User manual - fx-991ES

D-36
k Regels die van toepassing zijn op
vergelijkingen bij het gebruik van de
SOLVE bewerking
•U kunt de volgende typen syntax gebruiken voor de oplossing-
variabele.
Voorbeeld: Y = X + 5, Y (op te lossen door Y.);
XB = C + D, B (op te lossen door B.)
Hieronder volgt de syntax voor de logaritmische (log) functie.
Y = X × log(2 (Wanneer de variabele specificatie “,X”
achterwege gelaten is, wordt de vergelijking Y
= X × log
10
2 opgelost voor X.)
Y = X × log(2,Y (Wanneer de variabele specificatie “,Y”
aanwezig is, wordt de vergelijking Y = X × log
10
2
opgelost voor Y.)
Y = X × log(2,Y) (Wanneer de variabele specificatie “,X”
achterwege gelaten is, wordt de vergelijking Y
= X × log2Y opgelost voor X.)
•Tenzij u dat anders aangeeft wordt een vergelijking opgelost voor
X.
Voorbeeld: Y = X + 5, X = sin(M), X + 3 = B + C,
XY + C (behandeld als XY + C = 0.)
•De SOLVE bewerking kan niet worden gebruikt om een vergelijking
op te lossen die een integraal, een afgeleide, een Σ( functie, een
Pol( functie, een Rec( functie, of een meervoudige bewering bevat.
Er treedt een foutmelding (Variable ERROR) op wanneer de
uitdrukking die moet worden opgelost geen oplossingvariabele
bevat.
k Voorbeeld SOLVE bewerking
Voorbeeld: Om y = ax
2
+ b op te lossen voor x wanneer y = 0, a =
1 en b = –2.
MATH
Sf(Y)Ss(=)Sy(A)
S)(X)w+Se(B)
Math
1)(,)S)(X)
1s(SOLVE)
Math
Geeft een prompt voor het invoeren van een waarde for Y.
Huidige waarde van Y