User Manual

9-8
k Basis gegevensinvoer (constanten, tekst, formule)
Hieronder worden eerst enkele basisprocedures besproken die altijd van toepassing zijn,
ongeacht het soort invoergegevens.
u Gegevens in een cel overschrijven met nieuwe gegevens
1. Breng de celcursor naar de cel waar u gegevens wilt invoeren.
Indien de geselecteerde cel al gegevens bevat, worden die bij de volgende stap
overschreven met de nieuwe gegevens.
2. Voer gegevens in met de toetsen van de rekenmachine.
Wanneer u de toetsen gebruikt om cijfers of tekst in te
voeren (zoals b, al(B), enzovoort), verschijnen
die links uitgelijnd in het invoervak.
• Druk op J om de gegevensinvoer te annuleren
voordat u verder gaat met stap 3 hieronder. U krijgt
dan de celinhoud zoals deze was in stap 1 van deze
procedure.
3. Druk op w om de invoer te beëindigen en toe te passen.
u Celgegevens wijzigen
1. Verplaats de celcursor naar de cel waarvan u de inhoud wilt wijzigen.
2. Druk op 2(EDIT)3(CELL).
Celinhoud in het invoervak verandert van rechts
uitgelijnd in links uitgelijnd. Er verschijnt een tekstcursor
in het invoervak zodat u de inhoud ervan kunt wijzigen.
3. Verplaats met e en d de cursor over de inhoud van de cel en breng eventueel
wijzigingen aan.
• Druk op J als u de bewerking op een bepaald punt wilt annuleren voordat u verder
gaat met stap 4 hieronder. U krijgt dan de celinhoud zoals deze was in stap 1 van deze
procedure.
4. Druk op w om de bewerkingen te beëindigen en toe te passen.
u De celcursor verplaatsen terwijl u gegevens invoert in een cel
Bij de standaardinstellingen drukt u op w om de celcursor tijdens het invoeren van gegevens
in een cel naar de volgende regel te verplaatsen. U kunt ook opgeven dat de celcursor naar
de volgende kolom wordt verplaatst met behulp van de instelling “Move” (pagina 1-38).