Software Gebruiksaanwijzing

Table Of Contents
20070201
4-1-1
Stelsels eerstegraadsvergelijkingen
4-1 Stelsels eerstegraadsvergelijkingen
Beschrijving
Met dit toestel kunt u stelsels eerstegraadsvergelijkingen met twee tot zes onbekende
oplossen.
Stelsels eerstegraadsvergelijkingen met twee onbekenden:
a1x1 + b1x2 = c1
a2x1 + b2x2 = c2
Stelsels eerstegraadsvergelijkingen met drie onbekenden:
a1x1 + b1x2 + c1x3 = d1
a2x1 + b2x2 + c2x3 = d2
a3x1 + b3x2 + c3x3 = d3
Instelling
1. Kies in het hoofdmenu de modus EQUA .
Uitvoering
2. Kies de modus SIML (stelsels eerstegraadsvergelijkingen) en geef het aantal
onbekenden (variabelen) op.
U kunt twee tot zes onbekenden opgeven.
3. Voer elke coëffi ciënt na elkaar in.
De ingevoerde waarde wordt toegekend aan het aangeklikte element. Elke keer dat u
een coëffi ciënt invoert, schuift het aangeklikte element één plaats op:
a1 b1 c1 an bn cn ( n = 2 tot 6)
U kunt ook gebroken vormen en de waarden opgeslagen in variabelen gebruiken als
coëffi ciënt.
U kunt op elk ogenblik de zojuist ingevoerde waarde voor de coëffi ciënt annuleren door
te drukken op J voordat u drukt op w om de coëffi ciënt op te slaan. De coëffi ciënt
wordt dan teruggezet op de oorspronkelijke waarde. Vervolgens kunt u een andere
waarde invoeren.
U kunt de waarde van een coëffi ciënt veranderen nadat deze weggeschreven is door
te drukken op wen de cursor te plaatsen op de coëffi ciënt die u wilt bewerken. Voer
vervolgens de nieuwe waarde in.
Als u drukt op 3(CLR), worden alle coëffi ciënten op nul gezet.
4. Los de vergelijkingen op.