Software Gebruiksaanwijzing

Table Of Contents
20070201
5-1-3
Voorbeeldgrafi eken
k Een gewone grafi ek tekenen (2)
Beschrijving
U kunt maximaal 20 voorschriften in het geheugen opslaan en het gewenste voorschrift
selecteren om de grafi ek ervan te tekenen.
Instelling
1. Selecteer in het hoofdmenu de modus GRAPH.
Uitvoering
2. Geef het voorschrifttype op en voer het voorschrift in waarvan u de grafi ek wilt tekenen.
In de modus GRAPH kunt u een grafi ek tekenen van de volgende uitdrukkingen:
voorschrift in cartesische coördinaten, voorschrift in poolcoördinaten, voorschrift waarin
x en y afhangen van een parameter, voorschrift X = constant, ongelijkheid.
3(TYPE) 1(Y=) ... cartesische coördinaten
2(
r=) ... poolcoördinaten
3(Parm) ... voorschrift waarin
x en y van een parameter afhangen
4(X=c) ... Voorschrift X = constant
5(CONV)1(
'Y=)~5('Y) ... wijzigt het voorschrifttype
6(g)1(Y>)~4(Y) ... ongelijkheid
Herhaal deze stap om het gewenste aantal voorschriften in te voeren.
Daarna moet u opgeven van welk voorschrift in het geheugen u de grafi ek wilt tekenen
(zie 5-3-6). Als u hier geen specifi eke voorschriften selecteert, worden de grafi eken
getekend van alle voorschriften die momenteel in het geheugen zijn opgeslagen.
3. Teken de grafi ek.