Software Gebruiksaanwijzing

Table Of Contents
20070201
12-3-3
Het uitwisselen van gegevens
Druk op 1(MAIN) of op 2(SMEM) om het scherm voor het uitkiezen van gegevens op te
roepen.
Als op 1(MAIN) wordt gedrukt Als op 2(SMEM) wordt gedrukt
• { SEL} ... {nieuwe gegevens selecteren}
• { CRNT} ... {eerder geselecteerde gegevens automatisch selecteren*
1
}
u Geselecteerde gegevenstypes verzenden (Bijvoorbeeld: gebruikersgegevens
verzenden)
Druk op 1(SEL) of op 2(CRNT) om het scherm voor het uitkiezen van gegevenstypes op
te roepen.
• { SEL} ... {om het aangeklikte gegevenstype aan te duiden}
• { ALL} ... {alle gegevens selecteren}
• { TRAN} ... {de aangeduide gegevenstypes verzenden}
Gebruik de toetsen f en c om de cursor te verplaatsen naar het gegevenstype dat u
wilt aanduiden. Druk dan op 1(SEL) om deze aanduiding te bevestigen. De uitgekozen
gegevenstypes worden aangeduid met het teken ”. Druk nu op 6(TRAN) om te
verzenden.
Om een keuze te annuleren, klikt u het gegevenstype opnieuw aan en drukt u nogmaals
op 1(SEL).
Alleen de gegevenstypes met vastgelegde geheugeninhoud verschijnen op het
keuzescherm. Als niet alle gegevenstypes op het keuzescherm kunnen, dan zal het venster
verschuiven als u de cursor naar het laatste gegevenstype op het scherm verplaatst.
*
1
Het eerder geselecteerde datageheugen
wordt gewist wanneer u een van de volgende
handelingen uitvoert.
- Het uitgewisselde gegevenstype wijzigen
- Naar een ander modus overgaan