User Manual

9-7
u De celcursor verplaatsen met de opdracht JUMP
Om de celcursor te verplaatsen naar: Doet u dit:
Een bepaalde cel
1. Druk op 2(EDIT)4(JUMP)1(GO).
2. Voer in het dialoogvenster dat verschijnt de
naam van de cel (A1 tot Z999) in waarnaar u
wilt “springen”.
3. Druk op w.
Eerste regel van de huidige kolom
Druk op 2(EDIT)4(JUMP)2(TOP).
Kolom A van de huidige rij
Druk op 2(EDIT)4(JUMP)3(TOP).
Laatste regel van de huidige kolom
Druk op 2(EDIT)4(JUMP)4(BTM).
Kolom Z van de huidige rij
Druk op 2(EDIT)4(JUMP)5(BTM).
u Een celbereik selecteren
1. Breng de celcursor naar het beginpunt van het celbereik dat u wilt selecteren.
U kunt eventueel een volledige rij of kolom cellen selecteren als beginpunt. Zie “Cellen
selecteren” op pagina 9-6 voor details omtrent het selecteren van cellen.
2. Druk op !i(CLIP).
Hierdoor verandert de celcursor in een dikke rand in plaats van de normale markering.
3. Breng de celcursor met behulp van de cursortoetsen naar
het eindpunt van de cellen die u wilt selecteren.
In het invoervak verschijnt het bereik van de
geselecteerde cellen.
• Druk op J om het selecteren van cellen te annuleren.
De celcursor bevindt zich dan op het eindpunt van het
geselecteerde bereik.