Software Gebruiksaanwijzing

Table Of Contents
20070201
4-2-1
Tweede- en derdegraadsvergelijkingen
# Inwendig wordt gerekend met een mantisse
van 15 cijfers, de weergave gebeurt echter
met een mantisse van 10 cijfers en een
exponent van 2 cijfers.
# Het kan enige tijd duren voordat het resultaat
van de berekende derdegraadsvergelijking
op het scherm verschijnt.
# Een foutmelding verschijnt als het toestel niet in
staat is de vergelijking op te lossen.
# Druk na de berekening op 1(REPT), wijzig
de waarden van de coëffi ciënt en bereken de
oplossing opnieuw.
4-2 Tweede- en derdegraadsvergelijkingen
Beschrijving
Met dit toestel kunt u ook tweede- en derdegraadsvergelijkingen oplossen.
• Tweedegraadsvergelijking:
ax
2
+ bx + c = 0 ( a 0)
• Derdegraadsvergelijking:
ax
3
+ bx
2
+ cx + d = 0 ( a 0)
Instelling
1. Kies in het hoofdmenu de modus EQUA .
Uitvoering
2. Kies de modus POLY (vergelijking van een hogere graad) en geef de graad van de
vergelijking op.
U kunt 2 of 3 opgeven als graad voor de vergelijking.
3. Voer elke coëffi ciënt na elkaar in.
De ingevoerde waarde wordt toegekend aan het aangeklikte element. Elke keer dat u
een coëffi ciënt invoert, schuift het aangeklikte element één plaats op:
a b c
U kunt ook gebroken vormen en de waarden opgeslagen in variabelen gebruiken als
coëffi ciënt.
U kunt op elk ogenblik de zojuist ingevoerde waarde voor de coëffi ciënt annuleren door
te drukken op J voordat u drukt op w om de coëffi ciënt op te slaan. De coëffi ciënt
wordt dan teruggezet op de oorspronkelijke waarde. Vervolgens kunt u een andere
waarde invoeren.
U kunt de waarde van een coëffi ciënt veranderen nadat deze weggeschreven is door
te drukken op w en de cursor te plaatsen op de coëffi ciënt die u wilt bewerken. Voer
vervolgens de nieuwe waarde in.
Als u drukt op 3(CLR), worden alle coëffi ciënten op nul gezet.
4. Los de vergelijkingen op.