Software Gebruiksaanwijzing

Table Of Contents
20070201
Met de cursortoetsen kunt u de cursor over de tabel bewegen. Bij het bewegen van de
cursor krijgt u de volgende informatie:
Het getal in het aangeklikte element verschijnt volledig onderaan op het scherm (zonder
de beperking tot 6 cijfers).
De verplaatsing van de cursor laat het scherm verschuiven zodat het deel van de tabel
dat niet te zien is, zichtbaar wordt.
Als er een beeldwaarde is aangeklikt (in kolom Y1, Y2, etc.), verschijnt het voorschrift
bovenaan op het scherm.
Het argument
x wijzigen door de waarden in kolom X te vervangen
Druk op 1(FORM) of op J om terug te keren naar de lijst met tabelvoorschriften.
u Een tabel opmaken waarin ook de afgeleide getallen zijn opgenomen *
1
Op het confi guratiescherm klikt u de rubriek “Derivative” aan en zet u deze aan (ON). In de
tabellen wordt dan ook een kolom opgenomen met de afgeleide getallen.
Bevindt de cursor zich op een
afgeleid getal, dan wordt dit
linksboven aangeduid door “
dy/dx”.
u Defi nitie van het voorschrifttype
U kunt voor volgende voorschrifttypes tabellen defi niëren:*
2
Een voorschrift in cartesische coördinaten (Y=)
Een voorschrift in poolcoördinaten (
r=)
Een voorschrift waarin x en y afhangen van een parameter (Parm)
1. Druk terwijl de lijst met voorschriften wordt weergegeven op 3(TYPE).
2. Druk op de cijfertoets voor het voorschrifttype dat u wilt opgeven.
5-7-3
Gebruik van tabellen
*
1
Er verschijnt een foutmelding als een
voorschrift met een gedefi nieerd interval
of een voorschrift met een parameter is
uitgekozen.
*
2
De tabel wordt alleen gemaakt voor het
voorschrifttype dat is opgegeven in de lijst met
voorschriften (Table Func). U kunt geen tabel
maken voor een combinatie van verschillende
voorschrifttypes.
Als u in de modus GRAPH een ander
voorschrifttype dan deze drie types hebt
opgegeven, zal het voorschrifttype bij het
oproepen van de modus TABLE worden
gewijzigd in cartesische coördinaten (Y=).