User Manual

2-53
Hierin zijn
α
,
β
en
γ
namen van variabelen (A tot Z).
Deze handeling heeft geen invloed op de inhoud van het geheugen voor de laatste matrix.
De “Augment”-opdracht kan worden gebruikt voor het samenvoegen van twee vectoren in
één matrix.
u Een matrixkolom wegschrijven in een lijst [OPTN]-[MAT/VCT]-[MatLst]
Gebruik de MatList-opdracht om een kolommatrix weg te schrijven in een lijst.
MatList (Mat X,
m) List n
X = naam van de matrix (A tot Z)
m = kolomnummer
n = nummer van de lijst
Voorbeeld Schrijf kolom 2 van de volgende matrix weg in lijst 1:
Matrix A =
1 2
3 4
5 6
K2(MAT/VCT)2(MatLst)
1(Mat)av(A),c)
aK1(LIST)1(List)bw
1(List)bw
k Matrixberekeningen [OPTN]-[MAT/VCT]
Via het menu met matrixopdrachten kunt u matrixberekeningen uitvoeren.
u Matrixopdrachten oproepen
1. Kies in het hoofdmenu de modus Run-Matrix.
2. Druk vervolgens op K om het optiemenu weer te geven.
3. Druk nu op 2(MAT/VCT) om het menu met matrixopdrachten te openen.
In deze paragraaf worden alleen de matrixopdrachten behandeld die dienen voor
matrixberekeningen.
{Mat} ... {Mat-opdracht (om een matrix op te maken)}
{Det} ... {Det-opdracht (om de determinant te berekenen)}
{Trn} ... {Trn-opdracht (om matrices te transponeren)}
{Identity} ... {Identity-opdracht (om een eenheidsmatrix op te maken)}
{Ref} ... {Ref-opdracht (opdracht voor operaties op rijen)}
{Rref} ... {Rref-opdracht (opdracht voor herleide operaties op rijen)}
In alle volgende voorbeelden wordt ervan uitgegaan dat de gegevens van de gebruikte
matrices reeds in het geheugen zijn opgeslagen.