User Manual

9-25
- 2(ERROR) ... Voert “ERROR” in in de voorwaardelijke expressie. U kunt dit bijvoorbeeld
gebruiken voor de invoer A1=ERROR. De beslissing hangt ervan af of “ERROR” wel of niet
wordt weergegeven in de cel waarnaar wordt verwezen in de voorwaardelijke expressie
(A1 in dit voorbeeld).
- 3(BLANK) ... Voert “BLANK” in in de voorwaardelijke expressie. De beslissing hangt
ervan af of de cel waarnaar wordt verwezen in de voorwaardelijke expressie wel of niet
leeg is.
- 4(And) ... Voert de logische operator “And” in in de voorwaardelijke expressie.
- 5(Or) ... Voert de logische operator “Or” in in de voorwaardelijke expressie.
Opmerking
U kunt maximaal 255 bytes gegevens invoeren voor een voorwaardelijke expressie.
ERROR, BLANK en tekenreeksen kunnen alleen worden gebruikt in een voorwaardelijke
expressie in de hieronder getoonde syntaxis of de inverse ervan (ERROR=<Cell>,
enzovoort). <Cell> staat voor een enkele celverwijzing (zoals A1).
<Cell>=ERROR, <Cell>=BLANK, <Cell>ERROR, <Cell>BLANK, <Cell>=<tekenreeks>,
<Cell><tekenreeks>
u Instellingen van voorwaardelijke indeling wissen
1. Selecteer de cel of het celbereik waarvan u de voorwaardelijke indeling wilt wissen.
Als u de onderstaande stap 2 uitvoert, worden zonder bevestiging de voorwaardelijke
indeling en de instellingen voor tekenkleur, opvulkleur en verfstijl geconfigureerd voor de
geselecteerde cel(len).
2. Druk op 5(CLEAR)2(FORMAT).
k Voorbeeld voor instelling voorwaardelijke opmaak
In dit voorbeeld laten we zien hoe u het celbereik B3:C4 configureert met de hieronder
getoonde voorwaardelijke opmaak. Deze procedure gaat ervan uit dat de cellen al waarden
bevatten.
Voorwaarde
Wanneer de invoerwaarde in
de cel (=C) voldoet aan deze
voorwaarde:
Wordt deze opmaak toegepast:
Tekenkleur Opvulkleur Verfstijl
1 C<0 Red Yellow Normal
2
0C100
Blue Magenta Lighter