D fx-85ES Gebruiksaanwijzing http://world.casio.
CASIO Europe GmbH Bornbarch 10, 22848 Norderstedt, Germany
Betreffende deze gebruiksaanwijzing • Het MATH merkteken geeft een voorbeeld aan dat het wiskundig formaat gebruikt, terwijl het LINE merkteken het lineaire formaat aangeeft. Zie “Specificeren van het invoer/uitvoer formaat” voor details. • De markeringen op de toetsen geven aan wat een toets invoert of welke functie hij uitvoert. Voorbeeld: 1, 2, +, -, !, A, enz. • Door op de 1 of S toets te drukken gevolgd door een tweede toets wordt de alternatieve functie van de tweede toets verkregen.
Voorbeeld: 1(Setup) Dit geeft het menu item aan dat ingeschakeld wordt door de nummertoetsbewerking (1) die eraan vooraf gaat. Merk op dat dit geen onderdeel uitmaakt van de toetsbewerking die u feitelijk uitvoert. • De cursortoets is voorzien van vier pijlen die een richting aangeven zoals aangegeven in de afbeelding hiernaast. In deze gebruiksaanwijzing worden de bewerkingen van de cursortoets aangegeven als f, c, d en e.
19(CLR)3(All)=(Yes) (d.w.z. wis alles) • Zie “Rekenfuncties en basisinstelling van de calculator” voor informatie aangaande rekenfuncties en instellingen die gebruikt kunnen worden voor de basisinstelling. • Zie “Gebruiken van het calculatorgeheugen” voor informatie over het geheugen. Veiligheidsmaatregelen Zorg ervoor de volgende veiligheidsmaatregelen aandachtig door te lezen alvorens deze calculator te gebruiken. Bewaar deze gebruiksaanwijzing voor latere naslag.
Voorzorgsmaatregelen • Vergeet niet de O toets van de calculator in te drukken alvorens hem voor de eerste keer in gebruik te nemen. • Zelfs als de calculator normaal gebruikt wordt, dient u de batterij minstens eens in de drie jaar te vervangen. Een lege batterij kan gaan lekken en schade toebrengen aan de calculator. Laat een lege batterij nooit in de calculator zitten. • De batterij die met dit toestel meegeleverd wordt, ontlaadt enigszins tijdens het verschepen en de opslag.
Mocht de calculator heel vuil worden, maak hem dan schoon met een doek bevochtigd met een milde oplossing van water en een neutraal schoonmaakmiddel (zeepsop o.i.d.). Wring overmatig water geheel uit alvorens de calculator af te vegen. Gebruik nooit verfverdunner, benzine of andere vluchtige reinigingsmiddelen om de calculator te reinigen. Hierdoor kunnen de opgedrukte markeringen uitgewist worden en kan ook schade aan de behuizing worden aangericht.
• U kunt het contrast bijregelen d.m.v. d en e wanneer het menu (dat verschijnt door indrukken van N) zich in het display bevindt. Belangrijk! • Als de leesbaarheid niet beter wordt na het bijstellen van het displaycontrast betekent dat waarschijnlijk dat de batterijspanning laag is. Vervang in dit geval de batterij. k Aangaande het display Uw calculator heeft een LCD scherm van 31 × 96 beeldpunten.
Deze indicator: SCI Betekent dit: Een vast aantal significante cijfers is van kracht. Math De wiskundestijl is geselecteerd als de invoer/uitvoer formaat. $` Geheugendata met alle rekenactiviteiten is beschikbaar en kan worden herhaald, of er is meer data boven/beneden het scherm dat op het ogenblik wordt weergegeven. Disp Het display toont een tussenresultaat van een berekening met meerdere beweringen.
k Configureren van de basisinstelling van de calculator Door indrukken van 1 N (SETUP), wordt het menu met basisinstellingen verkregen die u kunt gebruiken om te regelen hoe berekeningen worden uitgevoerd en aangegeven. Het menu met basisinstellingen heeft twee schermen waartussen u kunt heen en weer schakelen met behulp van c en f. c f • Zie “Bijstellen van het contrast in het display” voor informatie over het gebruik van “]CONT'”.
Specificeren van het aantal cijfers in het display Om dit te specificeren: Voer deze toetsbewerking uit: Aantal decimale plaatsen 1N6(Fix)0–9 Aantal significante cijfers 1N7(Sci)0–9 Weergavebereik van exponenten 1N8(Norm)1(Norm1) of 2(Norm2) Voorbeelden van de aanduiding van rekenresultaten • Fix: De waarde die u specificeert (van 0 tot en met 9) bepaalt het aantal decimale plaatsen voor aangegeven rekenresultaten.
Specificeren van het weergaveformaat de decimale komma/punt Om dit weergaveformaat voor de decimale komma/ punt te specificeren: Punt ( ) . , Voer deze toetsbewerking uit: 1Nc4(Disp)1(Dot) 1Nc4(Disp)2(Comma) Komma ( ) • De instelling die u hier configureert is enkel van toepassing op rekenresultaten. De decimale komma voor ingevoerde waarden wordt altijd door een punt ( ) voorgesteld. .
Invoeren van een functie met haakjes Wanneer u een van de hieronder aangegeven functies invoert wordt deze automatisch ingevoerd met het karakter voor het openen van de haakjes ( ( ). Vervolgens dient u dan het argument in te voeren en daarna het karakter voor het sluiten van de haakjes ( ) ).
• U kunt naar links scrollen en het verborgen gedeelte zien door op de d te drukken als de ] indicator wordt aangegeven. Hierdoor verschijnt de ' indicator rechts van de uitdrukking. Op dat moment kunt u de e toets gebruiken om terug te scrollen. Aantal ingevoerde karakters (bytes) • U kunt voor één enkele uitdrukking data invoeren tot maximaal 99 bytes. In principe gebruikt elke toetsbewerking één byte. Een functie die twee toetsbewerkingen nodig heeft (bijvoorbeeld 1 s(sin–1)), gebruikt maar één byte.
Veranderen van het karakter of de functie die u zojuist invoerde Voorbeeld: Om de uitdrukking 369 × 13 te corrigeren zodat deze 369 × 12 wordt. LINE 369*13 Y 2 Wissen van een karakter of functie Voorbeeld: Om de uitdrukking 369 × × 12 te corrigeren zodat deze 369 × 12 wordt.
Corrigeren van een berekening Voorbeeld: Corrigeren van cos(60) zodat het sin(60) wordt. LINE Tussenvoegfunctie: c60) dddY s Overschrijffunctie: c60) dddd s Tussenvoegen bij invoeren van een berekening Gebruik voor deze bewerking altijd de tussenvoegfunctie. Verplaats de cursor met behulp van d en e naar de plaats waar u het nieuwe gedeelte wilt toevoegen en voer dit dan in.
LINE 14/0*2= Druk op e of d. Dit veroorzaakt de foutmelding. d1 = U kunt ook het scherm met de foutmelding verlaten door op A te drukken waardoor de berekening in het geheel gewist wordt. k Invoeren met het wiskundig formaat Wanneer u invoert volgens het wiskundig formaat kunt u breuken en bepaalde functies invoeren en in het display verkrijgen volgens dezelfde formaat zoals dit in uw studieboek aangegeven staat.
Functies en symbolen die ondersteund worden voor het invoeren volgens het wiskundig formaat • De “Bytes” kolom toont het aantal bytes geheugen die gebruikt wordt tijdens het invoeren.
Voorbeeld 3: Om (1 + 2 2 ) × 2 = in te voeren 5 MATH Math (1+'2c5e) w*2= • Wanneer u op = drukt om een rekenresultaat te verkrijgen met behulp van het wiskundig formaat, dan kan een gedeelte van de uitdrukking die u invoert afgekapt worden om binnen het scherm te passen zoals aangegeven in Voorbeeld 3. Als u dan weer de gehele uitdrukking wilt zien zoals die is ingevoerd, dan kunt u op A drukken en vervolgens op e.
Oorspronkelijke uitdrukking: Functie Toetsbewerking Breuk ' log(a,b) & Machtswortel 16(") Resulterende uitdrukking U kunt ook waarden opnemen in de volgende functies: 1l($), 1i(%), !, 6, 1!(#), D Weergeven van rekenresultaten waarbij het formaat met ' 2, π, enz.
Voorbeeld 2: sin (60) = MATH ' 3 2 (Hoekeenheid: Deg) Math s60= Voorbeeld 3: sin–1 (0,5) = MATH 1 π 6 (Hoekeenheid: Rad) Math 1s(sin )0.5= –1 • Hieronder volgen de berekeningen waarvoor resultaten van het ' formaat (vorm die ' bevat bij tonen van irrationale getallen) kunnen worden weergegeven. a. Rekenkundige bewerkingen van waarden met het vierkantswortelsymbool ('), x2, x3, x–1 b.
Hieronder volgen de bereiken van elk van de coëfficiënten (a, b, c, d, e en f ). 1 < a < 100, 1 < b < 1000, 1 < c < 100 0 < d < 100, 0 < e < 1000, 1 < f < 100 Voorbeeld: 2' 3 × 4 = 8' 3 ' formaat 35' 2 × 3 = 148.492424 (= 105' 2) decimaal formaat 150' 2 = 8.485281374 25 2 × (3 – 2' 5 ) = 6 – 4' 5 ' formaat 23 × (5 – 2' 3 ) = 35.32566285 (= 115 – 46' 3) decimaal formaat 10' 2 + 15 × 3' 3 = 45' 3 + 10' 2 ' formaat 15 × (10' 2 + 3' 3 ) = 290.
• Als tijdens de berekening een term wordt gevonden die niet weergegeven kan worden als in het wortelformaat (') of als een breuk, dan zal het rekenresultaat worden aangegeven in het decimale formaat. Voorbeeld: log3 + ' 2 = 1,891334817 Fundamentele berekeningen (COMP) Dit hoofdstuk geeft uitleg hoe u rekenkundige, procentuele en sexagesimale berekeningen en berekeningen met breuken kunt uitvoeren. Alle berekeningen in dit hoofdstuk worden uitgevoerd met de COMP functie (N1) .
• Zie “Specificeren van het aantal cijfers in het display” voor nadere informatie. Achterwege laten van het karakter voor het sluiten van de haakjes U kunt één of meerdere karakters ()) voor het sluiten van de haakjes achterwege laten die aan het eind van een berekening nog volgen en die zich onmiddellijk voor de =toets bevinden. Dit is enkel waar in het geval van het lineaire (Linear) formaat.
• Het resultaat van een berekening waarbij zowel breuken als decimale waarden betrokken zijn, wordt weergegeven in het decimale formaat. Overschakelen tussen het onechte breuk en het gemende breuk formaat b d Door indrukken van de 1f( a — c ⇔— c ), toets kan voor de weergave van de breuk heen en weer worden geschakeld tussen het formaat voor een gemengde breuk en voor een onechte breuk.
k Berekeningen met graden, minuten, seconden (sexagesimale waarden) U kunt berekeningen uitvoeren met behulp van sexagesimale waarden omzettingen uitvoeren van het sexagesimale naar het decimale formaat en omgekeed. Invoeren van sexagesimale waarden Hieronder wordt de syntax voor het invoeren van een sexagesimale waarde gegeven. {Graden}e{Minuten}e{Seconden}e Aanhangsel <#011> Voer 2°0´30˝ in. • Merk op dat u altijd waarden moet invoeren voor de graden en minuten zelfs als die nul zijn.
Gebruiken van meervoudige beweringen in berekeningen U kunt de dubbele punt (:) gebruiken om twee of meer uitdrukkingen te verbinden en uit te voeren in volgorde van links naar rechts wanneer u op = drukt. Voorbeeld: Om een meervoudige bewering te creëren die de volgende twee berekeningen uitvoert: 3 + 3 en 3 × 3 LINE 3+3SW(:)3*3 Disp = “Disp” geeft aan dat dit een tussenresultaat is van een meervoudige bewering.
Voorbeeld: LINE 1+1= 2+2= 3+3= f f • Merk op dat de inhoud van het geheugen voor rekenactiviteiten gewist wordt telkens wanneer u de calculator uitschakelt, op de O toets drukt, van rekenfunctie of van invoer/uitvoer formaat verandert of de terugstelbewerking uitvoert. • Het geheugen voor rekenactiviteiten heeft zo zijn beperkingen.
Gebruiken van het calculatorgeheugen Geheugennaam Omschrijving Antwoordgeheugen Legt het laatst verkregen rekenresultaat vast. Onafhankelijke geheugen Variabelen Rekenresultaten kunnen opgeteld bij worden of afgetrokken van het onafhankelijke geheugen. De “M” indicator in het display duidt op data in het onafhankelijke geheugen. Er kunnen zes variabelen, A, B, C, D, X en Y, gebruikt worden voor het opslaan van afzonderlijke waarden.
• Bij de bovenstaande procedure dient u de tweede berekening onmiddellijk na de eerste uit te voeren. Wilt u de inhoud van het antwoordgeheugen oproepen na het indrukken van A dan dient u op de G toets te drukken.
• De “M” indicator verschijnt links bovenin het display wanneer er een waarde anders dan nul opgeslagen is in het onafhankelijke geheugen. • De inhoud van het onafhankelijke geheugen blijft behouden zelfs als u op de A toets drukt, van rekenfunctie verandert of de calculator uitschakelt.
Wissen van de inhoud van een specifieke variabele Druk op 01t(STO) en druk op de toets van de naam van de variabele waarvan u de inhoud wilt wissen. Druk om bijvoorbeeld te inhoud van variabele A te wissen op 01t(STO)y(A). k Wissen van de inhoud van een alle geheugens Gebruik de volgende procedure om de inhoud te wissen van het antwoordgeheugen, het onafhankelijke geheugen en alle variabelen. Druk op 19(CLR)2(Memory)=(Yes).
k Trigonometrische en invers trigonometrische functies • De hoekeenheid die gebruikt wordt door de trigonometrische en invers trigonometrische functies is de eenheid die gespecificeerd is als de default hoekeenheid van de calculator. Voordat u dus een berekening uitvoert dient u eerst de default hoekeenheid in te stellen die u wilt gebruiken. Zie “Specificeren van de default hoekeenheid” voor nadere informatie.
Aanhangsel <#018> cos (π radialen) = –1, cos (100 gradiënten) = 0 <#019> cos–1 (–1) = 180 cos–1 (–1) = π k Exponentiële functies en logaritmische functies • Voor de logaritmische functie “log(” kunt u grondtal m gebruiken door middel van de syntax “log (m, n)” . Als u slechts een enkele waarde invoert, wordt grondtal 10 gebruikt voor de berekening. • “ln(” is de natuurlijke logaritmefunctie met grondtal e.
• Het rekenresultaat θ wordt aangegeven met de default hoekeenheid van de calculator. • Het rekenresultaat r wordt toegewezen aan variabele X, terwijl θ toegewezen wordt aan Y. Omrekenen naar rechte coördinaten (Rec) Rec(r,θ) r : Specificeert de r waarde van de poolcoördinaat. θ : Specificeert de θ waarde van de poolcoördinaat. • De invoerwaarde θ wordt behandeld als een hoek waarde in overeenstemming met de default hoekeenheidinstelling van de calculator.
Aanhangsel <#033> Genereer drie random getallen van drie cijfers. De random decimale waarden van drie cijfers worden omgezet in integerwaarden van drie cijfers door vermenigvuldigen met 1000. Merk op dat de waarden die hier getoond worden enkel voorbeelden zijn. De waarden die feitelijk worden gegenereerd door de calculator zullen anders zijn. Permutatie (nPr) en combinatie (nCr) Deze functies maken het mogelijk om berekeningen met permutaties en combinaties uit te voeren.
Voorbeeld: 200 ÷ 7 × 14 = 400 LINE 200/7*14= (Specificeert drie decimale plaatsen.) FIX 1N6(Fix)3 (Berekening wordt intern uitgevoerd met 15 cijfers.) FIX 200/7= FIX *14= Hieronder volgt dezelfde berekening maar nu met afronding. FIX 200/7= (Rond de waarde af op het gespecificeerde aantal cijfers.) FIX 10(Rnd)= (Controleer het afgeronde resultaat.
k Gebruiken van bouwkundenotatie Met een eenvoudige toetsbewerking wordt een weergegeven waarde omgezet naar bouwkundenotatie. Aanhangsel <#035> Zet de waarde 1.234 om naar bouwkundenotatie waarbij de decimale punt (komma) naar rechts wordt verschoven. <#036> Zet de waarde 123 om naar bouwkundenotatie waarbij de decimale punt (komma) naar links wordt verschoven.
Voorbeelden van S-D transformatie Merk op dat het uitvoeren van S-D transformatie enig tijd in beslag kan nemen. Voorbeeld: Breuk → Decimaal MATH Math '5c6= • Telkens bij indrukken van de f toets wordt heen en weer geschakeld tussen de twee formaten. f f Aanhangsel <#037> π breuk → Decimaal <#038> ' → Decimaal Statistische berekening (STAT) Alle berekeningen in dit hoofdstuk worden uitgevoerd met de STAT functie (N2).
k Invoeren van steekproefdata Weergeven van het STAT editorscherm Het STAT editorscherm verschijnt nadat u de STAT functie inschakelt vanaf een andere functie. Gebruik het STAT menu om een statistisch berekeningstype te selecteren. Druk op 11(STAT)2(Data) om het STAT editorscherm te verkrijgen vanaf een ander STAT functiescherm. STAT editorscherm Er zijn twee STAT editorscherm formaten, afhankelijk van het type statistische berekening dat u selecteerde.
Voorbeeld: Om de waarde 123,45 bij cel X1 in te voeren. (Verplaats de cursor naar cel X1.) STAT 123.45 De waarde die u invoert verschijnt in het formulegebied. STAT = Door een waarde te registreren wordt de cursor een cel naar beneden verplaatst.
Belangrijk! • Merk op dat u de bestaande data van de cel totaal dient te vervangen door een nieuwe invoerdata. U kunt delen van de bestaande data niet vervangen. Wissen van een regel (1) Verplaats de cursor op het STAT editorscherm naar de regel die u wilt wissen. (2) Druk op Y. Tussenvoegen van een regel (1) Verplaats de cursor op het STAT editorscherm naar de regel die die zich bevindt onder de regel die u wilt toevoegen. (2) Druk op 11(STAT)3(Edit). (3) Druk op 1(Ins).
Statistische berekeningen met een enkele variabele Statistische berekeningen met gepaarde variabelen STAT menu items Gemeenschappelijke items Selecteer dit menu item: Wanneer u dit wilt doen: 1Type Toon het selectiescherm voor het statistische berekeningstype. 2Data 3Edit Toon het STAT editorscherm. Toon het Edit (bewerking) sub-menu voor het bewerken van de inhoud van het STAT editorscherm.
Sum sub-menu (11(STAT)4(Sum)) Selecteer dit menu item: Wanneer u dit wilt bewerkstelligen: 1Σx2 Som van de kwadraten van de steekproefdata 2Σx Som van de steekproefdata Var sub-menu (11(STAT)5(Var)) Selecteer dit menu item: Wanneer u dit wilt bewerkstelligen: 1n Aantal steekproeven 2o Gemiddelde steekproefdata 3xσn Standaarddeviatie 4xσn–1 Standaarddeviatie van steekproeven MinMax sub-menu (11(STAT)6(MinMax)) Selecteer dit menu item: Wanneer u dit wilt bewerkstelligen: 1minX 2maxX Minimum
Hieronder volgen de opdrachten die verschijnen op de sub-menu’s die verschijnen wanneer u 4(Sum), 5(Var), 6(MinMax) of 7(Reg) selecteert op het STAT menu terwijl lineaire regressie geselecteerd is als het statistische berekeningstype. Zie Aanhangsel <#046> voor informatie aangaande de berekeningsformule die gebruikt wordt voor elke opdracht.
Reg sub-menu (11(STAT)7(Reg)) Selecteer dit menu item: Wanneer u dit wilt bewerkstelligen: 1A Regressiecoëfficiënt constante A 2B Regressiecoëfficiënt B 3r Correlatiecoëfficiënt r 4m 5n Geschatte waarde van x Geschatte waarde van y Aanhangsel Lineaire regressieberekening: <#047> tot en met <#050> • De voorbeelden <#048> tot en met <#050> gebruiken alle de ingevoerde data van Voorbeeld <#047>.
Opmerkingen over andere regressietypen Voor details aangaande de berekeningsformule van de opdracht die aanwezig is bij elk regressietype, zie dan de aangegeven berekeningsformules ( Aanhangsel <#055> tot en met <#059>).
1 2 Beginwaarde: 1, Eindwaarde: 5, Stapwaarde: 1 Functie: f(x) = x2 + LINE (1) Druk op N3(TABLE). (2) Voer de functie in. (3) Druk op = na te hebben gecontroleerd dat de functie precies is zoals u wilt. • Hierdoor verschijnt het invoerscherm voor de beginwaarde. Geeft de oorspronkelijke default beginwaarde aan als 1. • Als de oorspronkelijke waarde niet 1 is, druk dan op 1 om de oorspronkelijke beginwaarde voor dit voorbeeld te specificeren.
(6) Druk op = na eerst de eindwaarde gespecificeerd te hebben. • Door op A toets te drukken wordt teruggegaan naar het functie editorscherm. k Ondersteunde functietypen • Met uitzondering van de X variabele worden alle andere variabelen (A, B, C, D, Y) en het onafhankelijke geheugen (M) allemaal behandeld als waarden (de huidige variabele die toegewezen is aan de variabele of opgeslagen is in het onafhankelijke geheugen). • Alleen variabele X kan gebruikt worden als de variabele van een functie.
k Getallentabelscherm Het getallentabelscherm toont x-waarden die berekend zijn a.h.v. de gespecificeerde begin-, eind- en stapwaarden en tevens de waarden die verkregen worden wanneer elke x -waarde gesubstitueerd is in de functie f(x). • Merk op dat u het getallentabelscherm niet kunt gebruiken om alleen waarden te bekijken. De inhoud van tabellen kan niet worden bewerkt. • Door op A toets te drukken wordt teruggegaan naar het functie editorscherm.
Technische informatie k Prioriteitsvolgorde van berekeningen De calculator voert berekeningen uit in overeenstemming met de prioriteitsvolgorde voor berekeningen. • In principe worden berekeningen uitgevoerd van links naar rechts. • Uitdrukkingen binnen haakjes hebben de hoogste prioriteit. • Hieronder volgt de prioriteitsvolgorde van de afzonderlijke opdrachten. 1.
k Beperkingen van de stapelgeheugens Deze calculator gebruikt geheugengebieden die stapelgeheugens heten om tijdelijk waarden van berekeningen, alsmede opdrachten en functies op te slaan met een lagere prioriteitsvolgorde. Het numerieke stapelgeheugen heeft 10 niveau’s terwijl het opdracht stapelgeheugen 24 niveau’s heeft, zoals aangegeven in de onderstaande afbeelding.
Invoerbereiken en nauwkeurigheid voor het bereken van functies Functies sinx cosx tanx sin–1x cos–1x tan–1x sinhx coshx sinh–1x Invoerbereik DEG 0 x 9 109 RAD 0 x 157079632,7 GRA 0 x 1 1010 DEG 0 x 9 109 RAD 0 x 157079632,7 GRA 0 x 1 1010 DEG Dezelfde als sinx, behalve wanneer x = (2n–1) 90. RAD Dezelfde als sinx, behalve wanneer x = (2n–1) π/2. GRA Dezelfde als sinx, behalve wanneer x = (2n–1) 100.
Functies x' y Invoerbereik y 0: x G 0, –1 10100 1/x logy 100 y 0: x 0 y 0: x 2n 1, 2n+1 (m G 0; m, n zijn integers) m Echter: –1 10100 1/x log y 100 • De nauwkeurigheid is in principe dezelfde als beschreven onder “Berekeningsbereik en nauwkeurigheid” hierboven. • Functies van het type ^(xy), x' y, 3', x!, nPr, nCr hebben achtereenvolgende interne berekeningen, hetgeen de oorzaak kan zijn van een ophoping van fouten en afwijkingen die optreden bij elke berekening.
Stack ERROR (stapelgeheugen fout) • Oorzaak • De berekening die u aan het uitvoeren bent heeft een overschrijding veroorzaakt van de capaciteit van het numerieke stapelgeheugen of het opdracht stapelgeheugen. • Actie • Vereenvoudig de rekenuitdrukking zodat deze de capaciteit van het stapelgeheugen niet overschrijdt. • Probeer anders of het mogelijk is om de berekening in twee of meer delen op te splitsen.
Referentie k Stroomvereisten en vervangen van de batterij Uw calculator gebruikt een tweewegs stroomtoevoersysteem waarbij een zonnecel gecombineerd wordt met een knoopbatterij LR44 (GPA76). Gewoonlijk kunnen calculators die enkel uitgevoerd zijn met een zonnecel slechts werken bij de aanwezigheid van relatief helder licht. Met het tweewegs stroomtoevoersysteem kunt u de calculator blijven gebruiken zolang er genoeg licht is om het display af te lezen.
6 Voer de volgende toetsbewerking uit: O19(CLR)3(All) =(Yes). • Vergeet niet de bovenstaande toetsbewerking uit te voeren. U mag dit niet overslaan. Automatische spanningsuitschakelfunctie De calculator zal zichzelf automatisch uitschakelen als u gedurende ongeveer zes minuten geen bewerking uitvoert. Mocht dit het geval zijn druk dan op de O toets om de calculator opnieuw in te schakelen.
CASIO COMPUTER CO., LTD.