variabelen opslaan en de variabelen in berekeningen gebruiken.
2. Druk op en selecteer vervolgens [A=] > [Store]. • Zo wordt het resultaat van 3 + 5 (dat 8 is) als variabele A opgeslagen. 3. Druk op . Voorbeeld 2: Om de inhoud van variabele A naar 1 te wijzigen 1. Druk op en markeer vervolgens [A=]. 2. Druk op . • Dit geeft het bewerkingsscherm weer, waarin 1 is ingevoerd. 3. Druk op . Opmerking • In plaats van de bewerking in stap 2 hierboven, kunt u op drukken en vervolgens [Edit] selecteren. Dit geeft het bewerkingsscherm zonder ingevoerde gegevens weer.
Voorbeeld 4: Om de inhoud van variabele A met 10 te vermenigvuldigen (Vervolg van stap 2 van Voorbeeld 1) (A)* 10 * Voer een variabele in zoals hier getoond: druk op en druk vervolgens op de toets die overeenkomt met de gewenste variabelennaam. Om x als (x) of drukken. de variabelennaam in te voeren, kunt u op De inhoud van alle geheugens wissen Het Ans-geheugen en de variabele inhoud worden bewaard, zelfs als u op drukt, de calculator-app wijzigt of de calculator uitschakelt.
Formaat berekeningsresultaat wijzigen Het menu FORMAT gebruiken U kunt het menu FORMAT dat verschijnt wanneer u op drukt, gebruiken om een weergegeven berekeningsresultaat naar verschillende formaten om te zetten. Menulijst FORMAT Dit menu-item: Standard Zet dit formaat om: Standard (bevat formaten breuk, π, √ .
Opmerking • De menu-items die verschijnen als u op drukt, hangen af van het momenteel weergegeven berekeningsresultaat. Als een berekeningsresultaat wordt weergegeven dat niet kan worden omgezet, wordt het menu ook niet weergegeven als u op drukt. Voorbeeldbewerking omzetting 3 1 = 1,5 = 1 2 2 In dit voorbeeld zullen wij een berekeningsresultaat dat als onechte breuk wordt weergegeven, naar decimale waarde omzetten en vervolgens naar een gemengde breuk.
Omzetting Standard en Decimal Standard is een formaat dat een berekeningsresultaat weergeeft in een vorm die, indien mogelijk, een breuk, √ of π bevat. Decimal is een formaat dat het berekeningsresultaat als een decimale waarde weergeeft. Opmerking • Omzetten naar formaat Standard dat √ of π bevat, is mogelijk als MathI/MathO of MathI/DecimalO is voor de instelling Input/Output in het menu SETTINGS. U kunt met de onderstaande bewerking een berekeningsresultaat naar het formaat Standard of Decimal omzetten.
Priemfactorisatie In de Calculate-app kan een positief geheel getal van niet meer dan 10 cijfers lang worden herleid tot priemfactoren. Voorbeeld: Om priemfactorisatie uit te voeren voor 1014 1014 – [Prime Factor] Opmerking • De hieronder beschreven types waarden kunnen niet worden herleid, zelfs als ze 10 of minder cijfers hebben. - Een van de priemfactoren van de waarde is 1.018.081 of groter. - Twee of meer van de priemfactoren van de waarde hebben meer dan drie cijfers.
“Een oplossing met complexe nummers omzetten naar rechthoekige of poolcoördinaten” (pagina 110) “Een berekeningsresultaat van een complex nummer omzetten naar rechthoekige of poolcoördinaten” (pagina 117) Omzetting onechte breuk en gemengde breuk U kunt het berekeningsresultaat van de momenteel weergegeven breuk of decimale waarde (decimale waarde die door deze calculator in een breuk kan worden omgezet) omzetten naar een gemengde breuk of een onechte breuk.
2. Voer de onderstaande bewerking uit om naar de ENG-conversiemodus te gaan. – [ENG Notation] • Als u naar de ENG-conversiemodus gaat, wordt het berekeningsresultaat naar technische notatie omgezet en wordt rechts ervan weergegeven. • In de ENG-conversiemodus kunt u met en de komma van de mantisse te verplaatsen. 3. Druk op om de ENG-conversiemodus te verlaten. • Zo verlaat u de ENG-conversiemodus en verdwijnt van het scherm. • U kunt de ENG-conversiemodus ook verlaten door op drukken.
Omzetting Sexagesimaal (berekeningen graden, minuten, seconden) U kunt het berekeningsresultaat van een decimale waarde naar een sexagesimale waarde omzetten. Berekeningsresultaat van een decimale waarde naar een sexagesimale waarde omzetten Voorbeeld: 1,25 = 1°15’0” 1 25 – [Sexagesimal] Een sexagesimale waarde invoeren en berekenen Naast het converteren van een weergegeven waarde naar een sexagesimale waarde, kunt u ook sexagesimale waarden invoeren en in berekeningen gebruiken.
Geavanceerde berekeningen In deze sectie worden commando’s, functies en symbolen beschreven die voor alle calculator-apps gelden. De volgorde die hier wordt gebruikt om commando’s, functies en symbolen weer te geven, is dezelfde volgorde als waarin deze worden weergegeven in het menu CATALOG drukt. dat verschijnt wanneer u op Opmerking • Er zijn ook menu-items in CATALOG die eigen zijn aan een calculator-app, die hier niet worden getoond.
Input/Output-instelling Invoersyntax d (f(x))|x=a dx MathI/MathO of MathI/DecimalO d (f(x), a, tol)* dx LineI/LineO of LineI/DecimalO * tol specificeert tolerantie, wat 1 × 10-16 wordt wanneer er niets is ingevoerd voor tol. Voorzorgen bij het berekenen van afgeleiden • Wanneer er een trigonometrische functie wordt gebruikt in f(x), specificeer dan “Radian” als Angle Unit in het SETTINGS-menu. • Een kleinere tol-waarde zorgt voor meer precisie, maar ook voor een langere berekeningstijd.
Integration(∫) Deze calculator voert een integratie uit door middel van de GaussKronrod-methode van numerieke integratie. Opmerking • Deze functie kan worden gebruikt met een van de volgende calculatorapps: Calculate, Statistics, Distribution, Spreadsheet, Table, Equation, Inequality, Matrix, Vector, Ratio. Invoersyntax De invoersyntax hangt af van de Input/Output-instelling in het SETTINGSmenu, zoals getoond in de onderstaande tabel.
Voorbeelden van integratieberekeningen (ln(x), 1, e) = 1 (tol-specificatie weggelaten.) (Input/Output: MathI/MathO) – [Func Analysis] > [Integration(∫)] (ln) 1 (e) (Input/Output: LineI/LineO) – [Func Analysis] > [Integration(∫)] (ln) (,)1 (,) (e) Summation(Σ) Met Σ(, kan u de som krijgen van een ingevoerde uitdrukking f(x) voor een gespecificeerd bereik.
(Input/Output: MathI/MathO) – [Func Analysis] > [Summation(Σ)] 1 1 5 (Input/Output: LineI/LineO) – [Func Analysis] > [Summation(Σ)] 1 (,)1 (,)5 Logarithm(logab), Logarithm(log) (log) of – [Func Analysis] > [Logarithm(log)] om logab in Gebruik te voeren als log (a, b). Basis 10 is de initiële standaardinstelling als u voor a niets invoert.
(ln)90 Kans In deze sectie worden commando’s en functies uitgelegd die u kunt invoeren nadat u de volgende bewerking hebt uitgevoerd: – [Probability]. % Als u een waarde invoert gevolgd door het commando %, wordt de invoerwaarde een percentage. Opmerking • Het is niet mogelijk om % in te voeren met de Complex-app. Voorbeeld 1: 150 × 20% = 30 150 20 – [Probability] > [%] Voorbeeld 2: Bereken hoeveel procent 660 van 880 is. (75%) 660 880 – [Probability] > [%] Voorbeeld 3: Korting 3500 met 25%.
5 3 – [Probability] > [Factorial(!)] Permutation(P), Combination(C) Functies permutatie (nPr) en combinatie (nCr). Voorbeeld: Het aantal mogelijke permutaties en combinaties bepalen bij het selecteren van vier personen uit een groep van 10 Permutaties: 10 – [Probability] > [Permutation(P)] 4 Combinaties: 10 – [Probability] > [Combination(C)] 4 Random Number Deze functie genereert een pseudowillekeurig getal tussen 0,000 en 0,999.
Opmerking • RanInt# kan niet worden ingevoerd met de Solver- of de Equation-app. Voorbeeld: Om gehele toevalsgetallen van 1 tot 6 te genereren – [Probability] > [Random Integer] 1 (,)6 (Het resultaat verschilt bij elke uitvoering.) Numerieke berekeningen In deze sectie worden commando’s en functies uitgelegd die u kunt invoeren nadat u de volgende bewerking hebt uitgevoerd: – [Numeric Calc]. Absolute Value Wanneer u een berekening met een reëel getal uitvoert, krijgt deze functie gewoon de absolute waarde.
Voorbeeld: Om de volgende berekeningen uit te voeren als Fix 3 is geselecteerd voor het aantal weer te geven cijfers: 10 ÷ 3 × 3 en Rnd(10 ÷ 3) × 3 (Input/Output: MathI/DecimalO, Number Format: Fix 3) 10 3 3 – [Numeric Calc] > [Round Off] 10 3 3 Hoekeenheid, pool-/cartesische coördinaten, sexagesimaal In deze sectie worden commando’s, functies en symbolen uitgelegd die u kunt invoeren nadat u de volgende bewerking hebt uitgevoerd: – [Angle/Coord/Sexa].
• Specificeer de Angle Unit in het menu SETTINGS voor u berekeningen uitvoert. • Het berekeningsresultaat voor r en θ en voor x en y worden respectievelijk opgeslagen als variabelen x en y. • Het berekeningsresultaat θ wordt weergegeven in het bereik van -180° < θ ≤ 180°. Opmerking • Pol( en Rec( kunnen op het rekenscherm van de onderstaande calculator-apps worden gebruikt.
Hyperbolisch, goniometrisch In deze sectie worden hyperbolische en goniometrische functies uitgelegd. Hyperbolische functies Hyperbolische functies kunnen met behulp van de onderstaande menuitems worden ingevoerd. – [Hyperbolic/Trig] > [sinh], [cosh], [tanh], [sinh-1], [cosh-1] of [tanh-1] De instelling van de hoekeenheid heeft geen invloed op berekeningen.
Technische symbolen Uw calculator ondersteunt het gebruik van 11 wetenschappelijke symbolen (m, μ, n, p, f, k, M, G, T, P, E) die u kan gebruiken voor het invoeren van waarden of het weergeven van een berekeningsresultaat. • Wetenschappelijke symbolen kunnen worden ingevoerd nadat de volgende bewerking is uitgevoerd: – [Engineer Symbol]. • Ga als volgt te werk om berekeningsresultaten met wetenschappelijke symbolen weer te geven: – [Calc Settings] > [Engineer Symbol] > [On].
• Voor details over de ENG-omzettingsmodus, zie “Technische notatie” (pagina 45). Wetenschappelijke constanten Uw calculator wordt geleverd met 47 ingebouwde wetenschappelijke constanten. De waarden zijn gebaseerd op door CODATA (2018) aanbevolen waarden. Voorbeeld: Om de wetenschappelijke constante c (snelheid van licht in een vacuüm) in te voeren en de waarde weer te geven , selecteer [Sci Constants] en druk vervolgens op . 1. Druk op • Er verschijnt nu een menu met wetenschappelijke constanten*. 2.
Atomic&Nuclear mp, mn, me, mμ, a0, α, re, λC, γp, λCp, λCn, R∞, μp, μe, μn, μμ, mτ Physico-Chem mu, F, NA, k, Vm, R, c1, c2, σ Adopted Values gn, atm, RK-90, KJ-90 Other t Eenheidsomzettingen U kunt de eenheidsomzettingscommando’s gebruiken voor omzettingen van een meeteenheid naar een andere. Omzettingsformulegegevens zijn gebaseerd op de “NIST Special Publication 811 (2008)”. Voorbeeld: Om 5 cm om te zetten naar inches (Input/Output: LineI/LineO) 1. Over de om te zetten waarde in. 5 2.
Categorie Eenheidsomzettingscommando’s Length in cm, cm in, ft m, m ft, yd m, m yd, mile km, km mile, n mile m, m n mile, pc km, km pc Area acre m , m Volume gal(US) L, L gal(US), gal(UK) L, L gal(UK) Mass oz g, g oz, lb kg, kg lb Velocity km/h m/s, m/s km/h Pressure atm Pa, Pa atm, mmHg Pa, Pa mmHg, kgf/cm 2 2 lbf/in kPa, kPa lbf/in Energy kgf m J, J kgf m, J cal15, cal15 J Power hp kW, kW hp Temperature °F °C, °C °F 2 2 acre 2 2 Pa, Pa kgf/cm , Overige Functies en symbolen die me
, (,) ( ) *1 Omgekeerd evenredig *2 Kwadraat *3 Min-teken 63
Bepalende vergelijkingen voor f(x) en g(x) registreren en gebruiken Bepalende vergelijkingen voor f(x) en g(x) registreren en gebruiken Uw calculator bevat de functies “f(” en “g(” die u kunt gebruiken nadat u er bepalende vergelijkingen voor hebt geregistreerd. Bijvoorbeeld, na het registreren van f(x) = x2 + 1 als bepalende vergelijking voor de functie “f(” kunt u f(0) = 1 en f(5) = 26 berekenen.
• De expressie die u invoerde, wordt geregistreerd en het scherm dat werd getoond voordat u in stap 2 van deze procedure op drukte, verschijnt opnieuw. Opmerking • Een bepalende vergelijking kan worden geregistreerd vanaf eender welke calculatorapp, behalve Distribution, Equation (Simul Equation / Polynomial), Inequality, Base-N, Ratio en Math Box.
• Dit registreert de vergelijking die u invoert en keert terug naar het scherm dat werd weergegeven voordat u deze bewerking met stap 1 startte. Opmerking • De bewerking om een waarde toe te wijzen aan x van g(x) en het resultaat te berekenen, is dezelfde als onder “Een berekening uitvoeren door een waarde aan de geregistreerde bepalende vergelijking toe te wijzen” (pagina 65). Houd er echter rekening mee dat u [g(x)] moet selecteren in plaats van [f(x)] in stap 1.
QR Code-functies gebruiken QR Code-functies gebruiken Uw calculator kan QR Code-symbolen weergeven die door een smartphone of tablet kunnen worden gelezen. Belangrijk! • Bij de bewerkingen in deze sectie wordt aangenomen dat op de smartphone of tablet die wordt gebruikt een QR Code-lezer is geïnstalleerd die verscheidene QR Codesymbolen kan lezen en dat er verbinding is met het internet.
• Voor informatie over hoe u een QR Code kunt scannen, raadpleegt u de gebruikersdocumentatie van de QR Code-lezer die u gebruikt. Als u problemen ondervindt bij het scannen van een QR Code en aan te passen, Pas het schermcontrast van de QR Code met terwijl de QR Code wordt weergegeven. Deze contrastaanpassing heeft alleen invloed de weergave van de QR Code.
Calculator-apps gebruiken Statistische berekeningen De app Statistics berekent verschillende statistische waarden op basis van gegevens met één variabele (x) of een gecombineerde variabele (x, y). Algemene procedure om statistische berekeningen uit te voeren 1. Druk op , selecteer het app-pictogram Statistics en druk vervolgens op . 2. Selecteer [1-Variable] (één variabele) of [2-Variable] (gecombineerde variabele) in het menu dat verschijnt en druk vervolgens op .
Eén variabele Gecombineerde variabele 6. Selecteer het menu-item voor de bewerking die u wilt uitvoeren. • Selecteer [1-Var Results], [2-Var Results], of [Reg Results] om een lijst met berekeningsresultaten te zien op basis van de gegevens die u hebt ingevoerd. Raadpleeg “Statistische berekeningsresultaten weergeven” (pagina 73) voor meer informatie. • Om een scherm voor statistisch berekeningen weer te geven berekeningen uit te voeren op basis van de ingevoerde gegevens, selecteert u [Statistics Calc].
• Statistische berekeningen kunnen veel tijd in beslag nemen als er een groot aantal gegevensitems is. Kolom Freq (Frequentie) Als u de instelling Frequency in het menu TOOLS inschakelt, wordt ook een kolom met het label “Freq” in de statistiekeditor opgenomen. U kunt de kolom Freq gebruiken om de frequentie (het aantal keren dat dezelfde steekproef in de gegevensgroep voorkomt) van elke steekproefwaarde op te geven. Eén variabele Gecombineerde variabele Om de kolom Freq weer te geven 1.
Cursor Druk op nadat u een waarde hebt ingevoerd. Dit registreert de waarde en geeft maximaal zes van zijn cijfers in de cel weer. Voorbeeld 1: Om een gecombineerde variabele selecteren en de volgende gegevens in te voeren: (170, 66), (179, 75), (173, 68) 1. Druk op , selecteer het app-pictogram Statistics en druk vervolgens op . 2. Selecteer [2-Variable] en druk vervolgens op . 3. Voer met onderstaande bewerking gegevens in.
Een rij invoegen 1. Verplaats in de statistiekeditor de cursor cijfertabel naar de rij die zich onder de rij zal bevinden die u wilt invoegen. 2. Voer de volgende bewerking uit: – [Edit] > [Insert Row]. Om alle inhoud van de statistiekeditor te verwijderen Voer in de statistiekeditor de volgende bewerking uit: – [Edit] > [Delete All]. Gegevens sorteren U kunt de gegevens van de statistiekeditor in oplopende of aflopende volgorde sorteren op de kolomwaarden x, y of Freq.
bevolking) die zijn berekend op basis van gegevens met één variabele. Deze sectie omschrijft de bewerking die vereist is om het scherm 1-Var Results weer te geven. Voorbeeld 3: Om onderstaande gegevens in te voeren en statistische berekeningsresultaten voor één variabele weer te geven x 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Freq 1 2 1 2 2 2 3 4 2 1 1. Druk op , selecteer het app-pictogram Statistics en druk vervolgens op . 2. Selecteer [1-Variable] en druk vervolgens op .
• Raadpleeg “Lijst van variabelen voor statistische waarden en functies voor statistische berekeningen” (pagina 81) voor de betekenis van de variabelen die op het scherm 1-Var Results worden weergegeven. of om naar het de statistiekeditor terug te keren. 8.
(of ) (of ) (of ) • Raadpleeg “Lijst van variabelen voor statistische waarden en functies voor statistische berekeningen” (pagina 81) voor de betekenis van de variabelen die op het scherm 2-Var Results worden weergegeven. of om naar het de statistiekeditor terug te keren. 7. Druk op Regressieberekeningsresultaten weergeven Het scherm Reg Results toont een lijst met resultaten van regressieberekeningen (coëfficiënten van regressievergelijkingen) op basis van gegevens met een gecombineerde variabele.
1. Voer stap 1 tot en met 5 van de procedure onder Voorbeeld 4 (pagina 75) uit. 2. Selecteer [Reg Results] en druk vervolgens op . • Het menu voor regressietype wordt weergegeven. 3. Selecteer [y=a+bx], en druk vervolgens op . • Het scherm Reg Results voor lineaire regressie wordt weergegeven. 4. Druk op of om naar het de statistiekeditor terug te keren. 5. Druk op en selecteer vervolgens [Reg Results] > [y=a+bx+cx2]. • Het scherm Reg Results voor kwadratische regressie wordt weergegeven. 6.
Scherm voor statistische berekeningen gebruiken U kunt het statistische berekeningsscherm gebruiken om individuele statistische waarden op te roepen en de waarden in berekeningen te gebruiken. Scherm zonder ingevoerde berekeningsexpressies Voorbeeldberekening Om een statistische waarde op te roepen, gebruikt u een variabele die de statistische waarde vertegenwoordigt die u wilt oproepen (bijvoorbeeld x gemiddelde: x, x standaardafwijking van de bevolking: σx, x maximale waarde: max(x), enz.).
3. Selecteer in het menu het gewenste regressietype en druk vervolgens op . • Gebruik in het bovenstaande voorbeeld het weergegeven menu om [y=a+bx] (lineaire regressie) te selecteren. Om vanuit een scherm voor statistisch berekeningen terug te keren naar de statistiekeditor en vervolgens op .
Opmerking • Om het scherm 1-Var Results van het bovenstaande statistische berekeningsscherm weer te geven, drukt u op en selecteert u vervolgens [1-Var Results]. Om van het scherm 1-Var Results naar het scherm voor statistische berekeningen terug te keren, drukt u op of . Voorbeeld 7: Om de coëfficiënten (a, b) en de correlatiecoëfficiënt (r) van de lineaire regressievergelijking “y = a + bx” te bepalen gebaseerd op ingevoerde gegevens met een gecombineerde variabele in Voorbeeld 4 (pagina 75) 1.
Om het scherm 2-Var Results van een scherm met een statistische berekening weer te geven en selecteer vervolgens [2-Var Results]. Druk op Om het scherm Reg Results van een scherm met een statistische berekening weer te geven Druk op en selecteer vervolgens [Reg Results]. Lijst van variabelen voor statistische waarden en functies voor statistische berekeningen U kunt met het menu CATALOG variabelen oproepen die statistische waarden en functies voor statistische berekeningen vertegenwoordigen.
– [Statistics] > [Norm Dist] (alleen gegevens met één variabele) P(*, Q(*, R(*, t* ...... Functies voor het uitvoeren van normale distributieberekeningen. Voor meer informatie over deze functies, zie “Normale distributieberekeningen uitvoeren (alleen gegevens met een variabele)” (pagina 82). – [Statistics] > [Min/Max] (alleen gegevens met een gecombineerde variabele) min(x), min(y) ...... minimale waarde max(x), max(y) ......
P(, Q(, R( ... Deze functies nemen het argument t en bepalen de kans op een standaard normale vergelijking, zoals hieronder weergegeven. t ...... Deze functie wordt vooraf gegaan door het argument x. Deze berekent de standaardvariabele voor gegevenswaarde x door middel van de gemiddelde waarde (x) en de standaardafwijking van de bevolking (σx) van de ingevoerde gegevens met de statistiekeditor.
Voorbeeld 9: Om de geschatte waarde voor y te bepalen, als x = 5,5 in de regressievergelijking verkregen door een lineaire regressie van de ingevoerde gegevens in Voorbeeld 4 (pagina 75) 1. Voer stap 1 tot en met 5 van de procedure onder Voorbeeld 4 (pagina 75) uit. 2. Selecteer [Statistics Calc] en druk vervolgens op . • Het menu voor regressietype wordt weergegeven. 3. Selecteer [y=a+bx], en druk vervolgens op . 4. Voer de waarde x (5,5) in en voer vervolgens “ŷ” in.
Regressieberekeningsformule Lineaire regressie (y = a + bx) Kwadratische regressie (y = a + bx + cx2) 85
Logaritmische regressie (y = a + b・ln(x)) e Exponentiële regressie (y = a・e^(bx)) ab Exponentiële regressie (y = a・b^x) Machtsregressie (y = a・x^b) 86
Inverse regressie (y = a + b/x) Distributieberekeningen In de Distribution-app kunt u de kanswaarde krijgen door het distributieberekeningstype te selecteren en verschillende parameters in te voeren.* In de onderstaande tabel staan distributieberekeningstypes die kunnen worden uitgevoerd.
Algemene procedure om distributieberekeningen uit te voeren Voorbeeld: Om een binomiale cumulatieve kans te berekenen voor de x-data {2, 3, 4, 5} wanneer N (aantal pogingen) = 5 en p (kans op slagen) = 0,5 , selecteer het app-pictogram Distribution en druk 1. Druk op vervolgens op . • Het menu distributieberekeningstype wordt weergegeven. 2. Selecteer een distributieberekeningstype in het menu. • Hier willen we een binomiale cumulatieve kans berekenen. Selecteer [Binomial CD] en druk op . 3.
• Voor welke parameters gegevens moeten worden ingevoerd, hangt af van het berekeningstype dat u hebt geselecteerd in stap 2 van deze procedure. Voor details, zie de “Parameterlijst” (pagina 89). 7. Nadat de waarden zijn ingevoerd voor alle variabelen, selecteert u [Execute] en drukt u op . • Het scherm met het berekeningsresultaat wordt weergegeven. • Als u [List] geselecteerd hebt in stap 3, zullen er berekeningsresultaten (P-kolom) verschijnen op het scherm. Voor details, zie “Scherm met lijst” (pagina 90).
Normal PD x … gegevens μ … bevolking gemiddeld σ … standaardafwijking bevolking (σ > 0) Normal CD Lower … benedengrens Upper … bovengrens μ … bevolking gemiddeld σ … standaardafwijking bevolking (σ > 0) Inverse Normal Area … kanswaarde (0 ≤ Area ≤ 1) μ … bevolking gemiddeld σ … standaardafwijking bevolking (σ > 0) (Muntinstelling altijd links.
Opmerking • In het lijstscherm kunt u de waarde in een cel als variabele opslaan. Als u bijvoorbeeld de volgende bewerking uitvoert terwijl bovenstaande scherm wordt weergeven, wordt 1 als variabele A opgeslagen: – [A=] > [Store]. Raadpleeg “Variabelen (A, B, C, D, E, F, x, y, z)” (pagina 38) voor meer informatie over variabelen. • Bij het uitvoeren van een van de onderstaande bewerkingen worden alle in het lijstscherm ingevoerde x-gegevens gewist.
1. Druk op , selecteer het app-pictogram Distribution en druk vervolgens op . 2. Selecteer in het distributieberekeningstype menu dat verschijnt [Normal PD] en druk vervolgens op . • Het Normal PD-scherm voor parameterinvoer wordt weergegeven. 3. Invoerwaarden voor de parameters (x = 36, μ = 35, σ = 2). 36 4. Druk op 35 2 . • Door nogmaals op te drukken of te drukken op of gaat u terug naar het parameterinvoerscherm in stap 3 van deze procedure.
in het zwart, en de andere rijnummers en kolomletters van de cel worden weergegeven in het donkergrijs. (4) Bewerkingsveld: Toont de inhoud van de cel waar de cursor op dat moment op staat. Belangrijk! • Telkens u de calculator uit zet of op de toets drukt, wordt elke invoer in de spreadsheet gewist. Inhoud invoeren in een cel en deze bewerken U kan in elke cel een constante of een formule invoeren. Constanten: Een constante heeft een vaste waarde zodra u de invoer beëindigt.
2. Voer de onderstaande toetsbewerking uit. 7 5 7 6 (A) 7 3. Verplaats de cursor naar cel B1 en voer vervolgens de onderstaande toetsbewerking uit. (=) (A) 7 Opmerking • In het spreadsheetscherm kunt u de waarde in een cel als variabele opslaan. Als bijvoorbeeld de volgende bewerking wordt uitgevoerd wanneer het scherm in stap 3 wordt weergegeven, zal 42 (resultaat van de berekening van de in cel B1 ingevoerde formule) worden opgeslagen voor variabele A: – [A=] > [Store].
Voorbeeld 2: Voortgaand op voorbeeld 1, voert u de volgende formule in in cel B2: =A2+7. 1. Verplaats de cursor naar B2. 2. Voer de onderstaande bewerking uit. (=) – [Spreadsheet] > [Grab] 7 Relatieve en absolute celreferenties Er zijn twee soorten celreferenties: relatieve en absolute. Relatieve celreferentie De celreferentie (A1) in een formule zoals =A1+7 is een relatieve referentie, wat wil zeggen dat deze verandert in functie van de cel waarin de formule staat.
Het absolute celreferentiesymbool invoeren ( ) Druk op wanneer u een formule invoert in een cel en selecteer vervolgens [Spreadsheet] > [ ]. Spreadsheetgegevens knippen en plakken 1. Verplaats de cursor naar de cel waarvan u de gegevens wilt knippen. 2. Druk op , selecteer [Cut & Paste] en druk vervolgens op . • Daardoor wordt plakken stand-by. Om plakken stand-by te annuleren, drukt u op of . 3. Verplaats de cursor naar de cel waarin u de net geknipte gegevens wilt plakken en druk vervolgens op .
Inhoud verwijderen uit alle cellen in een spreadsheet Druk op , selecteer [Delete All] en druk vervolgens op . Speciale commando’s van Spreadsheet-app gebruiken In de Spreadsheet-app kunnen de onderstaande commando’s worden gebruikt in formules of constanten. Deze commando’s staan in het en vervolgens [Spreadsheet] menu dat verschijnt wanneer u drukt op selecteert. Min( Stelt de minimumwaarden in in een specifiek celbereik.
Dezelfde formule of constante tegelijk invoeren in meerdere cellen U kunt de procedures in deze sectie gebruiken om dezelfde formule of constante in een specifieke reeks cellen in te voeren. Gebruik het commando Fill Formula om een formule als batch in te voeren, of Fill Value om een constante als batch in te voeren. Opmerking • Als de ingevoerde formule of constante een relatieve referentie bevat, wordt de relatieve referentie ingevoerd in functie van de cel links bovenaan in het gespecificeerde bereik.
1. Verplaats de cursor naar C1. 2. Druk op , selecteer [Fill Value] en druk vervolgens op . • Het scherm Fill Value verschijnt. 3. Voer in de regel “Value” de constante B1×3 in: (B) 3 4. Specificeer in de regel “Range” C1:C3 als het bereik van de batchinvoer. . 5. Druk op om de invoer toe te passen. • Hierdoor worden de waarden van elk berekeningsresultaat ingevoerd in de cellen C1, C2 en C3. Instellingsitems Spreadsheet-app De onderstaande instellingsitems staan in het TOOLS-menu.
uitgevoerd. Als Auto Calc niet geactiveerd is (Off), moet u de automatische herberekening handmatig uitvoeren. Handmatige herberekening uitvoeren Druk op , selecteer [Recalculate] en druk vervolgens op . Opmerking • Zelfs wanneer de Auto Calc-instelling op On staat, moet u [Recalculate] uitvoeren in de onderstaande gevallen.
• Raadpleeg “Maximumaantal rijen in een cijfertabel volgens Table Type” (pagina 101) voor meer informatie over instellingen. 3. Registreer een bepalende vergelijking voor f(x). – [Define f(x)/g(x)] > [Define f(x)] 1 2 (Scherm net voor u op drukte) 4. Registreer een bepalende vergelijking voor g(x). – [Define f(x)/g(x)] > [Define g(x)] 1 2 (Scherm net voor u op drukte) • U kunt met ook een bepalende vergelijking te registeren. Raadpleeg “Registreren van vergelijkingen definiëren” (pagina 102). 5.
instellen in het menu dat verschijnt wanneer u drukt op terwijl het scherm met de cijfertabel wordt weergegeven. – [Table Type] f(x)/g(x) ... Beide kolommen f(x) en g(x) (initiële standaardinstelling) weergeven f(x) ... Alleen kolom f(x) weergeven g(x) ... Alleen kolom g(x) weergeven Het maximum aantal rijen in de aangemaakte cijfertabel hangt af van de instelling Table Type.
Gegevens op het scherm met cijfertabellen bewerken Een rij wissen 1. Verplaats de cursor op het scherm met de cijfertabel naar de rij die u wilt verwijderen. 2. Druk op . Een rij invoegen 1. Verplaats de cursor op het scherm met de cijfertabel naar de rij die zich onder de rij zal bevinden die u wilt invoegen. 2. Voer de volgende bewerking uit: – [Edit] > [Insert Row]. Alle inhoud van het scherm van de cijfertabel wissen Voer op het scherm van de cijfertabel de volgende bewerking uit: [Edit] > [Delete All].
• Als de bepalende vergelijkingen voor f(x) en g(x) worden bijgewerkt (behalve als een bepalende vergelijking een samengestelde functie is). • Als een cijfer in de kolom x wordt ingevoerd (inclusief als in kolom x op , , wordt gedrukt). Houd er echter rekening mee dat waarden niet automatisch worden bijgewerkt na de volgende bewerkingen. • Als het menu SETTINGS wordt gebruikt om de Angle Unit-instelling te wijzigen.
Berekeningen van vergelijkingen De Equation-app bevat de drie onderstaande functies. Wanneer de app is opgestart, kunt u in het Equation-menu de gewenste functie selecteren.
4. Gebruik de coëfficiënteditor om coëfficiëntwaarden in te voeren. 1 1 ((-))1 1 1 ((-))1 ((-))1 1 1 2 0 4 • Als er op wordt gedrukt wanneer de coëfficiënteditor wordt weergegeven, worden alle coëfficiënten op nul gezet. 5. Druk op . • Er wordt nu een oplossing getoond. • Terwijl de indicator wordt weergegeven, wordt er telkens een andere oplossing getoond wanneer er op (of ) wordt gedrukt solution.
voor een variabele. Raadpleeg “Variabelen (A, B, C, D, E, F, x, y, z)” (pagina 38) voor meer informatie over variabelen. Vergelijkingen van een hoge orde, van de 2de tot de 4de graad Wanneer u een vergelijking van een hoge orde oplost met de Equationapp, worden de onderstaande waarden weergegeven in functie van de graad van de vergelijking. • Kwadratische vergelijking Nadat de oplossing voor ax2+bx+c=0 is weergegeven, worden de minimumcoördinaten (of maximumcoördinaten) (x, y) for y=ax2+bx+c weergegeven.
3. Selecteer [ax2+bx+c], en druk vervolgens op . • Hier wordt de coëfficiënteditor weergegeven. 4. Gebruik de coëfficiënteditor om coëfficiëntwaarden in te voeren. 1 2 ((-))2 • Als er op wordt gedrukt wanneer de coëfficiënteditor wordt weergegeven, worden alle coëfficiënten op nul gezet. 5. Druk op . • Er wordt nu een oplossing getoond. • Terwijl de indicator wordt weergegeven, wordt er telkens een ander resultaat van de berekening (oplossing of coördinaat) getoond wanneer er op (of ) wordt gedrukt.
Druk op om terug te keren naar de coëfficiënteditor wanneer er een resultaat van een berekening wordt weergegeven. • Als er op wordt gedrukt wanneer de coëfficiënteditor wordt weergegeven, keert u terug naar het menu voor het aantal graden. Opmerking • Wanneer de coëfficiënteditor wordt weergegeven, kunt u de op dat moment weergegeven waarde opslaan voor een variabele. En wanneer er een resultaat van een berekening wordt weergegeven (oplossing of coördinaat), kan dat worden opgeslagen voor een variabele.
3. Gebruik de coëfficiënteditor om coëfficiëntwaarden in te voeren. 2 3 4 4. Druk op . • Er wordt nu een oplossing getoond. 5. Toon andere oplossing en coördinaatwaarden. (of ) (of ) (of ) • Als er op wordt gedrukt wanneer het laatste resultaat van de berekening wordt getoond, keert u terug naar de coëfficiënteditor. om terug te keren naar de coëfficiënteditor wanneer er Druk op een resultaat van een berekening wordt weergegeven.
2. Druk op , selecteer [Polar Coord] en druk vervolgens op • De oplossing wordt dan omgezet naar een formaat met poolcoördinaten. . 3. Druk op , selecteer [Rectangular Coord] en druk vervolgens op . • De oplossing wordt dan omgezet naar een formaat met rechthoekige coördinaten. Solver gebruiken Solver gebruikt de methode van Newton om een schatting te maken van de oplossing voor vergelijkingen. Solver ondersteunt de invoer van vergelijkingen van de volgende formaten.
• Druk op om terug te keren naar het invoerscherm voor Solververgelijkingen. 4. Voer de vergelijking in. (B) 2 (=)*0 * U kunt ook de volgende bewerking gebruiken voor het invoeren van het =-teken: – [Equation] > [=]. 5. Druk op om de ingevoerde vergelijking te registreren. 6. Bevestig in het scherm Solve Target dat verschijnt, dat [x] is geselecteerd en druk vervolgens op . • Er verschijnt een scherm met de oorspronkelijke waarde van x. 7. Voer 1 in als de oorspronkelijke waarde van x. 1 8.
Sla de ingevoerde vergelijking op en ga terug naar het scherm in stap 4. of * De oorspronkelijke waarde wanneer u op deze toets drukt, wordt de oorspronkelijke waarde die u het laatst hebt gebruikt voor de berekening. Belangrijk! • Solver voert een vooraf bepaald aantal keer een convergentie uit. Als er geen oplossing kan worden gevonden, verschijnt er een bevestigingsscherm zoals hiernaast, en wordt u gevraagd of u wilt doorgaan.
3. Selecteer in het menu dat verschijnt het ongelijkheidssymbooltype en de richting (>, <, ≥, ≤). • Hier willen we x2 + 2x - 3 ≥ 0 oplossen, selecteer [ax2+bx+c≥0] en druk vervolgens op . 4. Voer de coëfficiëntwaarden in in de coëfficiënteditor die verschijnt. 1 2 ((-))3 5. Druk op . • Nu wordt de oplossing getoond. • Druk op , of om terug te keren naar de coëfficiënteditor wanneer de oplossing wordt weergegeven.
Berekeningen met complexe nummers Start eerst de Complex-app om complexe nummerberekeningen uit te voeren. Druk op , selecteer het app-pictogram Complex en druk vervolgens op . Complexe nummers invoeren U kunt ofwel rechthoekige coördinaten gebruiken (a+bi), ofwel poolcoördinaten (r∠θ), om complexe nummers in te voeren. Voorbeeld 1: Om 2+3i in te voeren 2 3 (i)* * U kunt ook de volgende bewerking gebruiken voor het invoeren van i: – [Complex] > [i].
1 (i) 1 4 (i) Opmerking • Wanneer een complex getal tot een gehele macht wordt verheven door middel van de syntax (a+bi)n, kan de waarde van de macht binnen het volgende bereik liggen: -1 × 1010 < n < 1 × 1010.
Voorbeeld 8: Om het echte deel en het denkbeeldige deel af te trekken van 2 + 3i – [Complex] > [Real Part] 2 3 (i) – [Complex] > [Imaginary Part] 2 3 (i) Een berekeningsresultaat van een complex nummer omzetten naar rechthoekige of poolcoördinaten U kunt het menu FORMAT dat verschijnt gebruiken wanneer u op drukt, om een berekeningsresultaat met complexe nummers om te zetten naar een formaat met rechthoekige of poolcoördinaten.
Nadat de Base-N-app is opgestart, gebruik dan om de nummermodus te wijzigen. wordt gedrukt, wordt zoals hieronder weergegeven door de Telkens op nummermodi gebladerd. (1) [Decimal] (2) [Hexadecimal] (3) [Binary] (4) [Octal] Opmerking • De subscripts die zijn toegevoegd aan de waarden in de voorbeelden geven de basis aan (nummermodus) van elke waarde. Voorbeeld: 12 ... Binair 1; 116 ... Hexadecimaal 1 Voorbeeld 1: Om 112 + 12 te berekenen 1. Gebruik om de nummermodus te wijzigen in [Binary]. 2.
• Details over invoer- en uitvoerbereiken (32 bits) staan hieronder.
15 3. Gebruik 37 om de nummermodus te wijzigen in [Hexadecimal]. Logische en tegengestelde bewerkingen Logische en tegengestelde bewerkingen worden uitgevoerd door te en [Logic Operation] te selecteren, en vervolgens het drukken op gewenste commando (Neg, Not, and, or, xor, xnor) te selecteren in het menu dat verschijnt. Al deze onderstaande voorbeelden worden uitgevoerd in de binaire modus.
Algemene procedure om matrixberekeningen uit te voeren Om een matrixberekening uit te voeren, gebruikt u de speciale matrixvariabele (MatA, MatB, MatC, MatD) zoals in het onderstaande voorbeeld. Voorbeeld 1: Om te berekenen • Voor vermenigvuldigingen (Matrix 1 × Matrix 2) moet het aantal kolommen in Matrix 1 overeenstemmen met het aantal rijen in Matrix 2. Anders treedt er een fout op. 1. Druk op , selecteer het app-pictogram Matrix en druk vervolgens op .
(3) Voer de elementen in van MatA. 2 1 1 1 (4) Druk op , of om terug te gaan naar het matrixberekeningsscherm. 4. Voer de onderstaande stappen uit om op te slaan voor MatB. , selecteer [MatA:] en druk vervolgens op (1) Druk op (2) Selecteer [Confirm] en druk vervolgens op . (3) Voer de elementen in van MatB. 2 ((-))1 ((-))1 . 2 (4) Druk op , of om terug te gaan naar het matrixberekeningsscherm. 5. Invoer MatA×MatB. – [Matrix] > [MatA] – [Matrix] > [MatB] 6. Druk op .
Opmerking • Wanneer de matrixeditor of het scherm MatAns wordt weergegeven, kunt u de op dat moment weergegeven waarde opslaan voor een variabele. Wanneer het matrixberekeningsscherm wordt weergegeven en er een waarde voor het berekeningsresultaat op het scherm staat, kunt u het weergegeven berekeningsresultaat opslaan voor een variabele. Raadpleeg “Variabelen (A, B, C, D, E, F, x, y, z)” (pagina 38) voor meer informatie over variabelen.
• Als u een matrixvariabele hebt geselecteerd waarvoor al een matrix is opgeslagen, verschijnt er een menuscherm. Ga naar stap 3. 3. Selecteer [Define New] en druk op . 4. In het scherm “Matrix Size?” dat verschijnt specificeert u het aantal rijen en kolommen in de matrix. • Om een 2×3 matrix te specificeren, volgt u de onderstaande stappen. (1) Selecteer [Rows] en druk vervolgens op . Selecteer in het menu dat verschijnt [2 Rows] en druk vervolgens op . (2) Selecteer [Columns] en druk vervolgens op .
Gegevens van matrixvariabele bewerken 1. Wanneer het matrixberekeningsscherm wordt weergegeven, drukt u op om het scherm met de lijst met matrixvariabelen weer te geven. 2. Selecteer de matrixvariabele (MatA, MatB, MatC of MatD) die u wilt bewerken en druk op . 3. Selecteer in het menu dat verschijnt [Edit] en druk vervolgens op . • Hier wordt de matrixeditor weergegeven. 4. Gebruik de matrixeditor om de elementen van de matrix te bewerken.
matrixberekeningsscherm, waar “MatAns” wordt gevolgd door de operator of de functie van de toets waarop u gedrukt hebt: , , , , , , ( ), ( ). , Opmerking • De inhoud van MatAns wordt bewaard, zelfs als u drukt op of de calculator uit zet. Door een van de onderstaande bewerkingen uit te voeren, zal de inhoud van MatAns worden gewist.
– [Matrix] > [MatA] – [Matrix] > [Matrix Calc] > [Inverse Matrix] Opmerking • Alleen vierkante matrices (zelfde aantal rijen en kolommen) kunnen worden omgekeerd. Als er getracht wordt een matrix om te keren die niet vierkant is, treedt er een fout op. • Een matrix met een determinant van nul kan niet worden omgekeerd. Als er getracht wordt een matrix om te keren met een determinant van nul, treedt er een fout op. • Matrices met een determinant dicht bij nul zijn minder nauwkeurig.
Opmerking • Determinanten kunnen alleen worden verkregen voor vierkante matrices (zelfde aantal rijen en kolommen). Als er getracht wordt een determinant te verkrijgen voor een matrix die niet vierkant is, treedt er een fout op.
• Als er twee vectors bij elkaar worden opgeteld of van elkaar worden afgetrokken, moeten ze allebei dezelfde dimensies hebben. , selecteer het app-pictogram Vector en druk vervolgens op 1. Druk op . • Het scherm voor vectorberekeningen wordt weergegeven. 2. Druk op . • Nu verschijnt het scherm met de lijst met vectorvariabelen.
4. Voer de onderstaande stappen uit om (3, 4) op te slaan voor VctB. (1) Druk op , selecteer [VctB:] en druk vervolgens op . (2) Selecteer [Confirm] en druk vervolgens op . (3) Voer de elementen in van VctB. 3 4 (4) Druk op , of om terug te gaan naar het vectorberekeningsscherm. 5. Voer VctA+VctB in. – [Vector] > [VctA] – [Vector] > [VctB] 6. Druk op . • Nu verschijnt het scherm VctAns (Antwoordgeheugen van vector) met het berekeningsresultaat.
opgeslagen vector wilt bewerken. De status van elke vectorvariabele wordt aangegeven zoals in het onderstaande voorbeeld. (1) 2 Geeft aan dat er een tweedimensionale vector is opgeslagen voor de vectorvariabele. (2) None Geeft aan dat er niets is opgeslagen voor de vectorvariabele. Weergeven van scherm met de lijst met vectorvariabelen Afhankelijk van het weergegeven scherm voert u een van de volgende bewerkingen uit. • Wanneer het vectorberekeningsscherm wordt weergegeven: Druk op .
• Om drie dimensies te specificeren, volgt u de onderstaande stappen. (1) Selecteer [Dimensions] en druk vervolgens op . (2) Selecteer in het menu dat verschijnt [3 Dimensions] en druk vervolgens op . 5. Wanneer de specificatie voor de dimensie is zoals u dat wenst, selecteert u [Confirm] en drukt u op . • Hier wordt de vectoreditor weergegeven. 6. Voer de elementen in van de vectorvariabele. 1 2 3 7. Druk op , of om terug te gaan naar het vectorberekeningsscherm.
5. Druk op , of om terug te gaan naar het vectorberekeningsscherm. Inhoud van vectorvariabele (of VctAns) kopiëren 1. Open de vectoreditor of het scherm VctAns screen van de vectorvariabele die u wilt gebruiken als bron om te kopiëren. • Om de vectoreditor weer te geven, voert u stappen 1, 2 en 3 uit in “Gegevens van vectorvariabele bewerken” (pagina 132). • Om het scherm VctAns weer te geven, voert u de onderstaande stappen uit wanneer het vectorberekeningsscherm wordt weergegeven.
Voorbeelden van vectorberekeningen De onderstaande voorbeelden gebruiken VctA = (1, 2), VctB = (3, 4) en VctC = (2, -1, 2). Voorbeeld 3: VctA • VctB (Vector puntproduct) – [Vector] > [VctA] – [Vector] > [Vector Calc] > [Dot Product] – [Vector] > [VctB] Opmerking • Wanneer er een puntproduct wordt berekend, moet de dimensie van de twee vectoren dezelfde zijn.
Voorbeeld 6: Om VctB te normaliseren – [Vector] > [Vector Calc] > [Unit Vector] – [Vector] > [VctB] Voorbeeld 7: Om de absolute waarden te krijgen van VctC – [Numeric Calc] > [Absolute Value] – [Vector] > [VctC] Ratioberekeningen Met de Ratio-app kan u de waarde bepalen van X in de ratio-expressie A : B = X : D (of A : B = C : X) wanneer de waarden van A, B, C en D bekend zijn. Algemene procedure om ratioberekeningen uit te voeren Voorbeeld 1: Om op te lossen 3 : 8 = X : 12 voor X 1.
Opmerking • Er zal een Math ERROR verschijnen als u een berekening uitvoert wanneer 0 is ingevoerd voor een coëfficiënt. • Volg de onderstaande stappen om alle coëfficiënten van de coëfficiënteditor te resetten naar 1. - Druk op - Druk op , , of of wanneer de coëfficiënteditor wordt weergegeven. wanneer er een oplossing wordt weergegeven. • U kan het weergegeven berekeningsresultaat voor een variabele opslaan.
Scherm List Scherm Relative Freq Algemene werkingsprocedure Dice Roll Voorbeeld: 100 worpen van twee dobbelstenen simuleren. Voor dit voorbeeld wordt het scherm Relative Freq gebruikt om resultaten te simuleren. Dan worden voor elke worp het aantal voorvallen (frequenties) en de relatieve frequenties getoond van het numerieke verschil (0, 1, 2, 3, 4, 5) tussen de twee dobbelstenen. , selecteer het app-pictogram Math Box en druk vervolgens 1. Druk op op . • Het Math Box-menu wordt weergegeven. 2.
(2) Selecteer [Attempts] en druk vervolgens op . Voer 100 in in het invoerscherm dat verschijnt en druk vervolgens op . Selecteer [Confirm] en druk vervolgens op . (3) Laat [Same Result] op Off staan (oorspronkelijke standaardinstelling). 4. Wanneer alle instellingen zijn zoals gewenst, selecteert u [Execute] en drukt u vervolgens op . • Het scherm waarin de simulatie wordt uitgevoerd, verschijnt, vervolgens gaat het scherm terug naar het Result Type-menu.
• U keert dan terug naar het menu Result Type, zodat u stap 5 van deze procedure kunt herhalen en het weergaveformaat van het resultaat kunt wijzigen. 7. Als u een simulatie wilt uitvoeren met andere instellingen, druk dan op wanneer het menu Result Type wordt weergegeven. • Hierdoor wordt het resultaat van de simulatie gewist en keert u terug naar het parameterinvoerscherm. Voer de procedure opnieuw uit vanaf stap 3. 8.
(1) Sum of Diff: Toont het resultaat met een dobbelsteen (Sum: 1 tot 6), de som van de resultaten met twee dobbelstenen (Sum: 2 tot 12) of het verschil (Diff: 0 tot 5) of de som van de resultaten met drie dobbelstenen (Sum: 3 tot 18). (2) Freq: Toont het aantal voorvallen (frequentie) van het resultaat van elke worp. (3) Rel Fr: Toont de relatieve frequentie (frequentie gedeeld door het aantal worpen) van de resultaten van een worp.
Scherm List Scherm Relative Freq Op het scherm wordt kop als en munt als weergegeven. Algemene werkingsprocedure Coin Toss Voorbeeld: 100 worpen van drie munten simuleren. Voor dit voorbeeld wordt het scherm Relative Freq gebruikt voor simulatieresultaten, waarbij het aantal keer kop (0, 1, 2, 3) en de relatieve kopfrequentie voor elke worp wordt getoond. 1. Druk op , selecteer het app-pictogram Math Box en druk vervolgens op . • Het Math Box-menu wordt weergegeven. 2.
(1) Selecteer [Coins] en druk vervolgens op . Selecteer in het menu dat verschijnt [3 Coins] en druk vervolgens op . (2) Selecteer [Attempts] en druk vervolgens op . Voer 100 in wanneer het invoerscherm verschijnt en druk vervolgens op . Selecteer [Confirm] en druk vervolgens op . (3) Laat [Same Result] op Off staan (oorspronkelijke standaardinstelling). 4. Wanneer alle instellingen zijn zoals gewenst, selecteert u [Execute] en drukt u vervolgens op .
• Hierdoor wordt het resultaat van de simulatie gewist en keert u terug naar het parameterinvoerscherm. Voer de procedure opnieuw uit vanaf stap 3. 8. Om Coin Toss te verlaten, drukt u op wanneer het parameterinvoerscherm wordt weergegeven. • U keert dan terug naar het menu Math Box. Opmerking • In het scherm Relative Freq kunt u de waarde in een kolomcel Rel Fr als variabele opslaan.
(3) Rel Fr: Toont de relatieve frequentie (frequentie gedeeld door het aantal worpen) van de resultaten van een worp.
Technische informatie Fouten De calculator geeft een foutmelding weer als er om welke reden ook een fout optreedt tijdens een berekening. Locatie van een fout weergeven Als u op , of drukt terwijl een foutmelding wordt weergegeven, keert u terug naar het scherm dat werd weergegeven vlak voordat de foutmelding verscheen. De cursor wordt geplaatst op de locatie waar de fout optrad, klaar voor invoer. Breng de nodige verbeteringen aan de berekening aan en voer haar opnieuw uit.
• Uw invoer overschrijdt het toegestane invoerbereik (vooral bij gebruik van functies). • De berekening die u uitvoert bevat een ongeoorloofde wiskundige bewerking (zoals delen door nul). • Wanneer er een app wordt gebruikt die geen complexe nummers ondersteunt of wanneer er een scherm wordt weergegeven waarin geen complexe nummers kunnen worden ingevoerd, hebt u geprobeerd een berekening uit te voeren met variabelen waarvoor een complex nummer is opgeslagen.
Dimension ERROR (enkel Matrix- en Vector-apps) Oorzaak: • U probeert berekeningen uit te voeren met matrices of vectors met afmetingen die dat type berekening niet toelaten. Actie: • Controleer de gespecificeerde afmetingen voor de matrices of vectors om te zien of ze compatibel zijn met de berekening. Variable ERROR (enkel Solver-functie van Equation-app) Oorzaak: • Een poging om Solver uit te voeren voor een ingevoerde uitdrukking zonder inbegrepen variabele.
Oorzaak (Math Box-app): • De waarde die is ingevoerd als de Attempts (aantal pogingen) voor Dice Roll of Coin Toss ligt buiten het toegestane bereik of is een niet-gehele waarde. Actie: • Voer voor Attempts een gehele waarde in die binnen het toegestane bereik ligt. Time Out Oorzaak (differentiële of integratieberekening): • De huidige differentiële of integratieberekening eindigt zonder dat aan de voorwaarde voor beëindiging is voldaan. Actie: • Probeer de tol-waarde te verhogen.
in cel A1, cel A3 waarnaar wordt verwezen in cel A2…, enz.). Deze fout treedt altijd op bij dit type invoer, zelfs als de geheugencapaciteit (1.700 bytes) niet is overschreden. Actie: • Wis onbenodigde gegevens en voer de gegevens opnieuw in. • Beperk de invoer die leidt tot een reeks opeenvolgende celreferenties. Not Defined Oorzaak (f(x) en functie g(x)): • U probeerde f(x) of g(x) te berekenen met f(x)/g(x) niet gedefinieerd. Actie: • Definieer f(x) of g(x) voor u f(x)/g(x) berekent.
(1) Druk op , selecteer het pictogram van een calculator-app en druk vervolgens op . (2) Druk op en selecteer [Reset] > [Settings & Data] > [Yes]. De batterij vervangen Als het onderstaande scherm verschijnt direct nadat u het toestel hebt ingeschakeld, betekent dit dat de resterende batterijlading laag is. Een bijna lege batterij wordt ook aangegeven door een zwakke display, zelfs als het contrast wordt aangepast, of als er geen tekens op het scherm verschijnen als u de calculator inschakelt.
3. Plaats de batterijklep terug. 4. Druk op om de calculator in te schakelen. 5. Initialiseer de calculator. , selecteer het pictogram van een calculator-app en druk (1) Druk op vervolgens op . en selecteer [Reset] > [Initialize all] > [Yes]. (2) Druk op • Sla de bovenstaande stappen niet over! Prioriteitsvolgorde van berekeningen De calculator voert berekeningen uit volgens een prioriteitsvolgorde van berekeningen. • In principe worden berekeningen van links naar rechts uitgevoerd.
5 Negatief teken ((-)), Base Prefix (d, h, b, o) 6 Eenheidsomzettingscommando’s (cm in, enz.
Berekeningsbereik en -nauwkeurigheid Berekeningsbereik ±1 × 10-99 tot ±9,999999999 × 1099 of 0 Aantal cijfers voor interne berekening 23 cijfers Nauwkeurigheid In het algemeen is de nauwkeurigheid ±1 op het 10e cijfer voor een enkelvoudige berekening. De nauwkeurigheid voor exponentiële weergave is ±1 op het laatste significante cijfer. Fouten zijn cumulatief in geval van opeenvolgende berekeningen.
cosh-1x 1 ≤ x ≤ 4,999999999 × 1099 tanhx 0 ≤ |x| ≤ 9,999999999 × 1099 tanh-1x 0 ≤ |x| ≤ 9,999999999 × 10-1 logx, lnx 0 < x ≤ 9,999999999 × 1099 10x -9,999999999 × 1099 ≤ x ≤ 99,99999999 √x 0 ≤ x < 1 × 10100 x2 |x| < 1 × 1050 x-1 |x| < 1 × 10100; x ≠ 0 x! 0 ≤ x ≤ 69 (x is een geheel getal) nPr 0 ≤ n < 1 × 1010, 0 ≤ r ≤ n (n, r zijn gehele getallen) 1 ≤ {n!/(n - r)!} < 1 × 10100 nCr 0 ≤ n < 1 × 1010, 0 ≤ r ≤ n (n, r zijn gehele getallen) 1 ≤ n!/r! < 1 × 10100 of 1 ≤ n!/(n - r)! < 1 × 10100
x √y y > 0: x ≠ 0, -1 × 10100 < 1/x logy < 100 y = 0: x > 0 2n + 1 (m ≠ 0; m, n zijn gehele y < 0: x = 2n + 1, m getallen) Maar: -1 × 10100 < 1/x log |y| < 100 a /c Het totaal van gehele getallen, tellers en noemers moet 10 cijfers of kleiner zijn (inclusief scheidingsteken). RanInt#(a, b) a < b; |a|, |b| < 1 × 1010; b - a < 1 × 1010 b • De nauwkeurigheid is in principe dezelfde als die hierboven beschreven in “Berekeningsbereik en -nauwkeurigheid”.
Afmetingen: 13,8 (H) × 77 (W) × 162 (D) mm Gewicht bij benadering: 100 g inclusief de batterij fx-991CW Stroomvereisten: Ingebouwde zonnecel; knoopcelbatterij LR44 × 1 Geschatte levensduur van de batterij: 2 jaar (op basis van een uur gebruik per dag) Bedrijfstemperatuur: 0°C tot 40°C Afmetingen: 10,7 (H) × 77 (W) × 162 (D) mm Gewicht bij benadering: 95 g inclusief de batterij 156
Veelgestelde vragen Veelgestelde vragen ■ Hoe kan ik het resultaat van een breukvorm, als resultaat van een deling, naar een decimale vorm omzetten? → Druk op en selecteer vervolgens [Decimal] of druk op ( ), terwijl het berekeningsresultaat van een breuk wordt weergegeven. Om de berekeningsresultaten in eerste instantie als decimale waarden te laten verschijnen, wijzigt u de instelling Input/Output in het menu SETTINGS naar MathI/DecimalO.
→ Bijvoorbeeld, voer onderstaande berekening in om sin2 30 = 1 te 4 berekenen. 30 ■ Waarom kan ik (i) niet invoeren of kan ik geen complex nummer berekenen? → U kan de Calculate-app niet gebruiken om i in te voeren of complexe nummerberekeningen uit te voeren. Gebruik de Complex-app voor zulke berekeningen. ■ Waarom verschijnt het batterijpictogram ( ) onmiddellijk nadat de calculator wordt ingeschakeld? → Het batterijpictogram geeft aan dat de batterij bijna leeg is.
SA2302-A © 2022 CASIO COMPUTER CO., LTD.