Softwareversie 3.00 Gebruiksaanwijzing

β-1
Examenmodus
De Examenmodus plaatst enkele limieten op de rekenmachinefuncties, zodat de
rekenmachine kan worden gebruikt tijdens een examen of test. Gebruik de Examenmodus
alleen wanneer u daadwerkelijk een examen of test doet.
Als u naar de Examenmodus gaat wordt de werking van de rekenmachine beïnvloed zoals
hieronder beschreven.
De volgende modi en functies zijn uitgeschakeld: modus eActivity, modus Memory,
E-CON4-modus, modus Program, vectorcommando’s, programmacommando’s (^
(uitvoercommando), : (opdracht voor meervoudige instructies), _ (nieuwe regel-opdracht)),
gegevensoverdracht, add-inapplicaties, add-intalen, toegang tot het opslaggeheugen,
bewerken van gebruikersnaam, OS-update.
Er wordt een back-up gemaakt van de gebruikersgegevens (hoofdgeheugen). De back-
upgegevens worden hersteld wanneer u de Examenmodus afsluit. Alle gegevens die
tijdens een sessie van de Examenmodus zijn gemaakt, worden verwijderd wanneer de
Examenmodus wordt afgesloten.
u De Examenmodus openen
1. Druk op !o(OFF) om de rekenmachine uit te schakelen.
2. Druk op de toets o terwijl u de toetsen c en h ingedrukt houdt tot het onderstaande
dialoogvenster wordt weergegeven.
Opmerking
Het dialoogvenster wordt mogelijk niet weergegeven als u de drie toetsen te snel loslaat.
Herhaal de bovenstaande procedure vanaf stap 1 als dit gebeurt.
3. Druk op 1(Yes).
Lees het bericht in het dialoogvenster dat verschijnt.
4. Druk op 2.
Hiermee wordt het onderstaande dialoogvenster weergegeven.
5. Druk op J.
Alleen onderstaande instellingen worden bewaard voordat u naar de Examenmodus gaat.
Input/Output, Frac Result, Angle, Complex Mode, Display, Q1Q3 Type, Language, Function
menu language, Battery Type
β