User Manual

14-25
u Een parallel construeren
1. Teken een lijnstuk, zet een punt uit, en selecteer de lijn en het punt.
2. Voer de volgende bewerking uit: 4(Construct) – 6:Parallel.
Hierdoor wordt een oneindige lijn getekend, parallel aan het geselecteerde lijnstuk, die
door het geselecteerde punt loopt. Markeringen (
) verschijnen aan beide zijden van het
lijnstuk en de oneindige lijn om aan te geven dat ze parallel lopen.
Opmerking
U kunt een parallelle lijn construeren wanneer een van de volgende combinatieobjecten is
geselecteerd.
Een enkel lijnstuk en een enkel punt, een enkele lijn en een enkel punt, een enkele straal en
een enkel punt, een enkele vector en een enkel punt
Een polygoonzijde en een enkel punt
u Een tangens construeren
1. Teken een cirkel.
2. Voer de volgende bewerking uit: 4(Construct) – 7:Tangent.
Hierdoor verschijnt de melding “Select Curve”.
3. Verplaats de aanwijzer naar de locatie van de cirkel waar u de tangens wilt construeren.
Verplaats de aanwijzer naar de cirkel totdat er
markeringen op verschijnen.
4. Druk op w.
Hierdoor wordt een lijn getekend die rakend is aan de cirkel op de locatie die u met de
aanwijzer hebt geselecteerd.
Opmerking
U kunt de tangens construeren wanneer een cirkel, halve cirkel, boog of functiegrafiek is
geselecteerd.